Paul
Paul Lindhout
Lindhout
Een toekomstbestendig jaren
dertig huis
0
Een toekomstbestendig jaren dertig huis
1
Paul Lindhout
Een toekomstbestendig
jaren dertig huis
Een sustai a ilit
ake o e i p aktijk.
2
Inhoud
Colofon
I
Voorwoord
II
Samenvatting
III Inleiding
Mooi wonen – Nieuwe denkkaders – Duurzaam wonen – Vraagstelling – Methode – Huis 1938
IV Ontwerp
Algemene eisen – Jaarverbruik – Rekenmodel – Kentallen – Materiaalgegevens – Materiaalkeuze –
Comfort – Besparingskansen – Duurzaamheid verbeterkansen – Keuze van het systeem ontwerp –
Esthetiek
V
Planning
Werkplan – Make or buy – Projectenlijst – Kostenraming
VI Uitvoering
(1)Drie laags beglazing – (2)Spouwmuurisolatie – (3)PV-zonnepanelen – (4)Technische besparingsmaatregelen – (5)Warmtepompsysteem – (6)Regenwatersysteem – (7)Uitbreidingen en
verbeteringen – (8)Herstel van jaren dertig stijlkenmerken
VII Evaluatie van het transitie resultaat
Methodiek – Resultaat in kenwaarden voor en na – Knelpunten – Wooncomfort – Financieel inzicht
– Gezondheid – En zonder transitie ?
VIII Ervaringen als pionier
The a s – Kritische momenten
IX Discussie
X
Conclusie
De beginvragen – De achterliggende kwestie
Literatuur
Bijlagen
Jaarverbruik – Thermisch rekenmodel
3
Colofon
Dit boek is tot stand gekomen in eigen beheer.
Bij de omslag: Huis 1938 in de zomer van 2013
Omslag, ontwerp, en lay-out zijn gedaan door de auteur. Alle figuren en tabellen zijn gemaakt door
de auteur, enkele uitzonderingen daargelaten, die zijn hieronder per foto en illustratie aangegeven.
Druk:
[PDF bestand]
Uitgever: Veenendaal: Paal39.nl Maart 2016
© 2016 Paul Lindhout
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een gegevensbestand of openbaar
gemaakt in welke vorm dan ook, zonder een correcte bronvermelding en schriftelijke toestemming
van de auteur.
4
I
Voorwoord
In de zomer van 2012 rijpte een plan dat al een tijdje speelde: daden stellen op het gebied van
duurzaamheid. Het zou daarbij vooral moeten gaan over het huis waar we in 1984 als jong gezin in
gingen wonen. De wens om onafhankelijk van voorzieningen en vrij van hoge nutskosten te zijn is
geleidelijk aan overgegaan in het inzicht dat wonen veel meer duurzaam moet.
Aan het begin heb ik heel veel vragen. Zou ons huis uit 1938 daar wel geschikt voor zijn ? Hoe pak ik
dat aan ? Wat is goed om te doen en wat niet ?
Tussen de enthousiastelingen van het eerste uur, de milieuactivisten, de web-bloggers, de theoretici,
de grote principe denkers, de houtje-touwtje knutselaars, de subsidiejagers, de wetenschappers, de
productontwikkelaars, de slimme zakenlieden en de duurzaamheid goeroes zal toch nog wel een
plekje over zijn voor een iemand die in praktijk wil uitzoeken en ervaren hoe het zit? Hier ga ik maar
even van uit. Moeilijker lijkt me de vraag : hebben al die bevlogen mensen samen al wel genoeg
kennis verzameld en experimenten gedaan om nu goede keuzes te kunnen maken?
Wat zou er mooier zijn dan op eigen kracht een fraai jaren dertig huis renoveren naar een energie
niveau van nul? Zou het kunnen zonder dat het huis een tijd onbewoonbaar is en zonder dat er grote
machines, vrachtwagens en hijskranen bij nodig zijn? Kan het voor een budget dat voor velen
bereikbaar is? Kan het stap voor stap? Hoeveel jaar tijd zou dat dan gaan kosten? Wat zullen de
echte knelpunten zijn ? Zou de opgedane ervaring voor anderen nuttig kunnen zijn?
Allemaal vragen waarop het antwoord voor een belangrijk deel uit de praktijk moet komen. Ik ben
toch al een tijdje met dit plan bezig maar ik weet de antwoorden op al die vragen niet. Dan zullen
veel anderen dat beginnersgevoel misschien ook wel hebben . . .
Dus: niet alleen dromen maar gewoon doen, en steeds wat opschrijven over de belevenissen van een
beginneling die pioniert in duurzaamheidsland. Het relaas over de transitie naar duurzamer wonen
moet wel bruikbaar zijn voor anderen en dat gaat het best als het de vorm krijgt van een ase stud .
Dan zit er tenminste een duidelijk, zowel kwantitatief als kwalitatief, begin en eind aan. Als het werk
klaar is, ga ik ook terugblikken en
ervaringen op een rijtje zetten.
Paul Lindhout, 1 oktober 2012
5
II
Samenvatting
I Nede la d o e e g aag i ee ja e de tig huis . )o g aag zelfs dat e weer nieuwe woningen
in jaren dertig stijl worden gebouwd. Een belangrijk verschil is dat deze nieuwe huizen extreem
energiezuinig ontworpen zijn en de oude juist helemaal niet.
De vraag is of de huizenbezitter desondanks met zijn bestaande woning uit de jaren dertig nog wel
mee kan komen met het duurzaamheid denken van nu.
Door stimuleringsmaatregelen vanuit de overheid en grootschalige voorbeeldprojecten is het grote
publiek nu warm gemaakt voor actie. Het publiek wil meer en sneller voor groen gaan dan technisch
en economisch op grote schaal realiseerbaar is. De ad i ist atie e ege a g oe e st oo e
groen gas zijn niet afdoende. Tastbaar ecologisch verantwoord en duurzaam maken van de
bestaande woningvoorraad op individueel huishouden niveau komt nog maar moeilijk op gang. Het
op dit gebied essentiële nieuwe gedachtengoed van ul-e e gie , passieve huizen , t a sitio
to s e de derde industriële revolutie sluit niet goed aan bij de huidige orde in de maatschappij.
Oplossingen voor bestaande woningen zijn fragmentarisch en stuiten op technische grenzen, op een
onpraktische bouwkundige erfenis, op aanzienlijke kosten en op politieke keuzes, neergelegd in
beperkingen vanwege de regelgeving. Tegelijk is de economische crisis voor de bouw een sterke
drijfveer om juist nu tot nieuwe bedrijvigheid rond de sustainability make over te komen.
Uit deze case studie aan een project rond energiezuinig maken van een twee onder een kap woning
uit 1938, in particulier bezit, blijkt hoe lastig de puzzel bij het voorbereiden en uitvoeren van een
transitie traject in praktijk is. Eerst is het jaarverbruik nauwkeurig in kaart gebracht. Met behulp van
een rekenmodel is inzicht in de warmteverliezen verworven. Vervolgens is de markt voor beschikbare
technieken verkend om een technische afweging van alternatieven te kunnen maken en tot een
duurzamer systeem ontwerp te kunnen komen. Zowel grote besparingen op gas, water en
elektriciteit, als het ter plaatse opwekken van elektriciteit en het benutten van regenwater bleken
goed mogelijk. De realisatie van het systeem ontwerp vergde eerst een werkplan en daarna een mix
van inkopen, doe-het-zelven en uitbesteding. Er ontstond een lange reeks deelprojecten die zich
door voortschrijdend inzicht voortdurend ontwikkelde. Het huishouden liep in de benodigde vier jaar
ononderbroken door. De financieel het meest opbrengende en eenvoudig en snel uit te voeren
projecten – de quick-wins – zijn eerst gedaan om via energiekostenverlaging meer budget voor de
overige projecten vrij te maken. Na de uitvoering is een financieel overzicht gemaakt en zijn
terugverdientijden berekend. Bij dit pio ie transitie traject werden het gebrek aan integraal
transitie advies, aan integraal markt aanbod, aan specifieke financiële steun en aan brede technische
deskundigheid bij aannemers duidelijk gevoeld. Het heersende denkkader van één groot project
ineens blijkt niet optimaal en voor een particulier met een smalle beurs is het zelfs ondoenlijk.
Opdelen en ontvlechten van de oude systemen in huis blijkt een obstakel van formaat. De kosten zijn
aanzienlijk, er is veel doe-het-zelven nodig en de ingeplande 4 jaar looptijd is mede daardoor ook
nodig gebleken. Met een vermindering van meer dan 50% van de nutskosten en het vanuit
energielabel C(bijna D) bereiken van energielabel A mag de transitie geslaagd worden genoemd.
Het antwoord is dus : ja, ook deze jaren dertig woning kan mee naar de toekomst.
Een ul e e gie jaren dertig huis dat volledig draait op duurzaam opgewekte elektriciteit, dat een
sli
e koppeling aan het 220 Volt net heeft en op eigen grond warmte en elektriciteit wint is dus
praktisch uitvoerbaar. Zelfs geheel los koppelen van alle nutsvoorzieningen, inclusief water, is, in elk
geval technisch gezien, in de nabije toekomst binnen bereik.
6
III Inleiding
Mooi wonen
Een jaren dertig huis is erg gewild, zo zeer zelfs dat architecten de typerende jaren dertig stijl tot nu
toe zelfs in hun nieuwe ontwerpen gebruiken. (Van Velzen, 2005) In Nederland associëren we deze
huizen nog steeds met de welvaart, de status en met het ideaal van buitenaf wonen in mooie groene
gebieden van de doelgroep van toen. Een jaren dertig huis is mooi. Fraaie gemetselde muren met
een voeg op snee, een erker en meestal wit, crème of donkergroen geschilderde grenen kozijnen.
Een paar hoge schoorstenen, een groot en steil dak met rode dakpannen en een fraaie breed
overhangende dakgoot met zinken regenpijpen completeren de buitenkant. Binnen, bij de entree in
de hal, ligt een granito vloer op zand gestort. In de rest van het huis op de begane grond zit onder de
houten vloer een kruipruimte. De kamers zijn afgewerkt met veel houten details zoals plinten,
lambriseringen, deurkozijn sierranden en paneeldeuren. Met f aaie e -suite s huifdeu e
aakte
men de woonkamer kleiner in de winter zodat er in de voorkamer niet altijd hoefde te worden
gestookt. De vensters zijn van enkel glas met glas in lood versieringen in de bovenlichten. Voor
ventilatie zette men een raam op een kier. De muren hebben een spouw om het woongedeelte. Deze
huizen, vrijstaand, twee-onder-een-kap of in een rijtje, zijn gebouwd in een tijd dat er kolen gestookt
werd. Er is meestal een halfsteens uitbouw achter met een bijkeuken en een kolenhok. Ook hebben
ze allemaal de achter wit gepleisterde muren weggewerkte rookkanalen vanuit de schouw in de
woonkamer en het fornuis in de keuken naar de gemetselde schoorstenen op het dak. Ruimtelijke
functiescheiding was nadrukkelijker aanwezig naarmate de huizen groter waren. (Kingma, 2012)
Ja e de tig huize o e leefde de ede op ou
et het Nieu e Bou e als stijl i de
naoorlogse architectuur. )e paste i de daa ij ho e de op fu tio ele ee oud e op li ht, lu ht
e ui te ge i hte de k ijze. Het st e e as op p ettig o e ge i ht, aa ee esthetis h f aai
en goed schoon te houden werden bedoeld. (Van Enter, 2010)
Met de komst van oliestook en aa dgas uit oo put “lo hte e
i
(De Jong, 2005)
begon de verminking van de jaren dertig huizen. Muren en vloeren werden doorboord, ruimte werd
ingenomen. Olietanks, verwarmingsketels, geisers, boilers, leidingen en radiatoren voor de centrale
verwarming namen bezit van het interieur vanaf de jaren zestig. Huizenbezitters lieten alles
aanleggen door een installateur. De overheid stuurde monteurs om fornuizen en geisers van
kolengas naar aardgas om te bouwen. Het gebruik van de huizen veranderde. Niet langer waren
alleen woonkamer en keuken als centrale plek verwarmd, ook de gang, het trappenhuis en de
slaapkamers werden verwarmd. Een centrale verwarming was begeerlijk en comfortabel maar duur,
zowel in de aanschaf als in het gebruik. (Jelsma, 2011)
Midden jaren zestig werd een gasgestookte CV voor de gewone man bereikbaar. In de jaren
zeventig en tachtig deed het doe-het-zelven zijn intrede. Veel authentieke details in het timmerwerk
verdwenen achter modieuze schrootjes en handige gipsplaten. De modernisering in woninginrichting
leidde tot samenvoegen van kleine kamers tot grotere door het wegbreken van muren en de
toepassing van stalen balken in de dragende constructie. Glas in lood en kamer en-suite verdwenen,
de schouw werd een open haard. Alleen echte liefhebbers houden de oorspronkelijke stijl in stand of
herstellen de authentieke dertiger jaren details.
Nieuwe denkkaders
Pioniers begonnen tijdens de verbreiding van olie en gas al snel met kleinschalige experimenten om
zuiniger met het milieu om te gaan. (Leeflang, 1970) Na de eerste en tweede oliecrisis in de jaren
1973 en 1979 ging uit milieu overweging in veel huizen de thermostaat een graadje lager. Ook nu nog
7
promoot men dat. (warmetruiendag.nl) Het fameuze Rapport van de Club van Rome verscheen en
het besef ontstond dat groei niet altijd maar door kan gaan. (Meadows et al, 1972) In de jaren
tachtig schafte men aparte geisers en boilers af. Na combi-ketels kwamen de hoog rendement HR-CV
ketels. In de jaren negentig was er door de particuliere woningbezitter op grote schaal, via de doehet-zelf winkels te verkrijgen, vloer isolatie, dakisolatie, isolatie om verwarmingsbuizen en radiatorfolie aangebracht. Ook begonnen de eerste PV zonnepanelen te verschijnen. (Bouma, 2013-A)
Rond de eeuwwisseling was daar ook dubbel glas bijgekomen. Er bleken mogelijkheden voor
bepaalde typen huizen voor het aanbrengen van spouwmuurisolatie te bestaan. Een enkeling in het
buitengebied met een vooruitziende blik had al een zonnecollector of een windmolentje op het dak.
Alternatieve energie kreeg in de jaren negentig een plek in het landschap in de vorm van grote
windmolenparken en er kwam steeds vaker groene stroom uit het stopcontact. Meer elektriciteit
was nodig om het steeds toenemende assortiment elektrische apparaten in de huishoudens te
voeden.
Het besef dat het opraken van olie toch een serieus te nemen probleem vormt daagt pas na
de eeu isseli g. De olie isis lijkt pe a e t te o de . (Middelkoop et al, 2008) Met de
opkomst van het duurzaamheidsdenken werden begrippen als milieuvriendelijk, energiebesparing,
hergebruiken en de ecologische voetafdruk voor iedereen bekend. Materiaalkeuze en duurzaamheid
werden met elkaar verbonden bij het ontwerpen van allerlei producten, ook bij huizen. Woningen
die zelfvoorzienend en duurzaam zijn werden een centraal concept in dit nieuwe denken. Ecoarchitect Michael Reynolds gebruikt afvalmateriaal – zoals autobanden en sloop afval – om dit type
huizen te bouwen. Ze zijn niet op het elektriciteitsnet, waterleiding of riolering aangesloten. Om
warmte te behouden zijn ze half in de grond gegraven, met een dikke grondlaag afgedekt en van een
serre op het zuiden voorzien. Nadat er 1000 van deze ea thships elde s in de wereld waren
gerealiseerd is er in Nederland in 2008 voor het eerst ook een gebouwd. Kort geleden begon in Olst
de bouw van een aantal van deze huizen. (www.earthship.nl)
Ee ea thship lijkt i
ij el iets op ee ja e de tig huis. To h is het ea thship een
inspirerend voorbeeld voor de te nemen verdere maatregelen in de richting van het duurzaam
maken van de bestaande woning voorraad en dus ook voor een jaren dertig woning. De overheid
noemt decentrale energie opwekking als beleidsintentie. (Rutte & Samsom, 2012) Een overgang
naar zon, wind, bio-energie, water en bodem-energie in allerlei vormen wordt beoogd. Er is op dat
gebied een verscheidenheid aan activiteiten ontstaan, variërend van de experimenten door pioniers
tot projectmatige realisatie van technisch geavanceerde energiezuinige ontwerpen en de meer
holistische en op een CO2 arme en lokale leefwijze gerichte internationale beweging van de
t a sitio to s . (transitionnetwork.org)
Het woord groen klinkt steeds vaker bij de economische benadering van duurzaamheid in
de estaa de o de de di ge . Al ee tijdje is e g oe e st oo e si ds ko t is e g oe gas . Er is
een handel in CO2 emissierechten ontstaan en er zijn ondernemers met winddelen en biobrandstof in
de weer. Het kaf moet hier nog van het koren worden gescheiden. Stroom is pas echt groen als die
bijvoorbeeld 1 op 1 van een windmolen of zonnepaneel afkomstig is. Is biogas nog wel groen als het
met fossiel aardgas of schaliegas vermengd zou worden? Er is dan ook kritiek op de huidige
economische aanpak van duurzaamheid. Zo geven Friese boeren hun investering in een
vergistingsinstallatie het predicaat onrendabel, mede dankzij de incomplete benutting van
afzetmogelijkheden en stokkende subsidie. (Omroep Fryslân, 2014) Stroom lijkt niet echt groen als
gascentrales uit staan en kolencentrales extra opgestookt worden omdat dat prijsvoordeel biedt
terwijl er meer groene stroom verkocht is dan er feitelijk schoon geproduceerd wordt. Noorse
8
waterkracht certificaten lijken een nieuw soort aflaatbrief. Nederland loopt achter met het
investeren in windenergie en moet dan stroom in andere landen inkopen met een niet altijd
traceerbaar groene herkomst. Dit leidt tot bedenkelijke praktijken bij energieleveranciers, een gevoel
van bedrog bij de goedwillende burger en een gebrekkig of zelfs falend beleid van de overheid.
(Schot, 2013) )elfs de te
t a sitie lijkt es et te zij ge aakt doo de lo
a de huidige
belanghebbenden. (Krozer, 2013)
Hoe moet het dan? En wat is werkelijk groen ? Een vermindering van CO2 uitstoot is hier niet
het enige doel. Met hernieuwbare, eindeloos te gebruiken energie bronnen stopt het opraken van
energievoorraden. De dreigende stilstand van alles wat onze maatschappij laat draaien kan er mee
worden afgewend. Het gezamenlijke aandeel van zon, wind, waterkracht, geothermie en biomassa
was in 2009 nog 4% in Nederland. Het overheidsbeleid is er op gericht dit in 2020 tot 14% te
verhogen. In Nederland liggen waterkracht en plantages voor biomassa minder voor de hand. Als je
warmte en koude opslag in je tuin toepast kan je buurman dat waarschijnlijk niet meer doen. Een
windmolen in ieders tuin stuit zeker op verzet. Grootschalige windenergie parken op zee en dito
warmte en koude opslag in de bodem lijken wel goede mogelijkheden. Zonnepanelen op de daken
van elk gebouw lijkt ook goed te doen. Koppelen aan een Europees supergrid zou onregelmatig zon
en wind aanbod op moeten vangen door over grotere afstanden elektriciteit te verhandelen.
(Ganzevles & Van Est, 2011) een goed georganiseerde grootschalige winning van energie uit zonlicht,
wind, waterstroming en aardwarmte laat echter nog op zich wachten. Een West-Europees supergrid
waaraan ook energie opslag door oppompen van water naar stuwmeren is gekoppeld, wordt niet
voor 2030 verwacht. (Ford et al, 2010) De lange termijn verwachtingen lopen uiteen. Zo voorspelt
Greenpeace dat olie en gas in 2050 niet meer nodig zijn (Teske et al, 2015) en mikt het SEV
p og a
a E e giesp o g oo ge ou e op % e i dering van het energiegebruik ten
opzichte van 1990 in het jaar 2030 (Avelino et al, 2011).
Biobrandstof maken uit plantmateriaal dat landbouw areaal afsnoept van de
voedselproductie is geen goed idee. Als men het energie verbruik –hoe groen ook– op even hoog
peil houdt, waar is dan de klimaatwinst behaald ? (Kenis&Lievens,2013)
Met ad i ist atie e o epte zoals g oe e st oo , g oe gas of CO2 emissie
e tifi ate is in dit project daarom geen rekening gehouden. Ook centraal aangeboden
mogelijkheden zoals bijvoorbeeld hete stoom of stadsverwarming, al dan niet gecombineerd met
levering van elektriciteit, zijn hier verder niet nader beschouwd. De belangen van
e e gie aats happije , o zi h g oe e te p ese te e da ze i e kelijkheid aa ku en
maken, leiden tot te weinig zicht hierop voor consumenten. Verder blijkt de handel in groencertificaten niet aan de verduurzaming van elektriciteitsproductie in Nederland bij te dragen. De
o su e t die zo oo g oe de kt te kieze laat in feite de bestaande situatie in stand. De
consument heeft geen invloed op de mix van allerlei soorten stroom die uit het 220 Volt stopcontact
komt. De consument kan op korte termijn alleen streven naar minder er van verbruiken en op
langere termijn politieke keuzes maken die tot werkelijk groene productie leidt. (Bouma, 2013-B)
Als energiebesparing en grootschalig groen produceren op nationale schaal niet voldoende is,
hoe moet het dan? Wat kan daarvan op de schaal van een enkel huishouden waargemaakt worden?
En wat te doen met de vele nog onbeantwoorde vragen over hoe s hoo de materialen in
zonnepanelen zijn, over nieuwe schaarste in materialen die nodig zijn voor windmolen fabricage en
over verdringing van landbouwareaal voor voedsel of kappen van regenwoud? Als oneindige
hernieuwbare energievoorraden in praktijk worden gebruikt blijkt dat de middelen die daarvoor
nodig zijn lang niet zo oneindig beschikbaar zijn. Ook kunnen we niet allemaal tegelijk opeens
9
duurzaam met ons huis omgaan om allerlei praktische redenen. Chaos in energie land bijvoorbeeld.
Goedkope en overvloedig beschikbare wind en zonnestroom uit Duitsland zorgt eind 2013 mede voor
stilstand bij nieuwe gascentrales in Nederland. De zachte winters en de lage steenkolenprijzen spelen
hierbij mee. De eerste wankelende energiemaatschappij is al gesignaleerd. (Trouw, 5 feb 2014) Zijn
de plannen voor tussenoplossingen zoals schaliegas en aanboren van nieuwe aardgasvelden in
Groningen (NAM platform.nl, 2013) of op het continentaal plat in de Noordzee (Kleinnijenhuis, 2013)
(Trouw, 13 aug 2015) wel verantwoord? Moeten we allemaal terug naar een maximaal toelaatbare
ee lijke e ologis he oetafd uk pe pe soo ? Mag dit huis 1938 project wel terwijl anderen in een
flat op tien hoog dit zo niet kunnen doen? Genoeg geaarzeld en getwijfeld, er zijn daden te stellen.
De overheid stimuleert het energie neutraal maken van gebouwen en dus ook van woningen
in particulier bezit. Richtsnoer daarbij is het eerst beperken van het energiegebruik en daarna de dan
nog benodigde energie ter plekke opwekken. Dit alles gaat uit van een verbinding en uitwisseling met
het openbare net en een energie balans over een periode van een jaar. Dat het hier een ingewikkelde
probleemstelling betreft staat vast. (Witkamp et al, 2011) Dat het erg traag gaat ook. (Naald en
Opzeeland, 2015) Dat het probleem breed herkend wordt, en zeker ook door de particuliere
o i g ezitte s, lijkt el uit het Wo i g a ktpla Wo e . dat i
ei
e d astgesteld
door de Vereniging Eigen Huis VEH, De Nederlandse Vereniging van Makelaars NVM, de Vereniging
van Woningcorporaties Aedes en de Woonbond. In de 11 hervormingspunten voor een goed
functionerende woningmarkt staan energiebesparing, verduurzaming en toekomstbestendig houden
van de woningvoorraad samen op de derde plaats genoemd. (VEH, 2012)
Gelukkig zij e i spi e e de oo eelde zoals de ijk a
o ge op het ed ij e te ei A a tis
tussen Heerlen en Aken. (Wagenvoort, 2013) Er zijn al meer pioniers bezig geweest met bestaande
huizen energie neutraal maken dus - wie weet - kan het ook bij een jaren dertig woning. Er bestaan al
een paar voorbeelden van duurzaam gerenoveerde jaren dertig woningen. Over de gecompliceerde
afwegingen daarbij en over de ervaringen van pioniers met de transitie is weinig bekend. (Raaij,
2013) (Huisvolenergie.nl) (Duurzamehuizenroute.nl) (KennishuisGo.nl)
Duurzaam wonen
In dit project is als aanpak gekozen voor achtereenvolgens minder verbruiken van energie, duurzaam
opwekken van energie en behoud van comfort. Dit alles bij de kennis en mogelijkheden die nu (2013)
beschikbaar zijn. Op de schaal van een enkel huis zijn in de afgelopen decennia diverse nieuwe
denkrichtingen ontstaan die kunnen helpen om tot praktisch handelen te komen.
Het passi e house o ept van Adamson en Feist (passiv.de) richt zich met name op het
sterk verkleinen van de warmtevraag. Goede thermische isolatie van alle muren, vloeren en het dak
en driedubbele beglazing kenmerken het ontwerp. Ook het optimaal invangen van zonlicht hoort er
bij. Tenslotte zijn ook een luchtdichte afsluiting en mechanische ventilatie met warmteterugwinning
onderdeel van dit concept. Een factor 10 zuiniger wonen ligt binnen bereik. (Feist, 2006) Deze huizen
worden op diverse plaatsen gebouwd en er zijn inmiddels ook renovatieprojecten.
(passiefhuismarkt.nl)
Het e e gie eut ale huis concept, afkomstig uit de t a sitio to
e egi g, streeft een
energiegebruik dat netto ongeveer nul is na, zodat loskoppelen van het gas- en elektriciteitsnet
mogelijk is. Een gezonde, groene en organische bouwvorm en omgeving completeert het geheel.
(transitionnetwork.org) Men spreekt ook wel over een nul-op-de meter-woning , of kortweg een
NOM woning. (Naald en Opzeeland, 2015)
10
Waar voorheen de milieubeweging ageerde tegen vervuiling is het nu de duurzaamheid als
ke geda hte die de e ologis he oetafd uk de aat ee t. (voetafdruk.eu) In een on-line ui ks a komt de voetafdruk van een huishouden in een half vrijstaand huis al gauw slecht uit: 10.1
hectare waar een Nederlander 6.2 hectare gemiddeld beslaat en een wereldburger maar 1.8 hectare
ter beschikking heeft. Dit idee, afkomstig van De Kleine Aarde, laat de noodzaak van ingrijpen op een
heel andere manier zien. In deze sterk vereenvoudigde maar illustratieve bepaling komt ook het
gasverbruik in een twee-onder-been-kap huis als hoog naar voren. Direct daarna volgen
papierverbruik, auto en vliegtuig kilometers en elektriciteit verbruik, samen de top 5 bijdragen aan
de voetafdruk. (duurzaamheidinactie.nl)
De Amerikaanse visionaire denker Jeremy Rifkin ziet de nabije toekomst als de tijd van de
de de i dust iële e olutie . Daarin is een bijzonder belangrijke rol weggelegd voor het op een
duurzame manier decentraal opwekken van energie. De olievoorraad raakt over enkele decennia op
en daar moet dan een duurzaam alternatief voor zijn. Hij stelt dat de gebouwen het best geschikt zijn
als nieuwe energiebron. In plaats van olie is waterstofgas als brandstof en als opslagmedium te
gebruiken. Gebruikers delen de energie via een s a t g id slim elektriciteitsnetwerk) met elkaar.
Auto s o de elekt is h e he e ee ate stof brandstofcel aan boord die stroom voor de
elektromotoren maakt en ook aan dat netwerk aan te sluiten is. Hiermee denkt hij het effect van
menselijk handelen op het klimaat ook aan te pakken. (Rifkin, 2011) Op 15 april 2013 lanceert
Hyundai de eerste waterstofauto, type ix35, in Nederland. Er zijn dan twee tankstations: een in
Amsterdam en een in Arnhem. Nog vijf andere zijn in ontwikkeling. Voorlopig is dit initiatief nog niet
voor consumenten bedoeld, dat volgt pas na de komst van een waterstof infrastructuur en een
betaalbare prijs. (NOS.NL, 2013) Op okto e
kopt T ou : Fis ale egels d a s o e
i t odu tie ate stofauto e
eldt dat H u dai de introductie maar heeft uitgesteld. (Trouw, 28
okt 2013) Op 18 januari 2016 meldt NOS.NL dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu twee
ate stof auto s i ge uik heeft ge o e . Wel
k a tie adius aa e zij og steeds maar
twee waterstof tankstations in Nederland . . .
Opvallend is dat zich tegelijkertijd in Amerika een geopolitieke revolutie van een heel andere
orde aan het voltrekken is. De opkomst van schaliegas en schalie olie zal de Amerikaanse
afhankelijkheid van- en bemoeienis met de huidige olielanden sterk doen afnemen. Europa en dus
ook Nederland lijkt traag in deze voetsporen te gaan volgen. (Wijk,2013)
Architecten hebben de bouw van nieuwe energie neutrale woningen als uitdaging
inmiddels wel opgepakt met de kaswoning en actief-huis concepten. Een belangrijk punt is dat
nieuwe huizen, ook die in jaren dertig stijl, tegenwoordig van meet af aan energiezuinig ontworpen
zijn en oorspronkelijke jaren dertig huizen dat juist helemaal niet waren. Het ging in de jaren dertig
om het fraaie uiterlijk terwijl het ontbreken van isolatie, de tocht en het energiegebruik niet
belangrijk werden gevonden. Men lette op vakmanschap en fraaie afwerking. In de huizen die in de
decennia er voor of er na gebouwd zijn was het overigens al niet veel anders.
Nu al weer enkele jaren bestaat het transitie denken over de bestaande woning voorraad
tegelijk met een economische recessie. Banken zijn minder genegen te investeren in duurzame
renovatie projecten terwijl de bouw daar nu juist kansen heeft. In 2010 is geïnventariseerd hoe
hiermee in de omringende landen wordt omgesprongen. Nederland loopt duidelijk achter.
(Schuurmans et al, 2010) Er is een landelijk beleidsdoel geformuleerd dat tot 30% CO2 reductie in
2020 zou moeten leiden. In een door Ecofys uitgevoerde studie in opdracht van Milieudefensie aan
prijsvorming van CO2 emissierechten wordt het beleidsgat voor de gebouwde omgeving op
uitvoeringsniveau aan de kaak gesteld. Ook wordt voor gas en elektriciteit een prijsverhoging van
11
30% tot 70% als maatregel om consumenten in beweging te krijgen als noodzakelijk gezien. (Geurts
en Rathmann, 2010) Het vooralsnog te krap bemeten landelijk beleid voor duurzame energie is door
de provincies overigens wel opgepakt e e taald aa ee e e gie t a sitie odel . (IPO,2010) De
diverse mogelijkheden om duurzamer te worden in Nederland wedijveren nu met elkaar om
aandacht, subsidie en toekomstperspectief. Het invullen van concreet beleid wordt hierdoor
bemoeilijkt. Het Rathenau instituut heeft in 2011 een overzicht van de ontwikkelingen gepubliceerd
om zo tot een betere basis voor beleidskeuzes te komen. Een belangrijke constatering is dat
vermindering van energiegebruik op zich niet als doel op nationaal niveau is gesteld. (Naald en
Opzeeland, 2015) Het energiegebruik groeit in 2011 nog steeds. Ook op de schaal van een enkel
huishouden is dat het geval. De toename in diversiteit van elektrische apparaten wint het van de
energie besparingen per soort apparaat. O ge ee ee k a t is sta de uik. ICT is een snelle
stijger in het energiegebruik. Verder was de introductie van wasdrogers een belangrijke reden voor
het nog steeds stijgen van het totale elektriciteitsgebruik in huishoudens. Energie gebruik voor
warmte in woningen stabiliseert. De energiebesparing met HR ketels en isolatiemaatregelen in vooral
nieuwbouw wordt teniet gedaan door de sterke groei van 1 persoonshuishoudens en royaal gebruik
van warmte voor tapwater. Zuiniger apparatuur leidt tot royaler gebruik en minder potentieel voor
verdere besparing. Zo lijkt besparen op spaarlampen met LED verlichting niet voldoende
aantrekkelijk. Een verandering van gedrag van de bewoners is dus nodig -naast technische
besparingsmaatregelen- om re ou d-effe te te voorkomen en verdere energiebesparing te
kunnen bereiken. (Jelsma, 2011) Pas in 2015 wordt stagneren van de groei van het energiegebruik
geconstateerd. (Rijksoverheid, 2015)
Als consument en als woningbezitter lijkt het financieel gesproken bovendien raadzaam de
prijsstijgingen van gas en elektriciteit niet af te wachten. De inflatie wint het van de lage rente en dus
kan kapitaal maar beter in duurzamer wonen geïnvesteerd worden.
Vraagstelling
De achterliggende kwestie is in hoeverre de nieuwe denkbeelden concreet zijn toe te passen op de
bestaande woningvoorraad in Nederland. Waar Rifkin zich begeeft op wereldschaal, kijkt Rotmans
naar Nederlandse oplossingen die een ommekeer in een stad, wijk of dorp beogen. Huurwoningen,
corporaties en grootschalige projecten zijn het startpunt bij de aanpak van de bestaande woningen
en kantoorgebouwen. (Rotmans, 2012) De qua omvang belangrijkste operatie is echter het
energiezuinig maken van de hele bestaande voorraad van circa 7.2 miljoen woningen (gegevens per
eind 2011). (Statline.CBS.nl, 2013) De overheid stimuleert in 2012 particulieren met een eigen
woning met bewustwording via o.a. energielabels en met subsidieregelingen. De categorie onzuinige
vooroorlogse woningen, waartoe ook de jaren dertig woningen behoren, is met ruim 20% aandeel in
de woningvoorraad groot en is bovendien voornamelijk in particulier eigendom. (VROM, 2006)
Kortom: vooral de particuliere woningbezitters zijn hier aan zet.
Bij het duurzaam maken op de schaal van een particuliere woning zijn nog diverse problemen
te overwinnen. Zo blijken Nederlandse aannemers in 2007 nog niet over de benodigde kennis en
onderaannemers in hun netwerk te beschikken om een bestaande woning bijvoorbeeld aan de
passi e house o aa te passe . Met de organisatie van dit type renovatie projecten is te weinig
ervaring. Verder komt de dimensionering van balans ventilatie als een knelpunt voor gezondheid en
comfort naar voren. (Schilperoort, 2010) Begane grond isolatie en gevelisolatie blijven achter.
(VROM,2006)
12
Onderzoekers stelden aan de hand van renovatie projecten bij woningen uit de jaren zestig
en zeventig vast dat de te bereiken energiebesparing met een thermisch rekenmodel goed te
voorspellen is. (Boxem&VanRee, 2009) (VanVelzen,2010) Diverse voorbeeldprojecten laten wel zien
dat er een grote besparing op het gasverbruik alleen al door isolatie mogelijk is. Waarden van 75%
besparing worden genoemd. In 2009 werd voor het eerst een woning uit 1909 gerenoveerd tot de
passi e house o . De aandacht van onderzoekers is tot op heden niet gericht op voorbeelden
van renovatie aan jaren dertig woningen hoewel Nederlanders daar graag en veel in wonen.
(kennishuisgo.nl) Er zijn al pioniers met jaren dertig woningen aan de slag. (Duurzame
huizenroute.nl) Het typerende uiterlijk van de huizen is bewaard gebleven maar gas, elektriciteit en
waterverbruik zijn verminderd aa iet ul . (Huisvolenergie.nl) Er is ook al een enkele jaren dertig
woning aan een hoog-niveau-renovatie opgeofferd . Het resultaat is weliswaar toekomstgericht
maar doet qua uiterlijk in vrijwel niets meer denken aan de oorspronkelijke stijl en sfeer. (Leistra,
2012) Een jaren dertig uiterlijk en een laag energiegebruik lijken hier wel haast strijdig met elkaar.
Ook het eerste huis van de 100 die klimaatorganisatie Urgenda in Wormerveer gaat aanpakken is een
jaren dertig woning. (Nos.nl, 2015) Het fraaie oranje pannendak is half bedekt met blauwe
zonnepanelen. Begin 2015 publiceert Urgenda een brochure met voorbeelden waarin 2 huizen uit de
jaren dertig voorkomen. De gebruikte defi itie a e e gie eut aal is alle e e gie duu zaa
o dt
opge ekt op eige g o d e i plaats a eerst maximaal te isoleren o dt de p io iteit ij gee
fossiele a dstof gelegd. Deze 2 voorbeelden uit de jaren dertig op Texel hebben PV zonnepanelen,
warmtepompen, boilervaten en elektrische geisers. Ook hebben ze een aanvullende bijstookmogelijkheid in de vorm van een houtkachel. (Urgenda, 2015)
Een jaren dertig woning is geliefd om het -vooral visuele- woongenot, maar is tegelijkertijd
een zware last omdat er niet op energiezuinigheid is ontworpen. Ee t a sitie aa duu zaa heid
doorlopen met een jaren dertig woning is daarom een zware opgave, zeker als het fraaie uiterlijk
behouden moet worden. Een transitie van een jaren dertig woning is, zo gezien dus, als maatgevend
te beschouwen, ook voor andere typen woningen in de bestaande woningvoorraad.
Over de ervaringen van pioniers met het duurzaam maken van een jaren dertig woning is
bijzonder weinig te vinden. Deze ase stud es h ijft ee vier jaar durend transitietraject met een
dergelijke woning met als belangrijkste aandachtspunt de ervaringen op de ingewikkelde weg die een
woningbezitter als beginneling in duurzaamheidsland daarbij moet volgen. Daarbij is inzetten van de
kwalitatieve onderzoeksmethodiek uit de medische en sociologische onderzoeksvelden van belang.
Methode
O t ikkeli g a de ase stud
ethodiek
Een studie die diepgaand inzicht verschaft in de ervaringen van een pionier die een transitieproject
aan een jaren dertig woning uitvoert in een complexe en dynamische omgeving kan het best
uitgevoerd worden met de ase stud
ethode. Deze methode is bekend geworden in de jaren 90.
De basisprincipes en vereisten zijn opgetekend door Yin. (Yin 1981) (Yin 1984) (Yin et al 2006) Er
ontstonden in de medische hoek alle lei t pe ase stud zoals ee es h ij i g a ee e kele
patiënt, een zeldzame ziekte of een specifieke ingreep. Dit leverde antwoorden op vragen over het
hoe e
aa o te ijl e gee e pe i e t e d gedaa maar een echte situatie werd onderzocht.
Ee ase stud is algemener toepasbaar. Dit soort onderzoek is bruikbaar bij ingewikkelde
maatschappelijke verschijnselen binnen afgebakende grenzen en kan verkennend, verklarend of
beschrijvend van aard zijn. Er kunnen kwalitatieve en kwantitatieve gegevens worden verzameld en
dat kan over een enkel geval of over een bepaald aantal gevallen gaan.
13
Om gegevens te kunnen verzamelen is een blauwdruk met een theorie, thematiek en structuur
nodig. Er zijn diverse soorten instrumenten inzetbaar: documenten, registraties, open interviews,
o se atie e f sieke oo e pe . Het esultaat a ee ase stud is ee e gelijki g tusse de
theorie en de bevindingen die via een analyse worden beschreven of verklaard. Het beschrijven van
de uitvoering van dit transitieproject is voor een belangrijk deel technisch van aard. De ervaringen
van de auteur zijn dat juist niet terwijl dat laatste het verschijnsel dat bestudeerd wordt is. De inhoud
van het relaas kwalificeert daarom als kritisch . (Yin 1994)
De case study aanpak werd in de loop van de tijd verfijnd en voor verschillende onderzoeksdoeleinden geschikt gemaakt. Vanaf 1998 begonnen er boeken over te verschijnen waarin een grote
verscheidenheid aan technieken bijeen werd gebracht. (Merriam 1998) (Yin et al 2006)
Tegelijkertijd begonnen er mengvormen van kwalitatief en kwantitatief onderzoek te ontstaan.
(Gable 1994) Recente o e zi htsa tikele o de zoeke de state of the a t a de ethodiek. (Zainal
2007) (Baxter et al 2008) (Pettigrew 1997) Uit deze groeiende variatie in case study typen komen 5
toetsingspunten naar voren: uitdaging, context, strategie, resultaat en discussiepunten.
(Commonwealth 2010)
Orde op zaken stellen was hoog nodig want er waren in de begintijd veel misvattingen -over wat er
wel en niet met ee case study mogelijk was- ontstaan, zowel bij onderzoekers als bij het publiek.
(Flyvberg 2011) (Gerring 2004)
Een indruk van de veelzijdigheid van de case study methode krijgt men al snel uit de literatuur.
Interessante voorbeelden ter vergelijking uit andere werkvelden zijn: verpleging (Zucker 2001)
de gebouwde omgeving (Johansson 2003), volkshuisvesting (Dankert 2011), onderzoek aan
gezondheidszorg (Crowe et al 2011).
De ervaringen van de onderzoeker zelf, in zijn rol van pionier op het gebied van duurzaamheid van
een jaren dertig woning, zijn verweven met die beschrijvingen en zijn opgedaan bij de vele
afwegingen en keuzes.
In deze ase stud is het relaas, over het uitvoeren van een transitieproject aan een jaren dertig
woning, de d age voor het fenomeen van de pionierende woningbezitter en zijn ervaringen.
(Eisenhardt 1991)
Methodis h gezie is e daa o
iet allee sp ake a ee ase stud
aa is e ook ee elaas dat
ervaringskennis aandraagt, vergelijkbaar met die van cliënten en patiënten in de gezondheidszorg.
(Caron-Flinterman, 2005)
Ee elaas is uit episodes opge ou d die kunnen uit o de i ee k itiek o e t . Ee
belangrijk verschijnsel is de verandering die de verteller van het relaas zelf kan ondergaan terwijl hij
de voor hem belangrijke mijlpalen passeert. (Taylor, 1983)
Het elaas k alifi ee t ook als tege d aads o dat het iet de do i a te de k i hti g olgt.
(Polletta, 1998)
Selectie van het type ase stud en de instrumenten
Er is een algemeen 7 stappen schema op basis van een blauwdruk volgens Yin mogelijk. Die begint
met een theorie vooraf en gaat dan achtereenvolgens verder met: keuze van instrumenten, op de
theorie gebaseerd gegevens verzamelen, data analyse, formuleren van hypotheses, triangulatie met
literatuurgegevens en tenslotte het formuleren van conclusies. (Eisenhardt 1989)
Ook is er een 6 stappen schema voor algemeen gebruik in de literatuur te vinden: stel de
onderzoeksvragen op, kies de cases en gegevens verzameling technieken uit, bereidt de gegevens
14
verzameling voor, veldwerk, evalueer en analyseer de gegevens en tenslotte rapporteer de
bevindingen. (Soy 1997/2006)
Opmerkelijk genoeg is er ook een 4 stappen schema : onderzoek ontwerp, uitvoering, analyse en het
formuleren van aangetoond resultaat. De verzamelinstrumenten van Yin worden hierbij als bronnen
voor bewijs gezien. (Tellis 1997)
Een case study leunt zwaar op het begin: de theorie. Dat moet een logisch model zijn dat aandacht
aan de volgende aspecten: proces en context, identificatie van actoren, rollen en gedrag, verwachte
veranderingen, actor strategie en functie, drijvende krachten, interacties tussen actoren. Gaat het
over de persoon of over de gebeurtenis, hoe kun je als onderzoeker tegelijk open zijn en voorbereid,
wordt de respondent beïnvloed, en tenslotte, zijn de gegevens betrouwbaar en relevant ?
(Kohn 1997)
Onderzoek aan het vier jaar durende transitieproject maakte een longitudinale aanpak nodig.
De vergelijking tussen situaties in de loop van de tijd vormt hier de uitdaging voor de onderzoeker.
Deze soort case study wordt daarom wel aangeduid als ti e-se ies oss se tio al T“C“ .
Omdat het hier een enkel geval betreft (transitie van een enkele woning) is een gedetailleerde
beschrijvende studie de meest geschikte aanpak.
Omdat er geen oorzaak-gevolg relatie onderzocht wordt en geen bewijs van een hypothese getoetst
o dt is deze ase stud als verkennend te typeren.
De o te t aa i de ti e oss se tio s o de ge aakt e a de t o dat – bijvoorbeeld, onder
andere – het kabinetsbeleid, de geopolitieke krachten, de economische situatie, het klimaat, de
publieke opinie en de technologische ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid allemaal in
beweging zij . De ti e oss se tio s he e allee eteke is als et ou aa e ijs a ee ook
de context zorgvuldig geregistreerd wordt.
De theorie moet als kader en blauwdruk geldig blijven gedurende de hele onderzoeksperiode.
Belangrijke verstorende factoren moeten tevoren geïdentificeerd zijn en constant gehouden worden.
Dit o gt de e gelijk aa heid tusse de ti e oss se tio s . (Gerring 2004)
In de discussie is aandacht nodig voor de vraag of het perspectief van de onderzoeker zou kunnen
veranderen. Ook is het nodig te letten op de invloed van het moment waarop gestart en gestopt
wordt met observeren en voor de snelheid van de waar te nemen verandering: volgen de
gebeurtenissen elkaar zo snel op of veranderen de dingen zo langzaam dat ze niet gedetecteerd
worden. Worden dingen niet gezien omdat de context mee verandert ? (Pettigrew 1990)
Dit zijn gemeenschappelijke punten van zorg in verschillende longitudinale studies in: zakelijke
netwerken (Halinen Törnroos 2005), communicatie in de gezondheidszorg (Stein et al 2005),
informatie systemen (Dubé & Paré 2003), richtlijn ontwikkeling (Rousseau et al 2003), operations
management (Voss et al 2002), productie prestatie meting (Bourne et al 2000).
I deze ase stud zij de ti e oss se tio s o praktische redenen aan het begin en aan het eind
van de transitie gekozen, bij de start in oktober 2012 en aan het einde in oktober 2016. Gebaseerd
op deze voorbeelden uit de literatuur en op de overweging dat het resultaat voor een groot publiek
inzichtelijk moet zijn, is gekozen voor het gebruik van algemeen bekende kentallen om de
duurzaamheidseigenschappen van de woning in transitie zichtbaar te maken.
Deze t ee ti e se tio s zij echter niet bruikbaar om het te onderzoeken fenomeen - de
ervaringen van de pionier in duurzaamheidsland - zichtbaar te maken.
15
Dat komt doordat de ti e oss se tio s niet samenvallen met de kritische momenten in het relaas
na elke door de auteur doorgemaakte episode. Een gedetailleerde beschrijving in de vorm van de
tekst van het relaas en een systematische analyse daarvan zijn daar voor nodig.
Waar het transitieproject met kentallen in de twee ti e oss se tio s , begin en eind, wordt
beschouwd, is het fenomeen van de ervaring van de pionier met behulp van een aa tal the a s e –
na analyse – een indeling in episodes en kritische momenten, inzichtelijk te maken.
Gegevens verzameling
-Literatuur – lite atuu i l. g ijze lite atuu , do u e te , pe s e i hte e i te et o e
-Directe observatie – waarneminge doo de auteu e foto s
-Metingen – Verbruiksmetingen, aflezen meterstanden
-Rekenmodel – Berekening van warmteweerstanden door de schil van de woning per ruimte,
berekening van kentallen voor en na de transitie (time cross sections)
-Kostenoverzicht – Registratie van alle transitiekosten
-Relaas – au gezette ee slag a e a i ge
et ee he k op de the a s tijde s de t a sitie
periode van 4 jaar ten behoeve van de analyse aan episodes en kritische momenten.
Data analyse
De veelsoortige verzameling gegevens is in Excel rekenbladen ondergebracht. Dat zorgt er voor dat
tijde s de uit oe i g a de ase stud oo tdu e d zi ht lijft op het e s hil tusse de e eikte
tussenstand en de beoogde doelen.
De literatuurgegevens zijn traceerbaar gehouden door middel van een volledige literatuurlijst.
Waa e i ge e foto s zij i het elaas opge o e e dat is ook et de e uiks eti ge
tijdens het transitieproject gebeurd. Het effect van de genomen maatregelen komt daaruit duidelijk
naar voren.
De inventarisatie van verbruikscijfers per apparaat in huis 1938 leverde een top 10 voor gas- en
water verbruik op en een top 20 voor elektrische grootverbruikers. (Bijlage 1) Dat vormde de start
voor een werkplan. De berekening van kentallen met het thermisch rekenmodel is erg belangrijk
voor de resultaten. Het rekenmodel is daarom in bijlage 2 integraal opgenomen en in het relaas
uitgebreid toegelicht. De kostenverantwoording en een eenvoudige terugverdientijd berekening
completeren het geheel. De terugverdientijd van de genomen maatregelen is een indicator voor de
mogelijkheid om ze lange tijd in stand te kunnen houden.
Kwaliteitscriteria
Overwegingen over de kwaliteit van een case study gaan in het algemeen over validiteit en
betrouwbaarheid. (Devers, 1999) De methodiek heeft echter ook specifieke zwakke punten die
aandacht nodig hebben zoals: gevoeligheid voor ethische problemen, tegenstrijdige belangen van
onderzoekers en een gevoeligheid voor vooroordelen en sturende invloed tijdens het onderzoek.
Deze gevaren zijn in deze case study tegengegaan door zorgvuldige vaststelling van de onderzoek
methode, het case study type en de instrumenten, door gebruik van beproefde en erkende
technieken en door een nauwgezette beschrijving en analyse van het relaas.
Verder is de vraag hoe de kwaliteit van het relaas zelf geborgd is. Een verhaal dat voor onderzoek
wordt gebruikt moet immers het ge oel op ekke dat de es h e e e a i ge le e se ht,
geloof aa dig e
ogelijk is . (Ellis et al, 2011)
16
De auteur heeft het onderzoek eigenhandig over de hele periode uitgevoerd. Dit borgt de interne
consistentie van de studie. In de analyse is bovendien expliciet aandacht besteed aan veranderingen
die zich bij de auteur zelf hebben voorgedaan.
Huis 1938
Praktijkervaringen bij de transitie van een typische jaren dertig woning is bij de beantwoording van
de achterliggende vraag nuttig als voorbeeld. Deze case study richt zich dan ook op de energie
neutrale renovatie van een twee-onder-een-kap huis, ook wel aangeduid als kop o i g of
hoek o i g , gebouwd in 1938 op 363 m2 grond en met een inhoud van 325 m3, gelegen in het
midden van het land.
Met ee g ootte tusse die a lu e illa s e ijtjeshuize uit de ja e de tig i is het daa ee ee
middenmoter met bovendien een groot besparingspotentieel. (RIGO,2009) Dat aakt huis
geschikt om als onderwerp in deze case study te fungeren, veel jaren dertig woningen – en andere
woningen – zullen wat duurzaamheid betreft immers goed vergelijkbaar zijn.
_____________________________________________________________________________
Huis 1938 en de karakteristieke details van een jaren 30 woning naar Kingma (2012)
_____________________________________________________________________________
BUITEN
1
V
Baksteen met horizontale geleding en detaillering in metsel- en voegwerk
V
Kubistische vlakverdeling
2
V
Breed dak overstek met aansluitende vensterstrook
3
V
Vensters met roedeverdeling of glas in lood (hersteld in 2009 en 2013)
4
X
Bijzondere raamvormen (niet aanwezig)
5
V
Steile pan gedekte zadeldaken met hoge schoorstenen
6
7
(v)
Asymmetrie van twee-onder- een-kap woningen (beperkt)
V
Ambachtelijke details in houtwerk, zoals een voordeur
8
V
Ruime voor- en achtertuin met vijver, bloembedden, hagen, tuinmuurtjes
9
V
Hagen als erf afscheiding
10
OVERGANG BUITEN-BINNEN
11
V
Erker in voorkamer met bloembakken buiten
V
Serre of tuinkamer met openslaande deuren (hersteld in 2010)
12
13
V
Voordeur: stoep, bloembakken en luifel (een luifel ontbreekt)
V
Bordes of terras met bloembakken, trap naar de tuin, tuinmuren
14
(v)
Balkon als extra buitenruimte (beperkt door lichtkoepels sinds 2009)
15
BINNEN
16
X
Kamer-en-suite indeling (is verwijderd in 1984, herstel is niet gepland)
V
Glas in lood ramen (hersteld in 2009)
17
V
Gedetailleerde afwerking van paneeldeuren en deurlijsten
18
19
(v)
Detaillering in plafondafwerking met rozetten en lijsten (alleen lamp kasten)
V
Gesneden trap paal en -leuningen (hersteld in 2014)
20
V
Keukenschouw
21
(v)
Diepe, grote kelder (er is een kleine kelderkast)
22
_____________________________________________________________________________
17
De woning werd in 1938 buitenaf gebouwd, met een ligging aan de flanken van de Utrechtse
heuvelrug en van een ruime tuin en groen voorzien. Deze hie e de ko t eg huis
ge oe de
woning paste zo dus in het architectonisch ideaal van toen. Van de 22 karakteristieke details die een
jaren dertig huis binnen en buiten kan hebben (Kingma, 2012) heeft huis 1938 er in oktober 2012 nog
14. Nog eens 4 zijn ten dele aanwezig. Nog 2 zijn tijdens het project hersteld. Tenslotte zijn er 2
kenmerken niet of niet meer.
Het huis heeft sinds de bouw een groot aantal veranderingen ondergaan. De openslaande
tuindeuren op de bouwtekening van 1938 zijn al vroeg door een groot raam vervangen. In de jaren
zestig zijn er een CV ketel en een reeks radiatoren in aangebracht. De glas in lood bovenlichten zijn
rond die tijd vervallen ten gunste van grote ramen. Het kolenhok achter aan de schuur is afgebroken.
De voor- en achterkamers en-suite zijn in 1984 samengetrokken. De schuifdeuren en de schouw met
schoorsteen in de achter kamer zijn rond diezelfde tijd verwijderd.
In de woonkamer is rond 1995 een gipsblokken voorzetwand tegen de tussenmuur met het buurhuis
gezet ter vermindering van de gehorigheid. De achterzijde van het huis is vanaf 1990 in drie fasen
uitgebreid: eerst vanuit de bijkeuken naar het schuurtje achter het huis waarin een Nefit HR-CV ketel
De oorspronkelijke kamer en-suite met
schouw in de woonkamer
De oorspronkelijke trapleuning met granito vloer
in de hal bij de voordeur
staat opgesteld, dan rond 2000 naar een uitbouw verder in de tuin vanuit het schuurtje en tenslotte
in 2007 werd een kleine uitbouw van woonkamer en keuken aan de achtergevel toegevoegd. De
18
oorspronkelijke openslaande tuindeuren zijn daarbij in ere hersteld. Het volume is vanaf dat moment
415 m3. In 2009 zijn nieuwe glas in lood bovenlichten geplaatst.
In de tuin zijn in de loop van de tijd een bordes met een Venetiaanse balustrade, een tuinhuisje in
Limburgse vakwerkstijl, een werkplaats met potdeksel betimmering, een veranda op het zuiden en
een kleine plantenkas met een glazen puntdak verrezen, allemaal onverwarmd.
Aan enkele kenmerken die in oktober 2012 niet meer aanwezig zijn is herstelwerk voorzien. Dit geldt
voor de gesneden trap paal en leuning waarvan de juiste maten en de hang en sluitwerk details nog
bekend zijn. Ook voor de rond 1995 verwijderde roedeverdeling in het raam in de hal is herstel goed
mogelijk. Herstel van de en-suite deuren in de woonkamer zal worden onderzocht.
De bijzondere raamvormen en een diepe grote kelder zijn al vanaf voor de bouw niet in het ontwerp
opgenomen geweest. Het alsnog aanbrengen hiervan is niet voorzien.
Er is wel een gemetselde bloembak bij de voordeur maar een luifel was niet in het oorspronkelijke
ontwerp uit 1938 opgenomen. Het aanbrengen van een luifel aan de voorgevel vereist geen
omgevingsvergunning volgens een online check bij de gemeente op 11 augustus 2013. Een luifel zou
bovendien een praktische nuttige toevoeging aan huis 1938 zijn. Voor een luifel werd in de jaren 30
veelal aansluiting gezocht bij de erker. Ook werd de voordeur wel in een nis in de gevel geplaatst.
Een mooi, praktisch en esthetisch passend luifel ontwerp bij huis 1938 is echter niet voorhanden.
Er zijn verder in de loop van de tijd enkele typerende details uit de woning verwijderd die niet als
stijlkenmerk door Kingma (2012) zijn genoemd. Voorbeelden daarvan zijn: de schouw van marmer en
hardsteen platen in de achterkamer, de granito aanrecht met loden afvoerpijp en een beglaasd
aanrechtkastje op poten in de keuken, de zinken
hemelwater afvoeren en de ingebouwde kasten op de
slaapkamers aan de voor en achterzijde. Ook enkele 4
pans gietijzeren dakraampjes zijn in de loop van de
tijd verwijderd wegens tocht en lekkage. Deze zijn
door betere, mooiere en meer praktische
oplossingen vervangen en zullen niet meer naar de
oorspronkelijke vorm worden teruggebracht.
Er zijn verschillende vormen van isolatie aangebracht
in de loop van de tijd: dubbel glas in bijna alle ramen
en 5 cm polystyreen schuim isolatie onder het dak,
onder een deel van de vloer op de begane grond en
aan de half steens muren in de uitbouw. Huis 1938
benadert, voor wat het buitenoppervlak en de
warmtehuishouding betreft, de situatie van een
vrijstaand huis. Eind 2009 is het energielabel van huis
1938 officieel vastgesteld: nog net binnen niveau C,
tegen de grens met D. De energie index bedraagt
1,48. (Zoekuwenergielabel.nl)
Huis 1938 bij aankoop in 1984
19
IV Ontwerp
Algemene eisen
Het revolutie denken van Rifkin, de te h ieke toegepast i het passi e house e het e e gie
eut ale huis uit het transition denken staan model voor de doelstelling bij de decentrale systeem
aanpak van huis
in deze case studie. Niet al de technieken die in het kader van deze
benaderingen zijn ontwikkeld of bedacht zijn direct toe te passen. Toch kan men een jaren dertig
woning met de nu beschikbare technieken veel zuiniger met energie maken, die energie ook ter
plaatse opwekken en via een netwerk die energie delen. Technieken voor waterstof opslag en voor
brandstofcellen met waterstof voor de toepassing in huizen e auto s zijn nog niet uitontwikkeld en
nog niet goed op de markt verkrijgbaar. Waterstof tanken langs de weg is nog niet mogelijk. (Tweede
Kamer, 2010) Thuis opslaan a e e gie i ij oo eeld a u s i de tusse tijd is technisch wel
mogelijk maar (nog) niet noodzakelijk. De thuis opgewekte overtollige energie kan nu nog worden
afgegeven aan het 220 Volt net. Het volgens ‘ifki s visie delen van energie via verbeteringen aan
het huidige 220 Volt net als veelzijdig en flexibel s a t g id ligt het meest voor de hand.
(Hatziargyriou et al, 2007) Het huis loskoppelen van het 220 Volt net zou toch wenselijk kunnen zijn
bij storing of bij veranderingen in de nuts-infrastructuur of in de regelgeving. Een eigen energie
opslag met dat doel inzetten zou dus wel in de toekomst handig zijn, net als aankoppelen van een
bio-diesel noodaggregaat. Een laad/afgifte punt voor een elektrische auto moet dan ook kunnen
worden ingepast. Het gebruiken van een elektrische auto is in deze case studie niet meegenomen.
Voor de dimensionering van het huis 1938 systeem is uitgegaan van de gegevens van de
nutsbedrijven over het gas, water en elektriciteit jaarverbruik per 1 oktober 2012.
De aanpak volgt in grote lijnen die van de trias energetica : 1-beperk de energievraag, 2-kies
duurzame energie en 3-pas dan nog noodzakelijke fossiele brandstoffen zo schoon mogelijk toe.
(Lysen, 1996) Bij stap 2 is bovendien voor opwekking ter plekke gekozen. (Witkamp et al, 2011)
De onderdelen van het systeem moeten eenvoudig uit in de handel verkrijgbare materialen
te maken zijn of als component verkrijgbaar zijn. De apparatuur moet eenvoudig te bedienen zijn en
gezond en veilig in het gebruik. Onderhoud aan delen er van moet mogelijk zijn terwijl de rest blijft
werken. Het geheel moet tenslotte aan de regelgeving voldoen. Dat betekent dat ook goedkopere
zonnepaneel stroom van een boer een paar kilometer verderop via het 220Volt net betrekken niet is
overwogen. Het elektriciteitsnet mag hier immers niet voor worden gebruikt. (BoerzoektBuur.nl)
Ook is uitgegaan van behoud van comfort. De doelstelli g o fo ta el is passief opge at:
bij de realisatie van het gestelde doel mag het wooncomfort niet nadelig worden beïnvloed. Als
bijvoorbeeld door betere isolatie de luchtsnelheden in huis afnemen en er minder koude lucht over
de vloer stroomt wordt het comfort zelfs beter. Als er andere handelingen nodig zijn, bijvoorbeeld
een grijs waterkraan gebruiken, is dat neutraal voor het wooncomfort verondersteld. Als er een week
op nieuw schoon water moet worden gewacht om te kunnen wassen of douchen zou dat een
onwenselijke vermindering van comfort zijn. Wubbo Ockels zag duurzaamheid en comfort ook als
samen te realiseren aspecten bij de ontwikkeling van zijn schip de Ecolution. (Wadduurzaam.nl)
Het doel van dit project is de transformatie van huis 1938 tot een duurzame, energie
neutrale en comfortabele woning. Daarin tastbaar en decentraal energie op wekken en die te delen
ia ee s a t g id maakt het huis toekomst bestendig. Het geda hte goed o d stadsla d ou ,
waarbij in en om het huis ook groente, fruit en (pluim)vee een plaats krijgen en de auto op
biobrandstof uit algenkweek op het dak rijdt, lijkt ten tijde van de start van de transitie in huis 1938
20
nog grotendeels onbereikbaar. (Wiskerke, 2014) Op het vlak van eetgewoonten, afvalscheiding,
regenwateropvang en de “eetbare tuin” zijn echter wel concrete stappen vooruit te maken.
Het begin van het werk is een beeld krijgen wat er allemaal in en uit het huis 1938 huishouden
stroomt. Dat blijkt heel wat te zijn als het uiteindelijk in beeld is gebracht. (zie figuur hieronder)
IN
GEBRUIK
[BRONNEN]
UIT
[AFVAL]
Luchttemperatuur
Ventilatie
Gas
Verwarming
Warm water
Koken
Douchen
WC
Wassen
Apparaten
Verlichting
TV, radio
Telefoon, ICT
Lezen
Kleding
Onderhoud
Huisraad
Water
Elektra 220V
Kabel TV
Telefoon / ISDN
Drukwerk
Non-food
HUIS
Warmteverlies
Riool afvoer
Batterijen recycling
Blauwe papier kliko
Kleding recycling
Grof vuil
Chemisch afval
Grijze kliko
Tweedehands winkel
Zakken voor plastic afval
Food
Eten
Plantengroei
Regenwater
Bodemtemperatuur
Zon
Wind
Groente en fruit
Snoei afval
Bruine kliko
Vervoer
Rookgassen, CO2
TUIN
AUTO
Benzine
Oktober 2012 - Overzicht van de stromen IN en UIT het huishouden in Huis 1938.
Binnen al deze stromen is het nu zaak om vast te stellen waar de meeste gas, elektriciteit en water
aan op gaat. Omdat het verbruik vaak een zeer grillig patroon kent is het verzamelen van gegevens
21
over een langere periode nodig om inzicht te verkrijgen. Omdat ook seizoenen een sterke invloed
hebben op verbruikscijfers is het jaarverbruik een handige maatstaf.
Jaarverbruik
Het inventariseren van alle soorten verbruik in een huishouden is geen kleine opgave. Zoals in een
ge iddeld huishoude i Nede la d ge uikelijk is alt e s o ge s ee k a t, post en reclame
drukwerk op de mat en worden er boodschappen voor het eten en af en toe voor kleding, schoeisel
en de inrichting gedaan. Die zijn minder belangrijk voor het energiegebruik. Wel komen deze spullen
na gebruik terecht in het afval en in de lozing op het riool en hebben daarmee een effect op het
milieu. Het afval gesorteerd aan de gemeente afleveren is al ver doorgevoerd in de gemeente waar
huis 1938 staat. Bio-, papier-, rest-, plastic-, batterij-, grof-, kleding-, glas- en chemisch afval zijn van
bijpassende containers, bakken, zakken, brengpunten en ophaaldiensten voorzien. Hergebruik in het
doe-het-zelven is er al 30 jaar traditie. In het hier onderzochte huishouden zijn de afvalstromen,
behalve afvalwater naar het riool, verder niet in detail beschouwd. Anderen zijn daarin al zeer ver
gevorderd en weten de afvalstroom uit hun huishouden tot vrijwel nul te reduceren. Vooral
o e pakt oedsel kope e het oek a Bea Joh so getiteld )e o aste ho e olge leidt hier
tot succes. (Trouw, 30 april 2014) (Johnson, 2013) Niet dat dat dus geen geschikt onderwerp zou zijn
maar het gaat in deze case study om niet minder dan het reduceren van het elektriciteit, gas en
water verbruik tot nul.
Elektriciteit is de meest divers toegepaste energiebron in huishoudens. In huis
zijn
ruim 100 elektrische apparaten voor allerlei toepassing geïdentificeerd. Met 2551 kWh per jaar totaal
is het jaarverbruik lager dan gemiddeld (3300 kWh) voor een Nederlands huishouden en ligt tussen
dat van een 1 persoons- (2120 kWh) en dat van een 2 persoons- (3400 kWh) huishouden in.
Het verbruik van aardgas voor verwarming, warm water en koken bedraagt 2536 m3 per jaar.
Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde (1800 m3) voor een huishouden, hoger dan dat van een
twee onder een kap (1750 m3) en het is zelfs meer dan dat van een vrijstaand huis (2350 m3).
Het waterverbruik bedraagt 97.3 m3 per jaar. Toilet, douche en keuken zijn de belangrijkste
oorzaken voor deze hoeveelheid. Een klein deel van het kostbare drinkwater wordt zelfs buiten in de
tuin verbruikt. Het waterverbruik is laag ten opzichte van het gemiddelde per Nederlands
huishouden (182 m3) maar niet erg afwijkend van het gemiddelde verbruik per tweepersoons
huishouden (91 m3). (energiewereld.nl) (energiedirect.nl) (gemiddeldgezien.nl) (milieucentraal.nl)
(gaslicht.com) (nibud.nl) De jaarverbruikscijfers in huis 1938 zijn opgenomen in bijlage 1.
Rekenmodel
Het elektriciteit-, gas- en waterverbruik is eerst per apparaat nauwkeurig bepaald. Hiervoor zijn
stroomverbruik metingen gedaan met behulp van een Wattmeter Alecto EM-16 (Alecto.nl) , water
volumemetingen met een 1 liter maatbeker , verder waren een stopwatch, aflezingen van gasmeteren watermeter standen nodig. Ook zijn diverse tijd/verbruik metingen gedaan om apparaten met een
duty cycle of onregelmatig, laagfrequent en kortstondig gebruik, nader te onderzoeken. Van belang is
bijvoorbeeld hoe lang de lampen branden en dat verschilt sterk per plaats en door het jaar heen. De
verzamelde gegevens zijn bijeengebracht in aparte Excel rekenbladen voor gas, water en elektriciteit.
Het uiteindelijke verbruikstotaal in de inventarisatie komt binnen 5% nauwkeurig overeen met de
werkelijke jaarverbruik cijfers per 1 oktober 2012, aan het begin van deze case study .
22
Verbruiksgegevens
Inventarisatie in het model
Verschil
Elektriciteit [kWh]
2551
2660
+4.2%
Gas [m3]
2536
2591
+2.1%
Water [m3]
97,25
96,63
-0.6%
Dit model is voldoende nauwkeurig om er voorspellingen van de effecten van verandering in het
gebruik mee te kunnen doen. Er is vervolgens een rangschikking van alle apparatuur op
respectievelijk afnemend elektriciteit-, gas- en waterverbruik gemaakt. Dit leidde tot de volgende
observaties.
Elektriciteit
Uit de rangorde in het elektriciteitsverbruik komen enkele opvallende zaken naar voren. De pomp
van de hoog rendement (HR) centrale verwarming (CV) ketel blijkt de op 1 na grootste verbruiker van
elektriciteit te zijn. Koelkast, koffiezet apparaat, fornuis, flat screen LED TV, stofzuiger, strijkijzer en
wasmachine eindigen ook in de top 10 op de verbruikslijst. Opladers voor de elektrische fietsen staan
hier ook bij. De droogtrommel en de magnetron volgen op 11 en 12. Een aantal plafonnieres en
spotjes op schilderijen staat er in verspreid op plaatsen tussen 10 en 20. Onverwacht staat de
elektrische deurbel er in op de 19e plaats. De meest gebruikte computers staan op plaats 20 en 21.
Water
Het waterverbruik wordt grotendeels bepaald door het aandeel van 46% voor douchen en 38% voor
het doorspoelen van de wc s. Er na volgen -op afstand- de aanrechtkraan en de wasmachine met elk
circa 6%.
Gas
Bij het gasverbruik is het de HR CV combi ketel die voor verwarming en warm tapwater maar liefst
92% van het gas verbruik voor zijn rekening neemt. De overige 8% neemt het gasfornuis voor het
koken af. Voor warm tapwater in douche en keuken is berekend dat daarvoor binnen de 92% circa
21% van het gas nodig is. Dit laat 71% voor verwarming over zonder duidelijk zicht op de details van
dit verbruik. Voor het begrijpen waar dit overgrote merendeel van het gasverbruik heen gaat was
nader onderzoek van de warmtehuishouding nodig. Een gemiddeld huis verliest tussen 10% en 20%
van de opgewekte warmte via ventilatie. De overige 80% tot 90% van de opgewekte warmte gaat op
aan verliezen naar de omgeving via rookgasafvoer, vloer, muren, dak en vensters.
(reynaertenergieadvies.com) (ab-iso.be) (isolatiecompany.nl) ( isolatiewerkenafp.be)
(mbmgevelwerken.be) (climaxi.be) Huis 1938 heeft nogal wat kieren die, als het waait, voor flink wat
tocht zorgen. In alle kozijnen zitten ventilatie openingen met insectengaas achter een bijna altijd
openstaand regelschuifje. Verschillende ramen staan altijd een beetje open op een haakje. De vloer
met kruipruimte en het dak zijn van een 5 cm polystyreen schuim isolatielaag voorzien. To h is het s
winters niet echt comfortabel in de woonkamer, koude voeten en een tochtig gevoel gaan niet weg
als de verwarming hoger staat. Meer en betere isolatie lijkt belangrijk en meer inzicht in
warmteverliezen lijkt dat ook.
Warmteverliezen
Een verfijning aan het rekenmodel was nodig om de verdeling van de verlieswarmtestromen door de
buitenoppervlakken van huis
nader te bepalen. Er zijn hiervoor rekenmodellen verkrijgbaar op
23
internet, met name het Passief Huis Projecterings Pakket PHPP 2012 (200 euro) (passiv.de) en PHVP
2002 (gratis) (ikgapassiefbouwen.be). Ook enkele isolatiemateriaal leveranciers en adviesbureaus
hebben een rekenmodel online dat hiervoor toepasbaar is. (Kingspaninsulation.nl) (isover.nl)
(ekbouwadvies.nl) (wienerberger.be) De opzet van deze rekenmodellen volgt de rekenvoorschriften
uit een norm (NEN 1068) maar leveranciers gebruiken niet altijd precies dezelfde materiaal
eigenschappen in hun commerciële informatie. In deze studie is daarom bij de voorbereiding voor
een eigen rekenmodel op basis van de werkelijke indeling, afmetingen, constructies en een set
consistente materiaaleigenschappen en K-waarden in huis 1938 gekozen.
Polystyreenschuim (EPS) is in de jaren tachtig op zolder, in diverse voorzetwanden en onder
de vloer in de kruipruimte toegepast omdat het een volledig te recyclen stof is. (Synbra.com) De toen
gekozen 5 cm dikte blijkt onvoldoende. Hoe dik is wel voldoende? En hoe belangrijk is de keuze van
het daarbij gebruikte soort materiaal? Wat te doen met de grote woning scheidende wand naar de
buren?
De laatste vraag blijkt het snelst te beantwoorden. In het door de branche opgestelde
Handboek Gevelisolatie (Lgsi.nl, 2013) is daarover advies te vinden. De wand naar de buren is
thermisch te verwaarlozen. De buren stoken hun huis op ongeveer dezelfde manier en door de
scheidingsmuur stroomt dus geen warmte omdat aan de andere kant dezelfde temperatuur heerst.
Verder is er in dit LGSI handboek een tabel met warmtegeleidings oëffi ië te λ oo eel ge uikte
bouwmaterialen opgenomen. Isolatie is meestal opgesloten tussen andere materialen en dus spelen
ook contactovergangen, vochtgehalte en ingesloten luchtlagen in principe een rol. Hier is hun
bijdrage verwaarloosd, behalve bij meerlaags glas en bij vocht in het buitenblad en de spouw.
Warmte stroomt van een warme plaats naar een koude plaats. Een stroom ondervindt weerstand in
materialen die goed isoleren. Er is aan warmtestroming te rekenen met een rekenmodel dat uit
formules bestaat.
De ‘- aa de is de weerstand die een warmtestroom Q ondervindt, als die door een
st oo uis i materiaal met een doorsnede van 1 m2 stroomt. R wordt uitgedrukt in
meter2.Kelvin/Watt. In praktijk is er doorgaans een meerlaagse constructie waar de warmte
doorheen stroomt, de afzonderlijke R-waarden telt men dan op.
Een laag met dikte d van materiaal met warmtegeleidingscoëfficiënt λ d aagt ij aa de totale ‘waarde van een wandconstructie met een waarde: R(laag)=d/ λ. Ve de o dt dan de totale Rwaarde voor de constructie bepaald met Rc = R(laag1) + R(laag2) + R(laag3) . . .
De onnauwkeurigheden in de uitvoering worden in de norm et ee fa to α es h e e , i de
meeste gevallen leidt dat tot een 5% hogere Rc waarde. (NEN 1068)
Waar een R waarde handig is voor rekenen aan constructies die uit meer lagen bestaan is de
U waarde handig bij het rekenen aan combinaties van constructies om een ruimte of om het hele
huis hee , de s hil aa doo het a te e lies plaats i dt. De U-waarde voor een vierkante meter
constructie type x is te berekenen uit Ux=1/Rx.
De warmtegeleiding Ctotaal uitgedrukt in Watt/Kelvin, vanuit het huis naar buiten voor alle
verschillende constructies en hun oppervlakken A1, A2 ,..., An samen is dan te berekenen uit:
Ctotaal = U1.A1 + U2.A2 + . . . + Un.An
In praktijk willen verwarmingsbedrijven graag weten hoe het per kamer zit. Dat maakt een
inventarisatie van het aantal warmte afgifte punten en hun benodigde capaciteit mogelijk. Waarden
voor Ckamer,n kunnen op de zelfde manier worden bepaald.
Het te pe atuu e s hil tusse i e e uite is gelijk aa ΔT = Tbinnen-Tbuiten) . Vaak
neemt men hiervoor -om een jaargemiddelde te bepalen- een temperatuur van 20 graden Celsius
24
binnen en 8 graden Celsius buiten, ΔT is da
g ade . Als men de maximale benodigde capaciteit
van een verwarming wil bepalen is een extreme buiten temperatuur van -24 graden Celsius
belangrijk, dat is af en toe in Nederland het koudste moment in het jaar.
Ook kan met deze formules bijvoorbeeld de invloed van het een graadje lager zetten van de
thermostaat worden berekend. Het rekenmodel is opgenomen in bijlage 2.
Kentallen
Ka huis
de e gelijki g et ee o zoals ee duu zaa e e e giezui ig ea thship , ee
passi e house of ee olge s de huidige ou oo s h ifte ge aakt e e gie- eut aal
nieuwbouwhuis doorstaan? Een maatstaf voor de prestaties van het huis zelf moet met
verschillende factoren rekening houden. Algemene kenwaarden zoals ecologische voetafdruk en
nutskosten bevatten elementen die door gedrag van de bewoners worden bepaald. In de eerste
plaats moeten de eigenschappen van de woning dus van het gedrag van de bewoners worden
gescheiden. Daaruit ontstaan kentallen die de technische prestaties van de woning aangeven. Om
energieverbruik voor warm tapwater te kunnen onderscheiden van verwarming is een nauwkeurige
bepaling van warmteverliezen is nodig. Alleen meterstanden aflezen volstaat niet.
De voor de hand liggende methoden hiervoor zijn: berekening via het thermisch rekenmodel, een
gemiddelde e e gie ala s o e het stookseizoe e de a teha dteke i g die a ege
nauwkeurigheid pas na meerdere seizoenen te bepalen is. Een vergelijkend onderzoek bij dertien
woningen laat zien dat deze drie methoden voor continu bewoonde huizen goed vergelijkbare
resultaten opleveren. (Koene, 2012)
De a teha dteke i g es h ijft de elatie tusse uite te pe atuu e e odigde
stookwarmte. Bij lagere buitentemperatuur neemt de stookwarmte toe. Over een aantal jaren meet
men deze waarden in een woning door bijvoorbeeld weekgemiddelden van warmtevraag en
uite te pe atuu te epale . I ee ste e ade i g is de steilheid a de est fit e hte lij ,
getrokken door de gevonden puntenwolk, een maat voor de warmteweerstand van de woning
tussen binnen en buiten. Er is behalve een zeer lange meet tijd ook een aanzienlijke spreiding in de
puntenwolk die nauwkeurig en snel meten van het effect van een verbetering aan een woning
verhindert. Tenslotte is meten in een verbetertraject van enkele jaren via deze methode ook schieten
op een bewegend doel, immers de warmteweerstand wordt steeds groter door extra
isolatie aat egele . Deze ethode is te e gelijke
et de stooklij die i ee
et de
buitentemperatuur aangestuurde CV installatie gebruikt. Deze lijn komt wel sneller tot stand: binnen
enkele maanden van het stookseizoen is de steilheid van de lijn over een groot deel van het
buitentemperatuur bereik bepaald.
De methode via de energiebalans over een stookseizoen is ingewikkeld. Ventilatie, wind en regen,
invallend zonlicht, gedissipeerd elektrisch vermogen, aanwezige personen die warmte afgeven, het
zijn allemaal verstorende factoren die het zicht op de eigenschappen van de woning zelf
belemmeren.
Verreweg de eenvoudigste methode is het thermisch rekenmodel waarin constructiedetails,
oppervlakken en U-waarden voor de woning zijn opgenomen.
Dit alles leidt tot acht bruikbare kentallen:
Het warmteverlies voor een heel huis is met het rekenmodel te berekenen met : Qverlies= ΔTgem. Ctotaal
25
Bij een binnentemperatuur van 20 graden en een buitentemperatuur van 8 graden gemiddeld over
het jaar levert deze formule een waarde voor Qverlies =8.3 kW bij het begin van het project op. Dit is
een belangrijk eerste gegeven over de energieprestatie van huis 1938.
Een huis krijgt na het aanbrengen van meer thermische isolatie een betere e e gieprestatie . Het
heeft dan minder energie nodig om op dezelfde binnentemperatuur gehouden te worden. Bij een
gelijkblijvende isolatie kan ook zuiniger apparatuur om dezelfde hoeveelheid warmte op te wekken
ingezet worden. Ook dan verbetert de energieprestatie. Dit dualistische karakter benadrukt het
belang van de trias energetica. Een zuinige warmtepomp plaatsen in een slecht geïsoleerd huis geeft
te denken omdat er immers warmte weglekt die nooit opgewekt had hoeven worden als het huis wel
goed geïsoleerd zou zijn. (Opvallend hier is de afstand die Urgenda in 2015 neemt van de trias
energetica in de overtuiging dat snel verminderen van het fossiele energie gebruik voorrang moet
hebben . (Urgenda, 2015))
Een tweede kental is de globale K-waarde uitgedrukt in W/m2K. In normen stelt men aan de globale
K-waarde een eis met behulp van het maximaal toelaatbare K-peil. Zo bouwt men bijvoorbeeld
nieuwbouw huizen met als norm een K-peil K45. Hiermee wordt bij een gemiddeld huis bedoeld een
globale K-waarde van 0.45 W/m2K. Een passief huis heeft een K-peil tussen K10 en K20. Deze
indicator geeft aan hoeveel warmte er nodig is per m2 verliesoppervlak om het huis op temperatuur
te houden en is niet afhankelijk van installatie of de manier van gebruiken door de bewoners. De Kwaarde is de gemiddeld in de woning bereikte U waarde voor alle constructies en oppervlakken
samen. Deze ook van het binnen-buiten temperatuurverschil onafhankelijke isolatie waarde is te
berekenen met:
Globale K-waarde = Ctotaal / Averlies
Hierin is voor huis 1938 bij het begin van het project:
Ctotaal De totale warmtegeleiding door de buitenschil in W/K (693. W/K)
Averlies Het buitenoppervlak van de woning waardoorheen de warmteverliezen gaan (313. m2)
In het begin van het project was de globale K-waarde 2.21 W/m2K , vastgesteld met getallen uit het
rekenmodel.
Een hiervan afgeleid derde kental, het K-peil, neemt de grootte van de woning mee. Het K-peil is
voor verschillende groottes van woningen vervolgens te berekenen uit:
K-peil = F * Globale K-waarde
Hierin is F een correctiefactor voor de grootte van de woning. Voor de verhouding Volume/ Averlies <1
neemt men F=100. Tussen 1 en 4 neemt men F variabel van 100 afnemend naar 50, en boven 4 blijft
F=50. Een handige K-peil rekenhulp is van het internet te downloaden. (Baksteen.be) Voor huis 1938
is met een Volume van 415 m3 en een verliesoppervlak van 313. m2 de verhouding Volume/ Averlies =
1.32 en dus wordt F= 95. Het K-peil aan het begin van het project wordt daarmee vastgesteld op
afgerond K210. Een check met de gedownloade rekenhulp en de rekenmodel gegevens levert
afgerond K160 als resultaat op.
Voor bestaande huizen is het in Nederland bij wet geregelde energielabel een vierde maat voor de
prestaties. Energiezuinigheid is met de letters A t/m G aangegeven. A is zuinig, G is zeer onzuinig. Er
is veel kritiek op dit label omdat de achterliggende reken methode niet met de Europese regelgeving
klopt en er weinig ambitie tot besparing in zit. Een energieneutraal huis komt ee stuk lage da A
en dus buiten deze schaal terecht. Er is daarom een uitbreiding met A+, A++, enzovoorts, gemaakt.
(energieprestatiecertificaat.nl) (energiesubsidiewijzer.nl) Voor huis 1938 is in 2009 het energielabel
26
door een adviesbureau vastgesteld als: C, tegen de grens met D . Dit label neemt onder de kentallen
een bijzondere plaats in omdat het door een onafhankelijke partij wordt bepaald.
Ter onderbouwing van het energielabel van een huis berekent men vanaf 1998 de energie index (EI)
(kbi.nl), een vijfde kental. Deze gecompliceerde methode die, uitgaand van standaard
bewonersgedrag, houdt met de constructie van het gebouw en de aard van de installatie rekening.
Deze index bevat een opmerkelijke koppeling tussen installatie en warmteverlies en is daarom
onderwerp van kritiek. Er is wel een invloed van de grootte van een woning in verwerkt. Er zijn ook
benaderingsformules in gebruik die installatie verschillen niet meenemen. Een voorbeeld is:
Energie-Index =Qtotaal / (155 x Avloer + 106 x Averlies + 9560) (BouwPlanABC , 2012)
Waarin voor huis 1938 bij het begin van het project:
Qtotaal = totaal energiegebruik van het gebouw (gas en elektra) (96925 MJ)
Het invullen van de formule vereist bepaling van het totale energiegebruik in Mega Joule. In
oktober 2012 bedroeg het gasverbruik 2500 m3 per jaar en het elektra verbruik 2500 kWh
per jaar. Voor omzetten naar MJ is uitgegaan van een conversiefactor voor 1 m3 gas van
35,17 MJ (bovenwaarde) en voor 1 kWh elektriciteit van 3,6 MJ. (Energieconsultant.nl) Er is
aan deze cijfers ook te zien dat besparen van een m3 gas een 10x grotere impact op de EI
Energie Index heeft dan besparen van een kWh.
Invullen van de formule leidt tot Qtotaal =2500*(35,17+3,6)= 96925 MJ.
Avloer Het gebruiksoppervlak in de woning in m2 (177. m2)
Averlies Het buitenoppervlak van de woning waardoorheen de warmteverliezen gaan (313. m2)
Met deze getallen wordt de Energie index van huis 1938 in oktober 2012 volgens de benadering:
EI=2500*(35,17+3,6)/(155*177+106*313+9560)=96925/(26815+33178+9560)=96950/69553=1,38.
Deze waarde klopt ongeveer met het energielabel C dat in 2009 is afgegeven.
Een zesde kental is de energie prestatie coëfficiënt (EPC) voor een nieuwbouwhuis, in gebruik sinds
1995. Deze gecompliceerde berekening volgens norm NEN 7120 levert een dimensieloze waarde op
die met een grenswaarde (vanaf 2011 is deze 0,6 en vanaf 2015 wordt het 0,4) als eis in het
Bouwbesluit wordt vergeleken. Er zit ook hier een cijfermatige waardering voor zowel het gebouw als
de technische installatie in de berekening. Woningen en utiliteitsgebouwen hebben verschillende
schalen. (NEN 7120) (Bouwbesluit) Er is een software programma (EPCheck v3.0) beschikbaar
waarmee deze rekensom te maken is. Met de EPCheck v3.0 en V3.11 software blijkt na downloaden
en installeren niet eenvoudig te werken, belangrijk obstakel is dat er een startbestand en XML
software ontbreekt. Dit is werkterrein voor adviseurs. Een berekening is daarom niet uitgevoerd.
Schaalwaarden van respectievelijk K-peil, Energielabel, Energie index(woningen) en EPC (België)
onderling globaal vergeleken.
zuinig________________________________________________________________onzuinig
K10 K20 K45
A++ A+ A
B
C
D
E
F
G
0.5 0.7 1.05
1.30
1.60
2.00
2.40
2.90
0
100
200
300
400
500
600
700
0.4 0.6 1.0
1.30
1.50
27
K-peil
Energielabel
EI
EPC(België)
EPC
De in België gebruikte EPC waarde, uitgedrukt in kWh/m2, levert getalswaarden die afwijken van die
e hte op kleu la gs de
in Nederland. (bouw-energie.be) Als de EPC Belgie s haal a tot
energielabel code A t/m G en de energie index EI (woningen) rekenwaarden 0.5 t/m 2.90
(energieindex.nl) wordt gelegd is er wel een -grove- relatie met de EPC in Nederland te leggen. Door
vergelijking van de schalen is via het in 2009 vastgestelde energielabel C (bijna D) en de berekende
Energie Index EI= 1.38 de EPC waarde zo op ongeveer 1.45 te schatten.
Een vergelijking met een referentiegebouw, in dit geval een hoekwoning, laat zien dat bij een Rcwaarde van gevels, vloeren en daken van 5.0 m2K/W de EPC waarde ongeveer 0.6 bedraagt,
vergelijkbaar met een energielabel op A+ niveau. (Agentschap NL, 2012)
Voor de hierboven genoemde EPC (België), bruikbaar als zevende kental, is via een eenvoudige online rekenhulp (bouw-energie.be) een waarde berekend van 252. kWh/m2 voor huis 1938 per begin
oktober 2012.
Ook is er een E-peil waarde, een achtste kental. Men hanteert hier als norm E100 waar een woon
gebouw aan voldoet als de berekende E-peil waarde er onder blijft.
De formule is: (Vlaanderen.be)
E-peil = 100 * (Qtotaal) / (115*Averlies + 70*Volume + 105*Vventilatie)
Hierin is:
Vventilatie = bewust ventilatiedebiet, in huis 1938 is alleen natuurlijke ventilatie (0. m3)
Qtotaal = primair energiegebruik in MJ. (96925 MJ)
Averlies = buitenoppervlak van de woning waardoorheen de warmteverliezen gaan (313. m2)
Volume = het es he de olu e i de s hil a de o i g (415 m3)
Invullen van de formule leidt tot: E-peil=100*96925/(115*313+70*415+105*0)=149.
In het bovenstaande zijn acht kentallen voor de energieprestaties van huis 1938 aan het begin van
het project bepaald. In overzicht gebracht zijn dit:
__________________________________________________________________________
Energieprestatie kentallen op 1 oktober 2012
1
Warmteverlies = 8.3 kW gemiddeld over het jaar.(rekenmodel, 20/8 graden bi/bu)
2
Globale K-waarde = 2.21 W/m2K (rekenmodel)
3
K-peil = K210 (formule), K-peil = K160 (on-line rekenhulp)
4
EI = 1.39 (Energie index benaderingsformule)
5
EPC = 1.45 (schatting via kleuren schaal bij EI waarde en energielabel)
6
EPC(België) = 252 kWh/m2 (on-line rekenhulp)
7
E-peil = E149 (Formule uit België)
__________________________________________________________________________
8
E e giela el C, tegen de grens met D . E e gie ad ies uit
28
Materiaalgegevens
De formules in het rekenmodel moeten worden ingevuld met nauwkeurig bekende
ate iaalgege e s. De oo huis
a ela g zij de λ aa de zij ijee ge a ht e i de
onderstaande tabel aangegeven. Hierbij zijn conservatieve waarden gebruikt, als er een grote range
uit de gegevens naar voren komt is voor de meest voorkomende λ aa de gekoze . (Lgsi.nl)
(Kingspaninsulation.nl) (isover.nl) (ekbouwadvies.nl) (Reed, 2004) (Bouwenergie.be) (Hoogeveen
Berg, 2014)
Materiaalkeuze
Bij een huis zijn twee soorten buitenoppervlakken: dichte vlakken (muur, vloer, dak, houtwerk) en
transparante vlakken (beglazing). Deze twee soorten vergen een sterk verschillende aanpak. Voor
ondoorzichtige dichte vlakken is isolatiemateriaal de aangewezen weg. Voor de beglazing is het
toevoegen van extra glaslagen en eventuele bijzondere gas vulling in de tussenruimten de
aangewezen weg. Kozijnen en houtwerk omlijsten de beglazing en zijn een aandachtspunt op zich.
Isolatiemateriaal
Welke soorten isolatiematerialen zijn geschikt voor huis 1938? Ideaal zou vacuüm zijn met veel lagen
met hoog infra- ood efle te e de i e oppe lakke . I de ui te aa t zij
ultila e i sulatio
la kets i ge uik die i a uü
et dit o t e pp i ipe ee isolatie aa de a i a
aal
beter dan kunststofschuim op aarde bereiken. (Lindhout, 1977)
Bijna ideaal zou zijn om stilstaande droge lucht als isolator in te zetten. Lucht zelf heeft een
waarde voor de warmtegeleidingscoëfficiënt van λlucht =0.023 W/mK bij 21 graden Celsius.
(Bouwcentrum-advies.nl) De ijlste schuim om lucht in stilstand te houden is Aerogel dat met
λ= .
W/ K de isolatie eige s happe a lu ht o e t eft. (bluedec.nl) Maar is de beste isolator
ook in praktijk het best toe te passen?
Er is een keuze tussen twee hoofdgroepen: natuurlijke materialen en veel gebruikte bouwmaterialen.
De keuze voor duurzame, uit de natuur beschikbare en lokaal te verkrijgen materiaal leidt tot
stoffe zoals hout ezels .
, las λ =0.038), kurk (ca 0.040), schapenwol (0.035) of hennepvezels
(0.040). (duurzaamthuis.nl) (deskundig-isoleren.be) In de directe omgeving van huis 1938 zijn deze
materialen niet gemakkelijk verkrijgbaar. Houtvezelisolatieplaat is relatief zwaar maar vormvast en
goed verwerkbaar.(homatherm.nl) Vlas, wol en hennep zijn niet vormvast en vereisen een houten
opsluitf a e e k dat de λ aa de e g oot. Vlas heeft le e a ie i Nede la d (Isovlas.nl), wol is
driemaal zo duur als de andere materialen (duurzaamthuis.nl). Kurk is beperkt vormvast en
verkrijgbaar in België (vanavermaet.be). Hennepvezelplaat is niet vormvast maar wel in diverse
diktes tot 20 cm te verkrijgen. Deze groep materialen onderscheidt zich verder van veel gebruikte
synthetische isolatie materialen door een veel geringe hoeveelheid energie nodig voor hun
productie. (groenebouwmaterialen.nl)
In de bouw bestaat het commerciële aanbod voor isolatiediktes rond 10 cm overwegend uit
glas ol λ= .
-0.034 W/mK), steenwol (0.035-0.043), PUR schuim (0.021-0.035) en EPS schuim
(0.034-0.038). (isover.nl) (Kingspaninsulation.nl) (Knaufinsulation.be) (milieuadvieswinkel.be) De
milieu effecten van de specifiek per materiaal toegepaste chemische stoffen zijn hier niet in kaart
gebracht.
Uit de bovenstaande gegevens blijkt dat voor gangbare bouwmaterialen de Kingspan hardschuim
panelen van het type Kooltherm met een λ van 0.021 W/mK de beste prestatie voor
29
Materiaal
λ
d
R waarde
[W/mK]
[m]
[m2K/W]
Cement (binnenmuur)
0,930
0,010
0,011
Cement (buitenmuur, vochtig)
1,160
0,010
0,009
Kalkzandsteen (binnenmuur)
1,200
0,100
0,083
Rode baksteen (binnenmuur)
0,600
0,100
0,167
Rode baksteen (buitenmuur, vochtig)
0,780
0,100
0,128
Beton niet verdicht (vloeren begane grond)
1,400
0,100
0,071
Gipskartonplaat (voorzetwanden)
0,250
0,010
0,040
Gips stucwerk
0,250
0,005
0,020
Wand/vloertegels
1,200
0,005
0,004
Hardhout (deuren, sluitvlakken)
0,170
0,050
0,294
Multiplex
0,130
0,010
0,077
Spaanplaat
0,150
0,020
0,133
Naaldhout (kozijn, dakbeschot, vloerplanken)
0,140
0,022
0,157
EPS Polystyreen schuim (binnen)
0,035
0,050
1,429
PUR schuim (spouwmuren)
0,035
0,060
1,714
Kingspan Kooltherm
0,021
0,150
7,143
Luchtlaag 4 mm
0,090
Luchtlaag 6 -12 mm
0,025
0,150
Luchtlaag 25 -100mm
0,180
Kingspan Kooltherm
0,021
0,100
4,762
Luchtlaag inc, reflectie20-30mm
0,570
Overgang lucht->wand binnen Rsi
0,130
Overgang lucht->wand buiten Rse
0,040
PE folie 0,2 mm dikte
0,001
Pannen, panlatten
0,060
Dakbedekking / grind
0,060
Glas Enkel
0,170
Glas Dubbel
0,667
Glas 4-6-4-6-4mm (3-laags)
1,500
EPS hoge dichtheid 12 cm
0,12
0,035
3,429
Koper
390,000
0,001
0,000
Aluminium
120,000
0,001
0,000
Roestvast staal
20,000
0,001
0,000
Glas
1,500
0,004
0,003
Water
0,600
0,001
0,002
Polycarbonaat (2 laags lichtkoepel)
0,357
Isolatie schuim / vlokken / wol
0,04
0,1
2,500
Zink
116,000
0,001
0,000
Lood
35,000
0,001
0,000
Aerogel deken
0,014
0,050
3,571
30
gelijke dikte leveren. Te opzi hte a EP“ et ee ge iddelde λ van 0.036 W/mK is hiermee 42 %
meer op warmteverlies te besparen voor vergelijkbare dikte.
Met Aerogel, geleverd door Bluedec is een nog grotere besparing van wel 62 % te halen. Ook
heeft Aerogel de milieubezwaren en brandgevaren van PUR en EPS niet. Nadeel is dat Aerogel een 5
of 10 mm dikke flexibele deken is en niet verkrijgbaar is als een vormvast en drukvast plaatmateriaal
met grotere dikte. (bluedec.nl) Een betonvloer over een dikke laag Aerogel gieten blijkt niet
mogelijk. Het is ook niet praktisch om 5 tot 10 dekens over elkaar heen aan te brengen om zo aan de
Passi e house o te ko e .
Voor huis 1938 betekent dit dat de aanvullende isolatie het best met het Kingspan PUR
Kooltherm plaatmateriaal kan plaatsvinden aan wanden en daken en onder de betonvloeren.
Opmerkingen:
1-De afweging tussen het belangrijke λ voordeel en de eventuele nadelen van Kooltherm PUR
materiaal is hier niet gemaakt. Wel past hier de kanttekening dat de aandelen van Kingspan
voor een groot deel in handen zijn van Al Gore (Kingspaninsulation.nl) die zijn laatste boek
O ze Keuze esluit et zij e s ee zo ge i g ogelijke ijd age te le e e aa
broeikasgassen. (Gore,2009)
2-Bij de fabricage van PUR worden een polyol en een isocyanaat samengevoegd en deze
reageren met elkaar. (Technisol.nl) De vele combinatiemogelijkheden leiden tot een grote
verscheidenheid aan massieve, zachte, harde of geschuimde materialen.
(Recticelinsulation.be)
3-Bij de fabricage van EPS wordt een styreenmonomeer in een waterige omgeving
gepolymeriseerd tot polystyreen in aanwezigheid van pentaan. De na droging ontstane
korreltjes worden in een vorm of mal door temperatuurverhoging met stoom geëxpandeerd
door uitzetting van het pentaan. Er zijn brandvertragende EPS typen waarin de additive
hexabroomcyclododecaan is verwerkt. (Kemisol.be) (Synbratechnology.nl) De
eigenschappen van deze additieve stof zijn nadelig voor het milieu en voor de gezondheid
schadelijk. Er zijn vermoedens dat de stof mutageen is maar dit is nog niet formeel
vastgesteld. (IFA, 2013)
4-Of het zin heeft om milieutechnische of K-waarde redenen het EPS te verwijderen ten
gunste van PUR is met Life Cycle Analysis resultaten te beoordelen. Diverse bouwmaterialen
waaronder isolatiematerialen zijn op energiegebruik gedurende de levensduur onderzocht.
Het verschil valt voor energiegebruik en CO2 global warming impact licht in het voordeel van
PUR uit maar EPS gebruikt veel minder water bij fabricage. (Bribian et al, 2011) De voorrang
is daarom aan hergebruik van de in huis 1938 al toegepaste EPS gegeven.
Rest de vraag hoe dik de isolatie moet zijn. De minimum streefwaarde voor elke wand constructie
ontstaat aan de hand van de Passive house norm voor de maximale K-waarde van buitenmuren
van 0.15 W/m2K. (Feist,2012) Voor het isolatiemateriaal PUR Kooltherm dat hierboven als best
geschikt bevonden is, zou een dikte van 15 cm voldoende zijn om de norm te halen. Op een aantal
plaatsen is 10 cm extra isoleren nog net genoeg.
31
Beglazing
De relatief grote bijdrage van de ramen aan het warmteverlies in huis 1938 is de aanleiding om naar
alternatieven voor de beglazing te kijken. Onderscheid tussen verschillende typen en lagen in het glas
zelf en verschillende uitvoeringen van de kozijnrand er omheen is nodig. In huis 1938 zijn overal
houten kozijnen aanwezig. De kozijnbuitenranden zijn circa 20 cm dik en het houten deel direct rond
het glas is 6 cm dik. Berekening laat zien dat het hout op die laatste plaatsen minder goed isoleert (Kwaarde circa 3.W/m2K) dan een eenvoudige 3 laags beglazing (1. à 2. W/m2K) zou doen. Om condens
problemen op het hout te voorkomen en de isolatie verder te verbeteren is het dus zaak met name
de dunste kozijndelen aan de binnenzijde na te isoleren. Met 5 cm van het goed verwerkbare EPS,
bedekt met grenenhout, is zo een grote stap te maken naar een K-waarde van ongeveer 0.6 W/m2K
waarmee het kozijn aan de norm voldoet. (Feist,2012)
Het glas zelf heeft K-waarden die afhankelijk zijn van het aantal glaslagen, de er tussen
opgesloten luchtlaagdikten, eventuele gasvulling en gebruik van reflecterende coatings. Een enkele
glaslaag heeft een K-waarde van 5.7 W/m2K. De beste prestaties voor 2 lagen liggen rond de 1.2
W/m2K, de beste voor 3 lagen is circa 0.5 W/m2K.
Lucht als beperkende factor kan ook geëlimineerd worden. Er zijn vacuüm glaspanelen
waarin geen gasvulling zit maar kleine afstand houdertjes die de twee glasplaten uiteen houden. Het
is ontwikkeld voor renovatie en is slechts 6.2 mm dik, terwijl de K-waarde 1.4 W/m2K bedraagt. De
elke 30 mm aangebrachte puntjes zijn als een raster zichtbaar. Er is een coating binnen in toegepast
om uitwisseling van infrarood warmtestraling te beperken. Bij restauratie van monumenten heeft dit
relatief dure type een geringe dikte en gewicht als voordelen. (evmglass.com)
In huis 1938 is bijna overal dubbel glas geplaatst in de loop der jaren. Er is daar fors in
geïnvesteerd, van de 38 ramen hebben er 35 dubbel glas. De uitzonderingen zijn een zolderraampje,
het wc-raampje en het ruitje in de voordeur. De grootste duurzaamheidswinst -met een bescheiden
bedrag aan geld maar een grote hoeveelheid werk- is te behalen door het plaatsen van extra
voorzetramen die een tweede ingesloten luchtlaag opleveren. Als in de berekeningen rekening met
grenslagen wordt gehouden vermindert zo de K-waarde bij dubbel glas van rond de 2.1 W/m2K, tot
1.3 W/m2K na aanbrengen van een voorzetraam op 6-15 mm afstand, een afname van 38%. Het glas
zelf haalt de Passive house norm van 0.85 W/m2K voor complete vensters dus niet. (Feist,2012)
Er zijn in huis 1938 enkele bijzondere details.
-Het dakraam aan de voorzijde van de woning kan vervallen en door dakbeschot met goede isolatie
worden vervangen. De oorspronkelijke situatie van het dak is dan weer hersteld. Het dakraam is er in
1986 in geplaatst.
-Het 4 pans gietijzeren schuurzolderraampje achter aan de noordkant kan vervallen en door isolatie
worden vervangen. Vanaf de straat is het raampje niet zichtbaar. Het luik aan de westkant is ook
met isolatie aan de binnenzijde te verbeteren.
-Er zijn in de woonkamer/keuken twee grote lichtkoepels in het platte dak. Hoewel deze uit dubbel
laags kunststof zijn gemaakt is er ruimte om er onder nog twee glaslagen aan te brengen. De
geluidshinder bij regen en hagel neemt dan ook af. De K-waarde van de bestaande dubbelwandige
polycarbonaat lichtkoepel is 2.8 W/m2K. Er zijn lichtkoepels met extra HR++ dubbel glas onder de
polycarbonaat koepel op de markt waarmee de K-waarde daalt tot ongeveer 0.7 W/m2K. Er is dan
tegelijk een geluidsvermindering van 37 dB. (VanBoven.com) (nbd-online.nl) De K-waarde neemt na
32
het bijplaatsen van twee extra horizontale glaslagen volgens een berekening af tot minder dan 1.0
W/m2K. De polyester opstand van kunststof is niet geïsoleerd en leent zich voor het aan de
binnenzijde aanbrengen van bijvoorbeeld met hout afgedekt extra EPS isolatiemateriaal.
-In de woonkamer en de badkamer zijn aparte binnenramen mogelijk. Door een extra luchtlaag van
circa 10 cm, ingesloten tussen de drielaags beglazing en dit extra binnenraam, neemt de K-waarde
van het geheel af tot circa 0.9 W/m2K, dicht bij de Passi e house o . Er is ook de mogelijkheid
om de hele lichtkoepels te vervangen door nieuwe met 3-laags glas en een geïsoleerde opstand.
Hiermee wordt 0.86 W/m2K bereikt. (Koepellux.nl) Om kosten te besparen is dit niet gekozen.
-Op de zolder staat vrijwel altijd een raam op een kier om de was te drogen. De zolder wordt verder
zelden voor iets anders dan opslag gebruikt. Het deel voor was drogen zou, als het is afgescheiden
van de rest van de zolder, minder voor warmteverlies zorgen. Aanbrengen van 3 laags glas is hier
minder zinvol. Het na-isoleren van het dak op zolder blijft onverminderd van belang voor de
warmteverliezen via de rest van de zolder.
-Het enkel glas WC raampje beneden en het geslepen glas ruitje in de voordeur zijn klein en hun
bijdrage aan het warmteverlies is gering. Het wc raampje staat altijd open en een extra glaslaag heeft
dus geen zin. Een enkel laags voorzetraampje in de voordeur volstaat. Dit komt dan op het K-waarde
niveau van dubbel glas, circa 2.1 W/m2K.
-De achterdeur heeft dubbel glas met een spijlenwerk aan beide kanten. Met een groot voorzetraam
kan dit beter geïsoleerd worden dan met individuele raampjes. Aan de binnenzijde kan het over het
slechts 3 mm dikke spijlenwerk heen geplaatst worden. Een extra spijlenwerk en omlijsting daar weer
overheen maakt de verandering nagenoeg onzichtbaar.
-Het langwerpige zijraam in de hal bij de voordeur heeft oorspronkelijk een roedeverdeling gehad
maar dit is in 1990 bij de plaatsing van dubbel glas verwijderd. Met een groot voorzetraam kan dit
beter geïsoleerd worden dan met herstelde spijlen en individuele raampjes. De roedes kunnen alsnog
door lattenwerk aan binnen en buitenzijde in de oorspronkelijke vorm worden hersteld.
-In de erker aan de voorgevel is een deel al 3 laags: de glas in lood bovenlichten.
Jaren dertig woningen hebben oorspronkelijk vaak glas in lood ramen. Ze zijn rond 1900 nog rijk
geschakeerd in kleur en figuratief. Later worden ze strak, eenvoudig en met weinig of zelfs geen kleur
ontworpen. Laat in de jaren 30 lieten het kubisme en de Bauhaus stroming zich gelden in het
ontwerp. (Brown, 1992) In huis 1938 zijn geen gekleurde glassoorten toegepast maar werd met
gewoon helder vlakglas een mooie vlakverdeling gezocht.
Glas in lood zelf maken is goed mogelijk. De terugplaatsing van glas in lood in de 4 bovenlichten in de
erker en het zijraam in de woonkamer en in plaats van 2 panelen in de deur tussen keuken en hal
werd met behulp van eenvoudige instructies door de bewoners gedaan. (Foolen, 1999)
Op de markt zijn glas in lood ramen, geïntegreerd tussen dubbel glas in, te koop. Drie lagen glas dus.
Dit is niet alleen een prijzige keuze, het esthetische resultaat is ook niet bevredigend. Vanaf binnen in
de woning naar buiten kijkend is de plaatsing van het glas in lood in om het even welke van de drie
lagen altijd goed. Het contrast tussen donkere loodstrips en de lichte achtergrond is vrijwel gelijk in
alle drie de posities. Vanaf buiten gezien is dat niet het geval. Een glas en lood raam heeft een
33
typerende spiegeling doordat alle glasplaatjes net een iets andere stand innemen ten opzichte van
het vlak van het kozijn waar ze in zitten. Als glas in lood aan de buitenkant zit is die typische
brokkelige reflectie onverstoord aanwezig. Als glas in lood als middelste of als binnenste laag
geplaatst is ontbreekt deze karakteristieke eigenschap.
Voor huis 1938 is de glas-en-lood laag daarom aan de buitenzijde aangebracht op circa 5 mm van het
bestaande dubbelglas.
-De erker is op het zuiden gericht en kan dus optimaal zonnewarmte invangen. Belangrijk is wel dat
er in de zomer soms te veel zonnewarmte binnenkomt en dat dan zonwering noodzakelijk is.
(NOVEM,2002) Er is een reflecterend lo -E folie op de markt dat zowel de infrarood uitstraling
vermindert als het binnenkomend zonlicht tegenhoudt. Verschillende fabrikanten claimen een
vermindering in warmte verlies van circa 10% à 60% afhankelijk van het al aanwezige glastype. Deze
folie wordt aan de binnenzijde aangebracht. Voor de dubbel glas ramen in de erker geven deze
leveranciers een effect dat lijkt op afname van de K-waarde van ergens tussen 2.1 en 3.3 W/m2K naar
1.6 W/m2K aan. (Luxasolar.nl) Een Amerikaanse leverancier geeft echter aan dat de transmissie van
zichtbaar licht bij hun product 33% is. (DeBusk,2013) Dit lijkt op de prestaties van een zonnebril.
(Tuchinda et al, 2006) De Australische overheid waarschuwt hiertegen omdat met name in een
klimaat als dat in Nede la d het doel i a ge a zo li ht het ela g ijkst zou oete zij e iet
het buiten houden er van. De beste toepassing van de low-E folies is het verminderen van airco
elektriciteitsgebruik voor koeling in lange hete zomers. (Lyons et al, 2010) Voor de erker is dus in het
Nederlandse klimaat de beste oplossing: drielaags glas, zonwering (nu luxaflex lamellen) gebruiken
op hete dagen in de zomer en gordijnen dicht als het koud is, s a hts en in de winter.
Hout
Bij het aanbrengen van isolatie en van voorzetramen is veel hout nodig als dragende constructie. In
huis 1938 is bij de bouw in 1938 grenenhout gebruikt. Om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke
jaren dertig stijl te blijven is grenenhout met FSC keurmerk toegepast.
Comfort
De overheidsambitie om woningen energie neutraal te maken gaat tegelijkertijd uit van een goede
oo k aliteit, oo dit doel e taald aa ee o fo ta ele, gezo de, eilige p aktis he e
etaal a e o i g . (Witkamp et al, 2011)
Behoud van comfort is daarom een randvoorwaarde in dit project. Het thermisch comfort in een
huis wordt door temperatuurverschillen, ongewenste luchtstromingen en sterk verschil in infra-rood
straling beïnvloed. (Fanger, 1970) Er is hier ook ee g e s et the is he eiligheid a elang.
Thermische veiligheid heeft met erg koude of erg hete oppervlakken te maken. Brand en bevriezing
zijn hierbij de belangrijkste gevaren in huis. Waa het i de ja e de tig heel ge oo as dat je s
winters voor comfort in de buurt van de kachel moest blijven en het veiligheidsrisico dat je je er aan
kon branden maar accepteerde, is thermische veiligheid bij een centrale verwarming heden ten dage
nauwelijks meer aan de orde.
In de bouwkunde heeft het tegengaan van stroming van koude lucht tot het plaatsen van radiatoren
onder de ramen geleid. Ook het verschil in infra-rood stralingsniveau tussen een koud glasoppervlak
en een verder warm interieur is hinderlijk. Met de komst van thermisch steeds betere beglazing is de
noodzaak voor radiatoren onder de ramen minder geworden. De hoogte van het relatief koude glas
is maatgevend voor het ontstaan van koudeval . Bij dubbel glas kan dit optreden bij raamhoogten
34
van 1 meter of meer. Bij HR++ of drielaags glas is de kritische hoogte voor het ontstaan van koudeval
bij K-waarden rond 1.5 W/m2K al groter dan 2 meter. Ook is de rol bij het comfort van de infrarood
straling bij een raam dan verwaarloosbaar. (Nelissen, 2011) Dit betekent dat na het plaatsen van
voorzetramen het koude tochtige gevoel door het koudeval verschijnsel in huis 1938 tot het verleden
behoort. Binnenramen op plaatsen waar comfort van groot belang is maken het geheel compleet.
In huis 1938 zijn flinke temperatuurverschillen waargenomen tussen woonkamer en uitbouw achter
en tussen de begane grond en de eerste verdieping en tussen eerste verdieping en zolder. Door de
haldeur in de woonkamer met een deurdranger dicht te houden vermindert de stroming van warme
lucht naar boven. Ook de zolderdeur in de hal op de eerste verdieping is om die reden dicht. Tussen
woonkamer/keuken en het halletje achter is aan de deur ook een deurdranger aangebracht. Het
ongeïsoleerde halfsteens halletje achter en de er aan grenzende wc beneden vormen het koudste
gedeelte in huis 1938. E o tstaat s i te s van daar uit een koude luchtstroming over de vloer.
Isoleren van alle buitenoppervlakken is dus zeer belangrijk.
Besparingskansen
Wat is er verder nog mogelijk naast het isoleren a de uite s hil ? Behalve warmte wordt er nog
meer verbruikt. Om de vraag te beantwoorden is een overzicht van alle verbruikstypen in huis 1938
gemaakt. De volledigheid er van is aan een checklist getoetst. (Bouwwijzer.be) Aan de hand van de
checklist en het verbruiksoverzicht is op twee manieren naar besparingsmogelijkheden gezocht: ten
eerste via besparingskansen op het bestaande verbruik en ten tweede via een duurzamere
alternatieve aanpak die het zelfde doel en comfort niveau ook kan realiseren.
Elektriciteitsverbruik
Bij het verminderen van elektriciteitsgebruik is de eerste maatregel het uitschakelen van apparatuur
als die niet gebruikt wordt. Hiermee is circa 5% te besparen. Dit blijkt soms moeilijker dan het
aanvankelijk lijkt.
De e a i gsketel is s zo e s in theorie uit te zetten. Als de pomp af en toe maar even wordt
aangezet kan dit voor de installatie geen kwaad. Dit is met bijvoorbeeld een tijdklok op vaste tijden
per etmaal in te stellen. De warm tapwatervoorziening is dan echter ook uit en dat is heel
onpraktisch.
De flat screen LED TV en video/DVD recorder zitten aan elkaar via een antennekabel en
softwarematig via de zender kanaal afstemming. Ook de tweede TV in de slaapkamer en de derde TV
in het logeerkamertje boven zitten er aan vast. Ze hebben een gemeenschappelijk stekkerblok
gekregen met een hoofdschakelaar / er in. Die kan gedurende het overgrote deel van de tijd op
omdat er dan niet naar de TV gekeken wordt. Deze apparaten gebruiken anders samen het hele
jaar door 5 Watt i de uit -toestand. Het elke dag aan en uit zetten blijkt na verloop van een paar
maanden toch vergeten te worden. Een tijdschakelaar lijkt dus beter. Die tijdschakelaar verbruikt
iets i de uit sta d. Als hij tusse
. uu e
. uu aa staat e i de t het sta d-by
e
verbruik nog steeds met 2/3 deel. Op 7 augustus 2013 wordt de tijdklok geplaatst.
Na de aanschaf van energiezuinige spaarlampen in de tijdsperiode tussen 2000 en 2010 zijn er nog
wat lampen overgebleven waarvoor wellicht een nog zuiniger LED alternatief te vinden is. Behalve de
lampen zelf blijken soms ook de armaturen dan vervangen te moeten worden wat tot uitstel leidt in
afwachting van meer LED lamp uitvoeringen in de handel.
Een snel te realiseren besparing is het opnieuw aanbrengen van een mechanische deurbel in de stijl
van de jaren dertig. Weghalen van de altijd aan staande elektrische deurbel en transformator scheelt
35
direct op het jaarverbruik. Voor het overige is het bij vervangen van oude apparatuur belangrijk om
te letten op een lager verbruik van de nieuwe aanschaf.
Ook kunnen apparaten door een andere werkwijze worden vervangen die geen energie verbruikt,
afschaffen dus.
Gasverbruik
Het thermisch rekenmodel geeft aan dat enkele stukken ongeïsoleerde vloer op zand, de
ongeïsoleerde spouwmuren en vooral de ramen, ondanks het dubbel glas, in oktober 2012 de drie
grootste warmteverlies elementen zijn. Bij besparing op gas ligt het om praktische redenen voor de
hand om eerst naar spouw isolatie en drielaags beglazing te kijken en daarna naar vloerisolatie. Het
vierde verlies element bestaat uit niet geïsoleerde buitenvlakken. De ongeïsoleerde halfsteens muur
van de WC beneden heeft bovendien een uitkraging naar een haaks er op staand deel van de
bijkeukenmuur. Verder zijn er dun uitgevoerde kozijnranden die slechter isoleren dan het 3 laags glas
dat er in aangebracht kan worden. Ook het ongeïsoleerde houten dak van de erker, de houten
buitendeuren en de dunne sluitpanelen onder in het kozijnwerk aan de achtergevel en uitbouw
horen bij dit vierde verlies element. Het vijfde verlies element bestaat uit het grote oppervlak dat te
dun geïsoleerd is met 5 cm EPS, dit zijn de uitbouw en de zolder op het huis. De isolatiedikte blijft op
deze grote vlakken ver achter bij de 25 – 40 cm isolatie diktes die in nieuwe energie neutrale huizen,
wel worden toegepast.
Ventilatie en koeling
Niet alles uit het passi e house o ept is hie direct toe te passen. Voor mechanische ventilatie en
een luchtdichte constructie is in dit geval vanwege de voorkeur van de bewoners voor open ramen
en frisse lucht niet gekozen. Naden kunnen dicht gekit en kieren kunnen met tocht strip gedicht.
Verder is de buitenmuur, bestaand uit een met spouwankers gemetseld bakstenen binnen- en
buitenblad, iet ee oudig op de passi e house sta daa d -zonder koudebruggen- te krijgen. De
buitenlucht heeft vrij toegang tot de spouw en tot de kruipruimte onder het huis.
In huis 1938 is geen mechanische ventilatie, airconditioning of koeling aanwezig. Of daarvoor na het
aanbrengen van extra isolatie aan de buitenschil een noodzaak ontstaat zal proefondervindelijk
moeten worden vastgesteld. Het aanbrengen van zonwering buiten aan de op het zuiden gerichte
voorgevel is dan de eerste keuze. Hier is geen energieverbruik voor nodig.
Het openen van buitendeuren bij het naar binnen of naar buiten gaan leidt tot een stroom koude
lucht in de hal voor of de hal achter. Een mogelijke maatregel is hier het aanbrengen van
tochtportalen of i ko sasse , ee aa de uite ka t oo de deu te plaatse lu htsluis die de
koude luchtstroom van buiten naar binnen sterk beperkt. Er is hier om esthetische redenen
vooralsnog niet voor gekozen. Bij de achterdeur is het wel mogelijk om later alsnog een extra
tochtdeur te plaatsen als daar een kast voor bijvoorbeeld propaantanks en een tank voor een ecotoilet komen en de radiator in het halletje vervalt.
Waterverbruik
De kraan staat in huis 1938 alleen aan als er water nodig is. Voor het koken en afwassen geldt dat de
bak of de pan maar een bepaalde hoeveelheid water kan bevatten, spaarperlator of niet. De
keukenkraan levert circa 7 liter per minuut tapwater. (Meting op 31 oktober 2012 in de keuken) Er is
geen bad aanwezig, wel een douche boven in de badkamer en een weinig gebruikte douche voor
logees in de bijkeuken beneden.
36
Een grote besparing op water is goed mogelijk door het doorgespoelde water volume van de wc s te
verkleinen. Dat kan zelfs tot nul toe. Er zijn droge toiletten te koop die, na het afvoeren van de natte
bestanddelen naar het riool, met de droge bestanddelen een proces dat tot compost leidt uitvoeren.
Nadeel is dat het toilet voor ventilatie elektriciteit gebruikt. De vaste bestanddelen moeten om de 6
weken vanuit de opvangemmer naar de GFT bak of naar een compostbak worden gedaan.
(ecosave.com) Omdat bij compost ook meer tuinafval moet dan beschikbaar is van eigen grond en er
in huis 1938 geen kelder met plaats voor een composteringsbak is, werd niet voor een droog toilet
gekozen.
Besparen van water kan minder drastisch maar wel veel eenvoudiger en sneller met gewichtjes aan
het doorspoelmechanisme worden bereikt. Ook hergebruik van douche water voor doorspoelen van
de wc beneden kan het waterverbruik aanzienlijk verminderen. Bovendien komt de er in opgenomen
warmte nog in huis vrij en helpt zo de verwarming in plaats van direct te verdwijnen naar het riool.
Duurzaamheid verbeterkansen
Eigen onderzoek naar duurzamer maken van het huis is een omvangrijke klus. Er zijn manieren voor
het duurzaam opwekken en verkrijgen van elektriciteit, van warmte en van combinaties van beide.
Ook water kan duurzaam worden verkregen. (Bouwwijzer.be)
Er zijn diverse mogelijkheden om bij huis stroom op te wekken. Het meest bekend als bron
van elektrische energie bij particuliere woningen zijn zonnecellen op PV zonnepanelen in allerlei
uitvoeringen. Er zijn eind 2012 al 100.000 huishoudens die PV zonnepanelen gebruiken. (Natuur &
Milieu, 2013) De netbeheerder telt er in juli 2013 totaal 93.233. (Netbeheer NL, 2013) De hiervoor
nodige apparatuur is op de markt tegen steeds gunstigere prijzen verkrijgbaar. Het huis 1938 heeft
een aanzienlijk deel van het dak oppervlak op het zuiden gericht. Er is dan ook direct voor de inzet
van PV zonnepanelen gekozen. Een toekomstige aanvulling met een windgenerator of andere
duurzame stroombronnen is mogelijk. Windmolens zijn er in allerlei maten en soorten.
De warmtehuishouding van een woning kan behalve met isoleren ook met zonnewarmte
duurzamer gemaakt worden. Hier valt te denken aan allerlei manieren van opvangen, concentreren
en bewaren van invallende warmte uit zonlicht. Zonnecollectoren gebruikt men veel voor tapwater.
In het Nederlandse klimaat concurreren zonnecollectoren met PV zonnepanelen om dak oppervlak
dat op het zuiden gericht is. De financiële opbrengsten per m2 verschillen maar weinig. De
hoeveelheid energie uit zonlicht die als warmte met een collector wordt opgevangen is groter dan
die uit zonnecellen op een PV paneel. Ook is er een subsidieregeling. (greencheck.nl) De PV
zonnepanelen hebben desondanks bij huis 1938 de voorrang gekregen omdat elektriciteit flexibeler
inzetbaar is dan de uit zonnecollectoren verkregen warmte. Elektrische energie kan financieel gunstig
aan ee s a t g id geleverd worden, warmte niet. Een zonneboiler is wel in samenhang met warm
tapwater via de verwarming onderzocht. Warmte terugwinning uit douche water is ook bekeken.
De voorgevel van huis
is op het zuiden gericht en ligt aan de rooilijn. Dit biedt geen
goede mogelijkheden voor een serre aan de zuidzijde. De zonlicht invang functie van de erker zou
nog wat verbeterd kunnen worden. Technisch gezien zijn er ook nog allerlei andere onbenutte
kansen zoals bewegende louvre systemen die buitenmuren afdekken of juist openstellen voor
warmte uitwisseling. Ook zijn er nog andere a ti e su fa es zowel aan de binnen als buitenzijde van
een gebouw mogelijk. (Moe, 2010) Deze technieken stuiten op beperkingen in de praktische
uitvoerbaarheid en in de regelgeving en zijn ook esthetisch minder wenselijk aan een jaren dertig
woning. Ze zijn daarom hier niet verder onderzocht. Te slotte zij e og a ti e su fa es i
ontwikkeling. Er is bijvoorbeeld een organische zonnecel in de laboratoriumfase die op allerlei
37
oppervlakken geprint zou kunnen worden. (Riphagen, 2011) Nog een interessante mogelijkheid is
het transparante zonnepaneel dat tegelijk als raamoppervlak kan dienen. Met het nu bij de TU Delft
in de ontwikkeling beoogde 10% rendement, zou alleen al de voorgevel van huis 1938, met 4.6 m2
van die ramen gericht op het zuiden, hier circa 400 kWh per jaar aan zonnestroom kunnen gaan
opbrengen. (Visscher, 2013) Dicht bij praktische toepassing is de dakpan met zonnecellen er in
verwerkt. De bedrijven C1C en Harskamp Daken in Meppel willen ze kort na de start van de transitie
in huis 1938 op de markt brengen: zwarte keramische dakpannen met zwarte PV zonnecellen er in
die via een elektrische panlat verbonden zijn aan een omvormer. Hiermee wordt een schuin
pa e dak ee a ti e su fa e zo de i pa t op de esthetis he k aliteit a een pand.
(houhetwarm.nl, 2014A) In september 2014 worden de eerste zonnepannen te koop aangeboden.
(houhetwarm.nl, 2014B) Bij een oriënterend bezoek op 29 augustus 2015 aan een pas gebouwde
energiezuinige woning liggen daar die zwarte zonnepannen al op het dak. Een prachtige oplossing !
Hoewel, als er maar diep genoeg geboord wordt, de aarde een temperatuur boven de 1000
graden Celsius heeft, is het benutten van hoogcalorische aardwarmte vanaf grote diepte voor een
enkele bestaande woning eenvoudigweg niet haalbaar. De kosten zijn veel te hoog en er is fysiek
geen ruimte genoeg om het benodigde grootschalige boorwerk in de tuin te doen. Voor een hele
stad of voor een woonwijk ligt dat anders. (Voorde,2007) Omdat dit geen direct bereikbare
decentrale oplossing biedt is aardwarmte verder niet in deze studie meegenomen.
Een grote duurzaamheidswinst in een bestaande woning met CV ketel, de vermindering met
wel 70% van de benodigde energie voor verwarming, is te bereiken met een warmtepomp. Deze
haalt warmte uit de omgeving, -lucht, bodem of grondwater- en werkt die op tot een temperatuur
geschikt voor circulatie in een verwarmingssysteem. Dit is zeer aantrekkelijk maar niet alle typen
warmtepomp zijn eenvoudig inpasbaar in het hier beschouwde jaren dertig huis. In een bestaande
woning in een woonwijk een warmtepomp aanbrengen is ook nog niet zo vaak vertoond. Ze zijn er
wel in nieuwbouwhuizen waarbij de architect er al op de tekentafel rekening mee hield. Ook op het
platteland zijn ze er, daar is de ruimte nog te vinden voor het ingraven van grondbuizen om warmte
uit de bodem te winnen. Er wordt daar ook wel dieper geboord voor verticale warmtewisselaars. In
de stad zal het aan de lucht onttrekken van warmte vaak eenvoudiger realiseerbaar zijn. Een hybride
warmtepomp-ketel is, ook oo pa ti ulie e o i ge , e k ijg aa op de a kt. Deze techniek is
wel aanzienlijk duurder dan de nu veel gebruikte HR 107 CV ketels. Het warmtepomp systeem werkt
meestal via een vloerverwarming in huis. De opgewerkte temperaturen daarin zijn doorgaans lager
dan nu in CV - radiatoren gebruikelijk is. (elektrozine.be) Voor warmtepompen moet tussen 7000 en
16000 euro worden uitgetrokken afhankelijk van het gekozen type. (Greenchoice.nl) Nader
onderzoek is nodig om een geschikt systeem voor het onderhanden jaren dertig huis te vinden.
Drinkwater is in principe in eigen beheer te winnen bij de woning. Grondwater oppompen is
eenvoudig mogelijk. Het is helaas niet zonder meer, en niet overal, toegestaan om in de eigen tuin
een put te slaan voor het oppompen van water dat -na in eigen beheer filteren- uit de eigen kraan
komt. Onttrekken aan het grondwater heeft implicaties voor de bodem en het grondwaterpeil. Er
valt in Nederland 600 mm regen gemiddeld over het jaar. (KNMI.nl) Dit is op te vangen en te
gebruiken. Voor het toepassen als grijs water en voor het zelf filteren tot drinkwater bestaan op de
markt goed verkrijgbare en veilige oplossingen. Het vergt voldoende beschikbaar oppervlak en een
systeem voor water management met nieuwe filtertechniek en een opvangmethode die al duizenden
jaren in gebruik is: de cisterne.
Combinaties van elektriciteit en warmte zijn er ook. Zo is het in principe mogelijk een
verwarmingsketel ook st oo te late op ekke
et de i o – WKK warmte kracht koppeling)
38
techniek. De WKK technologie is tot op heden vooral grootschalig, bijvoorbeeld in een hele
woonwijk, ingezet en is sinds kort beschikbaar voor gebruik in individuele bestaande woningen: de
HR-E ketel met ingebouwde Stirlingmotor. De hoge kosten van de HR-E ketel (circa 11.000 euro)
maken dit geen aantrekkelijk alternatief. (Milieucentraal.nl) In dit project is deze techniek ook niet
verder beschouwd omdat het rendement uit meer opbrengst van elektriciteit komt bij vrijwel
gelijkblijvend gasverbruik en omdat de primaire energiebron dan dus aardgas blijft. Aardgas wordt
echter als een eindige bron beschouwd die op termijn door ander, soortgelijk, gas zou moeten
worden aangevuld. Vloeibaar aardgas uit schepen kan sinds 2011 na verdampen in het landelijke
aardgasnet worden gepo pt. Ook zij de g oe gas i itiatie e i dit erband interessant. (PNG,
2007) Het aardgasnet wordt wel als transportmiddel voor ander gas op langere termijn in studies
van de overheid beschouwd maar waterstofgas wordt daarin niet meegenomen. Ook de toegenomen
aardbevingsproblemen in Groningen, de nog in maatschappelijke discussie zijnde winning van
schaliegas (Trouw 22 juni 2013) en gebruiken van methaanhydraat van de zeebodem (Schmidt,2013)
ontbreken in deze plannen. (rijksoverheid.nl) Met de HR-E ketel zou de s a t g id i ‘ifki s
benadering niet elektriciteit maar gas tussen gebruikers moeten delen. Het is in theorie denkbaar dat
aardgas op lange termijn door waterstofgas of methaangas wordt vervangen en dat dit leidt tot
decentrale waterstof fabricage via elektrolyse en eventueel synthese van methaan. Beide gassen zijn
dat aan een s a t gas g id te leveren. (Jepma, 2013) Voor huis 1938 is waterstof op korte en
middellange termijn nog niet als inzetbaar beschouwd. Ook het Europees beleid gaat uit van de
centrale rol van het elektriciteitsnet in de koolstofarme economie van het jaar 2050. (EC, 2011) In
een recente studie naar het economisch belang van energie in de nabije toekomst in Nederland
staat het belang van fossiele brandstof zelfs nog voorop. (Weterings et al, 2013) Alternatieve
brandstoffen zoals groene stookolie (Bouwwijzer.be) en elektrische verwarming vanaf het 220 Volt
net zijn niet verder beschouwd omdat ze niet tot vermindering van CO2 emissie leiden.
Naast alleen foto-voltaïsche zonnepanelen is ook met bepaalde typen zonnecollectors
elektriciteit op te wekken: PVT panelen. Op het dakvan huis 1938 is dit niet praktisch. Op de schaal
van een enkel huishouden is een systeem met heliostaten, mee draaiende zonnespiegels, en een
torentje met daarop een stoomgenerator zeer waarschijnlijk niet rendabel. Zonnekrachtcentrales
gebaseerd op dit principe worden juist steeds groter. (ivanpahsolar.com)
De beleidslijn ter bevordering van bio-energie vanuit de regering kan moeilijk naar een enkel
huishouden worden vertaald. Een huishouden levert bijvoorbeeld bio-, hout- en papier afval op die
geschikt is voor verbranding of vergisting. Bij huis 1938 gaat het om circa 6 m3 per jaar. Hiermee kan
technisch gesproken een beperkte hoeveelheid elektriciteit en warmte worden opgewekt. Omdat het
bij wet verboden is om bij een woning afval te verbranden, vanwege onder andere gezondheidsisi o s, is het alles a de concept niet verder onderzocht. Gezien de aankondiging van subsidie
geldt dat verbod niet voor het vergassen van hout of het stoken op houtpellets in een biomassa
ketel. (Rijksoverheid.nl, 2015) Er komt echter veel te weinig hout uit de tuin van huis 1938 vrij. Hout
inkopen als brandstof is dan het alternatief. Oplossingen voor de particuliere woningbezitter in de
vorm van biomassa ketels of el pellet-ka hels zij hie ee
ogelijke eg. De uit oe i g i huis
1938 zou bestaan uit een opslag, een vacuum aanvoersysteem en een pellet-cv ketel.
(ikinvesteerslim.nl) De keerzijde is dat er dan toch rook uit de schoorsteen komt en dat is vanwege de
CO2 problematiek niet wenselijk. Hierbij is het van belang onderscheid te maken tussen CO2 dat
ontstaat uit fossiele brandstoffen die zich in de bodem bevinden enerzijds, en de CO2 die voortkomt
uit verbranden van biomassa die in het bovengrondse eco systeem al circuleert anderzijds. De eerste
draagt bij aan verhoging van de ongewenste klimaat effecten, de tweede is klimaatneutraal .
39
Vermindering van CO2 is nodig om het klimaat effect om te keren. Zo lang er mogelijkheden zonder
voming van rookgassen zijn is de richting et pellet-ka hels dus minder wenselijk.
Keuze van het systeem ontwerp
Na de oriëntatie op besparingskansen en mogelijkheden voor een meer duurzame huishouding
volgen systeem ontwerp en voorbereidingen van de uitvoering. Daadwerkelijk energie besparen en
verbeteren van duurzaamheid kan niet zonder een flinke eigen inspanning, een passend budget voor
inkoop van materialen, apparatuur en werkzaamheden en een goed doordacht ontwerp.
Huis 1938 blijkt een relatief hoog gasverbruik te hebben. Uit het rekenmodel komt naar
voren dat warmteverliezen via ramen en slecht geïsoleerde vloeren en spouwmuren daar de
hoofdoorzaak van zijn. In veel ramen zit al dubbel glas dus dat moet naar 3 lagen om verbetering te
bewerkstelligen. Om financiële redenen is hier voor in eigen beheer bijplaatsen van voorzetramen
gekozen. Spouwmuur isolatie aanbrengen wordt door gespecialiseerde bedrijven aangeboden en is
dus eenvoudig realiseerbaar. In tegenstelling daarmee heeft isoleren van de vloeren wel veel impact.
Bovendien raakt het de leidingen van alle bestaande technische installatie delen. Dit werk moet in
delen worden opgesplitst omdat het huishouden anders niet kan doordraaien. De isolatie in de
uitbouw en aan het dak kan sterk worden verbeterd maar ook hier moet het werk in delen naar
plaats en soort worden uitgevoerd. De duurzaamheid is aanzienlijk te verbeteren door een elektrisch
warmtepomp systeem toe te passen dat -samen met zonnecollectoren- het warme tapwater levert.
Ee a tepo p haalt z
a te uit een buitenunit die op zijn beurt warmte uit lucht, grondwater
of bodem wint. Gasverbruik wordt zo vrijwel volledig vervangen door elektra verbruik. Koken kan dan
naar elektrisch koken of naar koken op propaangas worden omgezet. Loskoppelen van het
aardgasnet komt zo binnen bereik.
Bij verminderen van het elektra verbruik is allereerst het volledig buiten gebruik stellen van
een apparaat of het minder vaak gebruiken een mogelijkheid. Ook is er vaak zuinigere apparatuur die
het zelfde presteert op de markt. De grote duurzaamheidswinst is het zelf stroom opwekken met PV
zonnepanelen. Er is hier gekozen voor twee fases: eerst 9 panelen op de gunstige plaatsen op het
dak, later nog uit te breiden met nog eens 9 of meer panelen om geheel zelfvoorzienend te worden.
Een opslagvoorziening en eventueel een windgenerator completeren -indien haalbaar- het
elektrische systeem. Het 220 Volt net blijft gekoppeld voor synchronisatie en om ook terug levering
en saldering van in huis 1938 opgewekte stroom mogelijk te houden. Nieuwe uitbreidingen,
bijvoorbeeld een laadpunt voor een elektrische auto of innovatieve energie op ekke s zoals a ti e
su fa es , blijven in principe aan het 220 Volt net te koppelen via omvormers.
Water valt als regen in ruim voldoende mate neer op daken en tuin om alle verbruik in huis
1938 mee af te dekken. Het regenwater verdwijnt nu bij huis 1938 goeddeels onbenut in het riool.
Een gemeentelijke overheid verstrekt soms subsidie voor afkoppelen van regenpijpen van het riool.
(duurzaamthuis.nl) De Gemeente waarin huis 1938 is gelegen heeft geen verbod op via het riool
afvoeren van hemelwater, geen gescheiden hemelwaterriool maar voor het merendeel een
gemengde afvoer en er is geen subsidieregeling. (decentrale.regelgeving.overheid.nl) Wel is er een
meerjaren plan waarin afkoppelen van hemelwaterafvoer vanuit schoon verhard oppervlak als
streven genoemd wordt. Particulieren worden via voorlichting gestimuleerd. Het regenwater riool
wordt aa doel atig uitgebreid. (Wareco, 2012)
Er kan hergebruik van water worden toegepast door de afstroom van de douche boven voor
het doorspoelen van de wc beneden in te zetten. Een regenwater systeem met voldoende opslag
40
voor het overbruggen van droge periodes en met filters voor de kwaliteit brengen zelfs het
uiteindelijk geheel loskoppelen van de waterleiding binnen bereik.
Esthetiek
Het jaren dertig uiterlijk van de buiten- en binnenkant van de woning -de hoofdreden dat
Nederlanders er zo graag in wonen- moet natuurlijk behouden blijven. Dit opleggen als harde
randvoorwaarde is te zeer beperkend. Opvangen van zon en wind vergt zichtbare middelen aan of bij
het huis. Zonnepanelen, zonnecollectoren en windmolens op en aan het huis zijn helaas nogal
beeldbepalend. Zo is de Zweedse glazen dakpan van SolTech Energy Sweden AB (SolTechenergy.com)
wel bruikbaar als zonnecollector maar afwijkend van de huidige oranje rode pannen. Omdat
ged oo de oplossi ge , zoals dakpa e die st oo op ekke
aa iet a de ge o e pa e
te onderscheiden zijn, helaas niet bestaan is in dit p oje t gekoze oo zo eel ogelijk ehoude
a de ja e de tig stijl . De aag is aa de esthetische norm dan zou moeten liggen.
Zichtbaarheid in verschillende landen
Men zegt dat over smaak niet te twisten valt. Er wordt wel heel verschillend over gedacht. Omdat het
ij e o-e e gie om een vrij nieuw verschijnsel gaat zou het interessant kunnen zijn om te zien hoe
men in Nederland maar juist ook in andere landen met de zichtbare middelen voor energie bij het
huis omgaat. Een omvangrijke taak die eenvoudig te doen is: Google maps/streetview maakt een
i tueel ezoek aa het gefotog afee de deel a de e eld ogelijk. Dat de foto s e kele ja e oud
zijn is hier niet zo van belang. Helemaal wetenschappelijk verantwoord hoeft ook niet, een indruk
volstaat. Een serie virtuele wandelingen door woonwijken in (voor)stedelijk gebied in een aantal
landen maakt duidelijk dat er grote verschillen op esthetisch vlak zijn.
Gasflessen en buitenunits aan de straat in Kadena, Okinawa, Japan. (Bron: Google street view)
41
*In Kadena op Okinawa, een eiland in het zuidelijkste deel van Japan, zijn ook gasflessen en 2 a 3
buitenunits per huis te zien. In het wijkje ten zuiden van de hoek tussen de straten Shin-machi Dori
en Mitsumi Dori is dat zelfs aan het kleinste huisje te zien.
*In het in noordelijk Japan gelegen Sapporo in de straten in de wijk Shinkotoni zijn gasflessen aan de
gasmeter voor aan de straat te zien. Aan de gevel zit hier en daar een buitenunit. Schotelantennes
zijn er ook. In de meeste tuintjes staat voor aan de straat een grote witte doos op poten en soms een
drum. Er zit een ontluchtingspijpje op en een spiraal slang aan de onderkant, het zijn olietanks. Men
kookt op gas uit flessen en stookt op olie uit de eigen tank. Alles staat direct zichtbaar voor aan de
straat. Makkelijk bereikbaar als er nieuwe brandstof nodig is.
*In een paar straten in het in midden Japan gelegen Nagoya-Tokoname bij Ise Bay zijn op veel
woningen 1, 2 of 3 buitenunits te zien. Ze zitten meestal ter hoogte van de 1e verdiepingvloer en
sommige zijn met een houten spijlenwerk wat aan het zicht onttrokken. Op een bedrijfshal zijn wel
10 kleinere en grotere buitenunits te zien. Het warmere klimaat maakt airconditioning er gewild.
*Bij Heng Chun op het zuidelijkste puntje van Taiwan zijn op iedere woning, zelfs op appartementen
in flatgebouwen, 1 of 2 buitenunits te zien.
Aan de Shouson Hill Road nr 3 op Hong Kong Island, China hangen diverse buitenunits aan de
appartement balkons en raamkozijnen, ongeveer elke unit is van een ander merk en afmeting.
*Aan de Whitestreet in Beaumaris, een wijk van Melbourne, Australië, is een enkele buitenunit te
zien. De huizen gaan schuil achter veel groen. De kriskras en laaghangende kabels voor elektra en
telecom vallen uit de toon bij de keurig verzorgde tuinen.
*In Eilat in het zuiden van Israël is op de meeste huizen een zonnecollector met warmwatertank te
vinden. Men blijkt meestal aan een enkel paneel van 2 m2 genoeg te hebben. Ook zijn hier enkele
airco buitenunits van Toshiba vanaf de straat te zien.
*In Italië op Sicilië is in het centrum van Siracusa op de oude gevels een groot aantal airco
buitenunits van plaatselijk fabricaat Misa-Haler te zien. Er is geen plek om ze te verstoppen.
*Op het Spaanse eiland Mallorca is in de buitenwijken slechts hier en daar een airco buitenunit vanaf
de straat te zien. Ze zitten aan de muur achter inpandige balkon hekken en in nissen in de gevels
verstopt.
*In de Zuid Franse stad Montpellier buitenwijk Juvignac zijn buitenunits aan het oog onttrokken door
weelderig groen in de voortuinen en een muur langs de straat. Een enkel dak heeft een PV
zonnepaneel of een zonnecollector van het vacuümbuis type.
*In de buurt van het strand van Pompano Beach, Fort Lauderdale, Florida is niets zichtbaar dat op
airco buitenunits of op PV zonnepanelen en zonnecollectors wijst. De tuin en oprijlaan zijn perfect
verzorgd en er staan fraai gepoetste en vaak grote auto s op.
42
*In San Luis Obispo in Californie staat het dak van warenhuis Costco vol met PV zonnepanelen. Ook
i de ijk e tege o e zij PV zo epa ele op e kele dake te zie . Be aki gs a e a s,
tuinslangen en schotelantennes zijn zichtbaar, buitenunits niet.
*In Portland, Oregon in de wijk Sunnyside staan schoorstenen op de huizen en hangt er een enkele
airco unit uit het raam.
*In Vancouver, Canada is aan de Commercial drive slechts hier en daar op de bovenste verdieping
een buitenunit zichtbaar in een uitsparing in een bovenraam. Zonnepanelen zijn er niet.
*In Fairbanks, Alaska aan de Noble street zijn veel schoorstenen te zien maar slechts enkele
buitenunits hangen uit het raam.
*Rond Chester Road, Capetown in South Africa zijn buitenunits weinig zichtbaar, ze zijn aan de muur
opzij of achter het huis te vinden. Er zijn er hier en daar schoorstenen en schotelantennes te zien.
Hoewel er palmen in de tuin staan is er op de veelkleurige daken geen zonnepaneel of collector te
bekennen.
*In Santiago, de hoofdstad van Chili, zijn in de wijk Puente Alto geen zonnepanelen of collectors te
vinden. Wel is er hier en daar een schoorsteenpijpje of een schotelantenne over de muren en hekken
zichtbaar.
*In Salvador, een stad in de streek Bahia in het westen van Brazilië zijn in de wijk Ondina bij de
universiteit veel buitenunits te zien. Ze zitten zelfs 12 hoog op flatgebouwen, direct buiten de ramen.
Zonnepanelen zijn niet te vinden.
Grote schoorstenen aan de Cappagh Road nr. 8, Galway, Ierland. (Bron: Google street view)
43
*De bezitters van de huizen in Cappagh Road, Galway, Ierland hebben behalve een buitenlamp en
een enkele schotelantenne verder geen technische middelen aan de gevel zitten. De schoorstenen
zijn door de architect van de woningen zeer geprononceerd ontworpen.
*In het Finse Oulu is in de wijk Nokela aan de Veturitie straat aan de grote schoorstenen te zien dat
stoken er nodig is. Ook heeft men permanente ladders naar het dak aan de gevel zitten om sneeuw
van het dak te kunnen ruimen. Behalve buitenlampen en brievenbussen onderbreekt niets de fraaie
houten gevels.
*In het centrum van het Russische Sochi, aan de Pirogova weg zijn schotelantennes en veel airco
units te zien. Ze hangen aan vrijwel elk huis hoog aan de gevel zodat ze over de muur aan de straat
toch te zien zijn. Ook aan lagere en hogere flatgebouwen hangen op elke verdieping airco units, soms
wel 3 per appartement. Aan de grote verscheidenheid van typen te zien is dit al lange tijd
gebruikelijk.
*In de wijk Nemtsinovka van Moskou in Rusland vallen in de straat naar het gelijknamige station als
eerste de grote schotelantennes op. Hier en daar hangt een buitenunit onder het raam op de 1e
verdieping van een woning. Op het loading dock bij de supermarkt staan er vijf vlak bij elkaar op het
platte dak. De elektra en telecom komt vanaf palen langs de weg bij grote aansluitkasten in de
voortuin binnen hoewel muren, schuttingen, hekken en groen daar weinig zicht op bieden.
*De transition town van het eerste uur, Kinsale, Ierland, laat niets zien van maatregelen zoals
zonnepanelen of collectoren. Dit klopt met hun po e do -tips voor energiebesparing: zelf
opwekken van duurzame zonen energie blijkt er geen onderwerp te zijn . . .
(transitiontownkinsale.org) Schotelantennes, grote schoorstenen, fraaie lantaarns en TV antennes
bepalen het straatbeeld in de Main street van Kinsale. Op de daken zijn geen PV panelen of collectors
aanwezig. Buitenunits zijn er ook niet te zien.
*De grootste en snel groeiende installateur van zonnepanelen in 15 staten in de USA, SolarCity,
meldt dat er op Hawaii 7500 woningen van zonnepaneel installatieszullen worden voorzien, een
miljoenenproject. De installaties zijn variërend van 2kWp tot 8 kWp in grootte. Voorbeeld projecten
zijn er in o.a. Arbor Gardens, Lancaster, Californië. (SolarCity.com) Aan de Elm Avenue daar zijn de
zonnepanelen op het hoogbouw deel van de straat af niet zichtbaar. Vanaf de West Kettering street
zijn ze wel te zien. Ook is op de laagbouw van dit seniorencomplex te zien dat er een groot aantal
buitenunits op het dak is geplaatst. In een vergelijkbaar project bij Abode Communities, Ivy Terrace
in Van Nuys, Californië zijn op de daken afwisselend groepen zonnepanelen en buitenunits geplaatst.
De zonnepanelen liggen nagenoeg vlak en de buitenunits zijn door een afscherming aan het zicht
onttrokken. Komend van de hoek Woodman Avenue en Sherman Way zijn de zonnepanelen echter
goed te zien.
*Rondom Alake street in O Ahu, Hawaii is dit ook het geval. Zonnepanelen, PV en collectors, zijn
zichtbaar. Schuin opgestelde panelen op schuine daken om ze goed op de zon te richten zijn er ook.
Er hangen er bij enkele huizen aan de straatzijde enkele buitenunits in de raamkozijnen op de begane
grond en op de eerste verdieping. Ze zijn soms aan de zijgevel zichtbaar maar vaker is er niets te zien.
44
*In stadstaat Singapore, tegenover het Arts centre aan de Cairnhill Road is een hoog flatgebouw te
zien waaraan bij verschillende appartementen groepjes van wel 5 buiten units op een stapel hoog
aan de gevel hangen. Andere appartementen hebben er 2, 3 of 4.
*In Macapa, Noord Brazilië, is de elektriciteitsvoorziening ook met palen en draden door de lucht
geregeld. Niet alleen de elektriciteitsmeters hangen aan de palen, ook transformatoren en
straatverlichting hangen er aan. In een flatgebouw, tegenover het ziekenhuis aan de Avenida
Almirante Barroso, staan op de galerijen overal stapels airco units. Ook op daken en aan de zijgevels
a de huize e i kels la gs die st aat zij ai o s te zie . “o
ige daa a zij i ee g of s hui
of gekruist spijlenwerk box wat verdekt opgesteld. Verder staat bij veel huizen in de achtertuin een
ate to e tje. E staat ij eel daa a ee lau e ak o e op et FO‘TLEV e op. Op ee a
die watertorens bij nr. 1213 is een schotelantenne te zien.
Watertorentje met schotelantenne in Macapa, Noord Brazilië. (Bron: Google street view)
*Aan de Calle 5 In het plaatsje Garzon in het zuiden van Colombia staat het kamer van Koophandel
gebouw. In de straatzijn diverse schotelantennes te zien. Aan de gevels van de huizen zijn overal
kleine kastjes te zien waarachter zich de stoppen en een elektriciteitsmeter bevindt, te herkennen
aan de draaischijf en het kijkvenstertje in het deurtje. Via een palen en draden systeem in de open
lucht is er toevoer naar alle huizen. Hoewel het plaatsje nagenoeg precies op de evenaar ligt zijn er
gee ai o s te zie .
*In het plaatsje Nanum, hoog in het Noordoosten van Australië is aan de Alstonia drive een enkele
zonnecollector op een dak van een bungalow te zien. Ook staat er een enkele schotelantenne op het
dak. Tegen de zijgevel op de grond, wat uit het zicht, staan bij een van de huizen 2 airco units. Een
45
straat verder, aan de Pandanus Parade, hangt er een aan de voorgevel en bij de buren ligt een
zonnecollector op het dak. In de zelfde straat zijn er nog een paar.
*In het Noordelijk gelegen plaatsje Husavik op IJsland is hier en daar een schotel antenne te zien. De
meeste huizen hebben er een yagi antenne zonder richtmotor. Op het dak staat op ongeveer de helft
van de huizen een schoorsteen. Voor elk huis is een metalen kastje aan het hek op de stoep te zien.
Hier komt de elektriciteit binnen. Er aan vast zit een geel-zwart geblokte paal van circa 1.5 meter die
ook in de winter nog boven de sneeuw uitsteekt. Aan de Gardasbraut, aan de overkant van nr. 34, is
een buitenunit tegen de zijgevel op de grond geplaatst. Hoe de huizen worden verwarmd is bij de
huizen zonder schoorsteen niet zichtbaar.
*Op het Zuider Eiland van New Zealand in Bluff, een plaatsje op de zuidelijkste punt, staan overal
telefoon en elektriciteitspalen met straatverlichting. Veel antennes van verschillende soorten. Geen
zichtbare nutsvoorzieningen aan de huizen, wel veel schoorstenen. Geen enkel zonnepaneel of
buitenunit, wel brievenbussen aan de straat.
*In de toeristenplaats Cascais ten westen van Lissabon in Portugal wemelt het van de airco units aan
de gevels. Op een van de in vrolijke kleuren geschilderde gevels aan de R.Frederico Arouca in het
centrum hangt een oud en roestig exemplaar van het merk General Electric. In de buitenwijken is
hier en daar op het dak een zonneboiler te zien.
2015 Roestige General Electric airco aan de R Frederico Arouca in Cascais, Portugal
*Aan de zuidrand van Siberië, 100 km van Mongolië aan de M54, in de plaats Kyzyl staan die telefoon
en elektriciteitspalen met straatverlichting er ook. Even verderop aan de A162 is een enkel gebouw
met at ai o s aa de ge el te zie tussen heel veel houten huizen met golfplaten daken.
46
*)o de ee kijkje te e e i de stad a de zo i Hee hugo aa d i Nede la d zou de
wandeling tekort schieten. Google laat ons hier in de steek omdat het project nieuwer dan de Street
ie foto s is. Wel zij e alle lei af eeldi ge te i de e ee NO“ ideo fil pje geeft to h ee
kijkje in het straatbeeld. Opvallend is dat de zonnepanelen haast als een architectonisch
o ge i gsele e t zij toegepast. Ee ela g ijke egel i de o ge i g is if ou a t hide it,
feature it is hie eel uldig toegepast. Ne ge s ee de as og ij deze virtuele wandeling een
verticaal tegen de gevel geplaatste rij zonnepanelen te zien. Ook het over de rand van een plat dak
heen steken van schuin op de zon gerichte panelen was nergens anders te zien.
Een wereldwijde virtuele wandeling, op zoek naar de esthetische norm
*In het Indiase New Delhi is de Google camera wagen maar op een paar plekjes geweest. Alleen op
het nieuw gebouwde complex van de Amity University zijn in sector 125 een paar buitenunits te zien.
Die kunnen op geen stukken na ooit het hele gebouwencomplex koelen.
Het lijkt er ondertussen op dat meer virtuele indrukken opdoen het beeld niet verder verandert.
Wat levert deze wereldwijde virtuele wandeling op?
Mensen raken gewend aan dingen aan hun huis. In veel landen is de grote hoeveelheid
bovengrondse elektriciteit en telecom kabels aan palen en naar de huizen voor Nederlandse
begrippen lelijk.
De rommelige openbare ruimte contrasteert soms met keurig aangeharkte privé tuintjes. In vrijwel
alle landen zijn schotelantennes algemeen geaccepteerd. In de landen buiten het Verre Oosten zijn
duidelijk voor aan de straatkant zichtbare gas en olietanks ongebruikelijk. In veel landen zijn airco
buitenunits zichtbaar aan de gevels.
Minder vaak kiest men er voor om de buitenunits achter het huis of aan een minder opvallende
zijkant te plaatsen en met muurtjes of groen aan het zicht te onttrekken. In de USA is dit
eg e ke in nieuwe wijken tot in de perfectie geregeld, daar toont men nauwelijks iets van de
techniek voor de energievoorziening. Grote uitzondering zijn zonnepanelen en warmtepompen, die
47
worden ook bij de nieuwste projecten duidelijk zichtbaar en onder allerlei hoeken op de daken
geplaatst.
Jaren dertig stijl behouden
Omdat een jaren dertig huis esthetische waarde blijkt te hebben (Kingma, 2012) is het zoveel
mogelijk behouden van het jaren dertig uiterlijk ook een aspect van toekomstbestendigheid.
Voor huis 1938 is dan ook van belang om te nemen maatregelen in het kader van duurzaamheid zo
min mogelijk laten opvallen. Bovendien bieden beschadigingen door eerdere installatie van niet
duurzame appa atuu of zo de espe t ode ise e a het huis ee ka s oo he stel a
esthetisch belangrijke kenmerken.
Uitgangspunten
Energievoorziening en telecom leidingen gaan zoveel mogelijk ondergronds. De noodzakelijke
bovengrondse leidingen komen in een mantel langs de gevels en hebben een schutkleur. Tanks
kunnen in een speciale voorziening achterom of op een zolder staan zodat ze niet zichtbaar zijn.
Apparatuur die aan de gevel moet
hangen kan met een houten spijlenwerk
in passende stijl aan het oog worden
onttrokken.
Aan het huis aan te brengen nieuwe
buitenmuren, binnenwanden en
dakdelen worden in de zelfde stijl
gehouden. Zo is rode baksteen met de
oorspronkelijke gesneden voeg
opnieuw toepasbaar.
Ook de Tuile de o d dakpa e
et
hun kenmerkende rood-oranje kleur
zijn nog goed verkrijgbaar. Er zal geen
gebruik worden gemaakt van groene
dak bedekking zoals sedum. De
bestaande dakconstructie is
waarschijnlijk niet geschikt voor het
gewicht daarvan.
Houten kozijnwerk is ook nieuw volgens
de oorspronkelijke vormgeving en
specificaties te maken. Het aantal
glaslagen zal echter niet om esthetische
redenen beperkt worden.
Oktober 2011 - De meterkast is een grote doos van schrootjes
en de trapleuning ontbreekt. Overal is CV leidingwerk . . .
48
Verwijderde details
De jaren dertig details die zijn verwijderd in de loop der jaren kunnen niet allemaal teruggebracht
worden in de oorspronkelijke toestand. Dat zou praktische verbeteringen terugdraaien en comfort
verminderen.
Zo zijn de inbouwkasten in de slaapkamers opengewerkt om vocht en schimmelproblemen tegen te
gaan. Zo is de oorspronkelijke gebarsten aanrecht van terrazzowerk uiteindelijk door een granieten
aanrecht met modern leidingwerk vervangen.
De rookkanalen vanuit de woonkamer en vanuit de CV ruimte achter in de voormalige schuur zijn
buiten gebruik gesteld en afgesloten.
Herstelwerk
Een deel van de jaren dertig stijl details, die voor 1984 verloren zijn gegaan, is al in ere hersteld voor
het begin van de transitie. Dit zijn de glas in lood ramenop de begane grond en de openslaande
tuindeuren.
De jaren dertig kenmerken die tijdens de transitie hersteld zouden kunnen worden zijn:
-Zinken hemelwater afvoeren
Er zijn aan de voorgevel nog twee zinken hemelwater afvoeren (h a s) aanwezig. De
o e ige h a s zij a g ijze PVC buis gemaakt.
-Trappaal en leuning in de hal bij de voordeur
Het ontwerp en de precieze maatvoering is bij de buren nog te zien. Daar is het
spiegelbeeld van het huis 1938 ontwerp van de trapleuning behouden gebleven.
-Roedeverdeling in het zijraam in de hal bij de voordeur
Ook de oorspronkelijke roedeverdeling is behouden gebleven bij de buren.
-En-suite schuifdeuren in de woonkamer
De en-suite deuren zijn in 1984 verwijderd en lang bewaard. Na bijna 20 jaar is een van de
twee deuren op een andere plaats ingezet. De andere was zodanig beschadigd dat herstel
niet meer mogelijk was. Het originele hang en sluitwerk is wel behouden gebleven en
deels elders in huis nog in gebruik. Bij de buren zijn de deuren nog in oorspronkelijke staat
te zien.
-Het interieur
Zonder het huis in een museum te veranderen kan in het interieur wel een en ander
verfraaid worden door accenten te leggen bij oorspronkelijke details, terugdringen van
e uili g doo ij oo eeld leidi g e k e de keuze a appa atuu e
eu ilai i de
inrichting die meer past bij de jaren dertig stijl. De zeer nadrukkelijk aanwezige centrale
verwarming ontsiert het huis . . .
49
V Planning
Werkplan
Uit het hierboven beschreven keuzeproces ontstaat een werkplan dat uit zeven fasen bestaat. De
fases t/
zij ge i ht op de ui k- i s . De eperking van warmteverliezen en besparing op
elektriciteit, en het duurzaam opwekken daarvan, bieden de beste mogelijkheden. Deze fases
verdienen zichzelf terug. De prioriteit is vervolgens gegeven aan het verhogen van het thermisch
comfort in de meest gebruikte ruimten in het huis: woonkamer en uitbouw. Daarna zijn er twee fases
6 en 7 die op meer principiële gronden de duurzaamheid nog verder vergroten en uiteindelijk
moeten leiden tot een toekomstbestendige, loskoppelbare en energie neutrale jaren dertig woning.
Tenslotte is er fase 8 die alleen esthetisch van belang is en beoogt de jaren 30 stijl te herstellen waar
dat kan.
Make or buy
De uitvoering van het werk begint in oktober 2012 met de een rekenmodel, ontwerpberekeningen
en ontwerp tekeningen ten behoeve van offerte aanvragen. De keuze voor zelf doen of uitbesteden
is epaald olge s de o e egi g at je zelf ka doe , doe je zelf . Het gaat o zinvol investeren
in de woning en de aangebrachte systemen moeten degelijk en betrouwbaar zijn. Techniek inkopen
en voorbereidend werk daar waar mogelijk zelf doen is financieel ook raadzaam. Ingewikkelde
installatiewerkzaamheden kunnen het best worden uitbesteed. Leveranciers geven ook een garantie
en zijn bij problemen goed toegerust voor snel uitvoeren van reparaties. Voor de realisatie van het
plan tot en met fase 7 is vier jaar tijd uitgetrokken.
Projectenlijst
De afwegingen om tot een systeemkeuze te komen maken een zoektocht in een onbekende en sterk
veranderende wereld van vernieuwende ideeën en duurzame ontwerp concepten nodig. De
beoordeling van de geschiktheid van nu in de markt verkrijgbare componenten hiervoor is niet
eenvoudig. Dit is vooral omdat die op traditionele wijze op onderdeelniveau worden gepresenteerd
en de interpretatie van de specificaties veel technische kennis vraagt. Inzicht in verschillende
systeemconcepten verkrijgen en die onderling op prestaties vergelijken is vrijwel ondoenlijk. Al met
al zijn de voorbereidingen en het systeem ontwerp een gecompliceerde zaak. Bovendien is het
schieten op een bewegend doel, tijdens het project komen allerlei nieuwe producten op de markt,
ontstaan nieuwe inzichten, wordt aan subsidie regelkranen gedraaid en vertonen de prijzen grote
veranderingen. Een samenhangende advisering bij ontwerp en uitvoering zoals voor dit huis 1938
sustai a ilit ake-o e p oje t zou prachtige kansen voor een nieuw type bedrijvigheid in de
consultancy bieden. In deze studie moet het nog allemaal ontdekt gaan worden vanuit het
gezichtspunt van een beginneling. Sommige van de aan de start bedachte deelprojecten haalden het,
andere niet. Tussentijds ontstonden er ook nog een paar.
De status aan de eindstreep na vier jaar is met kleuren aangegeven: x gereed x loopt x gestopt.
De deelprojectenlijst ziet er als volgt uit:
(1)-Drie laagse beglazing
(1.1)Voorzetramen begane grond
(1.2)Voorzetramen 1e verdieping
(1.3)Binnenramen begane grond en badkamer
50
x
x
x
(1.4)Lichtkoepels
(2)-Aanbrengen van spouwmuurisolatie
(3)-Installeren van een 9 PV-zonnepanelen systeem
(4)-Nemen van diverse technische besparingsmaatregelen
(4.1)Zuiniger wc spoelbak
(4.2)Mechanische deurbel
(4.3)Gebruik van apparatuur beperken
(4.4)LED licht op begane grond
(4.5)Aanbrengen isolatie op houten buiten vlakken
(4.6)Verbetering isolatie in uitbouw
(4.7)WC beneden isoleren
(4.8)Verbetering dak isolatie op zolder
(4.9)Verbetering vloerisolatie en opvullen kruipruimte
(4.10)Aanbrengen vloerisolatie uitbouw
(4.11)Tochtwering
(4.12)Koudebruggen
(5)-Warmtepomp systeem
(5.1)Warmtepomp systeem uitbouw achter
(5.2)Warmtepomp systeem woonkamer en 1e verdieping
(5.3)Warm tapwater
(5.4)Duurzamer koken
(6)-Regenwater systeem
(6.1)Eco-toilet op de begane grond
(6.2)Regentonnen bij de veranda en de kas
(6.3)Rioollozing verkleinen
(6.4)Cisterne en leidingen voor regenwateropvang
(6.5)Filters voor grijs & drinkwater winning uit cisterne
(7)-Uitbreidingen en verbeteringen
(7.1)Zuiniger en duurzamere apparatuur kiezen
(7.2)Uitbreiding met PV zonnepanelen
(7.3)Windgenerator plaatsen
(7.4)Systeem stroomregelaar
(7.5)Energieopslag systeem plaatsen
(7.6)Autolaadpunt plaatsen
(7.7)Gas loskoppelbaar maken
(7.8)Water loskoppelbaar maken
(7.9)Elektra loskoppelbaar maken
(7.10)Open ontwerp voor nieuwe technologie
(7.11)Windgedreven ventilatie
(7.12)Warmteterugwinning uit ventilatie
(7.13)Recycling hok
(7.14)Wat te doen bij uitval ?
(8)-Herstel van jaren dertig details
(8.1)Het interieur
(8.2)Zinken hemelwater afvoeren
51
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
(8.3)Trappaal en leuning in de hal
(8.4)Roedeverdeling in het zijraam in de hal
(8.5)En-suite schuifdeuren in de woonkamer
(8.6)Hang en sluitwerk
(8.7)Kabels en leidingen aan de gevel
(8.8)Verwijderen verwarmingsinstallatie
Deze deelp oje te i deli g is i
nummering gebruikt.
x
x
x
x
x
x
VI es h ij i g a de uit oe i gsfase hie o de als hoofdstuk-
De figuur hierboven toont de belangrijkste isolatiemaatregelen in huis 1938 bij de verschillende
o st u ties e hu s hil oppe lakke i o e zi ht.
Een groene krul geeft aan dat het klaar is. Een rode X geeft aan wat voor onbepaalde tijd is uitgesteld
of niet zal worden uitgevoerd. Een blauwe V geeft aan dat de situatie volgens plan ongewijzigd blijft.
Kostenraming
Voor de realisatie van dit projectplan is aan het begin van deze studie een snelle afname van de
totale gas, water en elektra verbruikskosten van 2600 euro per jaar naar rond 800 euro per jaar als
doel gesteld.
Voor de 21 tot dan toe gedefinieerde deelprojecten is eind 2012 een eerste budget opgesteld. Het
budget is later opnieuw ingedeeld en opgesplitst in twee delen voor de projecten onder fases 1-6 en
die onder fases 7-8.
Om de uitvoering van alle werkzaamheden en de aanschaf van apparatuur te kunnen bekostigen was
voor de fases 1 t/m 6, volgens een eerste ruwe kostenschatting, 25595,- euro nodig. Dit is wat meer
dan de gemiddelde raming van 20.000 eu o aa t a sitie kosten over 20 typen woning uit een
recente studie. (Rotmans,2012)
Het totaal is echter aa e kelijk i de da de doo De E e giesp o g (Energiesprong.nl)
geschatte kosten om particuliere oudere woningen energieneutraal te maken. Deze kunnen oplopen
tot 60.000 à 90.000 Euro. Wel wordt verwacht dat er 30 a 40% daling kan optreden bij het doorlopen
van de learning curve bij bouwbedrijven. (Kasteren, 2013) De werkelijke kosten per woning -als de
52
transitie eenmaal goed op gang is- zullen vermoedelijk dus toch 40.000 à 50.000 Euro bedragen.
Wellicht zijn de kosten voor een groep NOM woningen op Texel van 35.000,- Euro per stuk een
indicator van nog lagere kosten. (Naald en Opzeeland, 2015) Ook Urgenda noemt dit bedrag bij het
plan om 100 huizen in Wormerveer klimaat neutraal te maken. (NOS.nl, 2015)
In de loop van 2015 ontstaan nieuwe mogelijkheden door financiering van projecten uit verminderde
nutskosten en overwaarde in de woni g. Ee
ul op de ete upg ade oo ee ja e
-80
woning kost circa 45.000,- Euro. Binnen 10 werkdagen krijgt de woning isolatie en een nieuwe
technische installatie, alles afhankelijk van het type woning. (onshuisverdienthet.nl)
Voor de particuliere woningbezitter is dit een aanzienlijk bedrag dat niet zo maar beschikbaar
is. Hier blijkt de noodzaak van goed financieel en technisch advies. De E e giesp o g is ee
initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Het is gericht op
stimuleren van innovatie om de ambitie richting energie neutrale gebouwen te realiseren. Een
eenmalige uitgave getiteld Huis vol energie geeft ee i ulli g a at e e gie eut aal is e
welke doelstellingen een particuliere woningbezitter zich in dat kader kan stellen. Ook zijn er
technische berekeningen voor professionals in opgenomen die de haalbaarheid laten zien. (Witkamp
et al, 2011) Er is een begin gemaakt met advisering over duurzaamheid en renovatiekosten voor
leden van het Renda kennisplatform voor de bouw. (Renda.nl) De bouwbranche zou zich duidelijk
nog meer op de transitie moeten gaan richten, zeker gezien de economische malaise. Enkele
plaatselijke initiatieven, gericht op advisering en communicatie komen in 2015 van de grond.
(onshuisverdienthet.nl) Per 1 januari 2016 komt met de ISDE subsidie ook voor de particulier geld vrij
voor warmtepompen. (RVO.nl)
De fases 1 , 2, 3, 5 en 6 zijn bedoeld om met grote stappen het gas, water en elektragebruik terug te
dringen en zo budget voor de vervolgstap 7 vrij te maken. Stap 4 bevat veel zelf uit te voeren doehet-zelf werk maar brengt relatief weinig kosten met zich mee. Deze stap is over 4 jaar te
verspreiden. Stap 8 gaat niet over de duurzaamheid maar over het jaren dertig karakter van huis
1938 en blijft hier dus verder buiten beschouwing.
Het bepalen van een terugverdientijd of een rendement op de investering voor de stappen 1
t/m 6 is aan het begin van de transitie nog onzeker. Wanneer de huidige energieprijzen worden
gebruikt in de berekening is de terugverdientijd ongeveer 11 jaar. Als de energieprijzen in het zelfde
tempo verder stijgen omdat olie schaarser wordt en dus duurder, en de gasprijs naar verwachting
meestijgt, net als de verdubbeling in de afgelopen 10 jaar, zal deze terugverdientijd dalen naar
minder dan 10 jaar. Deze terugverdientijd is aanmerkelijk korter dan de gemiddelde levensduur van
de aan te schaffen apparatuur. Niet alleen voor de duurzaamheid maar ook financieel lijkt het
werkplan voor de fases 1 t/m 6 dus zinvol.
De beslissing om deze fases uit te gaan voeren hangt ook af van de financiële situatie van de
eigenaren/bewoners. In plaats van weer een hypotheek of een lening bij de bank af te sluiten is omdat dat kon - bij het huis 1938 project gekozen voor het uit eigen vermogen betalen, gespreid
over 4 jaar tijd. Dat betekent gemiddeld 470 euro per maand. Dit is een bedrag dat een gemiddeld
huishouden niet zomaar kan vrijmaken. Er blijken eind 2012 ook geen specifiek op dit soort projecten
afgestemde financiële diensten in de markt te zijn. (Kasteren, 2013) Wel zijn er diverse soorten
leningen mogelijk die aan een vorm van hypotheek of aan een persoonlijke lening vast zitten.
(energiesubsidiewijzer.nl) Er zijn in de loop van het project enkele financieringsvormen bijgekomen,
met name hypotheken bedoeld voor g oe e , duurzame en energie gerelateerde leningen.
(verbeteruwhuis.nl)
53
De beslissingen voor de uitvoering van de fase 7 projecten zijn nog apart te nemen. Ze zijn
meer ingegeven door de idealen van duurzaam, zelfvoorzienend en onafhankelijk zijn, en ze zijn
duidelijk minder ingegeven door financiële overwegingen.
Tijdens de uitvoering van de projecten ontstaat steeds meer inzicht in de kosten. De opsplitsing in
deelprojecten, hun startdatum en hun looptijden kunnen tussentijds aangepast worden als er
overschrijding van de eerste kostenraming optreedt.
Over de fase 8 projecten, herstel van jaren dertig stijlkenmerken, is geen nadere toelichting
meer nodig. Deze zijn financieel eenvoudigweg niet meegenomen. Ze maken het comfort in het huis
misschien beter maar zijn niet echt van invloed op de duurzaamheid. De keuze van de gebruikte
materialen is wel een punt. Er is steeds FSC hout gebruikt en verf op waterbasis.
Huis 1938 en de vanaf 1 oktober 2012 geplande thermische isolatie projecten.
Medio 2014 bleek het 1e budget niet langer bruikbaar als sturingsmiddel. Het budget werd bijgesteld
omdat er een aanzienlijk verschil tussen de geplande en gerealiseerde deelprojecten was ontstaan.
Het 2e budget viel aanmerkelijk hoger uit door het er bij betrekken van fase 7 deelprojecten en door
enerzijds uitbreiding van deelprojecten en anderzijds wegvallen van deelprojecten.
Het eerste budget aan het begin van de transitie in 2012 en het tweede budget van halverwege de
transitie in 2014 zien er als volgt uit. De gestopte deelprojecten zijn met -x- aangegeven.
Onder de gestopte deelprojecten zijn ook de cisterne met waterfilters en de laadpaal voor een
elektrische auto die op langere termijn wellicht nog gerealiseerd zullen worden. Dat valt dan buiten
de kaders van de ase stud e ade i g die oo deze t a sitie zij astgesteld.
54
Vergelijking van het eerste (2012) en het tweede (2014) budget
Hfst
Nr
2012
Nr
1.1-4
2.
3.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
4.8
4.9
4.10
4.11
4.12
5.1
5.2
5.2
5.3
5.4
6.1
6.2
6.3
6.4,6.5,7.8
7.1
7.2
7.2
7.3
7.4,7.5,7.9-10
7.6
7.7
7.11-12
3
3laags glas/lichtkoepels
2
Isoleren Spouwmuren
17,18 Zonnepanelen fase 1
19,20 Doorspoelblok/perlatoren
15
Mechanische deurbel
9,14,16 Gebruik beperken
8
Zuiniger verlichting
Isoleren houten vlakken
5
Na-isoleren uitbouw
1
Isoleren WC beneden
5
Na-isoleren zolder
4
Na-isoleren vloer woonk.
4
Na isoleren vloer uitbouw
Tochtwering
Koudebruggen
6
Warmtepomp achter
6
Warmtepomp woonkamer
6
Warmtepomp 1e verd.
Elektrische zonneboiler
12,13 Elektrisch koken
21
Grijs eco-toilet
Regentonnen
Rioollozing verkleinen
Cisterne en Water filters
10,11 Zuiniger apparatuur
Zonnepanelen fase 2
Zonnepanelen fase 3
Windgenerator
Accubatterij en regelaar
Oplaadpaal tbv auto
7
CV en gas weg
Wind ventilatie en wtw
Deelproject
Totaal
55
2012
1e Budget
Euro
2014
2e budget
Euro
Categorie
2560
2400
7000
10
20
5
100
0
1000
200
1000
800
0
0
0
4000
4000
2000
0
0
500
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
_____+
25595
1392
2491
3982
12
50
5
114
186
569
-x1000
10427
-x5
0
5572
5000
2000
2400
368
58
115
0
-x1478
3982
1300
-x-x-x0
-x_____+
42506
gas
gas
elektra
water
elektra
elektra
elektra
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
water
water
water
water
elektra
elektra
elektra
elektra
elektra
elektra
gas
elektra
VI Uitvoering
(1)Drie laagse beglazing
Vanaf de jaren tachtig is, op twee kleine raampjes na, overal dubbel glas geplaatst in huis 1938. Het
gevelaanzicht is er niet door aangetast, het interieur ook niet.
Er zijn voor vervanging van enkel glas en voor nieuwe ramen verschillende lichtingen dubbel glas
geleverd door verschillende bedrijven.
De woonkamer is bij de vervanging van enkel glas eerst aangepakt in 1987, pas 10 jaar
daarna, in 2007, is dat ook op de 1e verdieping gedaan.
Op de dubbel glas ramen in de woonkamer staat THE KMU VE‘‘E
. Hieraan is 1987 wel, maar
de kwaliteit niet te herkennen en dus moet aangenomen worden dat het een Ug waarde van
ongeveer 2.0 W/m2K heeft. Dit glas is door een plaatselijke glaszetter aangebracht en de herkomst is
niet bekend.
Na het ombouwen tot studeerkamer van de schuur waar de CV ketel staat is in de zijramen dubbel
glas et ode i g Isolide “
aa ge a ht. Ook hie a ko iet ee de
leverancier worden achterhaald. De Ug waarde is op 2.0 W/m2K gesteld.
Op de 1e verdieping is in de spouw van het dubbel glas de elette i g
/ H‘++ U iTop
P e iu
. . +
. .
J‘B CE EN
te zien. In deze codering is 2007 en H‘++ te
herkennen. Dit betekent een Ug waarde van 1.2 W/m2K. Dit glas is betrokken van Brandsma Glas,
een inmiddels niet meer bestaand bedrijf.
De uitbreidingen aan het huis zijn elk meteen van dubbel glas voorzien. Het begon in 1986
met een Ubbink dakraam voor (dit is i.v.m. plaatsing van PV zonnepanelen begin 2013 weer
verwijderd), in 1990 de dakkapel, in 2002 bij de uitbouw aan de studeerkamer achter en in 2006 bij
de uitbouw aan de keuken en woonkamer.
De a e a de dakkapel he e ode FTG / , het jaartal 1990 is wel herkenbaar maar de
kwaliteit niet. Een Ug waarde van 2.0 is ook hiervoor aangenomen.
Bij de uit ou aa de keuke e oo ka e is du el glas toegepast et ee ode i g
/
H‘++ U iTop
+
. .
J‘B . Het jaa
e de k aliteit H‘++ zij he ke aa .
De glas leverancier was eveneens Brandsma.
Voor de studeerkamer uitbouw achter, gedaan in 2006, is door de kozijnen fabriek dubbel glas
meegeleverd in een uit oe i g The o el AM
. Dit lijkt van Glaverbel te zijn, immers die
fabrikant voert nu deze merknaam. Een vraag aan hun Nederlandse verkoopmaatschappij AGC Flat
Glass Nederland in Tiel op 20 augustus 2013 over de Ug waarde, levert op 21 augustus 2013 als
antwoord op: voor jaren negentig dubbel glas is een indicatie Ug= 1.6 – 2.8 W/m2K. De AM 4008
codering wordt echter niet (meer) herkend door AGC.
Hede daags d ielaags H‘ glas ka ee U-waarde van 0.4 - 0.7 W/m2K halen afhankelijk
van vulling en coatings. (Groothoff, 2012) Er is, mede gezien de kosten, besloten het bestaande
dubbel glas te behouden. Hiermee is nog een grote stap i de i hti g a de Passi e house o
te maken. Voor een compleet venster, kozijn en glas, schrijft die norm een K waarde minder dan 0.85
W/m2K voor. (Feist, 2012) Voor 3 laags glas bestaand uit dubbel glas met een voorzetraam op circa
10 mm afstand bereikt de berekende K-waarde in het slechtste geval 1.3 W/m2K maar is bij de HR++
ramen naar schatting rond 0.85 W/m2K en haalt dus de norm, zeker als er een goed isolerend kozijn
meegerekend wordt.
56
(1.1)Voorzetramen begane grond
Detail de 3e laag zit aan de binnenkant voor het dubbel glas.
September 2015 - Een schoonmaakbeurt waarbij de 3e
glaslaag er even af moet.
Naar drielaags glas gaan betekent dus een voorzetraam plaatsen. Er is hier afgezien van speciale
coatings en voor gewoon 4 mm glas gekozen. Het aanbrengen van voorzetramen aan de binnenzijde
van het bestaande dubbel glas is een secuur werkje dat bij elk raam weer anders is. Van Dijk, een
glasbedrijf gevestigd in de buurt van huis 1938, snijdt de 4 mm glas platen voor de voorzetramen op
maat. In eigen beheer worden bij de doe-het-zelf winkels in de buurt kit, glasband, verf, latjes,
spijkertjes en schroefjes gekocht. Het glas kan het best in eigen beheer worden geplaatst. Goed
schoonmaken met spiritus voorkomt onbereikbare maar decennia lang zichtbare vingerafdrukken. Bij
een paar ramen in de woonkamer moet het schoonmaken in mei 2014 nogmaals gebeuren. In
september 2015 is het nodig in de uitbouw achter.
Het plaatsen van de voorzetramen, stuk voor stuk, kamer voor kamer, verdieping voor verdieping,
duurt een paar maanden. Om condens te voorkomen wordt dit in de koude winterperiode, en dus
met droge verwarmingslucht in huis, gedaan. De totale kosten voor alle voorzetramen zijn naar
schatting 1100 euro. Niet bij alle ramen is een derde laag zinvol. Omdat de zolder als onverwarmde
wasdroogruimte met een permanent open raam in gebruik is heeft plaatsen van voorzetramen over
het bestaande dubbel glas daar weinig zin. Op de achterdeur is het te kwetsbaar en door het
spijlenwerk thermisch ook minder zinvol.
Niet overal ging het plaatsen van een extra glaslaag probleemloos. Het voorzetruitje over het
enkellaags geslepen glas in de voordeur leidt s i te s tot wat condens vorming. Op 20 april 2013
waren er 22 voorzetramen op de begane grond geplaatst. De roedeverdeling op het zijraam in de hal,
een ontbrekend origineel detail, werd op 16 augustus 2013 opnieuw over het 3 laags glas
aangebracht.
(1.2)Voorzetramen 1e verdieping
Met name in de badkamer is het s i te s te koud. Daar zijn twee buitenmuren en twee grote
ramen die extra isolatie nodig hebben. De muren kunnen via spouw isolatie worden aangepakt maar
de ramen hebben een voorzetraam nodig om tot 3 laags beglazing te komen. In de twee slaapkamers
en het halletje is het plaatsen van voorzetramen eveneens mogelijk en zinvol tegen warmteverliezen.
57
Op de kamer naast de douche op de 1e verdieping stond aan het begin van het project een
droogrekje bij het open raam. Dit is, net als de waslijnen op zolder, een gevolg van het buiten gebruik
stellen van de wasdroger. De was droog plaats op zolder wordt per 21 maart 2013 uitgebreid zodat
het raam in de slaapkamer achter op de 1e verdieping dicht kan. Dit betekent dat op de 1e verdieping
toch nog een interessante winst mogelijk is door een 3e glaslaag aan te brengen. Eind april 2014
wordt begonnen met de glaslatten op de 1e verdieping. Alleen de oude balkondeur in de slaapkamer
achter blijft - ook vanwege de kwetsbaarheid – zoals hij is met dubbel glas. Op 27 mei 2014 is het glas
voor de 8 voorzetramen op de 1e verdieping door VanDijk afgeleverd. Op 30 mei 2014 zit het er in.
1 mei 2014 Fabricage van glaslatjes voor de ramen op de 1e verdieping
(1.3)Binnenramen woonkamer en badkamer
In huizen van honderden jaren geleden werden ze ook al toegepast: binnenramen of vitrines. Ze
bestaan uit enkel glas in een slank uitgevoerd extra raamkozijn dat naar binnen opendraait met een
afstand van circa 10 cm tot de gewone beglazing in de buitenmuur van het huis. Het open kunnen
doen is nodig voor schoonmaken. Het aanbrengen er van voor een 3-laags venster leidt tot 4-laags
beglazing en het halen van de passive house norm.
Binnenramen zijn goed toe te passen bij ramen die vrijwel altijd gesloten zijn. In de 10 cm lucht in de
tussenruimte is - in theorie in elk geval - zelfs plaats voor siervoorwerpen.
In de woonkamer is een geschikte plaats voor een binnenraam midden in de zijgevel. Dit verhoogt
het comfort in de zithoek. In de badkamer op de 1e verdieping zitten twee openslaande ramen die op
het Noorden gericht zijn. Het comfort in de badkamer is -ook in theorie- met het plaatsen van
binnenramen te verbeteren. In praktijk staat er echter altijd een raam open in de badkamer,
uitzonderingen zijn er alleen bij strenge vorst in de wintermaanden.
O dat de hie o e ge oe de ka didaat a e ook al a laags glas zulle o de oo zie is
de energiebesparing door een 4e laag glas en een luchtspouw van 10 cm relatief klein terwijl de
hoeveelheid werk relatief groot is. Dit project is daarom voorlopig voor onbepaalde tijd uitgesteld.
Wel zijn er in de woonkamer op 25 augustus 2015 shutters binnen voor het zijraam geplaatst.
(1.4)Lichtkoepels
Het zo dicht mogelijk bij de transparante polycarbonaat koepel dagmaat aansluiten houdt de aan te
brengen extra beglazing kleiner van afmeting en dus lichter in gewicht. Er is hier om praktische
redenen voor inkopen van dubbel glas gekozen. Een houten steunframe met een brede sponning is
hierbij nodig. EPS isolatieschuim is toegepast om de dunne kunststof opstanden na te isoleren. Dit
58
materiaal is met lijm en multiplex plaat aan het houten steunframe te bevestigen. Een damp
remmende laag is bij EPS niet noodzakelijk, dampdicht afkitten langs de omtrek wel. De K-waarde
van de lichtkoepels zakt hierdoor volgens berekeningen van 2.80 W/m2K naar 1.00 W/m2K.
Glasleverancier Van Dijk attendeert op de mogelijkheid om ook een geluiddempend folie aan te
brengen. Na enig zoeken blijkt dit kant en klaar leverbaar. De Phonibel asymmetrische dubbele
beglazing met gelaagd glas haalt een Rw van 50 dB terwijl normaal dubbel glas 29 dB haalt. Het is een
product van Glaverbel. Het pakket bestaat uit een laag glas van 6 mm, een spouw van 12 mm, een
sandwich van twee 4 mm glaslagen met een 1mm PVB folie er tussen, en is in totaal dus 27 mm dik.
(Intermaat.nl, 2013)
Dit gewichtige glaspakket vereist een stevige ondersteuningsconstructie. Het glas vergt een goede
oplegging langs de omtrek. Met 10 mm oplegging moet de afmeting van het glas 92x 92 cm of meer
zijn o de dag aat a de li htkoepel, en dus de hoeveelheid binnenvallend licht, te behouden.
Een lichtere constructie die toch veilig is kan misschien ook.
Als het glas breekt boven de eetkamertafel of boven de keukenvloer kan het de bewoners eronder
raken. Dit risico is met veiligheidsglas te vermijden. Een folie die aan het glas zit gelijmd houdt dan de
stukken bijeen en het raam valt niet naar beneden.
Op 22 augustus 2013 gaat een vraag naar Glaverbel verkoopmaatschappij AGC Flat Glass Nederland
in Tiel over een geschikt type voor onder de polycarbonaat lichtkoepels. Daags er na volgt een
advies: een samenstelling van twee heldere veiligheidsglas lagen van 4 mm en 16 mm lucht er tussen
levert 30 dB(A) geluidsreductie op. De Ug waarde is 2.7 W/m2K. (yourglass.com) Deze komt in serie
met de Ug waarde van de bestaande koepel en samen levert dit voldoende thermische isolatie op.
AGC verstrekt verder nog informatie over gelaagd enkel glas, geluidsisolatie van dubbel glas en
speciaal geluidwerend dubbel glas met geluidsreductie waarden tot 50 dB(A). De bijdrage van de
folie is tot circa 2 dB(A) beperkt. De glasdikte en luchtlaag blijken het meest bepalend te zijn.
Voor prijs en levertijd moet een plaatselijke glas leverancier benaderd worden.
23 juli 2014 Montage van de draagframes
25 augustus 2015 Shutters voor het zijraam
I
ei
o dt dit aagstuk oo gelegd aa glasle e a ie Va Dijk. )ij ad ise e gelaagd glas
dat bestaat uit 2 lagen van 4 mm glas en daartussen een folie. Het belangrijkste daarbij is de
59
veiligheid. Gelaagd glas valt bij breuk niet in kleinere stukken uit elkaar en, in het geval van een
lichtkoepel, naar beneden. In de afvalbak bij VanDijk liggen een paar stukken kapot gelaagd glas en
die laten dat inderdaad zien. Met een laag gelaagd glas zijn, via het gewicht en de luchtlaag, de
belangrijkste factoren voor geluidswering te realiseren. Dit gaat dus het ontwerp bepalen. De FSC
houten rand waar het gelaagd glas op rust moet de licht opening niet kleiner maken. Verder is de
glasplaat zwaar en dat gewicht moet stevig aan de plafondbalken bevestigd zijn. Verder is de
kunststof opzetrand ook een bron van geluid en van koude lucht in de woonkamer. De rand zal het
isolatiemateriaal daarvoor eveneens moeten ondersteunen. Met 12 mm multiplex en 50 mm EPS en
randen uit grenen latten is dit uit te voeren. Op 5 juli 2014 begint het timmerwerk aan de twee
draagframes. Op 23 juli 2014 zitten die op hun plaats. Op 3 oktober 2014 is het glas op maat
geleverd: twee lagen van 3 mm met 0.2 mm folie er tussen. Het glas gaat er op 2 december 2014 in.
(2)Spouwmuur isolatie
Huis 1938 is uitgevoerd met spouwmuren, rond 1930 in Nederland en omliggende landen ingevoerd
om vochtdoorslag naar binnen door regen op de buitenmuur te voorkomen. (Meeusen, 2006) De
tussenruimte tussen binnen- en buitenblad, de spouw, blijkt circa 6 cm te zijn en goed afgewerkt.
Risico van koudebruggen, vochtdoorslag en schimmelvorming via in de spouw achtergebleven puin
of cement is dan ook niet aan de orde. Ook zijn er geen damp remmende stenen of een glazuurlaag
toegepast. Wel ventileert de kruipruimte via de spouw. Er is dus toegang nodig naar de kruipruimte
in verband met de keuze van de plaats voor nieuwe ventilatie openingen naar de buitenlucht. Onder
het gasfornuis in de keuken zit een toegangsluik. Vanuit die plek is elke plaats in de kruipruimte -met
enige moeite- bereikbaar.
26 januari 2013 Spouwmuurisolatie aanbrengen
60
De keuze van het juiste type materiaal is snel gemaakt: polyurethaan schuim. (Meeusen, 2006) De
kieren rondom alle kozijnen binnen en buiten moeten dicht gekit worden omdat anders het dun
vloeibare polyol en isocyanaat mengsel er uit kan lopen voor ze samen tot schuim expanderen. Kit
wordt in december 2012 in eigen beheer aangebracht, ruim van tevoren zodat het op tijd uitgehard
is. Op basis van de van tevoren onderzochte prijsniveaus blijkt de aanbieding van Pluimers, van 2462
euro voor het totaal van 67 m2 spouwmuur prijstechnisch goed bruikbaar. Op 25 januari, laat in de
middag en 26 januari 2013 s o ge s oeg is het zeer rumoerig rond het huis maar het boren en
vol schuimen komt binnen een halve werkdag af. Er is wel een probleem met de kou. De gaten in de
voegen op snee moeten nog gedicht worden maar cement hardt niet uit bij vorst. Ook het veilig
aanbrengen van nieuwe ventilatieopeningen naar de kruipruimte zonder al borend een leiding te
raken kan niet meteen. Pluimers stuurt een specialist die na een inspectie met een diamantboor drie
ventilatiegaten van 50 mm boort en er buizen in- en roosters voor plaatst. Omdat het net niet meer
vriest kunnen later in de ochtend twee metselaars die dag ook de circa 70 boorgaten in de voegen
dichten. Hoewel de voeg op snee niet minutieus met een voegspijker wordt hersteld is de reparatie
desondanks vrijwel onzichtbaar. Op 14 februari 2013 is de spouwmuurisolatie klaar. De spouw
isolatie loopt tot ongeveer 60 cm onder het maaiveld door, daar rusten binnen- en buitenblad op een
gemetselde fundering.
Het bereikte resultaat is te vinden uit de vergelijking van de K-waarden voor een geïsoleerde
en een ongeïsoleerde spouwmuur. Op de aflever bon staat dat de Rd-waarde voor 6 cm schuim dikte
1.71 m2K/W is, de K waarde bedraagt daarmee 1/1.71 = 0.58 W/m2K, overeenkomend met waarden
uit praktijk onderzoek van 1.52 W/m2K vóór en 0.588 W/m2K na aanbrengen van 6 cm PUR schuim.
(Meeusen, 2006) De warmtestroom door de spouwmuren is dankzij de nieuw aangebrachte PUR
laag met 62% afgenomen.
Het vigerende bouwbesluit schrijft voor dat een buitenmuur een K waarde van 0.4 W/m2K of
minder moet hebben. De norm voor het passi e house ligt nog lager en is 0.15 W/m2K. (Feist, 2012)
Deze waarde is pas bij een grotere isolatie schuim dikte en de afwezigheid van koudebruggen te
bereiken. In de woonkamer is in 1986 tegen de spouwmuur van de zijgevel bij de zithoek een
voorzetwandje geplaatst met 5 cm EPS er in. Op die plaats haalt de K-waarde 0.29 W/m2K.
(3)PV-zonnepanelen
Het huis ligt met de voorgevel naar het zuiden. In het schuine pannendak aan de voorzijde zit aan het
begin van het project een dakraam dat de mogelijke plaatsing van zonnepanelen belemmert. Het
verwijderen van dit dakraam is mogelijk omdat aan de achterzijde een grote dakkapel voor
voldoende licht op de zolderverdieping zorgt. Achter het huis heeft het in de uitbouw opgenomen
schuurtje ook een schuin dak op het zuiden. Bij de lage zonnestand in de winter komt het niet of
nauwelijks in de zon en daarom is het niet geschikt. Achterin de tuin is een werkplaats met een
schuin dak op het zuiden dat veel plaats biedt aan zonnepanelen. Een grote berkenboom die hoog
boven het huis uit torent neemt de zon hier echter voor meer dan de helft van de tijd weg. Deze
boom mag volgens de gemeentelijke verordening zonder kapvergunning worden omgehakt. In het
begin van de winter, voor het eind van 2012 verdwijnt het dakraam en valt de boom.
Een verkenning van de markt leert dat er zonnepanelen aanbod in maten en soorten is. Ook
zijn er voorbeelden van systeemontwerpen op het internet te vinden. De losse componenten zijn
allemaal te koop. (solarnrg.nl) Een elektrisch schakelschema tekenen en de componenten trefzeker
kiezen blijkt zonder specialistische kennis niet eenvoudig te zijn. Ook zijn er grote prijsverschillen. Een
61
via internet te bestellen, als kit leverbaar, systeem met 6 Yingli panelen kost 4030 euro. De
huisleverancier van elektriciteit Eneco biedt een vergelijkbare set van 6 panelen, gemonteerd en al,
voor 4358 euro aan. In de la delijke a tie zo zoekt dak zij
pa ele met toebehoor voor 4250
euro te koop. (Zonzoektdak.nl)
Het blijkt uiteindelijk handig om 9 in de handel verkrijgbare Canadian zonnepanelen met elk
een afmeting van 1 x 1.65 m2 te plaatsen, 6 stuks op de werkplaats en 3 op het huis. Omdat ze een
verschillende hellingshoek hebben is een aparte omvormer nodig voor elk van de twee plaatsen. In
de toekomst is een flinke uitbreiding van het aantal panelen op de werkplaats en het platte dak van
de veranda nog mogelijk.
De gewenste 9 PV panelen met omvormers en toebehoor blijken uiteindelijk voor 4500 euro
geïnstalleerd en wel bij JVBouw te verkrijgen. (JVBouw.nl) Die krijgt dan ook de opdracht. Er zijn
uiteindelijk 3 omvormers nodig die tot een 6+2+1 panelen configuratie leiden. Net als bij de andere
aanbieders moeten de meegeleverde kabels door de tuin wel zelf aangelegd worden, een forse doe
het zelf klus want de afstand van werkplaats dak naar de meterkast bij de voordeur is ruim 40 meter.
Op 30 januari 2013 ligt die kabel er. Op 15 februari 2013 plaatst specialist JVBouw met drie man de
6+2+1 zonnepanelen, twee kleine Enecsys D240 en D480 omvormers op het dak en de nodige
bekabeling naar de meterkast. De winterzon schijnt even op de zes in serie geschakelde panelen
bovenop de werkplaats en er wordt aan het eind van de kabel in de meterkast 215 Volt DC onbelast
gemeten. De daar nog ontbrekende derde, grotere, Omnik 1,5k-TL omvormer plaatst JVBouw op 18
februari 2013 en een elektricien sluit alles in de meterkast op het 220 Volt net aan. Eind van de
ochtend breekt de zon door en loopt er voor het eerst stroom naar het net toe !
De oude meterkast was al jaren aan vervanging toe. Een ingewikkeld nieuw timmerwerkje is nodig
om de contouren van de geplaatste nieuwe meters te volgen. Op 30 maart 2013 is de nieuwe
meterkast geschilderd en wel klaar. De betimmering is met een paar schroefjes los te nemen.
Materiaalkosten voor zonnepanelen zijn voor 15%, maximaal 650 euro per adres, subsidiabel. De
aanvraag is 17 februari 2013 op internet ingediend en twee weken later staat het bedrag van 570
euro op de rekening. (agentschapnl.nl) De netbeheerder zou verder voor circa 100 euro een, in
verband met het salderen van terug geleverde stroom aan het net, geschikte elektriciteitsmeter
moeten plaatsen maar in huis 1938 lijkt de oude draaischijf meter aanvankelijk voldoende. De
elektriciteit leverancier Eneco krijgt over het aansluiten de zelfde dag nog bericht (ref 130218001042). JVBouw wordt nog verzocht om een kWh tellertje na te leveren dat alle door zonnepanelen
geleverde stroom registreert. Op 20 februari volgt de installatie daarvan en betalen we 50 euro.
Het aanmelden voor terugleveren bij Eneco op 18 februari leidt er toe dat er op 27 februari een email van Eneco binnenkomt waarin staat dat dit moet worden opgegeven bij energieleveren.nl.
(energieleveren.nl) Dat gebeurt diezelfde dag nog. Van Stedin wordt op 7 maart een brief ontvangen
waarin staat dat ze een nieuwe meter komen plaatsen en de aanwezigheid van zonnepanelen a 1800
kWp per 28 februari 2013 is geregistreerd (EAN code 871687400010542528). De oude meter is niet
voor teruglevering geijkt en heeft geen apart telwerk voor registratie van teruggeleverde stroom. Het
salderen kan zo niet goed genoeg gebeuren. Op 20 maart 2013 wordt -naast een nieuwe digitale
gasmeter- ook een nieuwe digitale sli
e stroom verbruiksmeter met 4 telwerken gratis door
Stedin geplaatst. De meter geeft de standen zelf door aan Eneco. Als consument is dat een (kleine)
zorg minder. Nadeel voor de consument is dat het niet zo direct duidelijk zichtbaar is hoeveel zonne
energie er opgewekt is. Daarvoor is het met regelmaat registreren van gegevens nodig of het
aanschaffen van nieuwe digitale monitoring hulpmiddelen waarvoor op TV reclame wordt gemaakt.
62
Ook verschaft Eneco zelf na enige tijd automatisch registreren i zi ht i
E e o op de site. (Eneco.nl)
e
uiks ijfe s ia Mij
De zonnepanelen zien er uiteindelijk als volgt uit:
Nieuwe verbruikscijfers
De oude gas- en elektriciteitsmeters zijn op 20 maart 2013 door de Stedin monteur afgelezen om hun
eindstand vast te leggen maar daarvan is geen notitie in Huis 1938 gemaakt. Op de website van
Eneco wordt op 1 mei 2013 bij toeval ontdekt dat de smart meter geactiveerd moet worden om de
details over standen en het gas en elektriciteitsverbruik te kunnen zien. Kennelijk is dit eerder aan de
aandacht ontsnapt.
Op 1 mei 2013 worden daarom direct alle meterstanden afgelezen. De vier aparte Eneco
elektriciteitsverbruik telwerken staan op 78, 88, 73 en 109 kWh. Het door JV-Bouw geplaatste
zonnestroom telwerkje staat op 372,96 kWh. Deze getallen spreken niet voor zich.
Een gebruiksinstructie bij de Landis+Gyr E350 DSMR 2.2+ elektriciteitsmeter, een registratietabel
voor meterstanden en een grafiek van het verbruik zouden meer inzicht moeten verschaffen.
Gebruiksinstructie elektriciteitsmeter
Een gebruiksinstructie voor de geplaatste E350 meter is niet op het internet te vinden. Noch met de
mondelinge instructie, van de monteur die hem plaatste, noch met ervaringsgegevens van bloggers
over soortgelijke meters is te reconstrueren hoe het precies zit. Kennelijk is er ook software in het
spel bij het instellen van de telwerken.
Een vraag aan de Eneco klantenservice is dus op z plaats. Op 7 mei 2013 wordt antwoord op de
vraag over de 4 telwerken ontvangen. Dit alles levert het volgende inzicht op:
De 4 telwerken meter maakt onderscheid tussen hoog en laag tarief. Vervolgens registreert de meter
de import van- en de export naar het net, steeds binnen vastgestelde tijdsintervallen Δt.
Uitgangspunt is dat het opgewekte vermogen uit de zonnepanelen Pzon eerst de installatie in gaat.
Het netto vermogen is bepalend bij zowel import als export. Dit houdt het volgende in:
Als het momentane vermogen, gebruikt door de installatie, Pinst gedurende een tijdsinterval groter
is dan Pzon gaat de stand van het telwerk voor van het net afgenomen import energie, Eimp,
omhoog met: ΔEimp=Δt* Pinst-Pzon). Het vermogen van de zonnepanelen leidt in dit geval niet tot
verhogen op het telwerk voor export energie omdat het net netto aan het huis levert.
63
Het wordt anders als er meer zonne energie wordt opgewekt dan in de huis 1938 installatie wordt
gebruikt. Ook hier gaat het opgewekte vermogen Pzon eerst de installatie in. Blijft er dan nog
opgewekt vermogen over dan wordt dit naar het net geëxporteerd. Het telwerk voor netto geleverde
export energie aan het net, Eexp, gaat da o hoog et: ΔEexp=Δt* Pzo -Pinst). In dit geval blijft
het telwerk voor import gelijk omdat de zonnepanelen netto aan het net leveren.
Registratietabel meterstanden
Enkele weken na de eerste aflezing op 1 mei 2013 worden ze op 22 mei 2013 en 1 juni 2013
nogmaals afgelezen. Samen met de bekende historie van oude meterstanden ontstaat een
interessante tabel met verbruikscijfers voor elektra, gas en water.
Meterstanden
Datum
Elektriciteit
Gas
Zonnepanelen
JVBouw
Telwerk
Tel
werk
Eneco
kWh
Draaischijf Smart meter
Eneco
Telwerk
kWh
Eneco
1.8.1
(1)
Eneco
1.8.2
(2)
Eneco Eneco
2.8.1 2.8.2
(3)
(4)
kWh
kWh
kWh
kWh
Water
Smart
meter
Eneco Tricijn
(1)
m3
m3
m3
2007
18-sep-07
2008
16-jan-08
22-okt-08
2009
1-jan-09
26-sep-09
2010
2-okt-10
2011
21-okt-11
2012
30-sep-12
31-okt-12
2013
23-jan-13
20-feb-13
20-mrt-13
1-mei-13
22-mei-13
1-jun-13
27-jun-13
27-jul-13
68470
45394
479
71802
48065
72479
74611
48906
50460
77370
53108
80038
55779
82409
58233
945
963
0
83609
372,96
510,77
594,08
810,56
1078,54
0
78
111
125
156
192
0
88
112
128
148
185
64
-0
-73
-123
-134
-188
-252
-0
-109
-156
-194
-298
-420
60191 0
364
446
494
535
559
983
986
992
999
28-aug-13
27-sep-13
4-nov-13
1-dec-2013
31-dec-2013
2014
2-feb-2014
3-mrt-2014
31-mrt-2014
29-apr-2014
31-mei-2014
30-jun-2014
31-jul-2014
30-aug-2014
30-sep-14
29-okt-14
30-nov-14
27-dec-14
2015
1-feb-2015
6-mrt-2015
1-apr-2015
26-apr-2015
30-mei-2015
1-jul-2015
29-jul-2015
29-aug-2015
30-sep-2015
30-okt-2015
30-nov-2015
31-dec-2015
2016
1-feb-2016
28-feb-2016
31-mar-2016
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
1324,64
1490,00
1624,43
1665,88
1702,06
237
280
383
505
661
226
277
409
567
741
-295
-318
-343
-346
-347
-538
-621
-670
-675
-676
578
637
777
934
1147
1005
1011
1019
1024
1031
1752,75
1830,90
2002,52
2212,00
2451,95
2703,59
2955,22
3171,34
3358,04
3446.43
3498.50
3525.05
811
941
1029
1097
1167
1204
1241
1285
1337
1403
1522
1663
931
1091
1185
1242
1303
1342
1381
1435
1492
1602
1790
1929
-352
-359
-384
-418
-468
-521
-573
-611
-646
-658
-665
-668
-681
-694
-756
-846
-931
-1042
-1152
-1241
-1325
-1353
-1358
-1360
1392
1592
1719
1791
1866
1884
1901
1929
1954
2024
2184
2333
1037
1044
1049
1054
1061
1067
1072
1078
1085
1091
1097
1101
3561
3666.67
3845.6
4024.55
4323.63
4614.10
4837.83
5084.23
5259.74
5357.70
5404.52
5439
1884
2050
2151
2252
2328
2384
2426
2467
2532
2712
3059
3406
2190
2416
2508
2605
2664
2706
2746
2812
2896
3160
3516
3973
-670
-675
-700
-726
-793
-840
-878
-934
-963
-973
-975
-975
-1363
-1374
-1434
-1493
-1606
-1760
-1859
-1963
-2037
-2053
-2056
-2056
2612
2849
2961
3072
3154
3187
3211
3241
3306
3350
3351
3352
1109
1115
1120
1125
1133
1139
1148
1157
1165
1170
1177
1184
5476
5609.20
5976.02
3958
4388
4814
4647
5201
5672
-976
-979
-1013
-2057
-2068
-2133
3352
3352
3352
1190
1197
1204
65
Grafiek van het verbruik
Met de gegevens uit de registratietabel is het mogelijk om een grafiek (zie hieronder) van de
verbruikshistorie van gas, water en elektriciteit in huis 1938 te maken. De tijdsperiode loopt vanaf
2007, via de interventie eind 2012 en ruim een jaar daarop aansluitend, tot en met 2016. Een
duidelijke respons op de interventie verschijnt vanaf begin 2013 in deze grafiek.
Elektra Gas Water
kWh
m3 m3
per maand
per jaar
6+3 Zonnepanelen
5000 5000
Doorspoel blok
Warmtepomp 1
Vloerisolatie
4000 4000
Warmtepomp
2 en 3
13Zonnepanelen
Elektra
3000 3000
Gas
2000 2000
1000 1000
0
0
Water
100
0
-1000 -1000
-2000 -2000
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Deze gegevens moeten met de nodige voorzichtigheid worden bekeken. Om te onderzoeken hoe de
registratiegegevens geïnterpreteerd kunnen worden is naar vergelijkingsmateriaal van andere
woningen gezocht. Op het internet zijn veel bloggers actief bezig met het over langere periodes
registreren van verbruiksgegevens van de eigen woning.
Elektriciteitsverbruik
Het elektriciteitsgebruik laat in het algemeen een op maandniveau weinig fluctuerend patroon zien.
Een kleine dip in de zomervakantie en een kleine verhoging in de donkere wintertijd zijn niet of
nauwelijks van de fluctuaties te onderscheiden. Zonnepaneelgebruikers onderscheiden zich door in
de zomerperiode netto een veel lager elektriciteitsverbruik vanaf het 220 Volt net te laten zien.
De nieuwe Eneco elektriciteit verbruiksmeter is op 20 maart 2013 in bedrijf gegaan. Op 1(22) mei is
het nieuwe verbruik bekeken. Over een periode van 41(62) dagen is het net verbruik, hoog en laag
tarief samen, dus 78(111)+88(112)= 166(223) kWh geweest. Dat is 4,05(3,59) kWh per dag. Over
diezelfde periode geeft de Eneco meter echter ook aan dat er 73(123)+109(156)= 182(279) kWh
66
gesaldeerd zou moeten worden. Dat is met 4,44 (4,50)kWh per dag gemiddeld dus meer dan er van
het net verbruikt is. Het JVBouw telwerk geeft aan dat er tussen 20 februari en 1(22)mei in totaal 373
(510)kWh zonne energie is opgewekt. Dit is 5,32 (8,23)kWh zonne energie per dag gemiddeld. Over
de laatst daaraan voorafgaande gemeten periode zonder zonnepanelen van 345 dagen, vanaf 21
oktober 2011 tot en met 30 september 2012, werd nog 2371 kWh verbruikt, ofwel gemiddeld 6,87
kWh per dag. Dit zijn de eerste harde aanwijzingen dat huis 1938 in de buurt van een gemiddeld
netto elektriciteitsgebruik van 0,0 kWh per jaar kan gaan belanden.
Op 1 juni 2013 geeft Mijn Eneco de eerste gegevens over het verbruik weer: in mei 2013 is 44 kWh
laag tarief en 37 kWh normaal tarief geregistreerd, samen 81 kWh. Er is ook een verschil berekend
met het ingestelde streef verbruik van 116 kWh dat op -35.06 kWh over de maand mei uitkomt.
Eneco - verdeling elektriciteit st eef verbruik per maand in kWh (Eneco.nl)
J
156
F
128
M
130
A
118
M
116
J
110
J
114
A
118
S
121
O
135
N
143
D
164
Op het eerste gezicht betekenen de 1 juni 2013 en de 1 mei 2013 telwerk standen in de meterkast
echter dat er netto (125-78)+(128-88)-(134-73)-(194-109)= - 59 kWh is verbruikt. De JVBouw meter
geeft verder nog aan dat er in totaal 222 kWh zonnestroom in de maand mei is opgewekt. Er is
volgens de telwerken (3) en (4) in de meterkast in totaal 85+61 = 146 kWh terug geleverd. Er is dus
222-146=76 kWh zonnestroom door de installatie gebruikt. De Landis+Gyr smart meter heeft 47+40=
kWh aa etst oo e uik ge ete
et tel e ke
e
. De ij e e o e uiks aa de
van 81 kWh wijkt daar iets van af. O e de te uggele e de zo est oo is iets op de ij e e o
site terug te vinden.
Opnieuw is er dus reden om met Eneco contact op te nemen. Op 2 juni 2013 gaat er een bericht naar
de Eneco klantenservice met de vraag of saldering online wordt aangegeven. Op 11 juni komt het
antwoord: de tusse sta d sli fu tie op webpagina ij e e o geeft het elektri iteitsge ruik
niet realistisch aan en de terug levering is er niet op zichtbaar. Hieraan wordt hard ge erkt . Wel zal
aan het eind van het jaar de saldering plaatsvinden volgens de meterstanden op de slimme meter.
Kortweg dus: nee.
Dit antwoord is onbevredigend omdat energiebewust omgaan met de mix van zonnestroom en
netstroom zo niet maximaal gefaciliteerd wordt. Ook commercieel lijkt dit niet in te spelen op de
groei naar 1 miljoen daken met zonnepanelen zoals die door Natuur& Milieu samen met de ASN
bank wordt voorgestaan. (1miljoenzonnedaken.nl) Zou de energieleverancier NEM die zo veel ophef
maakt in de landelijke pers (nle.nl) over de grenzen tussen grijze en groene energie dat wel doen?
Deze leverancier koopt energie met certificaten in en produceert zelf niets. Saldering komt alleen in
de jaarrekening voor. Er is op 21 juni 2013 iets met faciliteren van zonnepanelen in voorbereiding.
(ikzegzon.nl) Ook hier is het antwoord dus: nee. Hetzelfde geldt voor de NUON, de meters houden de
saldering bij en 6 a 8 weken na de jaarrekening o e etto gele e de kWh s volgt de eventuele
verrekening voor saldering van het surplus aan het net teruggeleverde zonnestroom tegen 0.07 Euro
per kWh. (Nuon.nl) Het zelfde wordt gedaan door E.ON. (E.ON.nl) De saldering van Oxxio bedraagt
onder 5000 kWh 100% en boven 5000 kWh 70% van het leveringstarief. Ook hier vindt betaling per
jaar plaats. (Oxxio.nl) Bij Essent wordt 0.24 Euro per kWh onbeperkt aangegeven, dit lijkt 100% in alle
situaties, fantastisch en mogelijk onjuist tegelijk. (Essent.nl)
67
November 2013 Een nieuw getimmerde meterkast siert de hal
In de Elektriciteitswet van 1998 is in de artikelen 31c en 95c het salderen van door particulieren aan
het net terug geleverde stroom geregeld. Particulieren kunnen tot 5000 kWh tegen de normale
leverprijs salderen en daarboven moet de vergoedi g edelijk zij . (Electriciteitswet 1998)
Dit alles betekent dat het zelf bijhouden van de registratie tabel raadzaam is om eventuele discussies
over verbruik en saldering met Eneco aan te kunnen gaan. Eneco blijkt een middenpositie tussen de
nutsbedrijven in te nemen. Door het zelf inschatten van het netto verbruik gemiddeld over het jaar
en het daarmee bijstellen van de maandbedragen kan worden vermeden dat er teveel geld wordt
oo ges hote dat late doo E e o ee te uggege e
oet o de . Als particulier wil je geen
a k take oo zo g ote e e gie aats happij als E e o doe . Op e e o. l ka je zelf het
termijnbedrag bijstellen. Dit is echter tot maximaal 10% verlaging beperkt. Eneco beschermt haar
financiële belangen zelf dus ook. Het termijnbedrag stellen we van 188 euro naar 170 euro per
maand bij. En op 5 juli 2013 wordt een bevestiging ontvangen. Niet echt bevredigend want als het
verbruik naar ongeveer 0 gemiddeld over het jaar daalt schieten we zo toch een fors bedrag aan
Eneco voor. Misschien dat het maandbedrag wel drastisch naar beneden kan ter gelegenheid van de
jaarrekening.
Gasverbruik
Anders is het met het gasverbruik. Dit heeft een kleine constante waarde over het jaar heen en daar
bovenop een grote piek die wel het tienvoudige kan halen midden in het stookseizoen. De verschillen
tussen opeenvolgende jaren zijn betrekkelijk gering. Gebruik van zonneboilers is optimaal in de
periode april t/m september, samenvallend met de periode waarin de gasvraag het laagst is.
Individuele huishoudens en hun sterk seizoen afhankelijke verbruik leiden tot een nationaal
gasverbruik met het zelfde beeld.
68
Op 20 maart 2013 wordt een nieuwe digitale gasmeter door Stedin geplaatst. De oude gasmeter is
op die datum door de Stedin monteur afgelezen om de eindstand vast te leggen maar daarvan is
geen notitie in Huis 1938 gemaakt. De nieuwe meter geeft de standen zelf door aan Eneco. Deze
nieuwe gasmeter, type Uniflow G4SRV staat op 1 mei 2013 op 00364,0936 m3, af te lezen op het
display. Het verbruik over de korte en ongewoon winterse periode van 20 maart 2013 tot 1 mei 2013
is dus maar liefst 364 m3, ofwel 3160 m3 per jaar. Dit benadrukt opnieuw dat de warmtevraag van
huis 1938 nog steeds hoog is. Over de weken daarna, tussen 1 en 22 mei 2013, nog steeds erg koud
ten opzichte van normaal. Op 22 mei is de gasmeterstand 00446,1098 m3. Daarmee is het verbruik
446-364=82 m3 over 21 dagen ofwel 1425 m3 per jaar. Dat is aanmerkelijk lager dan het oude
jaargemiddelde, maar het is dan ook voorjaar.
De grafiek van het gasverbruik in huis 1938 over de jaren voor de interventie verloopt vrij vlak omdat
jaargemiddelden worden vergeleken. Bij de registratie over de laatste maanden na de interventie
schiet de grafiek omhoog en omlaag omdat er een stukje uit de piek van het stookseizoen
e o ste d is en verbruik over steeds kortere perioden steeds sterker fluctueert. Een uit diverse
registraties van bloggers samengestelde model jaarcurve voor het gasverbruik zou hier -in theoriemeer inzicht kunnen bieden. Van vier bloggers is de meerjarenregistratie over elkaar heen gelegd om
een gemiddelde jaarcurve te vinden. De spreiding in het maandverbruik in de voor- en najaar
maanden blijkt echter zo groot dat hier geen houvast te vinden is. (Kleinman, 2013) (Voorst, 2013)
(Reinieren, 2013) (Beek, 2013)
Ook Eneco hanteert een over het jaar per maand verdeeld verbruik. Op 1 juni 2013, als de eerste
gasverbruikcijfers van de nieuwe digitale gasmeter beschikbaar zijn over de maand mei 2013, wordt
dit zichtbaar. Mei staat in dit Eneco model voor 74 m3 terwijl er 124 m3 in werkelijkheid is verbruikt.
Eneco - verdeling gas verbruik per maand in m3 (Eneco.nl)
J
500
F
408
M
315
A
146
M
74
J
47
J
45
A
49
S
79
O
207
N
376
D
488
Ongetwijfeld hangt dit duidelijk hogere gasverbruik samen met de erg koude maand mei van 3
graden Celsius kouder dan normaal. (NOS.nl) Dit klopt al aardig met de gemiddelde temperaturen
per maand, zonder met windsterkte rekening te houden.
KNMI - Gemiddelde o ale temperatuur per maand in graden Celsius (Weerstatistieken.nl)
J
3.1
F
3.3
M
6.2
A
9.2
M
13.1
J
15.6
J
17.9
A
17.5
S
14.5
O
10.7
N
6.7
D
3.7
Spouwisolatie en drielaags glas op de begane grond waren al aangebracht voor deze periode maar
hebben nog geen duidelijk meetbaar effect op het jaar verbruik. Wegens gebrek aan gegevens over
het gasverbruik kan dus nog niet worden bepaald hoe groot de te verwachten vermindering van
gasverbruik in werkelijkheid is.
De vraag is ook of de gebruiker daar precies achter kan komen. Er zijn twijfels over de nieuwe digitale
meettechniek via smart meters en de bereidheid van energiemaatschappijen om informatie te
verstrekken. (Solarwebsite.nl)
69
Eerste jaarrekening in de nieuwe situatie
Op 4 november 2013 wordt de eerste Eneco jaarrekening ontvangen. De eerste indruk is dat ze wel
heel zuinig met salderen lijken te zijn. We moeten kennelijk na al onze investeringen toch 35,74 euro
bij betalen ! Gelukkig heeft Eneco nu wel zelf het termijnbedrag nog verder verlaagd naar 133,00
euro per maand. We kwamen van meer dan 200 Euro per maand !
De uitgebreide bijlage bij de jaarrekening bevat in elk geval veel cijfermateriaal zodat het misschien
te achterhalen is hoe dat komt en of dat te begrijpen is.
Dus, wat valt er uit die cijfers te concluderen?
-Ten eerste bevat deze rekening enkele vreemde ele e te . E o de t a spo tkoste
oo
Stedin in rekening gebracht in verband met een wetswijziging (435,00 euro). De hierin
gespecificeerde kostenposten zijn volstrekt ondoorgrondelijk. Ze zijn in twee delen gesplitst:
elektriciteit transport à 260,18 euro en gas transport à 174,93 euro. (Het afkoppelen van de
aardgasleiding bespaart dus in theorie 174,93 euro per jaar aan gastransportkosten)
-Ten tweede bedragen de in rekening gebrachte kosten voor levering van gas en elektra zelf 1350,10
euro over de periode 19 november 2012 – 19 november 2013. Hierin is een splitsing gemaakt tussen
gas en elektra kosten. Er is 1200 kWh stroom verbruikt en 284 kWh terug geleverd. Met een
vastrecht van 27,82 euro leidt dat tot 104,63 euro voor elektriciteit. Het resterende deel van het
totaal, een bedrag van 1245,47 euro is voor het gasverbruik van 2700 m3, inclusief 27,82 vastrecht.
(Het afkoppelen van de aardgasleiding bespaart dus 1245,47 euro per jaar door geen gas meer te
gebruiken)
-Te de de is e ee post e e gie elasti g a etto
, eu o i eke i g ge a ht.
Hieronder staan interessante gegevens.
Energiebelasting op gas (0-5000 m3)
2700 m3
588,18 euro
Opslag duurzame energie gas
1847 m3
5,14 euro
Energiebelasting ecostroom (0-10.000kWh)
1200 kWh
167,22 euro
Vermindering Energiebelasting
-181,39 euro
Opslag duurzame energie elektriciteit (idem) 563 kWh
0.75 euro
Vermindering Energiebelasting
-232,37 euro
Van de 761,29 euro in rekening gebrachte belasting is dus een vermindering van 413,76 afgehaald
om tot het netto bedrag van 347,53 te komen.
(Afkoppelen van de gasleiding levert dus een jaarlijkse besparing van circa 550,00 euro
energiebelasting op.)
-Ten vierde is er 374,65 euro BTW over de totale som van 2132,74 euro geheven. (Met het
afkoppelen van de aardgasleiding is dus ook nog een aandeel van 24,5 % BTW van het totaal van de
bedragen die toe te wijzen zijn aan gas gemoeid. Met de hiervoor genoemde bedragen is dat nog
eens circa 480,00 euro per jaar vermindering van BTW.)
-Ten vijfde is ook al het eerstvolgende termijnbedrag in rekening gebracht. De te veel in rekening
gebrachte 97,00 euro daarvan afgetrokken levert het bedrag van 35,74 als restant te betalen bedrag
70
op. Het aanvankelijk nogal teleurstellende
staan.
ij etale
ko t daa
ee i ee heel a de dagli ht te
-Ten zesde is in de specificatie van het nieuwe termijnbedrag voor elektriciteit een bijdrage van -0,79
euro per maand opgenomen. Dit geeft aan dat Eneco voorspelt dat de elektriciteit opgewekt met de
zonnepanelen in huis 1938 en de elektriciteit afgenomen van Eneco in balans met elkaar zijn. Nog
een bewijs dat de elektra rond de 0 kWh per jaar is beland.
In de komende periode van 1 jaar is in ieder geval een positief resultaat van de eerste warmtepomp
te verwachten. Die is in werking sinds 18 oktober 2013. De website van Eneco biedt nog steeds de
mogelijkheid om het maandbedrag zelf naar beneden bij te stellen tot een maximum van 10%
vermindering. Omdat de warmtepomp het elektriciteitsverbruik wat verhoogt maar het gasverbruik
naar schatting met het vier- of vijfvoudige daarvan verlaagt is dat een verantwoorde beslissing. Het
maandbedrag wordt daarom bijgesteld naar 120 euro. Dit kan via MijnEneco.nl. Op 7 november
2013 is dit voor elkaar.
-Ten zevende zijn bij vergelijking van de Eneco verbruikscijfers met de eigen registratie slechts kleine
verschillen bij de stand van de telwerken geconstateerd zoals blijkt uit de volgende tabel:
Datum
30/09/2012
21/10/2012
20/03/2013
21/03/2013
27/10/2013
04/11/2013
Huis 1938
Elektra kWh
Gas m
82409
83609
0
58233
60191
0
383/409/343/670
777
3
Eneco
Elektra kWh
Gas m3
82409
58233
83609
345/377/341/665
60191
743
De kleine verschillen zijn eenvoudig te verklaren uit het verschil in afleesmoment.
-Ten achtste ontstaat bij de saldering een vraag bij de cijfers. Dat wordt veroorzaakt door splitsing
tussen voor en na de plaatsing van zonnepanelen. Volgens de telwerken (3) en (4) zou 1013 kWh
over het volle zomerseizoen gesaldeerd moeten worden. Uit de gespecificeerde rekening is een
totaal van 1006 kWh te herleiden. Er is vanaf 21 maart 2013 in totaal 341+665=1006 terug geleverd
en in de installatie is daarvan 377+345=722 verbruikt en niet in rekening gebracht. Blijft over 284
kWh voor aparte saldering.
-Ten negende bedraagt, kijkend naar het besparingspotentieel in het gasverbruik, de optelsom van
de hierboven gevonden bedragen voor gas op de jaarrekening een totaal van circa 2450,00 euro per
jaar. Zonder gas gebruik zou dat vervallen. Bij het in de toekomst afkoppelen van het gas komt er
daarmee dus een aanzienlijk budget vrij om in warmtepompen te investeren.
Het vaste deel hierin is 174,93 (transport) + 27,82 (vastrecht) + 5,14 (opslag duurzame energie gas)
+ 50,00 (een tiende van de 24.5%BTW) = 257,89 Euro, dus circa 10 % van de totale gas
leveringskosten van 2450,00 euro per jaar.
71
Het variabele deel is 1245,47 (verbruik) – 27,82 (vastrecht) + 588,18 (energiebelasting 0-5000m3 ) +
430,00 (negen tiende van de 24.5%BTW) = 2235,83 Euro, dus circa 90% van de gasleveringskosten.
Warmtepomp: Meer elektra en minder gas
Met het nieuwe bijgestelde maandbedrag gaat het nog niet zonder meer goed. De eerste
warmtepomp gebruikt nu stroom in plaats van het aandeel gas dat nodig was voor de verwarming
van de uitbouw achter. Hieraan rekenen is niet nauwkeurig te doen maar een schatting is wel
mogelijk. Er zijn twee veranderingen tegelijk doorgevoerd:
A) de isolatie in de uitbouw achter is sterk verbeterd en
B) de warmtepomp heeft een COP van ongeveer 4,50.
Voor een bepaalde hoeveelheid warmte kost een elektrische straalkachel bijvoorbeeld 0,45 Euro per
uur. Een gaskachel zou voor diezelfde hoeveelheid warmte dan 0,13 Euro per uur kosten.
(Consumentenbond.nl - A)
Bij een 50% betere isolatie (de helft van de schil oppervlakken is 100% verbeterd) en een COP voor
de warmtepomp van 4,50 wordt dat: 0,45 * 0,50 / 4,50 = 0.05 Euro per uur. Dat is maar 40% van de
oorspronkelijke 0.13 Euro per uur in het rekenvoorbeeld.
Dit rekenvoorbeeld is te gebruiken in de situatie dat als er ongeveer 1/3 deel van het huis (de
uitbouw achter) met minder dan 40% van de benodigde kosten verwarmd kan worden dat dan het
90% aandeel variabele gasleveringskosten voor verwarming met ruim 9/10 *0.40*1/3 = 12 % zal
dalen. Het verlagen van onze kosten via het gebruiken van de door Eneco toegelaten maximale
vermindering van 10% van de maandlasten (van 133 naar 120 Euro per maand) is zo bezien dus goed
verdedigbaar.
Financieel
De jaarrekeningen van 2009 t/m 2013 geven inzicht in de financiële gang van zaken. De bijstellingen
van het maandbedrag elk jaar zijn van de stijgende energietarieven, de stijgende belasting
percentages, het fluctuerende weer, de veranderende regelgeving en van de leefwijze in huis 1938
afhankelijk. De ene keer is er een kleine bijbetaling, de andere keer een kleine teruggave.
De effectiviteit van de genomen maatregelen moet uiteindelijk blijken uit de vermindering van het
energieverbruik. De meest directe maat hiervoor is, ondanks alle invloeden van buitenaf, het
maandbedrag dat Eneco in rekening brengt. De jaarrekeningen vanaf 2009 t/m 2013 verschaffen het
nodige inzicht in bijstellingen van de maandlasten als gevolg van tussentijds genomen maatregelen.
Een vergelijking met de gemiddelde energiekostenstijging in Nederlandse huishoudens is hier van
belang. De cijfers hiervoor verschillen nogal en liggen tussen 5.5% per jaar (16 jaar periode)
(compendiumvoordeleefomgeving.nl) 6.2% (15 jaar periode) (Natuurenmilieu.nl) oplopend via 8% à
10% (1 jaar periode) per jaar (energieleveranciers.nl) tot 20% van (1 jaar periode voor alleen de
gasprijzen). (ECN, 2012)
Voor de vergelijking met het gemiddelde is hier 8 % per jaar vanaf 2010 genomen. Met inflatie is
geen rekening gehouden.
72
Dit alles leidt eind 2014, en over de helft in de transitie, al tot een zeer bemoedigende grafiek.
13 Zonnepanelen
Eneco en Tricijn maandkosten t.o.v. 8%/jaar nutskosten stijging trend in huishoudens
Het grijze vlak geeft de hoogte van de totale huis 1938 maandlasten voor gas, water en elektra in
Euro aan. Links in de grafiek is er een sterke daling aan het eind van 2009 zichtbaar. Deze is een
gevolg van de daling van de olieprijzen die door het begin van de kredietcrisis werd veroorzaakt.
In de grafiek is rechts het gevolg van de interventie startend per 1 oktober 2012 duidelijk te zien.
Eind 2011 en eind 2012 heeft Eneco de stijgende prijzen trend willen volgen met een ophoging van
het maand bedrag. Eind 2012 is van de vrijheid om 10% lager te kiezen gebruik gemaakt. Direct na
het plaatsen van zonnepanelen heeft Eneco het maandbedrag naar beneden bijgesteld en toen is
opnieuw van de 10% verlagingsmogelijkheid gebruik gemaakt. Tenslotte is na ontvangst van de
jaarrekening aan het eind van 2013, in verband met de plaatsing van een nieuwe warmtepomp,
nogmaals voor 10% beneden het dan nieuw ingestelde Eneco maandbedrag gekozen. In november
2014 is het maandbedrag van Eneco opnieuw naar beneden bijgesteld : 110,- euro/maand. Bijstellen
tot 100,- euro per maand is ook dit keer gerechtvaardigd omdat Eneco op de jaarafrekening een flink
bedrag teveel betaalde gas en elektra meldt.
Zonder interventie vanaf 1 oktober 2012 zou de verwachting voor de energiekosten meer dan 2 x zo
hoog liggen als eind 2014 de werkelijke kosten zijn. Van de 110,- euro/maand vanaf november 2014
hangt ongeveer 72,- euro/maand samen met gaslevering, de rest , ongeveer 38 euro, met
elektriciteitslevering.
Begin januari 2016 gaat de gasprijs 8 % omhoog en de elektriciteitsprijs 11 % naar beneden . . .
73
Waterverbruik
Enkele voorbeelden van Nederlandse verbruiksgegevens over een periode van enkele jaren laten zien
dat het waterverbruik grillig fluctueert rond een gemiddelde per jaar. Er is –mits er geen zwembad of
excessief de tuin sproeien aan de orde zijn– behalve een vakantiedip geen seizoen patroon te
herkennen. De watervoorziening van huis 1938 is in beheer bij Tricijn. De sinds jaren onveranderd
werkende watermeter staat op 00983,00936 m3. Het waterverbruik geeft na de interventie een
duidelijke daling te zien. Was over de periode tussen 16 januari 2008 en 31 oktober 2012 het
verbruik nog 97 m3 per jaar, vanaf 23 jan 2013 tot 1 mei 2013 is dat 74 m3 per jaar.
Als de berekening tussen 22 mei 2013 en 4 november 2013 nogmaals wordt gedaan ligt het
jaarverbruik ruwweg op 12/5*(1019-986)=79 m3 per jaar.
De vermindering van het waterverbruik is dus van blijvende aard.
Opmerking: In huis 1938 draait een tweepersoonshuishouden. In juli en augustus 2015 was het
een drie persoonshuishouden. Met name het waterverbruik laat een duidelijke piek
zien.
Schema
Met al deze inzichten lukt het op 12 november 2013 om in een schema aan te geven hoe de zonneenergie, het verbruik in huis, de meterstanden en de rekeningen van Eneco en Tricijn samenhangen.
Tricijn
Verbruik
Watermeter
Water
CV Verwarming/Warm water
ENECO
Gasmeter
Gasfornuis
Verbruik
Warmtepomp1
ENECO
ALS
IMPORT
Huis 1938
INSTALLATIE
Normaal
Laag
(3) 281
(4) 282
Normaal
Laag
ALS
EXPORT
JV
(1) 181
(2) 182
Zonnestroom
November 2013 – Schema van huis 1938 nutsvoorzieningen
[Toelichting: JV = zonne stroom kWh teller; ALS = Aardlekschakelaar]
Gasverbruik
In mei 2014 is er een jaar verstreken waarin nauwkeurig per maand het gasverbruik is bijgehouden.
In de loop van deze 12 maanden is de eerste warmtepomp in werking gezet: eind oktober 2013. Een
ruwe indicatie van de vermindering van het gasverbruik doordat de uitbouw achter niet meer met
gas maar met de warmtepomp van warmte wordt voorzien moet daarmee te vinden zijn.
74
Maand
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
Oktober
November
December
Maand
Verbruik
2013
(392)
(359)
(326)
273
130
41
24
19
59
140
157
213
Maand
Verbruik
2014
245
200
127
72
75
18
18
28
25
70
160
149
Maand
Verbruik
2015
279
237
112
112
82
34
23
30
65
44
1
1
Gasverbruik per maand in m
400
2015 2014 2013
3
2013
WP 1
300
200
100
0
J F M A M J J A S O N D
Uit de grafiek blijkt dat er al binnen een jaar twee indicaties zijn dat de warmtepomp een aanzienlijke
vermindering van het gasverbruik heeft opgeleverd.
De eerste indicatie is de knik in de grafiek direct na de ingebruikname. Ruwweg zou de toename
tussen september en oktober van 140-59=81 m3/maand ook tussen oktober en november te
verwachten zijn. In plaats daarvan is de toename slechts 17 m3/maand. Dat wil zeggen dat de eerste
warmtepomp een gasverbruik van 81-17=64 m3/maand vervangt. Van het te verwachten verbruik
zonder warmtepomp van 140+81=221 m3/maand neemt de warmtepomp dus naar schatting
64/221=29% voor zijn rekening.
De tweede indicatie is de vergelijking tussen de verbruikscijfers in de eerste maanden van 2013 en
van 2014. Hier is de onzekerheid aanmerkelijk groter. Pas vanaf april 2013 zijn nauwkeurige
maandcijfers geregistreerd, daarvoor zijn alleen onregelmatige registraties of jaarcijfers bekend.
De temperatuur en het in de lente in bloei gaan in de natuur was in 2014 ongeveer een maand
vroeger dan in 2013. Een vergelijking tussen het verwachte gasverbruik van april-mei 2013
(273+130=403) en de werkelijkheid in maart-april 2014 (127+72=199) zou daarmee een zinvolle
indicatie opleveren. Netto zou de warmtepomp zo bekeken dus een aandeel van (403-199)/2=102
m3/maand voor zijn rekening nemen. In procenten uitgedrukt zou dat 102/403=25% zijn.
Uit deze twee cijfers blijkt met een redelijke zekerheid dat de warmtepomp een vermindering van
het gasverbruik van ongeveer 27% heeft opgeleverd.
In plaats van al dat gas is wel meer elektriciteit door warmtepomp WP-1 verbruikt. Uit de meterstanden van Eneco van april-mei 2013 en van maart-april 2014 blijkt dat het stroomverbruik met 19.5
kWh/maand is toegenomen. Een goede ruil want de vervallen 102 m3/maand gas kost ongeveer 45
euro en de daarvoor nu in de plaats gekomen 19.5 kWh/maand kost 20 Euro. Op basis van slechts
een enkel mild voorjaar ontstaat de verwachting dat de besparing dus meer dan 250 euro/jaar zal
worden. Na de installatie van warmtepompen 2 en 3 in het najaar van 2015 stijgt het elektriciteitsgebruik fors terwijl het gasverbruik sterk daalt.
Met de komst van WP-2 en WP-3 en het uitzetten van de CV ketel gaat het gasverbruik terug naar
naar ongeveer 1 m3 per maand voor het gasfornuis. Zodra ook dat, in december 2015, is vervangen
75
oo ee all ele t i inductiefornuis zakt het gasverbruik verder naar nul maar stijgt het
elektriciteitsverbruik nog iets verder.
Hoe nu verder ?
Aan het einde van 2015 zien de verbruikscijfers van water, gas en elektra er alsvolgt uit:
3000 kWh/j
2500 m3/j
100 m3/j
2007
2012
Water
2017
2007
2012
2017
2007
Gas
2012
2017
Elektra (netto)
Eind 2015 is als tussenresultaat van de transitie bereikt:
-Het gasverbruik is 100% gedaald en teruggedrongen naar nul.
-Er voor in de plaats gekomen is een gestegen elektriciteitsverbruik.
-Het waterverbruik is ongeveer met 30% gedaald.
Van de geplande transitieprojecten resten er nog drie:
-De zolder van het huis moet nog worden nageisoleerd. Dit isoleren zal de warmtevraag, en daarmee
nu dus ook het elektriciteitsverbruik, weer wat verder laten afnemen.
-Een eco-toilet zal het resterende waterverbruik met meer dan de helft verder terugdringen.
-Het aantal benodigde extra zonnepanelen om energieneutraal te bereiken zal groter moeten zijn
dan de eerste 9 stuks: tussen 12 en 15 stuks moeten er vermoedelijk nog bij komen. Gelukkig is daar
plaats genoeg voor.
In het voorjaar van 2016 wordt het duidelijker: in januari 2016 heeft het momentane elektriciteitsgebruik een piek gehad van 13961 kWh/jaar (1163 kWh/maand). De drie warmtepompen waren
volop in bedrijf en de uitbreiding van de zonnepanelen was nog niet gerealiseerd. In februari 2016,
kort na het plaatsen van 13 extra zonnepanelen, is direct te zien dat de hoeveelheid stroom die
deze extra panelen opwekken er waarschijnlijk toe zal gaan leiden dat ook het elektriciteits-gebruik
gemiddeld over het jaar in de buurt van 0 kWh/jaar zal komen te liggen.
76
(4)Diverse technische besparingsmaatregelen
Verschillende kleine maar effectieve veranderingen zonder een grote inspanning zijn snel te doen.
(4.1)-WC spoelbak, spaarperlatoren en zuinige douchekoppen
In huis 1938 zijn direct vanaf het begin van het project op 1 oktober 2012 waterbesparende
douchekoppen geplaatst en spaarperlatoren op de kranen gezet. Dit levert een bescheiden
waterbesparing van naar schatting 5% op (5 m3 per jaar).
De wc doorspoelen kan zuiniger. Een andere afstelling van de vlotter, een baksteen of een volle PET
fles in de stortbak verminderen de waterhoeveelheid in de bak. Een tweede knop biedt de
mogelijkheid te kiezen tussen een grote of een kleine hoeveelheid. Nadeel is dat deze methoden niet
altijd het ge e ste esultaat, ee s ho e toiletpot, ople e t. Dit oet dus s a t aa gepakt o de
zodat gemakkelijk meer of minder water gebruikt kan worden.
Op 1 november 2012 zijn in beide wc doorspoelbakken gewichtjes geplaatst zodat doorspoelen
alleen nog tijdens indrukken van de knop plaatsvindt. Loslaten stopt de waterstroom. Dit werkt direct
en uit de vergelijking van de meterstanden van 31 oktober 2012 (945 m3) en van 23 januari 2013 (963
m3) blijkt dan ook dat het meteen 19% van het totale waterverbruik (In de drie voorafgaande jaren
97.3 m3/jaar) bespaart. Kosten: 12 euro.
(4.2)-Mechanische deurbel
De deurbel met transformator die 24 uur per dag stroom afnam is door een in de jaren dertig veel
gebruikte mechanische bel vervangen. Deze is via internet gekocht voor 50 euro. Hiermee is direct
vanaf 1 oktober 2012 circa 1.7% van het totale jaarverbruik aan elektriciteit bespaard.
(4.3)-Gebruik van apparatuur beperken
Het niet gebruiken van apparatuur kan op verschillende manieren. Ten eerste is een apparaat af te
schaffen. Dat gaat gepaard met wegvallen van het energiegebruik. Ten tweede is het apparaat
spaarzamer te gebruiken, bijvoorbeeld korter de haren met de föhn drogen. Ten derde is de stand-by
stand, gepaard gaand met energiegebruik bij veel apparaten, een besparingsmogelijkheid.
Een grootgebruiker onder de apparatuur is de elektrische wasdroger. Een elektrisch verwarmde en
geventileerde Zweedse droogkast (Asko.be) gebruikt minder energie. Een passief geventileerde,
maar wel door de omgeving enigszins verwarmde, was droog ruimte biedt een alternatief dat
helemaal geen energie verbruikt. Het koelen van woonruimte met airconditioning is tot op zekere
hoogte te vervangen door zonwering die ook zonder energie kan werken. (Jelsma, 2011) In huis 1938
is geen koeling aanwezig. Samen met een inventarisatie van stroom verbruikende apparaten leidt dit
tot een snel te realiseren besparing.
De al weinig meer gebruikte wasdroger is op 1 november 2012 definitief buiten bedrijf gesteld, de
besparing op het totale elektriciteitsgebruik is circa 3%. Samen met de vervanging van de elektrische
deurbel à 2% en met bewuster stroomgebruik, dat circa 5% bespaart, is daarmee al rond 10%
vermindering van het elektriciteit gebruik bereikt per 31 december 2012.
Stand-by stroomgebruik is interessant als besparingsmogelijkheid. Op 13 april 2013 blijkt dat
EL‘O ee “K “ta d -off appa aat op de a kt heeft aa aa ee infra rood sensor zit die met
de afstandsbediening van de TV meekijkt. Het verbruikt 0.25 Watt en dat is aanmerkelijk minder dan
de af te s hakele Watt die LED TV e DVD e o de i de uit sta d og blijven gebruiken. Dit
77
apparaat ter waarde van 4.99 Euro bespaart dus circa 40 kWh per jaar ofwel 18 Euro per jaar.
Opmerkelijk genoeg is de bediening van de aan-uit schakelaar in het stekkerblok gratis en bespaart
bovendien ook die laatste 0.25 Watt. Het EL‘O appa aat e liest daa ee z gla s . . .
I de zo e zette e e ee tijdklok oo zodat e het uits hakele s a o ds iet kunnen
vergeten. Het energiegebruik daarvan is lager dan we met de meter kunnen vaststellen.
(4.4)-LED licht op begane grond
In huis 1938 was al enige tijd voor het begin van het transitie project de elektrische verlichting
grotendeels op spaarlampen overgezet. Uit de verbruiksmetingen en de berekeningen met het
rekenmodel kwamen desondanks nog twee plafonnieres en vier spots als grootverbruikers, samen
326 kWh/jaar, naar voren. In de vier spots zitten halogeenlampen, de belangrijkste
stroomverbruikers. Bij gelijke lichtopbrengst in Lumen verbruiken LED lampen tussen 25% en 60%
procent minder dan spaarlampen (nl.wikipedia.org/wiki/Ledlamp) en bijna 90% minder dan
gloeilampen en halogeenlampen.
Een zoektocht langs diverse doe-het-zelf warenhuizen levert in 2012 niet de gewenste spot lampen
met grote fitting en daglicht kwaliteit op. Wel is e ee Philips a
hite LED spot et ajo et
bevestiging te krijgen die 4 Watt gebruikt in plaats van 35 Watt bij een halogeen lamp. Op de
verpakking staat dat ze maar liefst 89% energie besparen. Hij kost 15 Euro maar er moet ook een
nieuwe spot armatuur – helaas inclusief een oud type 50 Watt spotlamp – voor 10 Euro bij gekocht
worden. Om te proberen of dit een schilderij goed genoeg uitlicht is op 29 juli 2013 de eerste LED
spot geplaatst. Het resultaat stemt tot tevredenheid en dus volgen de dag er op, 30 juli 2013, nog
drie spots, samen goed voor een besparing van 192 kWh/jaar, 7.5% van het jaarverbruik bij het begin
van het project.
Een potentiele besparing van nog eens 30 kWh per jaar zit nog in het vervangen van spaarlampen
door LED lampen in de twee plafonnieres. De dure spaarlampen die er in zitten gaan echter nog jaren
mee, dus dit gebeurt binnen de looptijd van het project niet meer. Omdat spaarlampen bij breken
kwikdamp kunnen verspreiden zijn ze wel een op termijn te verwijderen bron van giftige stoffen.
(Witkamp et al, 2011, p47)
Op 12 september 2013 blijken er geschikte LED lampen te koop te zijn die in de diverse armaturen
aan het woonkamerplafond passen. Door twee 11 Watt spaarlampen te vervangen door twee 4 Watt
(320 lumen) LED lampen is weer een volgende stap gezet. Op 17 september 2013 volgt nog een stap
met nog eens 4 nieuwe LED lampen die de plaats innemen van 4 spaarlampen van elk 11 Watt. Elk
van deze LED lampen kost 3,50 euro. Samen besparen deze zes LED lampen volgens het rekenmodel
door een vermindering van het verbruik van 42 Watt gedurende 1350 brand uren per jaar, samen 57
kWh per jaar. Op 28 oktober 2013 vervangen twee nieuwe 10 Watt (800 lumen) LED lampen nog
twee spaarlampen om wat meer licht opbrengst in de woonkamer te verkrijgen, nauwelijks iets
besparend maar goed voor het lichtniveau.
In de werkplaats is de verlichting nog met TL buizen uitgevoerd. Er hangen in 2012 vier armaturen
met samen 8 TL lampen van 36 Watt per stuk. Hier blijken pas eind 2015 de Massive Victory line 12W
LED armaturen van 54.95 Euro per stuk een geschikte vervangingsmogelijkheid. (Karwei.nl) Met 950
lumen opbrengst per stuk zijn 4 stuks aan het plafond genoeg. Daarmee zou de 8x36=288 Watt TL
door 4x12=48 Watt LED worden vervangen. Vanwege de kosten en moeilijk verkrijgbaar zijn is dit
plan voor onbepaalde tijd uitgesteld.
78
(4.5)-Isolatie op houten buiten vlakken
Hier gaat het om houten kozijn sluitpanelen, deurvlakken, dunne kozijnranden en het zolder luik.
Ze vormen een scheiding tussen binnen en buiten met een hoge warmtegeleiding. Net als in het
Rotterdamse Sleephelling project aan 9 historische panden uit 1903 (kennishuisgo.nl) is het bij huis
1938 ook zaak het authentieke gevelbeeld te behouden. Isolatie met een thermisch ontkoppelde
afdekking moet dus aan de binnenzijde komen.
Bij de kozijnranden is het in theorie mogelijk op de begane grond en 1e verdieping en te overwegen
omdat daar de meeste ramen zijn en het comfort het belangrijkst is daar waar gewoond en gewerkt
wordt. Omdat dit zeer veel werk oplevert en maar weinig warmte bespaart is besloten de
kozijnranden niet te isoleren.
Voor een isolerende afdekking is als basis ontwerp gekozen voor een laag EPS isolatiemateriaal. Dit is
afgedekt door verlijmd grenen hout of multiplex, gemodelleerd in een vorm en geverfd in een kleur
die bij het interieur ter plaatse past. Voor sluitpanelen en deurvlakken is dit op alle plaatsen zinvol.
Het passi e house ke t oo deu lakke ook ee o : K-waarde minder dan 0.80 W/m2K.
(Feist,2012) Voor de houten kozijnranden is het zaak om de K-waarde ongeveer gelijk aan de bereikte
K-waarde voor de 3-laags beglazing te houden. Veel kleiner is onnodig duur, veel groter geeft een
onnodig warmteverlies en leidt mogelijk tot old-spot condens problemen op het hout.
Na toevoeging van 5 cm EPS wordt een K-waarde van 0.56 W/m2K bereikt en dit voldoet aan de
norm. Op enkele plaatsen is het om esthetische redenen meer gewenst om 10 cm EPS aan te
brengen en dat met gipsplaten af te dekken.
Er zijn in totaal 14 houten vlakken die voor deze behandeling in aanmerking komen waarvan 12
vlakken op de begane grond en 2 vlakken op de 1e verdieping. De voordeur is minder geschikt voor
een extra isolatiepaneel omdat dat het fraaie timmerwerk aan het oog zou onttrekken. De dikke
houten voordeur is ook minder van belang als besparingsmogelijkheid dan de dunne sluitpanelen
elders in het huis. Ook op de achterdeur is een isolatiepaneel niet esthetisch verantwoord aan te
brengen. Tenslotte is een extra isolatie op het luik in het onverwarmde schuurzoldertje wat minder
effectief en zal later worden gedaan. Van de 14 mogelijke isolatievlakken blijven er zo dus 11 over.
De eerste 5 houten vlakken waarbij afdekken haalbaar is zijn die onder de vaste ramen in de uitbouw
achter. Op 1 oktober 2013 wordt er een begin mee gemaakt door materiaal te bestellen bij vdBrink,
een bouwbenodigdheden handel in de buurt. Op 19 oktober 2013 is er aan de binnenzijde 10 cm EPS
overheen aangebracht.
1
2
3
4
Oktober 2013: isolatie met 10 cm EPS aan de binnenzijde van de uitbouw achter.
Kort daarna is het timmerwerk rond de eerste 5 panelen klaar en geverfd. De plinten en de struktuurpleister zijn op 10 november 2013 in de uitbouw achter aangebracht. Daarna vloerplintjes en eind
november is het af. Op andere plaatsen in huis 1938 is vooral om esthetische redenen geen ruimte
79
voor 10 cm EPS maar moet een dunnere laag toegepast worden of moet er zelfs helemaal van
worden afgezien.
Wel zinvol is het aanbrengen van isolatiepanelen over de 2 dunne houten oppervlakken onderaan de
openslaande deuren achter in de uitbouw. Daar is 5 cm EPS mogelijk. Dergelijke isolatie paneeltjes
zijn met 3 cm EPS isolatie in de woonkamer / keuken op de openslaande deuren en het paneel onder
het vaste raam er naast toe te passen. Op 31 maart 2014 is deze tweede groep van 5 panelen klaar
en op de plek gemonteerd.
De isolatiepaneelconstructie is eenvoudig: een vuren omlijsting, een enkele cm dikke EPS isolatielaag
en een triplex afdekplaat onderling verlijmd. Door driehoekige versterkingsblokjes in de hoeken
heen worden ze met schroeven aan de houten ondergrond vastgezet. Een houten afwerkrandje
rondom onttrekt de naden aan het zicht. Door te schilderen en de kieren rondom met kit te dichten
worden condensatie problemen vermeden. Esthetisch gezien past dit alles goed tussen de
paneeldeuren in jaren dertig stijl.
Op 20 maart 2014 zijn nog 6 isolatiepanelen
In productie.
Op 17 januari 2015 komt in het plafond van de erker
10 cm EPS isolatieschuim.
Tenslotte is er nog 1 paneel over om aan te brengen. Dit komt op de deur op de 1e verdieping naar
het dak op de keuken. Na plamuren en schilderen is op 4 april 2014 het houten vlakken project klaar.
Erker
Er is nog een bijzonder geval: de erker aan de voorzijde van het huis. Die bestaat voor een groot deel
uit ramen en een klein deel uit spouw muur. Het houte plafo d i de e ke oelt s i te s koud
aan. Bij het wegbreken van de triplex sluitpanelen komen er drie kleine wespennesten en een
heleboel zand en vuil naar beneden vallen. Het platte dak van circa 2 m2 grootte is niet geïsoleerd.
Hier is dichtkitten van kieren en aanbrengen van een laag van 5 cm EPS plaat de eenvoudigste
oplossing. Ook een paar nieuwe stukken triplex zijn nodig. Op 17 januari 2015 is het klaar.
(4.6)-Verbetering isolatie in uitbouw
O di hte ij de passi e house norm van 0.15 W/m2K (Feist, 2012) te komen is in de uitbouw
extra isolatie dikte nodig de wanden en -in mindere mate- aan de zoldering. Hoe extra isolatie het
best kan worden aangebracht is voor passive house ontwerpen in Finland onderzocht. Een
meerlaagse constructie met een tussen twee deklagen aangebrachte damp remmende folie onder de
80
gipsplaat afdekking aan de binnenzijde, blijkt het beste. Dit blijkt bij gelijke isolatiewaarde de beste
financiële prestaties op te leveren, hoewel de verschillen klein zijn. (Krylov, 2010)
Begane grond
Over de bestaande, aan de binnenzijde al met 5 cm EPS geïsoleerde, wanden heen kan dus het best
een extra isolatielaag, een damp remmende folie en gipsplaat worden bevestigd. Het geheel moet
worden ondersteund door een vuren of grenen latwerk. Om praktische redenen is voor een extra 5
cm EPS laag en een 5 mm luchtspouw gekozen.
Op 1 oktober 2013 is het zo ver: de op handen zijnde plaatsing van de eerste warmtepomp voor de
uitbouw achter maakt het aanbrengen van extra isolatie nodig. Daar een zuiniger verwarmingssysteem plaatsen heeft zo meer effect. Ook praktisch gezien is het noodzakelijk om het lattenwerk
rond de isolatie snel aan te brengen omdat bij elk van de twee binnen units, dwars door de isolatie
heen, een nieuw stevig ophangpunt moet steken. Op 1 oktober 2013 begint het werk met de
materiaal inkoop voor nieuw siertimmerwerk om de openslaande deuren en voor de bredere
vensterbanken. Op 2 oktober 2013 arriveert de materiaalbestelling van bouwmaterialenhandel
vdBrink: houten staanders en liggers, 5 cm EPS isolatieplaten en gipsplaat. We ruimen de uitbouw
zoveel mogelijk leeg maar het kantoor moet blijven functioneren.
De staanders en de EPS zitten er op 18 oktober 2013 in. De dag er na zijn de gipsplaten aan de beurt.
De houten vensterbanken en koven om de leidingen voor de warmtepomp zijn op 26 oktober 2013
klaar. Rest nog het aanbrengen van nieuwe plinten, pleisteren van de gipsplaten en het schilderwerk.
Tenslotte volgt het weer inruimen van de meubeltjes en de spullen.
Op 20 december 2013 is de uitbouw achter op de begane grond weer bruikbaar zoals voorheen.
December 2013 - De sneeuw laat zien dat de schuurzolder een belangrijk warmtelek vormt.
81
Schuurzoldertje
De isolatie op het oude schuurzoldertje is grotendeels 5 cm EPS. Bij een raampje, een luik en een
rookkanaal ontbreekt nog isolatie. De remedie is eenvoudig : ook die delen met 5 cm EPS isolatie
materiaal bedekken. Het kleine dakraampje kan vervallen en door 4 dakpannen met EPS er onder
worden vervangen. Het houten luik in de gevel wordt gerestaureerd en isolatie wordt tegelijk
aangebracht. Ook krijgt het luik tochtband langs de omtrek. Op 27 januari 2015 begint dit werk. Op
29 januari 2015 is het na-isoleren van het zoldertje op de uitbouw klaar.
(4.7)-WC beneden isoleren
Omdat de wc beneden een ongeïsoleerde halfsteens buiten uu heeft is het s i te s de koudste
plek in het huis. Aan de buitenzijde bijvoorbeeld 15 cm PUR Kooltherm isolatie of 20 cm EPS
aanbrengen kan dit verhelpen. De buitenmuur loopt echter haaks er op verder en veroorzaakt zo een
thermisch lek via warmtegeleiding. Op 5 juni 2013 komt dit onderwerp ter sprake in een gesprek met
ou ed ijf B dMeijde . Het p o lee
et deze koude ug ia geleidi g aa de haaks e op
verder lopende muur is met inslijpen van een luchtspleet effectief te bestrijden.
Als afdekking van de isolatie komt als eerste een betimmering in aanmerking. Aan huis 1938 komt dit
echter nergens als oorspronkelijk jaren dertig detail voor. Het oorspronkelijke beeld zou dus minder
verstoord worden door er een gemetselde muur met knipvoeg voor te zetten. Een nieuw buitenblad
met een nieuwe eigen fundering dus. Als in de zo ontstane spouw voldoende isolatie (20 cm EPS
schuim) wordt aangebracht kan een K-waarde van 0.14 W/m2K worden bereikt en die voldoet aan
de Passi e house o . (Feist, 2012)
De entree en de nis bij de achterdeur verliezen daarmee de jaren dertig sfeer en maken dit
alternatief dus onaantrekkelijk. In de constructie moet verder rekening worden gehouden met
leidingwerk en een doorvoer voor het eco-toilet. Aanpassingen van de regenpijp en de dakrand
betimmering zijn noodzakelijk. Verder is er ter plaatse een buitenkraan aanwezig met een afvoer
naar het riool. Omdat het isoleren maar een kleine bijdrage aan de beperking van warmteverliezen
oplevert en er geen eenvoudige oplossing werd gevonden, is dit voor onbepaalde tijd uitgesteld.
(4.8)-Verbetering dak isolatie op zolder
De zolder is in de zomer soms erg warm en in de winter soms erg koud. Voor de zolder is extra
isolatie dus niet alleen van belang voor energiebesparing maar ook nuttig voor verbetering van het
comfort in huis 1938.
Het gebruik van de zolder is wat warmteverlies betreft niet optimaal. De daar aanwezige CV radiator
staat altijd uit. Aan een paar waslijnen en een rekje wordt er het hele jaar bij een raam op een kier
was gedroogd. De temperatuur blijft er boven het vriespunt dankzij de warmte uit de verdieping er
onder. Een beter geïsoleerd dak en een kleinere kier bij het raam maken het warmteverlies uit het
huis kleiner. De vraag is of er voldoende ventilatie voor het drogen blijft en er geen schimmelvorming
optreedt. Besloten is om de was die aanvankelijk op de 1e verdieping werd gedroogd er op de zolder
ook nog bij te zetten. In de winter van 2012-2013 is zonder wasdroger alle was op deze manier
gedroogd. Bij de gegeven kier met een haakje aan het raam is geen schimmelvorming geconstateerd.
In plaats van de hele zolder als droogruimte te gebruiken is het in principe mogelijk om een gedeelte
af te scheiden met bijvoorbeeld een wand, gordijn of een folie-scherm. Dit vermindert het
82
warmteverlies nog verder. Voor afscheiding is echter niet gekozen omdat er een donkere ruimte aan
de voorkant van de zolder zou ontstaan.
De bestaande isolatie op zolder is 5 cm dik EPS. Een laag nieuwe 10 cm extra PUR Kooltherm
isolatie is daaroverheen te bevestigen met behulp van een vuren of grenen lattenwerk. Het geheel
kan dan weer met gipsplaat worden afgewerkt en met muurverf wit gemaakt. Er zijn ook doe-het-zelf
systemen met kunststof strip bevestiging op de markt. Met een K-waarde van 0.16 W/m2K voldoet
het dak dan aa de Passi e house o
oo e o atie o i ge . De Passi e house o geeft
2
voor dakisolatie 0.15 W/m K aan, maar staat in renovatiewoningen een minder strenge K-waarde
van 0.35 W/m2K toe. (Feist, 2012) Dat rijmt beter met de dakisolatie met 10 cm XPS (thermisch
equivalent met EPS) die geadviseerd wordt bij een portiekwoning uit 1933 in Den Haag (Raaij, 2013).
Het kan –in theorie- ook anders. Tussen de pannen en het dakbeschot van huis 1938 zit een
luchtspouw die in dikte varieert van ongeveer 3 cm tot 7 cm. Hier past het equivalent van een 5 cm
dikke isolatie laag tussen. Dit wordt aangeboden door bedrijven die er aan elkaar plakkende H‘++
Te opa els tusse i je te e . Met ee elastis h lij e de lij o tstaat zo een brandvertragende
EPS isolatielaag et λ= .
W/ K. (termokomfort.nl) Dit maakt onderhoud echter moeilijker.
Het aanbrengen van een extra 5 cm EPS laag aan de binnenzijde is een meer praktische oplossing
omdat het dakbeschot dan voor inspectie en reparatie van buitenaf gemakkelijker bereikbaar blijft.
De eerste 5 cm EPS laag is in de jaren 90 aangebracht door middel van spijkers met een grote
ring onder de kop. Daaroverheen is behang geplakt en de kieren zijn dicht gekit. Vervolgens is het
geheel meerdere keren met muurverf geschilderd. Dit alles is niet voldoende brandwerend. Een
nieuwe isolatielaag laag eroverheen zal vanwege brandveiligheid met gipsplaat bedekt moeten
worden (houhetwarm.nl). Het nieuwe dragende lattenwerk mag dus niet te dun zijn vanwege het
gewicht en de benodigde houvast voor de gipsplaten. In de loop van de winter en het begin van de
lente in 2016 wordt deze extra dakisolatie aangebracht.
(4.9)-Verbetering vloerisolatie kruipruimte
In de entree hal bij de voordeur ligt een authentieke granito vloer op beton en zand. Die is in goede
staat en typerend voor een jaren dertig huis. Voor deze bouwkundige erfenis is geen handige
oplossing voor het isoleren voorhanden. Dit originele detail blijft daarom ongeschonden en -met
warmteverlies en al- behouden.
De constructie met houten vloer en kruipruimte wordt al tientallen jaren niet meer nieuw
vergund door de gemeentelijke afdeling voor bouw- en woning toezicht. De redenen zijn vrijkomend
radioactief radon- en thorongas uit de bodem, vochtproblematiek en gezondheidsrisico door
schimmel sporen die via de kierende en werkende houten vloer boven de kruipruimte de woonkamer
en keuken bereiken. (CBS et al, 2011)
Door een dichte vloer, bijvoorbeeld van gegoten beton, te kiezen worden de gevaren deels
vermeden. Vocht en schimmel worden tegengehouden. Ook het aandeel radon en thorongas uit de
kruipruimte vervalt. (Van den Ham et al, 1992) Het deel uit bouwmaterialen blijft echter bestaan en
neemt - door toepassen van meer beton - mogelijk zelfs toe. Door beton met een lage radon emissie
en voldoende ventilatie in huis te werken wordt dit gevaar teruggedrongen. (Van der Wal, 1992)
Meer luchtdicht construeren van een woning verhoogt in het algemeen de radonconcentratie.
Houtbouw heeft een verlagend effect en zandgrond is ook gunstiger voor de radonconcentratie.
(Stoop et al, 1998) Huis 1938 staat op zandgrond en is voor een belangrijk deel uit hout
geconstrueerd. Er is, al met al, zo dus geen overwegend bezwaar tegen het aanbrengen van nieuwe
83
betonvloeren. De gezondheidswinst in verband met vocht en schimmels is hier, samen met de extra
aan te brengen isolatie, dus de drijfveer.
Alternatieven
Wat zijn hier de mogelijkheden? De begane grond boven de kruipruimte is nu van hout
geconstrueerd. Deze vloer is beter te dichten en beter te isoleren dan met de nu aanwezige 5 cm EPS
schuimplaten aan de onderkant en plasticfolie en kitranden aan de bovenkant. Dit kan bijvoorbeeld
met betonnen draagbalken en van polystyreen schuim gemaakte inlegblokken, in de bouw wel
oodjes ge oe d. Ook voor een daar overheen te storten afwerkvloer -al of niet met ingegoten
vloerverwarming- zijn op de markt de benodigde materialen goed verkrijgbaar.
Er is ook nog een mogelijkheid om te volstaan met de kruipruimte op te vullen met
isolatiemateriaal. Op de markt zijn hiervoor diverse materialen te verkrijgen. Belangrijke
randvoorwaarde is dat de bestaande leidingen bereikbaar moeten blijven. Dit betekent dat
volschuimen tot een massief blok, bijvoorbeeld met kunststofschuim of schuimbeton, niet wenselijk
is. Het materiaal moet verder ook kunnen worden aangebracht zonder de bestaande vloer op te
breken. Via een slang door een toegangsluik aanbrengen is het best. Bij de materiaalkeuze is verder
belangrijk dat er geen schimmel, vocht, ongedierte, uitgassing, corrosie of rotting ontstaat die tot
ongewenste effecten zoals reparaties, stank of kosten leidt. Ook moet er een minimale ventilatie
aanwezig blijven omdat er een gasleiding door de kruipruimte loopt. Een verkenning van de
mogelijkheden levert al snel op dat de volgende materialen het meest in zwang zijn: schelpen
(hydraschelp.nl), recyclebare EPS isoparels (Isotechniek.nl) (Pluimers.nl), EPS schelpen
the o hips (Drowa.nl), en meer voor vochtbestrijding dan voor warmtehuishouding bedoelde
lagen grof zand of kleikorrels. (waterbewust.nl) Omdat de diepte in de kruipruimte varieert is een
gedeeltelijk ophogen met zand mogelijk bij de uitbouw ter hoogte van de keuken nog wel te
overwegen. De isolatielaag zal dan overal in de kruipruimte tot circa 50 cm dik zijn. De kruipruimte
opvulling ondersteunt de houten vloer na het opvullen overigens niet. Bij de afweging tussen de
verschillende opvulmaterialen is de mogelijkheid tot het uitvoeren van reparaties in de toekomst
doorslaggevend. Het betreft leidingwerk dat vrij gegraven moet kunnen worden en waaraan met een
gasbrander gesoldeerd moet worden. Ook vervanging van vloerbalken moet nog kunnen. Schelpen
zijn hier duidelijk in het voordeel. Kostenindicatie voor EPS korrels: 110 euro per m3 (Maatwerkisolatie BV), schelpen: 110 euro per m3 (grindenzand.nl), EPS chips 40 euro per m3. (Maatwerkisolatie BV) Als het gaat om isolatiewaarde van de 50 cm dikke laag is de λ waarde belangrijk. Voor
EPS is die 0.038 W/mK, voor schelpen is dat drie maal hoger met 0.106 W/mK. (Een laag van 25 cm
resulteert in een R=2,5 m2K/W en er wordt maximaal 35 cm aangebracht.) (isoschelp.nl) De waarden
verschillen nogal, afhankelijk van de vochtigheid en eventueel grondwater in de kruipruimte,
waardoor ook Rc waarden van 1.3 m2K/W opgegeven worden voor 25 cm laagdikte. (isolatienl.nl) Dit
houdt in dat met schelpen niet de passive house norm met een R waarde van 6.7 m2K/W bereikt kan
worden, overeenkomend met de K waarde van 0.15 W/m2K. (Feist, 2012)
Omdat de spouwmuur is geïsoleerd is het koudebrugverschijnsel buitenmuur-vloer niet of
nauwelijks aan de orde. De spouwmuur isolatie loopt immers tot circa 60 cm onder het maaiveld
door. Dit zou betekenen dat de goedkoopste oplossing, geheel afvullen met EPS chips, ook warmte
technisch een gunstige oplossing biedt. Bij een eventuele reparatie aan leidingwerk onder de vloer
zullen dan wel speciale maatregelen moeten worden genomen. Er is ook nog een andere bedenking.
Zolang er ventilatie blijft zal boven de isolatielaag, die op de bodem van de kruipruimte rust, nog
steeds een via ventilatie door de buitentemperatuur beïnvloede bewegende luchtlaag aanwezig zijn.
84
De vraag is dus of al die EPS chips zo dan wel het gewenste effect hebben. Het hangt af van hoe goed
de vulling plaatsvindt. De al aanwezige EPS isolatie plaat tussen de vloerbalken onder tegen de
vloerdelen kan dus in elk geval beter blijven zitten omdat dit toch misschien nog in belangrijke mate
bijdraagt aan de R-waarde. De chips zijn -in theorie- goed voor een Rc waarde van 3.7 m2K/W bij een
gemiddelde laagdikte van 50 cm. (Drowa.nl) De vloerplanken en 5 cm EPS isolatieplaat zelf hebben
samen een R waarde van 1.5 m2K/W. Samengenomen bereikt de vloer zo een R waarde van 5.2
m2K/W en dus een K waarde van 0.19 W/m2K. Het is om deze reden dus ook gunstiger om geen zand
bij te vullen maar alleen met EPS chips te werken. De hoogte van rond 80 cm in het diepste deel van
de kruipruimte leidt er zo toe dat de chipslaag daar dikker is en zo, gemiddeld genomen, de vloer
voldoende dicht bij de passief huis norm van 0.15 W/m2K komt. (Feist, 2012) Bij een oppervlak van
40 m2 en gemiddeld 60 cm laagdikte betekent dit 24 m3 EPS chips ter waarde van ongeveer 1000
euro.
De kruipruimte kan ook deels volgestort worden met zand en dan met folie en isolatieplaten
belegd. Omdat het handhaven van een kruipruimte niet strookt met de nieuwste bouwtechnische
inzichten is deze laatste methode aantrekkelijk. Huis 1938 komt zo dus bouwtechnisch meer in
overeenstemming met de stand der techniek. De dan opnieuw bovengronds aan te leggen -nu nog
ondergrondse- leidingen komen op deze manier om praktische redenen bijvoorbeeld in vloergoten
met deksels of in koven langs de plafondranden terecht en zijn dan nog goed bereikbaar voor
o de houd. De passi e house o
a . W/ 2K geldt hier onverkort. (Feist, 2012) Berekening
toont aan dat PUR Kooltherm isolatie met een dikte van 15cm nodig is om hier aan de norm te
voldoen. Alternatief is het in de bouw zeer gebruikelijke EPS van 20 cm dikte. De bereikte K-waarde is
in beide gevallen 0.14 W/m2K.
Opdelen in deelprojecten
De vloeren zijn in drie delen te onderscheiden, kruipruimte, bijkeuken en uitbouw achter. Elk deel
zou apart ter hand kunnen worden genomen en voor een belangrijk deel in de doe-het-zelf sfeer
gebracht om kosten te besparen en over de tijd uit te kunnen spreiden.
De verwikkelingen met de installatie moeten echter eerst zijn opgelost zodat er geen leidingwerk
onbereikbaar onder het beton verdwijnt.
Er is gas, elektra, water, verwarming en telecom leidingwerk onder de vloer in de kruipruimte.
Het huis verwarmen kan energiegunstig en prijsgunstig met een drietal kleine
warmtepompsystemen boven, beneden en achter. Deze hebben nieuwe leidingen nodig die niet via
de vloer hoeven te lopen. Elektra leidingen kunnen in plinten en muren worden gewerkt in plaats van
onder de houten vloer. Dat geldt ook voor telecom leidingen. De gas- en waterleidingen zijn via
koven langs het plafond naar het gasfornuis in de keuken te voeren.
Voor de vloeren op de begane grond kan het ontwerp in principe ook gelijk worden
getrokken: alle weggebroken vloeren worden -na opvullen met zand in de kruipruimte- vervangen
door bijvoorbeeld 12 cm EPS schuim isolatie met daaroverheen 6 cm beton met een stalen gaas er
in. Het afwerkniveau komt op een hoogte van 3 cm onder de granito vloer in de entree hal te liggen.
Dat komt overeen met circa 3 cm onder de bestaande plinten. Dat laat ruimte voor ondertapijt en
parket. De bereikte K-waarde wordt circa 0.23 W/m2K, nog net buiten de Passi e house o
a
2
0.15 W/m K. (Feist, 2012)
Het alles i ee kee doe heeft iss hie oo dele o e het i t ee fases doe . De
hoge kosten lijken het hier grote struikelblok te worden. Wel er is maar één verhuis operatie nodig in
plaats van twee. In twee fases uitvoeren zou ook nog voorkomen dat het huis op de begane grond
85
een tijdje onbewoonbaar zou zijn: fase 1 voor bij de kruipruimte, later fase 2 achter bij de vloeren op
zand lijkt daarom aantrekkelijk. Het in een keer alle vloeren doen wordt daarom toch verder
onderzocht.
Op 3 juni 2013 wordt bouwbedrijf BvdMeijden uitgenodigd om offerte te maken voor sloop
van de begane grond vloeren en de aanleg van een geïsoleerde betonvloer. Hierbij is een goot voor
leidingen langs de buitenomtrek voorzien. Randisolatie houdt warmte lekkage naar de buitenmuren
tegen. Op 5 juni 2013 wordt met twee heren van bouwbedrijf BvdMeijden dit werk plan ter plaatse
besproken. )ij ake di e se foto s o de estaa de situatie ast te legge e hu offe te te
kunnen voorbereiden. Er zijn drie delen te onderscheiden. Het eerste is de kruipruimte waarin veel
puin en zand te storten is. Veel andere leidingen moeten worden verwijderd. Een ondergrondse
keuken gootsteen afvoer blijft wel nodig. Hier is een overmaatse leiding (waardoor een afvoerslang
en wellicht een propaangasslang kunnen worden getrokken) handig. Gas, elektra en water moeten
omgelegd naar goten en koven. Dit werk aan de kruipruimte is eventueel samen met de vloer in de
uitbouw uit te voeren. Voordeel is dat het puin in de kruipruimte gestort kan worden.
Op 6 juni 2013 ontvangen zij een Excel sheet met maten en een doorsnede ontwerpschets. Op 21
juni 2013 wordt gemeld dat aan de offerte wordt gewerkt maar dat er een groot ander project hen
veel tijd kost.
Op 8 juli 2013 komt per e-mail de offerte van bouwbedrijf BvdMeijden binnen. Er is een open
calculatie opgesteld waarin de drie gedeelten van de vloer en de verschillende werkzaamheden apart
zichtbaar zijn. Het totale bedrag is: 15.126,09 Euro inclusief omzetbelasting.
In de calculatie zitten wat posten die vragen oproepen. Voorbeeld: dichtzetten balkgaten met stukjes
EPS kost 138 Euro. De goten zijn als 6x100 mm aangeduid terwijl 60x100 bedoeld was. Alleen al de
kruipruimte volstorten met zand en isoleren met 20 cm EPS en met een betonvloer afwerken zou
8300 Euro gaan kosten. Het beton zelf neemt daarvan met twee lagen totaal circa 1400 Euro in
beslag. Het EPS neemt 1000 Euro in beslag.
Dit werk aan de vloer heeft een ingewikkeld verband met de installatie voor verwarming, gasfornuis,
water en elektra. Uitgangspunt bij de offerte was dat verwarming en vloeren tegelijk door
installateur en bouwbedrijf zouden worden aangepakt.
Van installateur Schans is ondertussen offerte ontvangen voor een CV ketel vervangend
General warmtepomp systeem à 19.480 Euro (zie hoofdstuk 5.1). Financieel betekent dit dat er een
beslissing zou moeten worden genomen voor een gecompliceerd samenwerkingsproject van in totaal
rond 35.000 Euro in omvang. Dit is veel meer geld dan ooit was voorzien. Zelfs met de spreiding over
vier jaar is dit niet zomaar even te financieren. De kosten lijken bovendien erg hoog.
Afweging
Een groot nadeel van de alles in een keer benadering blijkt dus de zeer hoge kosten ineens.
Is dit soms de reden dat in Nederland het na isoleren van vloeren achterblijft? Op het internet zijn er
indicaties dat dat misschien wel het geval is. Zo is er een jaren dertig huis in St Pancras waarbij de
eigenaar ook de vloer ongeïsoleerd gelaten heeft. (Leistra, 2012)
Het moet kennelijk dus toch anders. Op 14 juli 2013 valt het besluit: deze kluwen moet eerst
worden uiteengerafeld voor het project verder kan. De ste ke e k opi g tussen alle systemen in
huis werkt als een belemmering om voortgang te maken met kleine haalbare stappen.
Er zijn kleine onafhankelijke deelprojecten voor vloeren en een warmtepomp systeem nodig.
Op 15 juli 2013 gaan berichten naar bouwbedrijf BvdMeijden en naar installateur Schans dat hun
offertes niet gehonoreerd worden omdat er in het budget geen ruimte is voor hun twee, onderling
86
samenhangende en erg duur aangeboden, projecten tegelijk is. Ook staat er in dat voor de vloeren
maximaal 8000 Euro werd verwacht.
Uitvoering
Gezien de kosten is gekozen voor het apart van elkaar isoleren van de kruipruimte en de uitbouw
achter. Ook is gekozen voor beginnen met de kruipruimte. Dit werk bestaat uit opvullen van de
kruipruimte met zand, dan isolatieplaten leggen en dan een betonvloer storten waarop een
vloerverwarming aangebracht kan worden die met een warmtepomp samenwerkt. Er tussendoor
moeten diverse leidingen verlegd worden. Vanwege de grote hoeveelheid is het zand en beton
storten zinvol om uit te besteden. Ook het verleggen van CV leidingen en ander loodgieterswerk is
vanwege het vereiste vakmanschap beter om uit te besteden. Elektra kan vanwege het vele
benodigde inhakken in de muren handiger in eigen beheer worden uitgevoerd.
In de 2e week van februari 2014 wordt aannemer Roks hierover benaderd. Op 13 februari is
er overleg ter plaatse. De afweging tussen een broodjesvloer en op zand storten wordt nog eens
besproken. Broodjes en betonbalken zijn duurder. Op ca. 20 m3 zand storten gaat het dus worden.
Een offerte komt binnen op 1 maart 2014. De totale kosten voor 12 cm EPS isolatie en beton
over de kruipruimte bedragen 6948,- Euro voor materiaal, arbeid en inclusief btw.
Op 3 maart 2014 krijgt aannemer Roks de opdrachtbevestiging. Over de levertijd, de verkrijgbaarheid
van onderdelen voor de vloerverwarming en over de route voor de drinkwaterleiding bestaat dan
nog onzekerheid. Op 6 maart 2014 wordt duidelijk dat er in elk geval 6 weken beschikbaar zijn voor
de voorbereiding. Dat op zich is al een flinke klus. De gehele woonkamer en keuken ruimte moet
leeg. Onder de vloer moet tijdens het werk een en ander veranderen. Daar zijn verschillende soorten
leidingen te vinden die elk een eigen behandeling krijgen.
Huisraad weghalen
Met name het aanrechtblad is kwetsbaar. De kit randen moeten kort tevoren losgesneden worden.
Het demonteren van een aan de muur vastgemaakte kast op de plaats van de vroegere serredeuren
zal wat reparatiewerk bij herplaatsen vergen. Alle overige huisraad is gemakkelijk verplaatsbaar. Veel
doe-het-zelf werk, dat wel.
Voor de opslag van de huisraad is de ruimte onder de veranda achter bij de werkplaats voldoende.
Een paar plastic dekzeilen voorkomen inwaaien van vuil en regen. Op camping gas koken kan daar
ook. Op het gras een extra opslagruimte maken met een grote partytent met zeilen blijkt niet nodig.
Een klein huishouden draaien in de bijkeuken is goed te doen maar de elektra moet wel beschikbaar
blijven. Bij de voorbereiding is het dus zaak zoveel mogelijk de elektra leidingen al te verleggen.
Oude CV verwarmingsleidingen
Met Argion is een voorbereidende bespreking gehouden over wat er nodig is om een
vloerverwarming op een warmtepomp te realiseren. Hiermee is eenvoudig rekening te houden door
T stukken en afsluiters te plaatsen in de hoek van de keuken waar de twee CV hoofd leidingen de
kruipruimte nu binnenkomen.
De ondergrondse oude en roestige CV leidingen in de kruipruimte kunnen vervallen. Een tussentijdse
oplossing (tot het plaatsen van een 2e warmtepompsysteem) is mogelijk door de CV in tact te laten
en alle radiatoren eenvoudigweg via de T stukken aan een nieuw verdeelblok te verbinden. De
bestaande radiatoren kunnen dan aan dit verdeelblok gekoppeld worden. Voor de vloerverwarming
zijn 3 extra aansluitparen op het verdeelblok nodig. Als de warmtepomp eenmaal in werking is
87
kunnen de radiatoren op de begane grond door andere worden vervangen of worden dichtgezet en
na verloop van tijd verwijderd. Naar de 1e verdieping kunnen de stijgleidingen ook aan het
verdeelblok voor de radiatoren worden gekoppeld. In totaal 10 aansluitpunt paren en een aftap/
vulpunt aan het verdeelblok zijn voldoende. Er blijven zo uiteindelijk geen buiten gebruik gestelde
ondergrondse CV leidingen ter plaatse van de vroegere kruipruimte achter.
Elektra leidingen
Al het elektra leidingwerk onder de grond moet er uit voor de betonvloer er in komt. Dat is
noodzakelijk om te vermijden dat elektra verbindingen in montagedozen onder de grond in contact
met vocht komen. Nu ligt er onder de vloer een stervormige verdeling vanuit een montagedoos die
aan een balk hangt. Dit alles zonder aanpassen in beton gieten kan zo niet. In het vochtige zand
ingraven kan ook niet. De leidingen moeten naar de afwerkvloer omhoog en via goed bereikbare
montagedozen verbonden. Ondanks het ingieten van leidingen in de bovenste afwerkvloer is
reparatie of verandering -met enige moeite- nog mogelijk. Er later een stopcontact bijplaatsen vergt
sleuven frezen of inhakken in de muur. Elke plaats voor een stopcontact is via een ringvormige
leiding onder langs de muren te bereiken. Elektraleidingen kunnen in de afwerk vloer het best naar
de bestaande opvoerplaatsen vanuit de kruipruimte worden gelegd. Op elk punt is dan een
montagedoos nodig. De elektriciteit is tijdens de uitvoering van het project noodzakelijk om het
huishouden draaiende te houden en het gebruik van elektrische apparatuur mogelijk te houden. De
werkplaats blijft zo ook operationeel en dat is hard nodig. Zoveel mogelijk vooraf dit doen is dus
belangrijk.
Waterleiding
Vanuit de trapkast moet de leiding naar de keuken lopen waar hij omhoog komt bij het aanrecht in
de hoek achter. Bij de waterleiding kan dat niet zo zonder meer omdat door de verwarmde vloer een
legionella gevaar ontstaat. Voor drinkwater is een doorvoer door een verwarmde vloer niet geschikt.
Onder de isolatielaag blijft het koude water wel voldoende koud. Een onder de isolatielaag door in de
zandbedding ingegraven pvc pijp (of tyleen slang) waardoorheen de metalen waterleiding ligt zou dit
gevaar afwenden. Praktisch kan dit het best tussen de folie en de EPS. Dit betekent ook dat het water
vrijwel direct na het aanbrengen van zand en folie weer aangesloten kan worden.
Gasleiding
Vanuit de trapkast bij de gasmeter moet een nieuwe gas leiding naar het fornuis en naar de leiding
vanuit de hoek van de keuken achter -ondergronds- naar CV in de uitbouw achter. De gasleiding kan
mee in de PVC of tyleen doorvoer waar ook het water doorheen gaat onder de vloer. Direct na het
zand en de folie aanbrengen kan het gas weer aangesloten worden. Dat betekent dat ook het gas
slechts korte tijd afgesloten zal hoeven te zijn. Koken en douchen vallen daarmee korte tijd uit. De
verwarming valt langere tijd uit omdat eerst weer alle radiatoren op het verdeelblok aangesloten
moet worden.
Analoge TV kabel
Op 20 februari 2014 kan de analoge antennekabel worden afgekoppeld. Dat houdt in dat de kabel
dicht bij de fysieke plaats van binnenkomst in een montage doosje kan worden geleid en daar met
voldoende lengte voor eventueel toekomstig gebruik afgeknipt. Dat betekent dat er in huis 1938 een
flink aantal meters TV kabel kan vervallen. Het kiezen van een eventuele plaats voor een einddoos op
88
de analoge TV kabel is ook pas mogelijk als de ondergrondse plek van binnenkomst van de kabel
toegankelijk gemaakt is. De keuze valt op hem direct na de sloop van de huiskamervloer verwijderen.
Met TV kabel verwijderen is op 5 april 2014 een begin gemaakt. Een directe besparing op het
elektriciteit gebruik is het afkoppelen van een antenneversterker die constant 24/7 ongeveer 2.5
Watt verbruikte. Het apparaatje voelt dan ook warm aan bij het loskoppelen. Aan de andere kant is
de nieuw geïnstalleerde Digitenne TV ontvangst apparatuur op de 1e verdieping goed voor een
verbruik van 10 Watt gedurende ongeveer 1 uur per dag. Door het geheel van TV en Digitenne
apparatuur op een gemeenschappelijk in/uit schakelbaar stekkerblok aan te sluiten is stand-by
verbruik gedurende de overige 23 uur per etmaal goed te voorkomen. Waar de oude antenne
versterker 2.5*24*365/1000= 21.9 kWh/jaar verbruikte is dat nu voor Digitenne: 10*1*365/1000=
3.6 kWh/jaar, een duidelijke energiebesparing van 19 kWh/jaar. De oude TV bekabeling is op 12 april
2014 weg.
In huis 1938 is daarmee een stap in de richting van een nieu e A e ikaa se t e d gezet: cordcutting . O dat het in de USA erg duur is om alle digitale diensten in een abonnement bij de grote
kabelmaatschappijen onder te brengen begonnen mensen vanaf 2008 tijdens de crisis hun contact
met de kabelaars zoals Comcast te verbreken en in plaats daarvan het internet meer te gebruiken.
(Moffett, 2013)
Riolering
Het verleggen en vernieuwen van rioleringsbuizen is pas mogelijk als de vloer er uit gebroken is. Een
dikkere PVC pijp dan nu in gebruik is moet vanaf de aanrecht gootsteen naar buiten geleid worden
via de bestaande route. Een mogelijkheid om op propaangas te koken vereist een extra pvc of tyleen
pijp waardoor een koperen propaangasleiding van buiten naar binnen geschoven kan worden.
Vloerverwarmingsleidingen en verdeelblokken
Vloerverwarmingslussen moeten handig gekozen worden. Liefst een flink aantal lussen zodat als er
onverhoopt een lus lek raakt de andere lussen het op kunnen vangen. De lengten van elke lus mogen
niet te veel verschillen om zo de stromingsweerstanden gelijk te houden en de warmte egaal over de
vloer te verdelen. Ook zij e t ee ela g ijke a ie e o de lusse te legge : ea de e
slakke huis . De ee ste heeft ee zigzag pat oo e geeft ee aa het egi e
i de a te aa
het eind af. De tweede is een spiraalvorm die zorgt voor een gemiddeld homogene
temperatuurverdeling. De vloerverwarmingsbuizen zijn met ty-raps aan het wapeningsijzer in de
afwerklaag te binden. (Mijnkluswijzer.nl)
De plaats van het verdeelblok waaraan de lussen vastzitten is belangrijk. Dit moet met een kast of
meubel eenvoudig aan het oog te onttrekken zijn, lussen in zoveel mogelijk richtingen kunnen
voeden en handig liggen voor de aanvoer van de warmte vanaf de toekomstige warmtepomp. Het
verdeelstuk moet bovendien dicht genoeg bij de warmtepomp zitten om een goede warmte
overdracht te krijgen. De beste plek is achter in de hoek in de keuken, nabij de achtergevel waar op
de 1e verdieping buiten aan de muur een buitenunit geplaatst kan worden.
Loodgieter
De aanleg van gas, water en verwarmingsleidingen is vakwerk. De hulp van een loodgieter is daarom
ingeroepen. De riolering, elektra, stucwerk en schilderwerk konden in eigen beheer gedaan worden.
89
De klussenlijst komt er als volgt uit te zien: (toelichting: [n] werkdag , *) uitbesteed)
[voorbereiding]
-Opslag plaats voor huisraad maken
-Huisraad weghalen en opslaan
-Muurkast in voorkamer afbreken
-Aanrechtkast en granieten blad loshalen
[1] -Vloer wegbreken *)
-Nieuwe stopcontacten en verbindingsdozen voorbereiden
-Leidingwerk voorbereiden (materiaal verzamelen, sub-assemblages tbv doorvoeren maken)
-Opening t.b.v. leidingdoorvoeren door muur naar trapkast groter hakken
-Steunmuurtjes afbreken tot de juiste hoogte*)
-Gas, water, elektra, verwarming : oude ondergrondse leidingen en kabels weghalen
-Elektra via tijdelijke leiding opnieuw aansluiten
-CV hoofdleidingen (heen/retour) naar de plaats van het verdeelblok voeren
-Nieuwe hoofd- gas en water leidingen in doorvoer door zand leggen
[2] -Zand in kruipruimte storten *)
-Zand afvlakken, verdichten en aanstampen tot +38 cm onder de plint onderzijde *)
-Riool vanuit gootsteen stijgleiding aanbrengen,
-PVC rioleringsbuis van gootsteen naar buiten leggen
[3] -Folie leggen *)
-EPS isolatieplaten leggen *)
[4] -Wapening ondervloer op beton blokjes leggen *)
-bekisting rond stijgleidingen onder verdeelblok aanbrengen *)
-Propaandoorvoer plaatsen
[5] -Ruwe betonvloer gieten en trillen *)
[6] -Folielaag leggen *)
-Elektra leidingen op betonvloer door PVC buis langs randen leggen en vastzetten
-Krimpwapening leggen *)
-Verdeelblokken plaatsen*)
-3 slakkenhuispatroon buizen tbv vloerverwarming leggen en met ty-raps vastzetten *)
-7 leidingparen tbv radiatoren en stijgleidingen plaatsen en met ty-raps vastzetten *)
[7] -Vullen van verwarmingsbuizen met water, op lekkage testen*)
-Gasleiding doorverbinden naar fornuis *)
-Elektra wanddozen en muren afmonteren
-Plinten verwijderen
[8] -Afwerkvloer storten en vlinderen tot aan de plint onderzijde *)
-Nieuwe plinten aanbrengen
90
DOORSNEDE
folielaag
elektra
12 cm EPS
gas
water
PLATTEGROND
verdeelblok
Riolering
en
Propaan
doorvoer
Water
Gas
Elektra
trapkast
Het principe ontwerp van de woonkamervloer
91
Het verdeelblokken installatieschema ziet er uiteindelijk zo uit:
2e warmtepomp
Afsluiters en T stukken
Verdeelblok
vloerverwarming
8 9 10
Bestaande CV
Verdeelblok CV
1 2 3 4 5 6 7
1
2
3
4
5
6
7
Verdeelblok CV installatie :
radiator bij achterdeur
radiator eettafel
radiator woonkamer zijraam
stijgleiding radiator douche
radiator hal bij voordeur leiding
stijgleiding radiator slaapkamer voor
radiator erker
Verdeelblok vloerverwarming :
8 vloerverwarming achterkamer/keuken
9 vloerverwarming woonkamer midden
10 vloerverwarming voorkamer
Om voldoende plaats aan het verdeelstuk met toebehoor te kunnen bieden en om in de toekomst
ook extra leidingen vanuit de trapkast naar achteren mogelijk te maken is een doorvoer met een
flinke diameter nodig. Verder construeren van een 2e warmtepomp vereist een koof tussen
verdeelstuk en de huidige CV ruimte in de uitbouw achter. Tenslotte blijkt een put onder het
verdeelstuk handig om de vele leidingen door te kunnen voeren en de verbindingen te kunnen
maken.
Het leegruimen van de woonkamer en de keuken is een fors karwei. Samen met een paar sterke
buurmannen blijkt de klus in een halve dag te klaren. Het huishouden is daarna gereduceerd tot een
beweegruimte en een voorzieningenpeil nauwelijks beter dan in een caravan. Losmaken van het
keukenblok kost nog eens een halve dag. Dan zijn de kamer en de keuken leeg. Het kan beginnen.
Op 10 juli 2014 is de oude houten vloer eruit, steunmuurtjes zijn afgebroken, oud leidingwerk is
verwijderd, de hoofdleidingen voor gas en water zijn vernieuwd en er is een laag zand gestort. De
stapel EPS platen voor de deur is indrukwekkend. Er zit een sticker op van fabrikant Knauf. De platen
van 12 cm dik hebben een warmteweerstandswaarde van 0.0036 W/mk. Ze realiseren R D = 3.3 .
Het dieptepunt (letterlijk en figuurlijk) wordt bereikt op 11 juli 2014 als de sterke grondlucht het huis
doordringt en de oude wirwar van leidingen zichtbaar wordt.
92
11 juli 2014 Levering EPS platen
15 juli 2014 de constructievloer is gegoten
16 juli 2014 De verdeelblokken worden geplaatst . Links
radiator aansluitingen, rechts het vloerverwarming blok.
21 juli 2014 Afwerkvloer in wording.
In huis 1938 zit een bonte verzameling van gedateerde installatie onderdelen. Zo is in de CV hier en
daar koper en verder vooral verzinkt staal toegepast. De ondergrondse leidingen zijn op verschillende
plekken door roest aangetast. Balken zijn vermolmd en schimmelplekken zijn onder de lekkage
plekken te zien. Er blijken nog meer elektradozen in het zand te liggen. De elektrakabels zelf liggen
ook in het zand en er is een flink beschadigde kabel bij. In de wirwar van gas en waterleidingen is de
historie nog te zien: de keuken is verplaatst en de sporen van oude boilers zijn herkenbaar.
Afgedopte loze leidingen hangen aan ijzerdraad en touwtjes onder de verende balken. Stapeltjes
bakstenen en stoeptegels ondersteunen de balken en de leidingen hier en daar. Gelukkig kan het
allemaal weg.
De nieuwe CV leidingen zijn van metaal afgedekt met flexibele kunststof en hebben een speciaal
soort koppelstukken van messing. In het beton zijn ze door een extra geribbelde kunststof mantel
93
beschermd: rood voor de toevoeren, blauw voor de retours. Deze mantel, met een laagje stilstaande
lucht er in omsloten, isoleert de CV leidingen van het beton. Het eerste (CV) verdeelblok is alleen
bedoeld om de verbindingen tussen de bestaande CV radiatoren en stijgleidingen te maken.
Bij de vloerverwarming is de toegepaste metaal/kunststof leiding het zelfde maar de extra mantel
ontbreekt. Hier is het juist de bedoeling om maximaal warmtecontact met het omringende beton te
bereiken. Het tweede (vloerverwarming) verdeelblok bevat, behalve aansluitingen voor de drie in
slakke huis o gelegde loe leidi ge , een druk sensor, een temperatuursensor, flowmeters per
kanaal, een pomp en twee hoofdafsluiters. Deze functionaliteit is in de toekomst van belang. Bij het
installeren kan de vloerverwarming op druk gebracht worden om eventuele lekkages op te sporen.
Verder is de vloerverwarming niet op de normale wijze via de CV te gebruiken, de ketelthermostaat
moet dan op een lagere temperatuur. Door middel van de T-stukken aan dit verdeelblok is de 2e
warmtepomp later eenvoudig aan te sluiten en de CV af te koppelen.
26 juli 2014 Nieuwe plinten en stucwerk
31 juli 2014 Nieuw keukenblok in aanbouw
4 augustus 2014 De keuken is weer in gebruik
5 augustus 2014 Opgeknapt parket terugleggen
De werkzaamheden verlopen volgens plan. Na 2 weken is de afwerkvloer klaar. Een paar weken
drogen is nodig voor het opgeknapte oude massief beuken parket er weer veilig op kan worden
teruggelegd. Beukenhout en vloerverwarming gaan niet goed samen, dat probleem lossen we later
wel op. In de tussentijd moet er een nieuw keukenblok in jaren dertig stijl worden gebouwd om de
verdeelblokken en hun 5cm EPS isolatiemantel heen. Stevig, om het zware granieten blad te kunnen
dragen, en duurzaam, uit zoveel mogelijk gerecycled- en FSC hout, is het 4 augustus 2014 klaar.
94
Het helemaal herstellen van de woonkamer en de keuken neemt uiteindelijk nog drie weken in
beslag. Op een paar kleine veranderingen na oogt het eind augustus 2014 weer als voorheen . . .
(4.10)-Aanbrengen vloerisolatie uitbouw
Het tweede te isoleren deel van de vloer op de begane grond is de studeerkamer in de uitbouw, het
derde deel is de betegelde hal, wc en douche ruimte in de uitbouw waaronder diverse afvoeren
zitten die nodig blijven. Om daar de vloer te kunnen isoleren moet de bestaande vloer eerst
weggehaald worden.
Er zijn in de uitbouw achter op de begane grond grote stukken vloer aanwezig die in het
verleden zonder enige vorm van isolatie op zand zijn gestort. Hier is, net als bij de kruipruimte, 15 cm
PUR Kooltherm isolatie nodig om aan de passi e house norm te voldoen. Met 20 cm EPS kan het
ook. Het samenstel van verschillende vloeren op zand in de uitbouw achter het huis is een historische
gegroeide mengelmoes van gedeelten met stoeptegels met 4 cm beton er op, twee lagen tegels in
het toilet, met lattenwerk gevlakte schuine gietvloeren voor afwatering in het oude schuurtje en
ongelijke niveaus tussen verschillende uitbouw fases. Overal ontbreekt isolatie onder de vloer. Het
onder een dergelijke vloer aanbrengen van isolatie is een onmogelijke opgave, net als bij het granito
in de hal voor.
Er is voor de uitbouwvloer nog een ander alternatief overwogen : het buitenom isoleren van
de onderrand van het buitenblad om de onderliggende zandlaag zelf als isolator te benutten. De
algemeen voor de bodem te gebruiken rekenwaarde in normen is 2,0 W/mK. (NEN 2778) De toplaag
van de bodem onder huis 1938 heeft een geschatte warmtegeleidingscoëfficiënt van eveneens 2,0
W/mK. Deze waarde is gebaseerd op het feit dat er bij toenemende diepte in toenemende mate
vochtige zandgrond onder de betonvloer zit. De in literatuur gevonden waarden variëren van 0.3
W/mK voor droog zand (Atrium, 2013) via 0,8 – 1,0 W/mK voor verschillende typen bouwzand (NENEN 12524-2000) tot 1.5 W/mK voor vochtige grond en 2,2 W/mK voor fijn kwartszand.
(EKBouwadvies.nl) Om aan de passief huis norm van 0.15 W/m2K te komen zou dus een laagdikte
van 1.5 a 2.0 meter droog zand, of circa 10 meter als het zand vochtig is, nodig zijn. Het grondwater
zit op circa 1.4 meter diepte zodat de norm op deze manier dus nooit kan worden gehaald. Dit
alternatief is dus niet realistisch.
Interessant in dit verband is ook het overstromingsrisico. Een stijging van het grondwaterpeil
tot circa 0.6 meter diepte onder het maaiveld zou als gevolg het uitvallen van de elektra kunnen
hebben. In kruipruimtes komt bij dat niveau water te staan. Dat kan tot vocht ophoping en tot
aardlek problemen via niet waterdichte elektra montage dozen in de kruipruimte leiden. Dat dit in
huis 1938 zou kunnen gebeuren blijkt uit verschillende studies naar de gevolgen van dijkdoorbraak,
toegenomen kwelwater door meer neerslag als gevolg van klimaatverandering of zelfs door
toekomstige zeespiegelstijging. (EduGIS, 2014) (Provincie Utrecht, 2014) De kruipruimte is ook om
die reden dus geen kenmerk om te behouden maar een nadeel dat beter verwijderd kan worden.
Zeespiegel - Infiltratiegebied – Bronverbod – Stijgsnelheid – Primaire kering – Kans 1: 1250 jaar
(Bron: EduGis)
95
Ook kan in de uitbouw over de bestaande betonvloer een isolerende dekvloer worden
aangebracht. Deze zal dan ongeveer 15 cm dik moeten zijn om aan de 0.15 W/m2K norm te voldoen.
De uitbouw heeft echter van binnen een plafondhoogte van slechts 2.05 meter. Dit betekent dat er
bij gebruikmaken van een dekvloer een verbouwing nodig zal zijn om het plafond, en daarmee het
hele platte dak te verhogen. Dat is dan meteen aanleiding om naar circa 2.40 meter hoogte te gaan.
Onder het schuine dak blijft dan geen voldoende ruimte voor een aparte zolder over en zou slechts
een kleine vliering overblijven of zelfs alleen een plafond dat de schuinte van het bestaande
pannendak nog volgt. Deze verbouwing is zo mogelijk nog meer ingrijpend dan het uitbreken van de
vloer. Bovendien ontstaat er vloerniveauverschil met de rest van het huis. Al met al is dit dus ook
geen aantrekkelijk alternatief.
De vloeren geheel wegbreken tot op de zandlaag, die zandlaag dan tot op de juiste hoogte
afgraven en vervolgens een isolatielaag aanbrengen met daaroverheen een nieuwe betonvloer is
veel werk maar technisch goed mogelijk. De bestaande ondergrondse leidingen kunnen dan meteen
vernieuwd en verlegd worden naar voor reparaties blijvend toegankelijke leidinggoten en koven.
In de betonnen vloer in de uitbouw achter zitten verwarmingsleidingen en elektra vanuit de
kruipruimte naar de CV kast. De ondergrondse verwarmingsleidingen tussen kruipruimte en CV en
naar de radiator in het halletje bij de achterdeur vormen een knelpunt, ze zijn niet eenvoudig te
verleggen. Hier veel moeite aan doen is niet zonder meer verstandig, ze vervallen als de tweede en
derde warmtepompen er komen.
Verder kan ergens pas met nieuwe zuinige verwarming worden begonnen als de isolatie
werkzaamheden grotendeels klaa zij . A de s is het s i te s elli ht te koud. Met de vloeren lijkt
een uitzondering te moeten worden gemaakt omdat die pas aan het eind, na het verleggen of
verwijderen van allerlei leidingwerk, gedaan kunnen worden.
Het duurzaamheidsbelang van de isolatie van vloeren blijkt overigens mee te vallen als naar het
rekenmodel met alle verschillende schil K-waarden en oppervlakken wordt gekeken. Na het afwerken
van de grootste bijdrage, de kruipruimte, zijn later al of niet de overige delen van de vloer in de
uitbouw achter alsnog aan te pakken. Dat laatste niet doen kan dus ook.
Opdelen in verschillende projecten heeft, afhankelijk van de gekozen werk volgorde, ook
nadelen. Zo komt er puin en zand uit de vloer van de uitbouw dat een goede bestemming moet
krijgen. Het kan achter in de tuin ergens opgeslagen worden zodat er later de kruipruimte later weer
grotendeels mee op te vullen is. Dat zou betekenen dat de kleinere duurzaamheidsbijdrage eerst
gerealiseerd zou moeten worden. Misschien moeten er luiken naar de kruipruimte komen om er
alvast wat puin en zand in te kunnen storten. Het scheiden van de projecten lijkt zo wel erg moeilijk.
Er dreigt gedurende langere tijd dan ook ee
e k i uit oe i g situatie i het hele huis te ontstaan.
Wel zijn er tussentijds steeds stabiele situaties te maken die een korte of langere werk onderbreking
toelaten. In februari 2014 valt het besluit om de vloer onder de uitbouw achter voor onbepaalde tijd
uit te stellen en de focus op de kruipruimte te leggen. De in de uitbouw achter aan het eind van
2013 geplaatste multi-split warmtepomp en de extra isolatiemaatregelen hebben daar al voor een
aanzienlijke energiebesparing gezorgd.
(4.11)-Tochtwering
Het aanbrengen van tocht strips bij openslaande ramen en bij buitendeuren is tegelijk met het
aanbrengen van voorzetramen ter plaatse gedaan. Bij het aanbrengen van spouwmuurisolatie is
eerst ter voorbereiding zowel binnen als buiten een kit afdichting rondom alle kozijnen aangebracht
96
om uitpersing van PUR te voorkomen. Dit heeft als neveneffect een gedegen afdichting van alle
overgebleven kieren tot gevolg. In de loop van het eerste halfjaar van 2013 vindt dit geleidelijk
plaats. De vloer boven de kruipruimte kiert nog wel totdat ook daar isolatie en beton is aangebracht.
Tussentijds wordt kit langs de omtrek gebruikt. De vloer zelf was al van tochtdichte folie onder de
ondervloer voorzien. Uiteindelijk laten alleen nog open ramen en deuren en de voor ventilatie
bedoelde openingen met regelschuifjes ventilatielucht naar binnen en naar buiten. De ventilatie is
daardoor veranderd van gedeeltelijk onbeheerst naar vrijwel geheel beheerst.
(4.12)-Koudebruggen
Wat zijn koudebruggen en waar zitten ze? De benaming is in gebruik voor plaatsen die, voornamelijk
door warmtegeleiding vanaf koude plaatsen, aanmerkelijk kouder blijven dan plaatsen er om heen.
Niet alleen vormen ze een warmtelek naar buiten, ze kunnen ook tot condensvorming leiden. Zijn ze
aanleiding tot een apart project?
Spouwmuren
Een buitenmuur bestaand uit een binnen- en een buitenblad kan verschillende soorten
koudebruggen bevatten. Als er met metselen een brok cement in de spouw blijft zitten kan
warmtegeleiding en vocht, komend vanaf het buitenblad, leiden tot een koudere plek in het
binnenblad. Koude, natte schimmelplekken kunnen het gevolg zijn. Vaak gebruiken metselaars
ankers om de muren stevig aan elkaar te maken. Dit kan bij een hoek in een muur onbetekenend zijn
maar ook kan een anker de spouw recht oversteken om binnen- en buitenbladen te verbinden.
Dergelijke koudebruggen zijn niet eenvoudig te verhelpen. Aan spouw ankers tussen binnen- en
buitenblad in huis 1938 is dan ook besloten niets te doen. Deze beslissing is ook ingegeven door
berekening van de Rc waarde van 84.8 m2K/W van 6 spouw ankers van 3 mm diameter staal per m2.
Deze draagt nauwelijks bij aan de warmte uitwisseling via de PUR spouwisolatie die 1.7 m2K/W
bedraagt, en daarmee een factor 50 meer warmte doorlaat. Spouwankers zijn dus thermisch gezien
te verwaarlozen. De inspectie door Pluimers voor het aanbrengen van spouwisolatie heeft ook geen
cementbruggen aangetoond.
Isolatie randen
Een koudebrug kan ook ontstaan langs de rand van een isolatielaag. Een voorbeeld daarvan is een
geïsoleerde binnen wand die aan een niet geïsoleerde buiten wand vast zit. Dit is bijvoorbeeld bij de
wc en de bijkeuken beneden het geval. Een stuk buitenmuur zit als een soort koel-vin vast aan een
binnenmuur. Met een ingeslepen luchtspleet kan warmtecontact via een muur worden vermeden.
T-verbindingen
Een betonvloer die langs de omtrek stevig met het koude buitenblad verbonden is heeft de bij
koudebruggen behorende verschijnselen ook. Dit speelt bij de bestaande vloer in de uitbouw een rol.
Bij het plaatsen van een nieuwe isolatielaag onder de vloer kan deze koudebrug geheel worden
vermeden door de nieuw te gieten betonvloer van de buitenmuur gescheiden te houden middels een
isolatierand. (Lehr, 2010)
Koudebruggen zijn als onderdeel van de diverse deelprojecten meegenomen en niet als apart project
op zich.
97
Resultaat
In januari 2016 gaan campagnes van start om jaren 50-80 huizenbezitters over te halen om naar hun
warmteverliezen te kijken. Nieuwe subsidiregelingen helpen mee. Natuur en Milieu begint met
slimwoner.nl een actie en verstrekt gratis Thermo-Card® thermometertjes om de temperatuur van
de binnenkant van de buitenmuren te meten. In huis 1938 glijdt op 4 februari 2016 een exemplaar
door de brievenbus.
Op 14 februari 2016 is het buiten rond 00 Celsius met een beetje natte sneeuw en binnen is het
behaaglijk bij 20o Celsius. Perfecte omstandigheden voor dit testje. De muurtemperatuur komt op de
begane grond niet onder de 19.50 en dus hoeft er niet nog meer te worden geisoleerd !
Een dure infra-rood camera sessie is daarmee overbodig en de spouwisolatie kan als geslaagd
worden beschouwd.
98
(5)Warmtepomp systeem
(5.1)Warmtepomp systeem uitbouw achter
De belangrijkste besparing en tegelijk de meest gecompliceerde uitdaging is het ontwerp, de
ontwikkeling en de bouw van een warmtepomp systeem in het jaren dertig huis. )o s stee
bestaat uit drie delen: een warmtewisselaar die warmte bij een lage temperatuur aan de omgeving
onttrekt, de feitelijke warmtepomp zelf die deze warmte op een hogere temperatuur brengt, en een
verdeelsysteem dat de warmte in het huis verspreidt en aan het interieur afgeeft.
Warmtepompsystemen zijn er in verschillende soorten. Ze kenmerken zich door de keuze van het
medium in de onttrekking- en afgifte systemen: lucht-lucht, lucht-water of water-water. Ze kunnen
centraal of decentraal worden ontworpen. Het verdelen kan via uitblazen van warme lucht of met
verwarmd water via leidingen naar de vloeren of naar radiatoren aan de wand.
Centraal systeem
Kiezen voor een centraal systeem van verwarming in huis 1938 ligt voor de hand. Er kan dan van de
bestaande CV installatie en radiatoren worden uitgegaan. Het opnieuw gebruiken van het bestaande
CV radiatoren, deels voorzien van nieuwe toevoerleidingen door goten op de begane grond, allemaal
met water als medium, ligt om financiële redenen ook voor de hand. De oude ketel wordt dan door
de wa tepo p ketel e a ge e e ko t e ge s uite ee e tilatiekast te staa . Tussen kast
en ketel komt nieuw heen en terug leidingwerk met bijvoorbeeld water met glycol als medium. De
the ostaat et stooklij
estu i g i de oo ka e et ee se sor voor de buitentemperatuur
kan zo wellicht zelfs behouden blijven. Dat moet gaandeweg nog blijken.
Decentraal systeem
Net als bij de ouderwetse gevelkachels per ruimte is een warmtepompsysteem ook heel anders te
realiseren: in de vorm van een aantal kleine systemen die onafhankelijk van elkaar werken. In huis
1938 is een logische indeling te maken met drie deelsystemen: 1) het woonkamer/keuken gedeelte
op de begane grond, 2) de 1e verdieping en 3) de uitbouw achter. Door drie kleine warmtepomp
installaties te plaatsen is een eenvoudig decentraal systeem ontwerp mogelijk.
Lucht-Lucht warmtepomp
Een verkenning van de verkrijgbare warmtepomp systemen voor woningen leidt al snel naar de
omkeerbare lucht-lucht warmtepomp die voor verwarmen en koelen te gebruiken is. Deze systemen
zijn te verkrijgen bij een reeks van wereldwijd bekende airconditioning leveranciers: Carrier, Lennox,
Toshiba, enzovoorts.
Een voorbeeld van een dergelijk produkt op de markt is het ulti-split s stee van Toshiba,
bijvoorbeeld het type RAS-M14GAV-E. Deze buiten op te stellen ventilator/inverter kast meet
550x780x290 mm en maakt tot 40 dB(A) geluid op 2 m afstand. Deze warmtepomp levert maximaal
5.2 KW aan warmte en er kunnen 2 ruimten onafhankelijk mee worden verwarmd. Via leidingen met
medium vloeistof R410A er in gaat de warmte naar bijvoorbeeld twee RAS-B10UFV-E vloer/wand
units van maximaal 3.2 KW elk. De afmetingen zijn 600x700x220 mm elk. Het geluidsniveau van de
binnen units varieert tussen 20 en 39 dB(A) afhankelijk van de stand. Het werkgebied is van -15 tot +
24 graden Celsius bij verwarmen en van +5 tot +43 graden Celsius bij koelen. (cooldesignsltd.co.uk,
2013) (intercool.nl, 2013)
99
Dit zou er in theorie toe kunnen leiden dat de oude CV radiatoren en leidingen geheel uit huis 1938
kunnen worden verwijderd. De Toshiba vloer/wand units zijn aanmerkelijk kleiner en minder
opvallend. Het verwarmingssysteem in drie delen opsplitsen heeft nog meer voordelen. Als er een
deel uitvalt zijn de andere twee er nog. Er is ook koeling mogelijk, s zo e s eteke t dat ee ieu
stukje comfort.
Nadelen zijn er ook. De kosten zijn aanzienlijk. De drie buiten units ontsieren de buitenkant van het
huis. De plaatsing is dus een punt van aandacht bij het ontwerp. Bij de beschouwde driedeling in huis
1938 komen er twee ventilatorkasten aan de zijgevel terecht en een aan de achterzijde van de
uitbouw. In plaats van de oude CV waterleidingen komen er nieuwe R410A warmte transport
medium leidingen te liggen. De vloer/wand units maken voortdurend geluid bij het uitblazen van
verwarmde lucht. Er zijn diverse filters voor deze lucht verkrijgbaar en evenzovele luchtkwaliteiten
mogelijk. De binnen-units vergen dus ook onderhoud. Een vergunning of melding is niet nodig.
Een lucht-lucht warmtepomp systeem is dus technisch mogelijk zoals uit deze verkenning blijkt.
Water-water warmtepomp
De beste opbrengst levert een water-water systeem waarbij de buiten opgestelde warmtewisselaar
in optimaal warmtecontact met het grondwater is. Een water-water warmtepomp systeem met een
stelsel van grondbuizen in de tuin is daarom nader onderzocht. Het grond oppervlak, nodig voor
horizontale buizen op grondwater diepte in de bodem, met onderlinge afstanden van 1 meter,
bedraagt voor een woning tot circa 400 m2. Voor het huis in deze studie is dat oppervlak niet vrij
beschikbaar in de tuin dus moet er voor een verticale warmtewisselaar, equivalent qua grootte,
worden gekozen. Het daarvoor noodzakelijke boren in de grond is niet altijd vrij toegestaan. In
restrictie gebieden, meestal bij water winning, is het boren verboden. Bij de provincie is navraag
gedaan om de aanwezigheid van restrictiegebieden in de nabijheid van de woning te onderzoeken. Er
blijkt wel een waterwingebied dichtbij te zijn maar de boring vrije zone ligt op circa 250 meter van de
woning. Openingen tussen grondwaterlagen maken waar die eerst niet waren heeft ongewenste
gevolgen voor de bodem. Hier is via de Wet bodembescherming (Wbb) een zorgplicht. Wanneer met
voor het milieu ongevaarlijk medium in buizen alleen warmte met de bodem wordt uitgewisseld tot
minder dan 50 meter diepte is er voor verticale warmtewisselaars geen vergunning nodig. Wel is er
een meldingsplicht bij B&W in de Gemeente waar het huis staat. Als warmte overdracht medium is
voor het milieu ongevaarlijk water met antivries (glycol) geschikt. Medio 2013 wordt verwacht dat
het Besluit bodemenergiesystemen van kracht wordt. De gemeente zal dan voor gesloten systemen
bevoegd gezag worden. Het besluit zal beperkingen opleggen aan warmtepomp systemen in milieu
beschermingsgebieden, natuurgebieden, gebieden met archeologisch waardevolle objecten, en
gebieden rondom spoorlijnen. Bij het onder handen huis 1938 is van de eerste drie geen sprake en
de dichtst bij gelegen spoorlijn bevindt zich op 300 meter afstand. Er is vanwege regelgeving dus bij
de start van het project geen beletsel voor een verticale warmte wisselaar te verwachten, er is alleen
een meldingsplicht. De toekomst is echter onzeker. Voor een verticale warmtewisselaar is een totale
pijplengte van circa 400 meter nodig in delen die niet dieper dan 50 meter reiken. Nader verkennend
onderzoek naar de geologische gesteldheid van de bodem wijst uit dat er onder huis 1938 in de
eerste 20 meter alleen zand en klei lagen te verwachten zijn. Problemen door bijvoorbeeld harde
lagen of steen bij het boren zijn daar niet te verwachten. Het ontwerp leidt zo tot een vanuit een put
in waaiervorm geboorde set van 20 pijpen van 20 meter lang. Het boren met een hoge druk water
lans lijkt mogelijk. Dat is echter niet zeker en ook is niet of duidelijk of dat ooit – mede gezien de Wbb
zorgplicht – wel een doe het zelf klus kan zijn. Er zijn gespecialiseerde boorbedrijven die dit doen.
100
(Albreco.nl) De op de markt verkrijgbare warmtepomp systemen volgens dit principe bereiken
temperaturen voor de verwarming binnenshuis van circa 45 graden Celsius. Dat betekent dat er niet
meer van de bestaande radiatoren gebruik kan worden gemaakt en ook dat, in verband met
legionella gevaar, een aparte warm tapwatervoorziening nodig is.
Lucht-Water warmtepomp
Als goedkoopste en minst gecompliceerde oplossing komt een lucht-water warmtepomp systeem
naar voren. Dit bestaat uit een buiten opgestelde lucht-water warmtewisselaar met ventilatoren en
een binnen opgestelde ketel met daaraan een leidingnet met water er in voor de verwarming in huis.
Binnen en buitendeel zijn verbonden via een leidingwerk met een warmtetransport medium. De
plaats van de ventilatorkast buiten is vrij te kiezen. Op een dak, in de tuin of op een balkon. Er is geen
vergunning- of meldingsplicht.
Hybride systemen
Er zijn daarnaast diverse hybride oplossingen in de markt. De aa h ide is o.a. in gebruik voor
een warmtepomp gecombineerd met een aanvullende gasgestookte CV verwarmingsketel voor
warm tapwater en opvangen van piek belasting bij extreem winterweer. (NBD-online.nl)
(IthoDaalderop.nl) Hoewel deze soort hybride benadering technisch en economisch de komende
jaren nog zinvol lijkt houdt dit niet met een ketel levensduur van 15 jaar rekening. Ook zou dit het
beëindigen van het gebruik van aardgas in huis 1938 voorlopig onmogelijk maken. In de media
circuleert het bericht dat over 10 jaar het Groningse aardgas niet langer meer een export product
kan zijn omdat het op raakt. De gasprijzen stijgen al enige tijd sterk.
De aa h ide is ook i ge uik oo a tepo pe die oo et ee bodemwarmtewisselaar
zowel kunnen verwarmen als koelen. (Yang et al, 2010)
Kosten
Tenslotte zijn er grote prijsverschillen.
Ee h ide o i atie op gas e elektra bestaand uit een HR 107 ketel en een ventilatielucht
warmtepomp is verkrijgbaar voor 5.000 – 7000 Eeuro. (consumentenbond.nl - B) Een lucht-lucht
warmtepomp systeem met 3 buiten-units en 6 binnen-units kost ongeveer 12.000 euro.
(benvtechniek.nl) Afhankelijk van het gekozen warmtepomp type moet tussen 7.000 (lucht-water) en
16.000 (grondwater-water) euro worden uitgetrokken. (Greenchoice.nl) Een elektrische
warmtepomp met een geboorde verticale bodemwarmtewisselaar kost meer dan 20.000 euro.
Systeem prestaties
In huis 1938 is, dit alles overziend, voor een uitsluitend door elektriciteit gevoed centraal lucht-water
warmtepomp systeem geschikt. De belangrijkste vraag is dan hoe groot dit systeem moet zijn.
In de winter werkt een lucht-water systeem door de koudere buitenlucht slechter, juist op het
moment dat het de meeste warmte moet leveren. De systeem prestaties bij lage buiten temperatuur
zijn dus kritisch. Hoge buitentemperaturen zijn eveneens betrekkelijk zeldzaam. Ooit is in Warnsveld
een temperatuur van +38.6 graden Celcius gemeten. In Nederland kan -20 graden Celsius bij hoge
uitzondering voorkomen. Het koude record staat op een gemeten waarde van -27.4 graden Celsius
op 27 januari 1942 te Winterswijk. (KNMI, 2012)
Voor de bodemtemperatuur onder een woning is geen record bekend. Wel is er uitgebreide
informatie over temperaturen op verschillende diepten door het jaar heen. Op circa 1 meter diepte is
101
de invloed van de seizoenen nauwelijks meer merkbaar en is de temperatuur altijd circa 10 graden
Celsius. (KNMI, 2005) Voor huis 1938 waar de fundamenten op ongeveer 1 meter diepte op geel zand
rusten is daarom deze bodem temperatuur aangenomen als slechtste geval. In werkelijkheid kan de
aanwezigheid van het verwarmde huis er boven tot een wat hogere waarde leiden. Bij de
kruipruimte is de door de wind sterk fluctuerende mate van ventilatie via de roostertjes van belang
voor de daar bereikte bodem temperatuur. Ook hier is voor de berekening van 10 graden Celsius in
de bodem uitgegaan.
Belangrijk bij een warmtepomp is de Coëfficiënt Of Performance (COP) die aangeeft hoeveel energie
de warmtepomp verplaatst in verhouding met de aandrijfenergie die daarvoor nodig is. Deze COP ligt
ruwweg op waarden tussen 3 en 5. (Duurzaamthuis.nl) (Warmtepomp-info.nl) Bij het vergelijken van
prestaties van verschillende typen, uitvoeringen en merken op de markt is de COP dus een maat voor
het rendement.
Voor de dimensionering van een warmtepomp systeem is het nodig de warmtevraag van huis 1938
na het aanbrengen van extra isolatie te bepalen. Hier is een modelberekening aan het slechtste geval
de aangewezen weg, dit betekent bij een buitentemperatuur van -20 graden Celsius. De
bodemtemperatuur direct onder het huis is op 10 graden Celsius geraamd.
In de eerste berekening is de oorspronkelijke situatie voor het begin van het project in beeld
gebracht. De in de tweede berekening meegenomen K-waarden van het huis vertegenwoordigen de
situatie dat de 3 laags beglazing, de spouwisolatie en de aanvullende isolatie in de uitbouw, op de
zolders, aan de erker en bij de wc beneden, aanwezig zijn. Ook de kruipruimte is in de berekening
meegenomen als volgestort met de woonkamervloer goed geïsoleerd. Deze situatie is in het project
binnen ongeveer een jaar te bereiken. De derde berekening veronderstelt dat alle maatregelen in het
projectplan zijn gerealiseerd, iets dat nog zeker enkele jaren zal duren. De totale maximale
warmtevraag bedroeg oorspronkelijk 18.7 kW, in de eerste berekening is dat gedaald naar 9.3 kW en
in de tweede berekening nog verder naar 4.8 kW. Een warmtepompsysteem zal dus de eerste jaren
circa 10 kW verwarmingscapaciteit moeten hebben.
Subsidie
Het Agentschap.nl van het Ministerie van Economische Zaken heeft een lijst van warmtepomp typen
waarvoor een subsidiebedrag van 2000 euro is vastgesteld op het internet gepubliceerd met versie
datum 15 februari 2011. Deze lijst vermeldt bij elke warmtepomp het thermisch vermogen in kW.
(Agentschap, 2011) Het thermisch vermogen is vastgesteld volgens de normen EN 14511 & EN
12309. (EN 14511) (DIN EN 12309) Dat betekent dat de prestaties bij +7 graden Celsius buiten en +21
graden binnen temperatuur zijn vermeld. De subsidie regeling geldt eind 2012 echter niet voor luchtlucht warmtepompen.
Thermisch vermogen
De berekening van de maximale warmtevraag bij -20 graden Celsius buiten en +20 binnen is niet
gebruikelijk. De huidige installateur bij huis 1938 stelt dat -10 graden Celsius buiten en +20 binnen
een meer gebruikelijke en realistische basis voor de dimensionering is. De normen EN 14511 & EN
12309 die de standaard bij +7 graden Celsius buiten en +21 binnen leggen wijken hier sterk van af.
102
De bij de gegeven K-waarden van het huis voor de warmtestroom van binnen naar buiten meest
bepalende grootheid, het temperatuurverschil ΔT is espe tie elijk , e
g ade Celsius. Dit is
dus een belangrijke maar lastige factor bij de zoektocht naar de juiste installatie.
Verkrijgbaarheid
De belangrijkste vraag daarna is op welke temperatuur het water in de leidingen naar het
verwarming systeem in huis, in het slechtste geval, nog komt. Dat is bepalend voor het toe te passen
type verwarming: vloerverwarming (tot circa 40 graden Celsius), lage temperatuur radiatoren (circa
50 graden Celsius) of de in huis 1938 bestaande hoge temperatuur radiatoren (circa 60 graden
Celsius of hoger).
Het recent op de markt gebrachte Ecodan systeem van Mitsubishi werkt bij buitentemperaturen
boven -15 graden Celsius en levert een watertemperatuur van 60 graden Celsius af. (Ecodan.nl)
Het lijkt zo dus mogelijk om de bestaande CV radiatoren te behouden. Een verkenning van
verkrijgbare lucht-water warmtepomp systemen en hun werktemperaturen levert op:
Mitsubishi Ecodan biedt -15 en +60 graden Celsius (Ecodan.nl)
Airwell PAC-HT biedt -20 en +65 graden Celsius. (Airwell.com)
Dimplex LA 11ASR biedt -25 en +58 graden Celsius. (Dimplex.de)
Western GEYSER 12 biedt -20 en +65 graden Celsius. (Western.nl)
Stiebel Eltron WPL 13 biedt: -20 en + 60 graden Celsius. (Warmtepompinstallateur.nl)
Carrier XP mono biedt: -15 en +55 graden Celsius. (Koeltex.nl)
NIBE-F2025-8 biedt: -20 en +58 graden Celsius. (Platendt.nl)
Al deze op de markt verkrijgbare mogelijkheden wekken de indruk dat het gebruiken van bestaande
hoge temperatuur radiatoren mogelijk blijft.
Legionella
De capaciteit is nog los gezien van de warm tapwater behoefte waarin de warmtepomp ook een rol
kan spelen. Het later toevoegen van zonnecollectoren is hier nog een extra duurzaamheidswinst. Er
is ook een risico. Warm tapwater dat bijvoorbeeld bij het douchen wordt gebruikt moet aan
gezondheidseisen voldoen. Water dat door leidingen gaat met temperaturen lager dan 25 graden
Celsius of vanaf 60 graden Celsius en hoger levert geen legionella risico op. Er hoeft dan geen met gas
of stroom bij-verwarmde warm tapwater voorziening te zijn. (Legionella.nl)
Geluidshinder
Nadelen kunnen zijn dat het buiten opgestelde ventilatorsysteem aan de elementen is blootgesteld
en dat de kast tamelijk groot is. De ervaring met ventilatiekasten is ook dat ze geluid kunnen maken.
De benodigde ventilatorkast kan op afstanden van tientallen meters van de warmtepomp zelf staan,
bij huis 1938 dus ergens in de tuin of op een dak. Bij de keuze van een plek en van de maatregelen
tegen weersinvloeden en geluidsoverlast zijn ook de buren belangrijk. Beoordelen hiervan,
bijvoorbeeld tijdens een bezoek aan een huis dat al een buiten opgestelde warmtewisselaar in bedrijf
heeft, lijkt dus raadzaam.
Hoe eel dB A is hi de lijk? Voo de uite o ge i g is e ee politiek o p o is oo wegen van
50 dB. (RWS.nl) Dat is gelegd op een geluidsniveau waarbij nog 10% van de omwonenden zich er aan
stoort. De door leveranciers opgegeven geluidsniveaus rechtvaardigen dus het grondig vergelijken
van prestaties van warmtewisselaars op dit punt. Ook de Dutch Heat Pump Association benadrukt dit
punt. (DHPA-online.nl)
103
Een verkenning van lucht-water warmtepompen op de markt en hun geluidsprestaties blijkt dus
nodig. Dat levert meteen gegevens op voor de voorselectie. Daarna kan er aan een inkooptraject
worden begonnen waarin -bij voorkeur- 3 partijen tot een offerte komen.
Een vergelijking van geluidsniveaus voor enkele op internet te vinden en op de markt aangeboden
lucht-water warmtewisselaar systemen leidt tot het volgende beeld:
Dimplex: 63 dB(A), op 10 meter afstand 33 dB(A) (Dimplex.de)
Airwell: 35 dB(A) for indoor units (Airwell.com)
Ferroli: 69 dB(A), op 1 meter afstand 55 dB(A) (Ferroli.nl)
Western: 39 dB(A) (Western.nl)
Stiebel Eltron: 65 dB(A) (Warmtepompinstallateur.nl)
Carrier XP Mono: 50 dB(A) (Koeltex.nl)
NIBE F2025-8: 62 dB(A), op 10 meter 36 dB(A) (Platendt.nl)
Dit betekent dat het geluidsniveau op een afstand tot 1 meter sterk varieert: tussen 35 en 69 dB(A)
en dat het op circa 10 meter afstand daalt tot tussen 33 en 36 dB(A).
Concept eisenpakket
Het warmtepomp systeem wordt, dit alles overziend, ij oo keu a het t pe lu ht- ate . Dat
bestaat uit een buiten opgestelde warmtewisselaar in een ventilatorkast die aan de buitenlucht
warmte onttrekt en aan een geschikt medium overdraagt, en een binnen opgestelde warmtepomp
ketel die de e za elde a te op oldoe de hoge te pe atuu e gt. Wate i i ulatie i ee
buizen systeem draagt van daar uit de warmte over aan de bestaande CV radiatoren in het huis. Aan
de ketel zit ee warm tapwater voorziening. De installatie werkt uitsluitend op elektra. De
warmtepomp voor huis 1938 moet voldoende capaciteit hebben, hij moet bij -20 graden Celsius
buitentemperatuur nog een thermisch vermogen van ca. 10 kW kunnen leveren. De zogenaamde
oo loopte pe atuu aa de i ga g a de adiato e e de a tap ate oo zie i g oet 60
à 65 graden Celsius zijn. Er moet een mogelijkheid zijn om eventueel zonnecollectoren aan te kunnen
sluiten ter ondersteuning van de warm tap water voorziening. De ventilatorkast buiten moet bestand
zijn tegen alle weersomstandigheden, waaronder sneeuwval en ijsvorming, en mag een maximaal
geluidsniveau van 36 dB(A) op 10 meter afstand afgeven. Het ontdooien van aanvriezend water op
de verdamper in de buitenunit moet automatisch zijn.
Voorbeelden
Uit de eerste verkenning komen als bruikbare voorbeelden naar voren:
Airwell PAC-HT 12-6
-20 / +65 °C. (Airwell.com)
Western GEYSER 12
-20 / +65 °C. (Western.nl)
Stiebel Eltron WPL 13-23 E -20 / +60 °C. (Haarman.nl)
Mitsubishi Ecodan
-15 / +60 °C. (Ecodan.nl)
Selectie van leverancier
Warmtepomp installaties worden door installateurs geleverd en geplaatst. Fabrikanten zijn op het
internet als vraagbaak en adviseur voor de particulier actief maar laten de aanschaf en plaatsing aan
installateurs over. Het hier als pio ie gekozen selectieproces om te komen tot een geschikte
installateur loopt ia ee lo g-list , ee oo sele tie, ee sho t-list , een drietal adviesgesprekken
104
gevolgd door offerte aanvragen. De daarop ontvangen aanbiedingen en een onderhandeling moeten
dan tot de definitieve keuze leiden.
De gevonden voorbeelden zijn als eerste zoekrichting genomen. Als tweede zoekrichting is de groep
installateurs in midden Nederland in kaart gebracht. Hun internetsites zijn afgespeurd op
leverbaarheid van lucht-water warmtepompen. Voor de voorbeelden werden de volgende
installateurs gevonden:
PAC-HT 12-6
[1] Airview
[2] Veldhuizen (Er zijn verder tientallen leveranciers in België)
GEYSER 12
[3] Western
Ecodan
Op e oda . l is ee ta zoek u deale
werden gevonden:
[4] Schouten [5] Paans
[6] WKZ
aa
ee de olge de ed ij e i het
idde
a het la d
Stiebel Eltron WPL 13-23 E
Op stiebel-eltron.nl is ee di e t o ta t mogelijkheid voor particulieren maar de lijst met
akpa t e s zit a hte ee i log ode. Er zijn brochures te downloaden waarin o.a. de WPL HT met
temperaturen tot 75 graden Celsius wordt genoemd. (Stiebel-Eltron.nl) Een eigen internet search
levert op:
[7] Haarman [8] Adams
Op het internet blijkt verder dat de verschillende merken warmtepompen elk door diverse bedrijven
in het land worden verkocht. Fabrikanten presenteren in enkele gevallen zelf een lijst van
leveranciers in de diverse regio s. Omdat huis 1938 in het midden van het land staat, is gezocht naar
installateurs in de regio s Utrecht en West Gelderland. Het merendeel van de installatiebedrijven
heeft ook warmtepompen in het assortiment maar geven daar geen uitgebreide informatie over.
Hieruit ontstaat het volgende lijstje van regionale lucht-water warmtepomp leveranciers :
[9] Wisselo
[10] Duraklima [11] Schans
[12] Brandsen
Een ruwe prijs indicatie is in de Nederlandse situatie moeilijk te vinden. Voor een complete en
geïnstalleerde Airwell PAC-HT 12-6 installatie wordt een bedrag van € .
, genoemd.
(lambrechtsprofessionals.eu) Rekening houdend met de eerder gevonden subsidie wordt het
voorlopige budget daarmee 8500 euro.
Uit het zo opstellen van een Lo g list blijkt bovendien dat de grote Nederlandse CV ketelbouwers
niet met warmtepompen zonder aardgas verbruik bezig zijn. Ze komen daardoor ook niet op de
lo g-list voor. Er zijn begin 2013 alleen hybride combinaties van warmtepompen met een CV ketel
aangetroffen. (Nefit.nl) (Itho-Daalderop.nl) (Remeha .nl) (Vaillant.nl)
De zo gevonden lo g-list bedrijven zijn per e-mail benaderd met een globale ontwerpschets en een
viertal vragen. De eerste vraag was of ze met de voorbeelden vergelijkbare warmtepomp installaties
kunnen leveren. De tweede vraag was of ze aan het eisenpakket kunnen voldoen. De derde vraag
was of er een door hun geleverde en in werking zijnde installatie in een woning te bezichtigen is. De
105
vierde vraag was of ze na technisch overleg over het ontwerp een offerte willen maken voor het
installeren van een systeem in huis 1938.
Op 12 april 2013 blijkt uit een gesprek met een onderhoudsmonteur dat huisleverancier Schans nog
maar nauwelijks begonnen is met woning renovatie en met lucht/water warmtepompinstallaties. Er
is al wel ervaring met grootschalige projecten waarbij een verticale warmtewisselaar is aangelegd.
Op 23 april 2013 is de huis 1938 aanvraag bij 12 installateurs neergelegd, inclusief Schans. Hierop
kwam de volgende respons:
Foutmelding:
Veldhuizen
Doet geen woningen: Brandsen
Verwijst door:
Duraklima (verwijst naar Paans, Gorinchem/Utrecht)
Geen reactie:
Airview, Western, Schouten, Haarman, Adams
Geïnteresseerd:
WKZ, Paans, Schans, Wisselo
Op 26 april hebben 6 installateurs gereageerd waarvan er 4 in het project geïnteresseerd zijn. Deze 4
worden van antwoorden op hun vragen voorzien en voor verder overleg uitgenodigd.
Voorselectie
Het eerste gesprek met WKZ vindt op 17 mei 2013 plaats. Enkele tips (over instelling van de HR
ketelthermostaat, schelpen onder de vloer, fundament rondom isoleren, radiatoren waterzijdig
inregelen en de kamerthermostaat stooklijn afstellen) en enkele adviezen (eerst verder isoleren, dan
nieuw afgifte systeem met geforceerde ventilatie bij radiatoren plaatsen, dan warmtepomp plaatsen)
later blijkt dat de COP bij de aanvankelijk beoogde 60 graden met circa 1.5 toch wel erg laag is. De
warmte kan beter via vloer/wand units met geforceerde ventilatie worden overgedragen. Dan kan
die temperatuur naar 35 graden en blijft de COP rond de 4. Het tapwater deel kan met 55 graden en
een legionella programma worden geregeld. De specificatie moet verder worden verfijnd om tot een
warmtevraag per kamer te komen. Daarna is een calculatie / offerte voor de twee stappen (1afgiftesysteem, 2-warmtepomp) mogelijk. Een oriënterend bezoek aan het huis met een werkend
Ecodan systeem in Deventer is mogelijk.
Het tweede gesprek is op 30 mei 2013 met Wisselo. Het streven naar een nul-energie huis vormt een
mooie aanleiding voor een inhoudelijk gesprek over zin en onzin van hybride systemen en van het
adverteren met hoge bedrijfstemperatuur voor warmtepompen. De lage COP is dan in elk geval een
g oot adeel. Ee a tepo p ko t iet e ht tot z e ht i ee situatie et estaa de hoog
temperatuur radiatoren die deels nog te klein zijn. De keuze valt hierdoor op een lucht-water
warmtepomp met nieuwe wand-units en nieuw leidingwerk. Bij een rondgang blijkt het volgende.
Op de zolder bij het was drogen is geen unit nodig. De huidige radiatoren in beide douches zijn te
klein gedimensioneerd. De nieuwste ontwikkeling voor de ventilatorkast buiten is dat ca 36 dB(A)
geluidsniveau wordt gehaald en dat er ook een horizontale ventilator opstelling mogelijk is. Apart
zichtbaar maken van zonnecollectoren voor tapwater en benodigd elektrisch vermogen voor het
dimensioneren van extra zonnepanelen is belangrijk.
Aan de hand van een lijst van bestaande radiatoren en het warmteverlies rekenmodel, bijgewerkt
per kamer tot de nog te bereiken eindsituatie van huis 1938, wil dit bedrijf een ruwe prijsschatting
voor drie geschikte installatie ontwerpen maken.
106
Het derde gesprek is op 5 juni 2013 met Schans en toeleverancier Thercon. Dit gesprek met twee
heren van twee bedrijven mondt uit in een ontwerp dat uit twee onafhankelijke delen bestaat. Een
grote en een kleine warmtepomp.
De grote warmtepomp bestaat uit een General WOCTRIY buitenunit, een WCD10 Waterstage Duo
binnenunit met ingebouwde boiler voor tapwater, en daaraan 9 convectoren (Yara mini-wandunit)
op de begane grond en in de badkamer op de 1e verdieping. De buitenunit zou aan de muur bij de
kliko s oete ko e . Plaatsing op een licht geconstrueerd houten plat dak is af te raden in verband
met sterkte, trillingen en geluid. Een zware betonplaat kan eventueel als demper dienen.
Een uitbreiding met 1 vlakke plaat zonnecollector kan later apart worden geregeld. Het rendement
van een dergelijk paneel is beperkt. Lange leidingen zijn niet zo gunstig. Een optimale plaats hiervoor
zou dus op het schuine dakje van de studeerkamer achter zijn. Elektrisch bij verwarmen voor het
tapwater kan eventueel met extra PV panelen worden gecompenseerd.
De kleine warmtepomp bestaat uit een General Multisplit-18 warmtepomp aan de zijgevel boven het
raam in de hal bij de voordeur, en drie wand units voor de warmte afgifte die hoog aan de muur
bevestigd worden. Twee in de slaapkamers op de 1e verdieping, type MSAS07RIYN en een derde in
de woonkamer op de begane grond halverwege de zijgevel, type MSAS09RIYN. Deze opstelling maakt
het mogelijk elke kamer op de 1e verdieping en de huiskamer onafhankelijk van elkaar, meer, minder
of niet te verwarmen. Dergelijke units kunnen ook koelen. Er ontstaat verder nog een redundantie in
het verwarmingssysteem omdat bij uitval van de een, de ander nog beschikbaar blijft.
Het hergebruiken van verwarmingsleidingen bij de grote warmtepomp is, mede gezien de
aangetroffen roest onder de vloer, niet wenselijk als er een betonvloer komt. Schans stelt voor
tijdens de aanleg van de betonvloer slangen naar de plaatsen voor de 9 convectoren te leggen die
dan in de afwerkvloer mee gegoten worden. Voor de kleine warmtepomp en de wandunits op de 1e
verdieping is een route voor geïsoleerde medium leidingen in koven het beste. Een extra groep in de
meterkast voor elk van de twee systemen is ook nodig.
Een vierde gesprek vindt nooit plaats. Van Paans wordt niets meer vernomen.
Offertes
Naar aanleiding van de gesprekken wordt de specificatie naar versie V3 bijgesteld. Deze luidt kort
samengevat:
Het warmtepomp s stee is a het t pe lu ht- ate . Dat estaat uit ee uite opgestelde
warmtewisselaar in een ventilatorkast die aan de buitenlucht warmte onttrekt en aan een geschikt
ediu o e d aagt, e ee i e opgestelde a tepo p ketel die de e za elde warmte op
voldoende hoge temperatuur brengt. Water in circulatie in een buizen systeem draagt de warmte
over aan nieuw te plaatsen geventileerde wand-u its i het huis. Aa de ketel zit ee a
tapwater voorziening. De installatie werkt uitsluitend op elektra. Eventuele zonnepanelen om het
benodigde elektrisch vermogen te leveren zijn geen onderdeel van de installatie. De warmtepomp
voor huis 1938 moet voldoende capaciteit hebben, bij -20 graden Celsius buitentemperatuur nog een
thermisch vermogen van 5.5 kW ku e le e e . De zoge aa de oo loopte pe atuu aa de
ingang van de wand units moet voor een optimale COP van 4.0 of hoger zorgen. Voor de warm
tapwater voorziening moet circa 60 graden Celsius mogelijk zijn, compleet met een legionella
bescherming. Er is een mogelijkheid om later een zonnecollector paneel aan te sluiten ter
ondersteuning van de warm tap water voorziening. De buiten opgestelde ventilatorkast moet
bestand zijn tegen alle weersomstandigheden, waaronder sneeuwval en ijsvorming, en mag een
107
maximaal geluidsniveau van 36 dB(A) op 10 meter afstand afgeven. Het ontdooien van aanvriezend
water op de verdamper in de buitenunit moet automatisch zijn.
Schans
Op 24 juni 2013 wordt als eerste een offerte van Schans en Thercon ontvangen. De prijs van 19.480,voor een combinatie van een grote (General Waterstage) en een kleine (General Multisplit)
warmtepomp en een reeks convectoren is direct een ontnuchtering. Meer dan twee maal het
voorlopige budget van 8.000,- euro. Ook is de offerte niet helemaal volgens de afspraken opgesteld.
Hoge boor-, montage- en elektra kosten zijn opgevoerd. De warm tapwater voorziening is in de
offerte onherkenbaar maar is mogelijk als onderdeel van de grote warmtepomp opgenomen. Een
oude badkamer radiator blijft bestaan hoewel dat niet zinvol is. De plaatsing van de grote buitenunit
op het platte dak klopt niet met de onderling uiteindelijk afgesproken muur ophanging achter aan de
uitbouw. Een levertijd wordt niet aangegeven. Wat de grote en wat de kleine kost blijkt ook niet uit
de offerte. Al met al lijkt dit groot+klein concept financieel niet aantrekkelijk.
Wisselo
Met Wisselo ontstaat een e-mailwisseling, onder meer over de details van de warmtebehoefte per
ruimte en het Excel rekenmodel daarvoor. Zij doen de berekening volgens eigen standaard over en
geven dat op 10 juni 2013 door aan hun leveranciers Ochsner en Heliotherm. Op 26 juni 2013 wordt
gemeld dat e.e.a. nog niet van hun leveranciers binnen is. Op 3 juli 2013 gebeurt dat nog een keer. Er
komt geen aanbieding.
WKZ
De in de gesprekken verder evoluerende inzichten worden in de specificatie opgenomen en aan alle
aanbieders gestuurd. Ook WKZ ontvangt een update V2 op 31 mei 2013. Op 21 juni ontvangen zij
versie V3. Dit bedrijf werkt met Ecodan systemen. Er komt geen aanbieding.
Geo-Energie
Via Solvari.nl wordt op 20 juli 2013 het bedrijf Geo-Energie benaderd met een vraag naar een
warmtepomp systeem. Op 6 augustus reageert Geo-Energie. Zij leveren geen lucht-lucht systemen
maar wel interessante Neura lucht-water warmtepomp apparatuur waarover informatie is
bijgevoegd. De dag er na, op 7 augustus 2013 ligt er al een prijsindicatie voor een Neura 10 kW luchtwater warmtepomp en een boiler voor 14.823,- euro. Het zou de zuinigste in Europa zijn. Lucht-lucht
zou iet duu zaa zij maar een onderbouwing voor deze bewering ontbreekt. In de bijgevoegde
certificaatlijst staan COP waarde prestatiecijfers voor verschillende soorten en merken in Duitsland
verkrijgbare warmtepompen opgegeven maar voor de lucht-lucht soort staat er niets bij. (BAFA,
2013) De 9 stuks convectoren in het afgiftesysteem zijn niet in de prijs informatie opgenomen. Ze
kosten circa 500 euro per stuk. (Mondelinge indicatie van Thercon) Het totaal zal waarschijnlijk dus
toch de 19.000 Euro te boven gaan. De prijs lijkt daarmee vergelijkbaar met die van Schans en
Thercon en tegelijkertijd is de COP hoger. Geo-energie belt weer terug over de prijs indicatie op 5
september 2013 maar de gevraagde onderbouwing komt er niet.
Afweging
Het lijkt er op dat een lucht-water warmtepomp systeem toch tussen 18.000,- en 20.000,- euro zal
gaan kosten. Na prijs en levertijd is het volgende punt het inpassen van het systeem in huis 1938. Op
108
de begane grond is de bestaande vervlechting tussen vloeren en verwarming een belangrijk obstakel
voor de plaatsing. Alles zou tegelijk moeten gebeuren. Leidingen verleggen naar vloergoten of naar
koven langs de rand van het plafond zorgt voor een scheiding tussen de diverse klussen. Het zorgt
ook voor flexibiliteit in de planning en voor eenvoudiger onderhoud en reparatie. Geventileerde
convector units die bescheiden van afmeting zijn en weinig geluid maken zijn belangrijk voor de
ervaren kwaliteit. Het bedieningsgemak is dat ook.
Op 15 juli 2013 gaat een bericht naar Schans dat hun offerte erg duur is aangeboden t.o.v. de
verwachting van 8000 Euro (nog zonder aftrek van subsidie) en dat er onvoldoende ruimte in het
budget zit om hem tegelijk met de vloer isolatie te honoreren. Mogelijk dat Schans en/of Thercon
later alsnog bij een nieuw plan betrokken kunnen worden. Op 29 juli 2013 worden Wisselo en WKZ
geïnformeerd dat het systeem ontwerp ten gevolg van voortschrijdend inzicht wordt gewijzigd met
de vraag of ze daarop alsnog willen aanbieden. Het blijft stil.
Het moet anders
Op basis van deze pijnlijke maar leerzame ervaringen is het ontwerp voor huis 1938 nogmaals kritisch
bekeken. Zou een elektrische boiler met zonnecollector, een propaangasfornuis en drie kleine
warmtepompen dan toch een betere route zijn?
Er lijkt nu een goede reden te zijn om airco-achtige multi-split producten, van fabrikanten zoals
Carrier, Lennox, Fujitsu, Mitsubishi, Panasonic en Toshiba, nog eens opnieuw onder de loep te
nemen. Met informatie van het internet ontstaat na een kleine zoektocht een eerste beeld van wie
dit levert.
Naast Thercon (Thercon.nl) die Fujitsu (Fujitsuclimate.nl) en General (Generalbenelux.com)
apparatuur en kennis zoals een Heat Pump Configurator met software levert, zijn ook Techneco
(techneco.nl); Intercool (intercool.nl, 2013) ; Aircoclima (Aircoclima.nl); Coolaction (Coolaction.nl)
met o.a. een LG Prestige inverter met een hoge COP van 5.6 (lgklimaat.nl); Schilt (Schiltairconditioning.nl) die Panasonic, Toshiba, LG, Daikin en Misubishi apparatuur levert; Heliotherm
(Heliotherm.nu) met Oostenrijkse apparatuur; en Klimaatconcept (Klimaatconcept.nl) met Ecodan
apparatuur, mogelijk interessante leveranciers van multi-split warmtepompen.
Deze leveranciers bieden soms ook oplossingen voor warm tapwater die van een warmtepomp
gebruik maken.
Kantoorgebouw in Nijkerk: het dak staat vol buiten-units
Bij woonhuizen zie je ze weinig maar op bedrijfsgebouwen zijn ze sterk in opkomst. Op een winkeltje
op het perron, op een bouwkeet of op een kantoorgebouw zie je vaak ventilatorkasten die op het
109
ee ste gezi ht als ai o
opmars bezig.
o de he ke d. I
e kelijkheid is de a
tepo p hie aa ee stille
Opstellen van een nieuw eisenpakket
Thercon bood via Schans een systeem aan dat bestaat uit een General Multisplit-18 warmtepomp
aan de zijgevel boven het raam in de hal bij de voordeur met twee wand units type MSAS07RIYN en
een derde type MSAS09RIYN. Temperaturen bij deze units kunnen onafhankelijk geregeld worden en
allemaal verwarmen of allemaal koelen. Huis 1938 verwarmen zou volgens het rekenmodel in de
eindsituatie van het project met drie buitenunits en 11 warmte afgifte units van 0.5 kW per stuk
mogelijk moeten zijn bij -20 graden buitentemperatuur. (Warm tapwater is hier niet bij inbegrepen)
Op het internet is genoeg prijsinformatie over multi-split warmtepompen te vinden. Zo is een
Panasonic buitendeel CU-3E18LBE, geschikt voor aansluiten van 3 binnen units, -15 graden
buitentemperatuur, verwarmen of koelen, met 5.2 kW vermogen, met een COP van 4,86 en met
46/47 dB(A) geluidsniveau, te koop voor 1595,00 Euro/stuk. (Panasonic.uk)
Op elk buitendeel is tot een totaal van 7 KW aan binnendelen te combineren, bijvoorbeeld 3 stuks
2 KW Panasonic Etherea binnendeel/wit, elk geschikt voor een ruimte tot 50 m3 en met 20/24/37
dB(A) geluidsniveau afhankelijk van de gekozen stand, voor 275,00 Euro per stuk. Een dergelijk
systeem zou voor huis 1938 met 3 buitenunits en 9 binnendelen ruim voldoende vermogen hebben
voor 4785+2475=7260,- Euro aan apparatuur aanschaf. Dit is nog exclusief de kosten voor leidingen
en plaatsing. (klimaatwereld.nl) Op Marktplaats is vergelijkbare LG apparatuur (drie sets van elk 1x
MU3M19 bu + 3xS09AQ bi units) voor 5985,- Euro ex BTW te koop. (RHS Airco) Ook zijn er bedrijven
die dit type sets leveren en monteren voor vaste prijzen. (koeltechnieknederland.nl)
Vergelijkbare systemen zijn zo voor diverse merken samen te stellen:
____________________________________________________________________________
Merk
Buitenunit
Binnenunit
Aantallen
Prijs indicatie
General
Multisplit18
MSAS07R1YN 3 x ( 1+3 )
Panasonic
CU3E18LBE
Etherea wit
3 x ( 1+3 )
3x1595+9x275=7260 Euro
LG
MU3M19
S09AQ
3 x ( 1+3 set ) 3x1995=5985 Euro ex BTW
Toshiba
3M18SAV-E
RAS-M07SKV-E 3 x ( 1+3 )
Mitsubishi
MXZ3B54VA MSZ-FD25VA 3 x ( 1+3 )
Fujitsu
AOYG18LAT3 AGYG09LV
3 x ( 1+3 )
____________________________________________________________________________
Bij deze prijzen is nog geen rekening gehouden met:
Afleveren, boren, ophangbeugels, leidingen aanleggen, lektesten, groepen van 16 A per buitenunit
aanleggen, BTW en aftrek van subsidie op warmtepompen. Een budget van ongeveer 8000 Euro,
alles inbegrepen, lijkt hier realistisch.
Dit leidt tot het opstellen van een geheel nieuwe specificatie:
110
_____________________________________________________________________________
V4 Specificatie Warmtepomp installatie - Woonhuis uit 1938, half vrijstaand.
Concept eisenpakket
Het warmtepomp systeem is van het type multi-split en bestaat uit 3 buiten opgestelde
warmtewisselaar units (ventilatorkasten) die aan de buitenlucht warmte onttrekken, een
buizensysteem met mediumvloeistof en 9 binnen opgestelde convector wand-units in het huis. De
installatie werkt uitsluitend op elektra. Eventuele zonnepanelen om het benodigde elektrisch
vermogen te leveren zijn geen onderdeel van de installatie. Ook een warm tapwater systeem maakt
geen deel uit van de installatie. Het warmtepomp systeem voor huis 1938 moet voldoende capaciteit
hebben om bij -20 graden Celsius buitentemperatuur nog een thermisch vermogen van 5.5 kW
kunnen leveren. Het systeem moet een COP van 4.0 of hoger hebben. De buiten opgestelde
ventilatorkast moeten bestand zijn tegen alle weersomstandigheden, waaronder sneeuwval en
ijsvorming, en mag een maximaal geluidsniveau van 36 dB(A) op 10 meter afstand afgeven. Het
ontdooien van aanvriezend water op de verdamper in de buitenunits moet automatisch zijn.
Ontwerpschets
Warmtevraag per vertrek
In de tabel hieronder is voor elk vertrek het type constructie dat het van grond of buitenlucht scheidt
met het bijbehorende oppervlak aangegeven. Onderaan is, uitgaand van 9 binnen units van 2 kW per
stuk, een verdeling over de vertrekken aangegeven. De totale warmtestroom in de model berekening
blijkt circa 5.5 kW te zijn bij -20 graden buitentemperatuur. Drie buitenunits met elk circa 6 kW
capaciteit en elk aansluitmogelijkheden voor 3 binnen units van 2 kW per stuk zijn dus voldoende.
111
Oppervlak per type buitenwand constructie per vertrek [m2]
NA de maatregelen
Schuurzolder
BijKeuk en
hal+WC bene den
Huis kamer achter
Huis kamer voor
Hal voor beneden
Hal boven
Dou che boven
Slaap kamer voor
Slaap kamer achter
Zolder en Dak kapel
Buitenunit 3
Stu deerkamer
Buitenunit 2
K-waarde [W/m2K]
Buitenunit 1
spouwmuur +15 cm kooltherm
0.14
0
0
0
4
0
0
0
0
0
0
0
0
muur+5cm EPS + 10 cm kooltherm
0.16
21,1
3
6,8
0
0
0
0
0
0
0
0
1
spouwmuur +6cm PUR
0.51
0
0
0
0
18,9
0
13,5
13,5
13,5
8,1
2,7
0
Spouwmuur +5cm EPS +6cm PUR
0.29
0
0
0
0
5
0
0
0
0
0
0
0
4 laags glas lichtkoepel
1.00
0
0
0
0
2,5
0
0
0
0
0
0
0
2 laags glas
1.52
0
0
0
0,1
0
0
0,15
0
0
0
0
0
3 laags glas (dubbel glas basis)
1.27
5,5
0
0,3
0,54
3,0
2,64
0,58
0,53
0,82
1,63
1,1
2,36
3 laags glas (met glas in lood)
1.72
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
Plat dak+5cm PUR
0.52
10
0
6,8
5,4
15
0
0
0
0
0
0
3
Hout+5cm EPS + 10cm Kooltherm
0.16
0
10,8
0
0
0
0
0
0
0
0
0
37,5
Hout+15 cm Kooltherm
0.13
0
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
Hout+ 5cm EPS+hout
0.56
1,05
0,4
0
0,4
0,75
0
1
0
0
0
0,4
0
betonvloer+15cm Kooltherm*)
0.14
19,5
6,8
7,5
36,3
9
0
0
0
0
0
0
granito vloer op zand*)
13.2
0
0
0
0
0
0
6
0
0
0
0
0
Nr1
Nr2
-
Nr3
-
Nr4
Nr5
Nr6
-
-
Nr7
Nr8
Nr9
-
Constructie
buitenwand
Binnen units
Prijs indicatie
Op basis van deze gegevens graag een opgave van de kosten voor :
a) 3 warmtepomp buiten units à 5 kW,
b) 9 binnen units à 2 kW,
c) leidingwerk en montage materiaal
d) installatie werkzaamheden.
_____________________________________________________________________________
112
Prijzen
De specificatie is vervolgens tussen 20 en 30 juli 2013 aan enkele bedrijven gestuurd met de vraag of
zij hiervoor een aanbieding kunnen doen: WKZ (Ecodan, Daikin), Wisselo (Ochsner), Thercon (Fujitsu,
General), Intercool (Toshiba), Coolaction (LG, Mitsubishi, Daikin, Gree, Airwell) Solvari/Geo-Energie
en Schilt (Panasonic, LG, Toshiba, Daikin, Mitsubishi). De laatste presenteert een Mitsubishi VRF
systeem waarop ook een aparte booster unit voor tapwater past. (Mitsubishi-VRF)
Afhakers
De Thercon contactpersoon is tot eind augustus op vakantie. Zij reageren niet meer. WKZ ook niet.
Wisselo meldt 4 weken geleden een offerte op Ochsner basis te hebben gestuurd maar die is niet
aangekomen. Een reminder leidt niet alsnog tot de ontvangst van de offerte. Schilt reageert niet.
Op 31 juli 2013 komt Coolaction met de opmerking dat 2 kW wel weinig is als er bij -20 ook
verwarmd moet worden. Overleg helpt niet, dit bedrijf heeft er kennelijk geen zin in.
Op 6 augustus meldt Geo-Energie dat er geen lucht-lucht warmtepompen worden geleverd (die
zoude
iet duu zaa zij , wel biedt dit bedrijf een alternatief in de vorm van een lucht-water
warmtepomp aan (zie: lucht-water hoofdstuk hier voor). De bewering iet duu zaa
o dt iet
alsnog onderbouwd ondanks een expliciete vraag daarnaar.
Argion
Intercool meldt importeur te zijn en niet zelf Toshiba apparatuur te kunnen leveren en verwijst door
naar Argion in Ede. Die reageert dezelfde avond nog en vraagt een week uitstel voor offerte maken in
verband met vakantie. Op 26 augustus krijgt Argion een reminder. Op 27 augustus 2013 ligt de 1e
prijs indicatie van Argion -met een excuus voor de vertraging- er. In totaal, inclusief de installatie,
kosten de drie systemen 15.390,- euro exclusief 21% BTW. De totale kosten bedragen zo dus 18.622,euro. De voorgestelde installatie bestaat uit drie Toshiba RAS-3M26UAV-E buiten units (69 kg;
89x90x32 cm; A+ label en COP 4.09) met elk 3 Toshiba RAS-M10SKV-E binnen units (25x74x19.5 cm)
er aan gekoppeld. Elke buitenunit heeft een eigen elektrische aansluiting 230V, 16 A. Het totale
koelvermogen bedraagt 3x(1,4 – 9,0) KW en het verwarmingsvermogen 3x(2,0 – 11,2) KW. Er zijn 3
extra groepen in de meterkast nodig. Een opsplitsing in twee of drie kleinere project porties is hier
eenvoudig te realiseren.
Proefperiode
Om de nieuwe techniek te leren kennen is een proefperiode met 1 buitenunit en een paar binnen
units voor de uitbouw achter de beste mogelijkheid. De bestaande radiatoren kunnen bij een
positieve evaluatie dan eenvoudig verwijderd worden. Plaatsen van de overige twee multi-split
systemen is handiger om tegelijk te doen omdat dan de CV ketel en de radiatoren uit huis kunnen
worden verwijderd. Op 6 september 2013 is er overleg in huis 1938 met Argion. Hierbij blijkt dat
sommige binnen units beneden op de vloer en andere juist beter hoog aan de wand kunnen zitten.
Een nieuwe offerte gaat uit van een zelf aan te leggen elektrakabel van de meterkast naar de
uitbouw achter.
Ook wordt eventuele toekomstige uitbreiding besproken. Voor de bovenverdieping is een multi-split
systeem niet nodig en kan met een eenvoudige en goedkopere inverter met binnen-station en drie
air-ducts volstaan worden. Verder is een alternatief met totaal systeemontwerp gebaseerd op een
enkele centrale VRF unit duurder. Een eventuele combinatie van de twee buiten units voor de
woonkamer en de 1e verdieping zal waarschijnlijk ook duurder zijn. Voor de latere installaties op de
113
begane grond en boven zal de prijs gebaseerd zijn op zelf in de zolder vloer te maken gaten voor
roosters. Maar dat is van later zorg.
In de 2e prijs indicatie van Argion, ontvangen op 12 september 2013, staat voor een complete huis
1938 warmtepomp installatie:
1 - Achter
4230,- ex 21% btw.
(RAS-3M26UAV-E buitenunit, 2x RAS-M10SKV-E en 1x RAS-B10UFV binnen units)
2 - Woonkamer
4670,- ex 21% btw.
(RAS-3M26UAV-E buitenunit, 1x RAS-M10SKV-E en 2x RAS-B10UFV binnen units)
3 - 1e verdieping
2385,- ex 21% btw.
(RAS-M16SAV2 buitenunit, 1x RAS-M16GDV binnen unit
4 – Installatiekosten 2400,- ex 21% btw.
______+
Totaal
13685,- ex 21% btw
De totale investering wordt dan dus 16558,85 Euro inclusief btw. Dit is ruim 2000,- euro lager dan de
alternatieven die eerder door Schans, Thercon en Geo-energie aangeboden zijn. Op 14 september
2013 valt dan ook de beslissing om in deze richting door te gaan.
Er volgen drie stappen: de eerste stap is een werkende installatie elders gaan bekijken om het geluid
te beoordelen, de tweede stap is om de uitbouw achter klaar te maken voor de plaatsing van de
warmtepomp en het aanbrengen van meer isolatie, de derde is opdracht geven om de eerste
warmtepomp installatie in de uitbouw achter te laten plaatsen.
Argion organiseert de eerste stap en op 20 september 2013 vindt een bezoek aan een woning in
Amersfoort plaats. Daar is een multi split buitenunit met twee binnen units hoog aan het plafond te
bekijken. Het geluidsniveau valt erg mee, het esthetische aandeel is een punt van zorg. Met een jaren
dertig stijl betimmering en met lucht doorlatend timmer werk kan dit worden verholpen.
Er is ook een nieuw inzicht ontstaan. Twee binnen units in de zelfde betrekkelijk kleine en goed
geïsoleerde ruimte lijkt niet verstandig. Een ontwerp met 1 buitenunit, 1 lage binnen unit in de
studeerkamer en 1 hoge unit in de douche/bijkeuken/gang lijkt beter voor de prestaties en voor de
prijs. Argion wordt er die zelfde avond nog over geïnformeerd en om bijstelling van de prijs
gevraagd. Die 3e en definitieve prijsopgave volgt op 27 september 2013.
De eerste van de beoogde drie installaties komt er uiteindelijk als volgt uit te zien:
Warmtepomp 1 - uitbouw achter
1x RAS-M18UAV-E buitenunit (buiten aan de muur achter)
1x RAS-M10SKV-E hoog wand binnen unit (douche/bijkeuken/gang ruimte)
1x RAS-B10UFV vloer binnen unit (studeerkamer ruimte)
Installatiekosten
Totaal 4290,- ex 21% btw en ex nieuwe meterkast groep a 150,00 Euro.
114
1x
2x
1x
1x
(Bron: Toshiba)
Plaatsing
De levertijd is in de orde van een week. Op 1 oktober 2013 wordt de montage datum vastgesteld: 17
oktober. Opeens is er haast want de bestaande radiatoren en verwarmingsleidingen zitten in de weg.
De uitbouw achter had een CV apart circuit dat nu vervalt. Op 4 oktober gaan de drie radiatoren en
hun leidingwerk er uit. Ze gaan naar een buurman die oud ijzer inzamelt voor recycling. Later blijkt
dat hij er een voor de verbouwing bij zijn zoon kan gebruiken.
28 sept 2014 De Toshiba RAS-M18UAV na een jaar
Langs de binnenzijde van de buitenmuur in de uitbouw, direct onder het plafond, komt een koof voor
het benodigde leidingwerk. De gordijnen, schilderijen en planken moeten van de muur af om vrije
toegang voor de werkzaamheden te krijgen. Verder is een 220 Volt kabel vanaf een nieuw aan te
brengen groep in de meterkast nodig. Die moet zelf worden aangelegd om geld te besparen. Van bij
de voordeur buiten om het huis naar de uitbouw achter is het een lange, gedeeltelijk ondergrondse
route. Op 9 oktober 2013 is de kabel gereed. Er moet ook al begonnen worden met de extra isolatie
van de uitbouw achter op de twee plaatsen waar de binnen units moeten komen. Op 17 oktober
115
2013 wordt de warmtepomp in de uitbouw achter geplaatst. Het is een volle dag werk voor de
installateur van Argion en een paar uur voor de elektra monteur die drie groepen en twee nieuwe
aardlekschakelaars in de meterkast plaatst. De eerste groep is voor de warmtepomp achter, de
andere twee zijn voor toekomstige uitbreidingen met warmtepompen voor het midden en boven
gedeelte van het huis. Ook de schilders zijn er voor de dakgoot en dakkapel. Ze ontdekken twee
lekkages in de goot. Als tegenprestatie voor die radiatoren helpt de buurman om de twee lekken in
de dakgoot te dichten. Een drukte van belang . . .
17 okt 2013 Installatie van de eerste warmtepomp en schilderen van de goten
De warmtepomp bevalt meteen. Een aangename warmte over de grond maakt het werken in de
kantoorruimte een stuk aangenamer dan voorheen. Op 24 oktober 2013 wordt het laatste detail, een
bedieningsknopje dat af-fabriek niet goed werkte, in orde gemaakt.
De testperiode begint met prachtig weer, het kwik bereikt midden op de dag waarden boven de 20
graden. Op 8 december 2013 is de eerste vorstperiode geweest. Ook was er een zo hevige storm dat
die wel in de geschiedenisboeken genoteerd zal worden. De binnen unit in de douche lijkt in die
omstandigheden aardig op zijn doel berekend. Met de extra isolatie van de buitenmuren inmiddels
aangebracht en met de gordijnen weer op hun plaats lukt het ook de binnen unit in de studeerkamer
om de boel warm te houden. Bij 30 graden of meer buiten koelt hij ook uitstekend zo blijkt in 2014.
116
December 2013 Windscherm bij de binnenunit
De luchtstromingen die de unit veroorzaakt zijn bij koud en winderig weer nog een punt van
aandacht. We zetten de temperatuur op 23 graden en de fan op 1, 2 of 3 om het prettig te houden.
Een windscherm blijkt ook nodig. Tijdens zittend werken achter een computer is die luchtbeweging
vlak achter je niet prettig. Een kunstwerkje in de vorm van een reiskoffer schermt dat nu af. Ook slaat
de muur onder de condens afvoer buiten groen aan. We verlengen in 2015 het pijpje naar een grindput.
(5.2) Warmtepomp systeem woonkamer en 1e verdieping
De beslissing om de 2e en eventueel 3e warmtepomp te plaatsen wordt hierdoor wel bemoeilijkt. Het
plaatsen van een binnen unit in een kamer is dus niet zo ongecompliceerd als het aanvankelijk leek.
Een effectieve bestrijding van oncomfortabele luchtbewegingen is nodig. Als preventie mogelijk is
zou dat toch de voorkeur hebben.
Van heel vroeger kennen veel mensen nog het gevoel dat het dicht bij de kolenkachel of de open
haard lekker warm was. Dat wil zeggen, men kon de kant van het lichaam die koud of heet werd
kiezen. Met centrale verwarming werd het beter, het merendeel van iemands lijf was meestal op
een aangename temperatuur. Warmte was er van alle kanten. Koude voeten en een heet hoofd
kwamen wel voor als het erg tochtte of streng vroor. Er zal nu ook afscheid moeten worden
genomen van het lekker met de rug tegen een radiator gaan zitten en zich koesteren aan de straling
van een groot 80 graden Celsius heet oppervlak. Comfort blijkt in deze proefperiode toch een punt
van doorslaggevend belang te zijn.
Soms zijn er toch koud aanvoelende luchtbewegingen. Een vloerverwarming zou dit nadeel niet
hebben. Is een oplossing, die uit een combinatie van een lucht-lucht warmtepomp buiten unit,
vergelijkbaar met die al is geplaatst, en een vloerverwarming bestaat, technisch wel mogelijk?
Er zijn daarmee dus twee aparte verwarmingsvraagstukken aan de orde:
1) de begane grond en
2) de eerste verdieping.
Eerder was al besloten de zolder verder onverwarmd te laten. De 1e verdieping lijkt het eenvoudigst
op te lossen probleem.
Eerste verdieping
De eerste verdieping benut sinds 1938 de warmte die vanuit de begane grond door het plafond en de
verdiepingvloer van onder naar boven stroomt. Dit leidt in praktijk van 2013, na de spouwmuur
117
isolatie, nog meer dan voorheen tot een aangenaam warme verdieping vloer en tot weinig storende
luchtbewegingen. In de slaapkamer voor en in de douche zijn CV radiatoren die wat extra warmte
afgeven. De radiator in de slaapkamer achter staat niet aan. Met Argion is hier een inverter oplossing
bedacht die met warme lucht door plafondroosters de verdieping verwarmt.
Als extra comfort verwarming is kortstondige aparte bijverwarming wenselijk. Dat kan met
bijvoorbeeld een extra lage temperatuur radiator, een klein straalkacheltje of een elektrisch heater
paneel in de douche. Om het bijkomende elektriciteit verbruik hiervan af te dekken zijn extra
zonnepanelen een geschikte oplossing.
Argion gaf op 12 sept 2013 als indicatie aan:
Warmtepomp 3 - 1e verdieping
1x RAS-M16SAV2 buitenunit,
1x RAS-M16GDV binnen unit en
3x air-duct / rooster
2385,- Euro
ex 21% btw,
ex montage à 600,- (plafond gaten zelf zagen)
Dit lijkt praktisch uitvoerbaar en financieel haalbaar. Misschien is het toch te combineren met de
oplossing voor de begane grond, daar is nog meer analyse en een beslissing over nodig.
Woonkamer/keuken
In de woonkamer en de keuken op de begane grond is een vloerverwarming aantrekkelijk wat
comfort betreft. Daarvoor is een geïsoleerde betonvloer een goede basis maar die ontbreekt: het
huis is gebouwd met een kruipruimte en een houten vloer. Een alternatief zou een set laag
temperatuur radiatoren zijn met grotere afmetingen dan de huidige radiatoren. Dit laatste stuit
meteen op fysiek ruimtegebrek. Er is een hybride tijdelijke oplossing: vloerverwarming en
radiatoren die van de CV op de warmtepomp over te schakelen zijn.
Hierna rest – op termijn – het vinden van een geschikte warmtepomp buiten unit en een afgifte unit
die de warmte via water binnen aan de vloer leidingen en eventuele lage temperatuur radiatoren kan
leveren.
Zoeken op het internet levert al snel een eerste indruk van de mogelijkheden op. De combinatie
lucht/water warmtepomp met een vloerverwarming wordt op diverse plaatsen genoemd en de
werking wordt er helder uitgelegd. (warmtepomp-info.nl) Ook is er gevarieerd product aanbod.
Een LG HN09 Therma V Lucht/Water warmtepomp vloerverwarming wordt op marktplaats voor
3.495,- Euro aangeboden. Hij bestaat uit een buitenunit LG-HN
e ee h d o o LG-HN0914.
(rhs-airco.com)
Samsung levert iets vergelijkbaars. De EHS split AEX140EDEHA (9,3 kW) en hydro-unit AEN080YDEHA
(5.2 – 10.0 kW) zouden bij de woonkamer/keuken passen. Deze technologie maakt ook het
aansluiten van een extra lage temperatuur radiator in de douche mogelijk.(samsung-airco.nl)
Zou er ook een oplossing te vinden zijn waarbij een vloerverwarming en drie laag temperatuur
radiatoren de begane grond en de 1e verdieping samen kunnen verwarmen ? Dit wordt door Daikin
aangeboden met het Altherma monobloc systeem. Hierbij is geen aparte binnen unit nodig, wel een
118
warmwatertank. Vloerverwarming, lage temperatuur radiatoren en warm tapwater in één is hiermee
mogelijk. (daikin.nl)
Toshiba is op de markt met een vergelijkbaar systeem. De Estia lucht-water warmtepomp levert deze
mogelijkheden ook en dan met een hoge COP van 4.88. De range van de buitenlucht temperatuur is
-20 0C tot +43 0C. Er kunnen twee onafhankelijke zones verwarmd worden (bijv. een
vloerverwarming en een set lage temperatuurradiatoren) en er is daarnaast warm water met
legionella beveiliging tot 75 0C mogelijk. Daar is wel een grote watertank bij nodig. (toshibaairconditioner.nl)
Toshiba levert in 2014 het wat oudere Dolphin systeem waarmee vergelijkbare mogelijkheden voor
een vloerverwarming en warm tapwater bestaan inmiddels niet meer in Nederland maar wel nog in
België. (luchtwaterwarmtepomp.be)
Er zijn nog meer mogelijkheden. Zo blijkt Hitachi met de Yutaki S van (Conticlima.com) ook een
gemengd systeem aan te kunnen. Deze systemen lijken ook op de eerder gevonden producten zoals
de Mitsubishi Ecodan en de General Waterstage. Ze zijn alleen kleiner, nieuwer en veelzijdiger. En niet onbelangrijk- hopelijk aanmerkelijk goedkoper.
Daikin en Toshiba bieden dus waarschijnlijk een concrete mogelijkheid voor huis 1938.
Argion is hierover op 16 februari 2014 benaderd met de vraag hoe een lucht/water warmtepomp
met vloerverwarming op de begane grond, vier lage temperatuur radiatoren bij de voordeur en op
de 1e verdieping en warm tapwater voorziening van Toshiba er uit zou zien. Op 18 februari 2014
meldt Argion er mee aan de slag te zijn. Op 21 februari wordt gemeld dat Dolphin niet meer
leverbaar is en dat Estia de basis voor het gesprek zal worden. In de documentatie is te zien dat
warm water met een 150, 210 of 300 liter vat samengaat (h=1090, 1474, 2014 mm en dia=550 mm).
Op 7 maart 2014 is er overleg met Argion ter plaatse. De vraag wordt aangescherpt, Estia is de basis
voor de hybride aanpak en warm tapwater vervalt. Argion geeft wel aan dat de prijs hoog zal zijn.
In de specificatie is 10kW capaciteit bij -20 0C opgegeven, samen met de eigenschappen van de
thermische schil van het huis en de vloeroppervlakte van de diverse ruimten. Op 18 maart 2014 komt
de offerte binnen.
De aangeboden installatie bestaat uit:
1 stuks Toshiba HWS-1404H-E buitendeel Estia. (hxbxd= 1340 x 900 x 320 mm) COP 4.50.
1 stuks Toshiba HWS-1404XWHM3-E Estia Hydro-unit. (hxbxd= 925 x 525 x 355 mm)
Verwarmingsvermogen 14 kW. nominaal
De buitenunit en hydro unit zijn voor omgerekend 9379,- Euro inclusief de 6% en 21% BTW tarieven
aangeboden. Ze zijn gemonteerd, geplaatst en verbonden voor die prijs. Installatiewerk tussen
hydro-unit en vloerverwarmingscircuit en radiatoren is niet inbegrepen. Elektra tussen beide units en
de meterkast is niet in de prijs meegenomen. Ook de geadviseerde drie lage temperatuur radiatoren
voor de 1e verdieping zitten niet in de prijs. Nog zonder de kosten voor die benodigdheden is de prijs
al zo hoog dat er geen redelijke terugverdientijd meer in lijkt te zitten. Een redelijke waarde komt er
alleen maar uit als dit tot de definitieve afsluiting van de gasleiding kan leiden. Dat kan alleen als ook
het warme tapwater en het koken niet langer op gas werken. Een zinnige rekensom aan de
terugverdientijd wordt zonder dat vrijwel onmogelijk. Op 20 maart 2014 krijgt Argion bericht dat de
2e warmtepomp voorlopig wordt uitgesteld vanwege de hoge kosten.
Verdeelstuk
Hoe nu verder ? Het is hier raadzaam om de mogelijkheden voor verschillende alternatieven open te
houden en ondertussen het verder gaan met de warmtepompen mogelijk te maken.
119
Door een verdeelstuk aan te brengen kan onafhankelijk van de aanwezigheid van vloerverwarming
buizen in de nieuwe geïsoleerde betonvloer nog een tijd met de bestaande CV worden doorgegaan.
De overschakeling op een warmtepomp die de vloerverwarming en wellicht enkele radiatoren
bedient is dan een beslissing die alsnog genomen kan worden. Eerste voordeel is dan meer ervaring
met het door andere maatregelen (bijvoorbeeld de lichtkoepels, de vloerisolatie en houten vlakken)
verder verbeterd comfort. Het tweede voordeel is dat ondertussen de benodigde capaciteit in het
ontwerp door meer isolatiemaatregelen verder verminderd kan worden. Ook kan er een tijd
geëxperimenteerd worden met het comfort van de vloerverwarming in een hybride situatie.
Het plaatsen van dit verdeelstuk levert dus een nieuw soort flexibiliteit op. Nog steeds kan een CV
ketel door een andere ketel worden vervangen. Nu is er ook gemakkelijker een warmtepomp bij te
plaatsen die de CV functie geheel of gedeeltelijk vervangt. Tenslotte is met kranen de doorstroming
en daarmee de warmte afgifte van de radiatoren en vloerlussen individueel in te stellen.
Koudemiddel
Voor de prestaties van de apparatuur is een koudemiddel nodig. In de Toshiba warmtepompen
wordt Koudemiddel R 410-A toegepast. Is dit een gevaarlijke stof en kan het kwaad in het milieu?
Een zoektocht op het internet levert direct duidelijkheid. Het is in ieder geval nu geen verboden
iddel. Ook lijkt het als sta d de te h iek te gelde . Ve de gaa op de i geslage eg lijkt dus
niet te worden belemmerd door een risico op milieu gebied.
R410A is een koelmiddel dat het vroegere R407C vervangt. Dit verving het verboden freon
chloordifluormethaan (R22) volgens het Montréal-protocol. Het wordt gebruikt in koelmachines die
koelen tot 0°C zoals frigo's en air-conditioners.
R410A is een azeotroop koelmiddelmengsel, bestaande uit 50% R32 (difluormethaan) en 50% R125
(pentafluorethaan). (Western.nl)
R410A tast – in tegenstelling tot sommige eerder gebruikte middelen – de ozonlaag niet aan. Vrijwel
alle nieuwe aircosystemen werken inmiddels met deze nieuwe koelstof. Ook de wettelijke STEKregeling zorgt voor bescherming van het milieu. De op dit moment gebruikte koudemiddelen R134A,
R407C en R410A zijn alle niet giftig, explosief of schadelijk voor de ozonlaag. Dat neemt niet weg dat
ondeskundig gebruik van dit koudemiddel een aanslag op het milieu kan vormen, wanneer het
bijvoorbeeld weglekt. Eén kilogram aan weggelekt R410A staat gelijk aan een uitstoot van 1725 kg
aan CO2. Hoewel de schadelijkheid van de nieuwste generatie koelmiddelen dus flink is
teruggedrongen, blijft de omgang ermee toch werk voor een erkende aircomonteur.(Allesairco.nl)
Het in huis 1938 toegepaste R410-A behoort niet tot de CFK en HFK stoffen die in de EU voor 2020
zullen worden uitgefaseerd. (uitfaseren.cofely-gdfsuez.nl)
Verder is hier nog van belang dat magnetisch koelen, volgens het magneto calorische werkingsprincipe, waarbij vloeibaar koelmiddel niet nodig is, tot op heden niet tot huishoudelijke apparatuur
op de markt heeft geleid. (Gschneidner, Pecharsky et al, 1999) (Yu et al, 2003) (Camfridge.com)
Plan voor vervanging CV door warmtepomp
Na plaatsen van het verdeelstuk kan, na verloop van tijd, als de warmtepomp prijs gedaald is en een
oplossing zonder aardgas voor warm tapwater en voor het koken is gevonden, in kleinere stappen de
CV uiteindelijk vervallen. Bij het begin van het project in 2012 was er nog een rest levensduur van
meer dan 10 jaar voor de CV ketel beschikbaar. Tijd genoeg om een goede keuze te maken dus.
120
______________________________________________________________
Oktober 2012
Zolder
1e verdieping
Begane grond
CV/G
Uitbouw achter
______________________________________________________________
Eind 2013
Zolder
1e verdieping
Begane grond
CV/G
Uitbouw achter
WP1
______________________________________________________________
Medio 2014
Zolder
1e verdieping
Begane grond
CV/G
Uitbouw achter
WP1
______________________________________________________________
Medio 2015
Zolder
1e verdieping
Begane grond
CV/G
WP2
Uitbouw achter
WP1
______________________________________________________________
Eind 2016
Zolder
1e verdieping
WP3
Begane grond
WP2
Uitbouw achter
WP1
______________________________________________________________
Plan van aanpak voor de vervanging van de aardgas gebruikende combi ketel (CV/G) door 3 luchtlucht warmtepompen (WP) met binnenunits, warm water boiler en vloerverwarming.
Gevaren
De tijdelijke hybride oplossing, vloerverwarming en radiatoren aan de CV is niet zonder gevaar. Er
zitten daarom afsluiters tussen CV en vloerverwarmingslussen zodat de lussen niet ongehinderd het
hete CV water toegevoerd krijgen. Pas als de CV ketelthermostaat lager is gezet is een eventuele
proef met vloerverwarming vanuit de CV ketel veilig mogelijk.
121
Overig gasverbruik
Of dit plan realiseerbaar is hangt mede af van de alternatieve mogelijkheden bij warm tapwater en
koken zonder aardgas. Er zijn daarbij nogal wat mogelijkheden om te onderzoeken, de volgende
hoofdstukken gaan daar dieper op in. Het resultaat van die verkenningen is:
- Een centraal opgestelde elektrische boiler of warmtepomp boiler, die later eventueel met
zonnecollector-panelen uit te breiden is, levert de eenvoudigste, duurzaamste en goedkoopste
oplossing voor warm tapwater op.
-De eventueel benodigde zonnecollectoren passen op het schuurdak op de uitbouw achter dat naar
het Zuiden wijst en krijgen daar in de zomerperiode volop zon.
-Koken kan het best met een elektrische inductiekookplaat.
-Extra zonnepanelen kunnen compenseren voor het, na wegvallen van aardgas, toegenomen
stroomgebruik van deze nieuwe aanpak en er is daarvoor voldoende dak oppervlakte beschikbaar.
Vervangen van CV verwarmingsfunctie
Uitgaande van de realiseerbaarheid van dit alles, kan nu het enige overgebleven obstakel bij het
loskoppelen van de aardgasleiding -het vervangen van de CV verwarmingsfunctie in het centrale deel
van huis 1938- nader onderzocht worden. In het plan van aanpak is op het moment van dit
onderzoek het stadiu
edio
e eikt.
In de nieuwe geïsoleerde betonvloer op de begane grond liggen drie vloerverwarmingsspiralen die
aan een apart verdeelblok vast zitten. Aan een ander verdeelblok zijn de na de installatie van de 1e
warmtepomp nog overgebleven oude radiatoren in het huis verbonden. Deze situatie levert enkele
vragen op:
1-Is lage temperatuur vloerverwarming met de drie spiralen voldoende voor de begane
grond?
2-Kan een 2e warmtepompsysteem zowel die spiralen als een warm tapwater voorziening
aan?
3-Hoe moet de verwarming op de 1e verdieping er dan uit zien?
Ad-1
Vloerverwarming levert een ander soort temperatuurverdeling in de woonkamer op. Waar bij CV met
radiatoren de warme lucht zich bij het plafond bevindt en de vloer een stuk kouder blijft zal dat
andersom zijn bij vloerverwarming. Het comfort – zo stelt leverancier Henco – wordt verhoogd. Voor
de dimensionering is het warmteverlies van de te verwarmen ruimte bepalend. Als bovengrens voor
de temperatuur hanteert men een waarde van ongeveer 30 graden Celsius. Bij een parketvloer ligt
dat zelfs iets lager: 27 graden Celsius. De buizen in de spiralen liggen op circa 20 cm afstand uit
elkaar. In tabellen is dan te zien dat tussen 50 en 100 Watt per m2 warmte afgifte ontstaat
(Henco.be). De warmteverliezen naar beneden via de 12 cm EPS isolatie zijn beperkt tot enkele
Watts per m2 en daarmee verwaarloosbaar klein (Variotherm, 2005).
Dit betekent voor de woonkamer/keuken met een vloeroppervlak van circa 40 m2 een totaal van
tussen 2 en 4 kW afgegeven vermogen. Eerdere schattingen vanuit het rekenmodel leverden een
offerte aanvraag met 3 units van –vanwege onzekerheden ruim bemeten – 2 kW per stuk op de
begane grond op, dus in totaal 6 kW verwarmingsvermogen bij een extreme buitentemperatuur van
-20 graden Celsius.
122
Uit het rekenmodel blijkt ook dat na het aanbrengen van de vloer isolatie de begane grond dan in
feite maximaal slechts 2.3 kW warmteverlies heeft. Conclusie: met de verwarmingsspiralen is
voldoende verwarming mogelijk. Een vermogen van 4 kW voor verwarmen lijkt voldoende.
Ad-2
Op 3 augustus 2015 blijkt bij een nieuw onderzoekje op het internet, dat er een nieuwe brochure van
Toshiba is verschenen over de ESTIA apparatuur. Die bevat warmtepomp typen van 6 tot 13 kW. Het
is ook mogelijk om warm tapwater met deze installaties te maken. Vervanging van bestaande CV
installaties is volgens de documentatie de achtergrond hiervan. Het voor de begane grond van huis
1938 benodigde thermisch vermogen van ten minste 4 kW past daarmee binnen de ESTIA range van
Toshiba. (Toshiba , 2014) Voor een hiermee te integreren warm tapwater voorziening is bovenop die
4 kW nog – vergelijk een elektrische boiler – 1 à 2 kW aanvullend vermogen nodig. Een Estia
installatie van in totaal circa 6 kW vermogen lijkt hiervoor dus geschikt.
Hierop worden dan alleen de drie vloerverwarmingsspiralen aangesloten. De oude radiatoren op de
begane grond vervallen.
Ook zijn nieuwe mogelijkheden ontstaan. Zo blijkt er een hulpstuk in de markt te bestaan waarmee
een buitenunit direct aan een vloerverwarming gekoppeld kan worden. Het ding bestaat uit een
warmtewisselaar, een circulatiepomp en wat aansluitmateriaal. (Intercool , 2011) Dat zou juist een
sterk vereenvoudigde installatie kunnen opleveren. Complicatie is dat de hydro unit vervalt en
daarmee dat de efficiënte aanmaak van warm tapwater ook vervalt. Deze richting lijkt niet
aantrekkelijk dus.
Conclusie: Een oplossing voor de begane grond in huis 1938 zou kunnen bestaan uit :
Warmtepomp 2 – begane grond
1x ESTIA 6 kW buitenunit [HWS-804H-E]
1x Hydro unit [HWS-804XWHMO-E]
1x 150 liter warm tapwatertank [HWS-150ICSHM3-E] .
Nieuw leidingwerk buitenunit - hydro unit - watertank
Hierbij is -in theorie- de ondergronds liggende verbinding tussen CV ketel en leidingput onder het
keukenblok te gebruiken voor de link tussen hydro unit en het verdeelblok voor de drie vloerspiralen.
Knelpunt: alle radiatoren verliezen zo het contact met de CV ketel. Dat kan pas gebeuren als de 3e
warmte-pomp eerst in bedrijf is.
Het alternatief is om bovengronds een verbinding te maken via een koof door bijkeuken en halletje
naar het verdeelstuk onder het keukenblok. Dat maakt het laten vervallen van het oude ondergrondse leidingwerk op termijn mogelijk. Dit is wenselijk omdat de toestand van de onbereikbare
ondergrondse leidingen niet na te gaan is en een eventueel nodige vervanging langs dezelfde route
ook niet kan. Bij het verwijderen van oud leidingwerk in de kruipruimte bleek in de zomer van 2014
dat die toestand hoogstwaarschijnlijk slecht zal zijn.
Het leidingwerk voor de warm tapwater voorziening ligt nu vanuit de CV kast bovenlangs door
bijkeuken en halletje en verder door het huis heen. Dat kan behouden blijven en ook opnieuw
ingezet worden als de 150 liter tank voor de warm tapwater voorziening dicht bij de huidige CV kast
komt te staan. Onderhoud hieraan is goed mogelijk.
Met een diameter van 55 cm en een hoogte van 109 cm is het schuurzoldertje de beste plaats voor
de watertank. Dit zelfde geldt ook voor de hydro-unit die 92.5x 52.5x35.5 cm meet. Ze passen niet in
123
de CV kast omdat die in de begin situatie vrijwel vol zit met de CV-ketel en het expansievat. Ook is de
CV kast te klein om alles te herbergen als de CV ketel met toebehoor er uit verwijderd zou worden.
Dit betekent dat de 2e warmtepomp hydro-unit en tapwatertank op het schuurzoldertje kunnen
worden geplaatst terwijl de CV installatie intact blijft. Later kan de CV installatie met de CV kast en al
verwijderd worden zodat de ruimte weer ten goede aan het huis zelf komt.
De buitenunit van Warmtepomp 2 past boven de al aanwezige 1e warmtepomp aan de muur van de
achtergevel van de uitbouw achter. Met afmetingen 89x90x32 cm lukt dat nog net. Het e li g
hok houdt da ook deze a tepo p uit zi ht. Op 4 augustus 2015 is offerte aangevraagd.
Ad-3
Eerder werd voor de 1e verdieping al een eenvoudige aparte warmtepomp installatie ontworpen. Het
ontwerp daarvan past ook bij de oplossing voor de begane grond. Hij werd in september 2013 als
volgt aangeboden:
Warmtepomp 3 - 1e verdieping
1x RAS-M16SAV2 buitenunit,
1x RAS-M16GDV binnen unit en
3x air-duct / rooster
(2013 : 2385,- Euro, ex 21% btw, ex montage à 600,-, plafond gaten zelf zagen)
De buiten unit past onder het douche raam tegen de achtergevel. De binnenunit past in het plafond
a de dou he e ia du ts ka e a de lucht naar 3 plaatsen worden geleid via plafond
ooste s. De du ts ko e a hte de s hotte op zolde te ligge . Warmtepomp 3 blijft zo uit zicht.
Hiervoor is op 4 augustus 2015 opnieuw bij leverancier Argion offerte aangevraagd.
Augustus 2015, definitieve lay-out voor warmtepompen 1, 2 en 3.
Oriënterend bezoek
Een oriënterend bezoek op 29 augustus 2015, aan een nieuwbouwwoning met een lucht-water
warmtepompsysteem voor vloerverwarming dat ook warm tapwater maakt, laat zien dat er wel
genoeg plaats voor de installatie beschikbaar moet zijn. Hydro unit, watertank en verdeelstuk zijn in
124
een klein kamertje ondergebracht, i het gesp ek als ketelhuis aa geduid. Het verdeelstuk naar de
vloerlussen bevat een serie kleppen die op warmtevraag vanuit de verschillende kamers in het huis
apart bestuurbaar zijn. Een Fujitsu buitenunit, een Waterstage systeem en een 300 liter watertank
zijn door het bij de zoektocht naar Warmtepomp 1 eerder al genoemde bedrijf Thercon geplaatst.
De Fujitsu buitenunit is met een houten frame met gaas en klimop er op aan het oog onttrokken. De
overige delen van het systeem staan binnen in huis, i het ketelhuis en nemen onverwacht veel
ruimte in beslag.
Ook i dit ge al is het passief-huis o ept at e tilatie etreft door de architect niet helemaal
doorgevoerd op verzoek van de bewoners. De afzuigkap in de keuken heeft een apart kanaal direct
naar buiten en de ramen overal in huis worden regelmatig open gezet voor frisse lucht.
Diffusors
De ervaring met de warmtepomp 1 binnen units, die vermindering van comfort door
lu htst o i ge ople e de , is og a ela g ij a tepo p . Net als de diffuso oo de
binnen unit in de studeerkamer zal er vermoedelijk ook in de douche en de slaapkamer een
maatregel tegen hinderlijke luchtstromingen nodig zijn.
Installatiewerk
In huis 1938 is verder de bestaande indeling van het huis een factor van betekenis. Voor de
leidingloop van de buiten unit naar hydro unit , watertank en verdeelstuk is het nodige breek- en
boor werk vereist. De elektra voedingskabel, de leidingen met koelvloeistof en de besturingskabel
tussen buiten unit en hydro unit kan over het studeerkamer dak lopen. De elektra voeding vergt een
nieuwe kabel vanuit de meterkast. Die kan door een in de geïsoleerde betonvloer van woonkamer
en keuken aangebrachte pvc doorvoerpijp en via een koof constructie tussen keuken en schuurzolder
naar de hydro unit en de buiten unit worden geleid. De hydro unit op het zoldertje moet bij gebrek
aan een stevige muur aan een houten frame worden gehangen, doe het zelf werk is hier nodig.
Warmtepomp 3 past tegen het plafond in het trapgat op de eerste verdieping. Achter de
knieschotten op zolder is plaats voor de luchtkokers naar de plafond ventilatie openingen in
slaapkamers en douche. De plaatsing van die roosters is ook doe het zelf werk. Ze zijn van verstelbare
schoepen voorzien om de luchtstromen te kunnen richten.
De zolder verdieping blijft verder onverwarmd, in speciale gevallen kan er een los elektrisch
kacheltje neergezet worden. In de douche is een extra elektrisch kacheltje voorzien om tijdens het
douchen wat bij te verwarmen.
Een heater paneel , bijvoorbeeld de Econo-heat van Praxis met afmetingen 60 x 60 cm en 400 Watt
vermogen, met bijbehorende thermostaat is voor circa 170,- Euro te koop. (Praxis.nl) Nadeel is dat
het duurder is, meer plaats in neemt en minder snel die extra warmte levert dan een straalkacheltje.
Een geschikt type is bijvoorbeeld de 471192 van Gamma die voor 25 euro te koop is. (Gamma.nl)
In de meterkast is bij de plaatsing van warmtepomp 1 al voor de warmtepompen 2 en 3 een
groepsaansluiting aangelegd. Het st aalka heltje ka
ee lifte op die a a tepo p . Een
leiding tussen de twee toevoerleidingen aan het verdeelstuk en de hydro unit zal van onder het
keukenblok via een koof langs het plafond in de bijkeuken door drie muren moeten lopen. Die route
zal met een 70 mm diamantboor door een professional moeten worden opengelegd.
125
Uitvoering
Tijdens een bespreking van de aanvraag voor de warmtepompen 2 en 3 met Argion op 2 september
2015 blijkt dat voor warmtepomp 2 een vermogen van 6 kW en een 200L tank passend zijn. Voor
warmtepomp 3 is een vermogen van 3.6 kW afdoende. Een ophangplaat voor de hydro unit op het
zoldertje, een straalkacheltje ophangen in de douche en gaten zagen voor de plafondroosters op de
eerste verdieping zijn doe-het-zelf werk. Op basis hiervan volgt op 9 september 2015 een tweetal
offertes. De kosten bedragen :
-Warmtepomp 2 met warm tapwater voorziening
8655,- Euro ex 21% BTW
1 stuks Toshiba HWS-804H-E Estia buitendeel.
1 stuks Toshiba HWS-804XWHM3-E Estia Hydro-unit.
1 stuks Toshiba HWS-AMS11E bediening.
1 stuks Toshiba HWS2101CSHM3 buffervat 210 L.
stuks
eg isselklep
olt, t. . . oile e ruimteverwarming.
-Warmtepomp 3 met 3 plafond roosters
1 stuks Toshiba RAS-M13G3DV binnenunit
1 stuks RAS-13N3AV2 buitenunit
3 uitblaasroosters.
WP2 : Estia installatie (bron: Toshiba)
3120,- Euro ex 21% BTW
WP-3 : Inverter met uitblaasroosters (bron: Toshiba)
In totaal voor beide dus 11775,- ex BTW en bruto dus 14247,75 Euro. Dit bedrag is per offerte te
betalen in 3 termijnen: 50% (7123,88 Euro voor beiden samen) bij opdracht, 40% (5699,10 Euro,
idem) bij aanvang van de werkzaamheden en de laatste 10 % (1424,78 Euro, idem) bij oplevering. Op
11 september 2015 wordt de opdracht verleend maar wordt ook de betaling van de eerste termijn
afhankelijk gesteld van overleg over de levertijd en de aanpak.
Technisch overleg volgt op 14 september 2015. Een ontwerpschets voor de ophanging van de Estia
op het zoldertje op de uitbouw gaat de dag er na de deur uit. De aanbetaling van ruim 7000 Euro
gebeurt twee dagen later. De installatie zal 3 dagen gaan kosten en het zal begin oktober gaan
gebeuren. In de weken die daaraan voorafgaan is naast die ophanging nog meer doe het zelf werk
nodig. De route van alle buizen en kabels moet opengelegd worden en de kast onder de trap moet
leeg om de werkzaamheden mogelijk te maken.
126
Op 5,6 en 7 oktober 2015 worden de warmtepompen nr 2 en 3 aangelegd. Dit plaatje is handig bij het
technisch overleg dat tussen de betrokkenen nodig is: een airco installateur, een airco-software
specialist, een loodgieter/verwarmingsmonteur, een elektricien en een vrachtwagenchauffeur die
alles brengt.
De werkzaamheden vorderen goed. Op de 1e dag, 5 oktober 2015, is de Estia installatie geplaatst en
is de aanleg van leidingen grotendeels klaar. De tijdelijke verbinding van het verdeelblok via de T
stukken met de cv is verbroken. De CV installatie blijft intact en in werking. De thermostaat wordt
naar de kast van de CV verplaatst zodat de kabel vrijkomt voor besturing van de Estia installatie. De
eerder op het vloerverwarming verdeelblok meegeleverde extra pomp lijkt niet nodig en is daarom
verwijderd. De buitenunit van warmtepomp 3 voor de 1e verdieping is ook buiten onder het
doucheraam opgehangen. Buiten zit aan het eind van de dag bijna alles op z plaats. Ha dig a t de
volgende dag wordt regen verwacht. De condens afvoer van de beide buitenunits in het kliko hok
moet groter anders kan hij dichtvriezen. Ook is het beter om het dak van het kliko hok open te
houden. Zo zijn de vrije stroming van lucht en het rendement van de warmtepompen maximaal.
Op de 2e dag volgt het trekken van de elektra kabels naar de keuken en naar de zolder. De kabel van
de extra du ele groep voor elektrisch koken moet 5 aderig zijn. Er is niet genoeg ruimte in de
meterkast en dus moet er een nieuw stoppen kastje komen. De betimmering past niet helemaal
meer en moet dus aangepast. Er zijn midden op de ochtend van de 2e dag vier man tegelijk bezig. De
rest van de 2e dag gaat op aan het in bedrijf stellen van de Estia installatie. Dat lukt voor het warm
tapwater gedeelte goed. Op het controlepaneel staat 42o Celsius voor het tapwater ingesteld. De
warm water voorziening vanuit de CV is uitgeschakeld. Na een paar douchebeurten en een paar keer
de afwas doen wordt een dag later 43o Celsius ingesteld en dat blijkt goed te passen bij de bewoners.
Het opstarten van de Estia lukt die 2e dag echter niet voor het vloerverwarming gedeelte. Het
minimaal te leveren volumedebiet door de drie vloer spiralen wordt niet gehaald. Dat volumedebiet
kan niet naar beneden bijgesteld worden vanwege bevriezingsrisico in de Estia buitenunit. De
weggehaalde pomp moet dus weer terug geplaatst worden om een beetje extra debiet te krijgen. Hij
heeft drie standen en wordt vanuit de Estia installatie met 220 Volt gevoed. Wreekt zich hier het
127
pionieren met nieuwe technologie ? Ligt het aan het ongecoördineerd kiezen en aanleggen van de
drie vloerspiralen door de ene, en het plaatsen van de Estia installatie door de andere loodgieter ? In
elk geval is de stromingsweerstand in het waterzijdige deel van de installatie tot dit moment een
onbeheerste factor. Enkele snel bedachte alternatieven, zoals een oude radiator blijven gebruiken
en parallel schakelen, een simpele bypass met een restrictie inbouwen, een buffervat plaatsen en
voor het extra circuit de pomp toepassen of leidingen met een grotere diameter plaatsen, hebben
allemaal zo hun nadelen. Het probleem levert vertraging op en de CV ketel blijft dus toch nog even
draaien voor de verwarming van het huis. Warmtepomp 2 doet het nog maar voor de helft . . .
Op de 3e dag komen op zolder, achter de knieschotten, de resterende onderdelen voor warmtepomp
3. De drie gaten van 25 x 25 cm in de plafonds op de 1e verdieping voor de uitblaasroosters worden
als doe-het-zelf werk gezaagd. Warmtepomp 3 is eind van die dag in bedrijf. De ochtend er na blijkt
dat er een nare trilling resonantie optreedt tussen de binnen unit en de vloer van de zolder achter
het knieschot. Nader onderzoek is nodig om de juiste manier van demping te vinden. Warmtepomp 3
gaat weer uit . . .
WP 1 en 2 in het kliko hok
nog onder een open dak
Watertank en hydro unit op
het zoldertje
Warmtepomp WP-3 buitenunit
onder het doucheraam
Op de 4e dag wordt de hele avond geprobeerd de Estia op gang te krijgen. De pomp van de Estia
haalt ook met de weer teruggeplaatste extra pomp, het benodigde minimale debiet dat voor de
veilige werking van de Estia nodig is, niet. In het filter blijkt een bruin gekleurde vuilophoping te
zitten en even gloort er nieuwe hoop. Het blijkt niet de oorzaak want ook na anders inregelen blijft
het debiet te laag. Die avond tot 23 uur blijft het een hardnekkig probleem. Goede raad is duur.
Toshiba experts moeten er naar kijken en daarna een goede diagnose stellen. Argion is gefrustreerd
want, ge asee d op alle oo i fo atie et foto s e teke i ge , hadden de technici bij Toshiba
problemen in principe moeten voorzien en met een geschikt advies voor de installateur moeten
komen. Het is de eerste Estia die Argion plaatst. Ook de leverancier is aan het pionieren . . .
Op de 5e dag volgen er enkele telefoontjes waaruit blijkt dat stromingsberekeningen bij Toshiba
hebben opgeleverd dat de keuze van de bescheiden pijpdiameter, samen met het gebruik van
diverse haakse hoeken in de aan- en afvoer tussen Estia en verdeelblok, de boosdoener moet zijn.
128
Argion en de loodgieter moeten dus in de week er op de leidingen naar het verdeelblok opnieuw
komen aanleggen.
Een knelpunt is dat vlak bij het verdeelblok de te
dunne toevoer en afvoer pijpen in de cement liggen.
Dat leidt tot twee grote mannen die een tijd lang
samen in een klein keukenkastje aan het werk zijn.
Als doe-het-zelf werk wordt de bodem van dat
keukenkastje verwijderd zodat er ruimte voor een
ruimere bocht in de leidingen ontstaat.
Op 14 oktober 2015 gaat het installeren weer verder.
De stukken toevoerleiding in het beton worden buiten
gebruik gesteld. De engineers van Toshiba hebben nu
een completer advies geleverd en behalve de
diameter is nu ook duidelijk hoe de componenten
moeten samenwerken.
De extra pomp is nodig omdat de Estia in een primair
circuit verwarmd water via een klein buffervaatje
rondpompt en die extra pomp zuigt op zijn beurt uit
dat zelfde vaatje water aan en pompt dat door de
vloerspiralen.
Met flowmetertjes op elke spiraal is dan te zien
hoeveel liter per minuut er doorheen stroomt.
De tweede pomp gaat uit als de vloer warm genoeg is.
Dit wordt weer bepaald met de kamer thermostaat
instelling.
Die dag lukt het o
. uu s a o ds o de Estia
8 okt 2015 Twee man in een keukenkastje
in bedrijf te krijgen. De CV gaat definitief uit.
De eerste dag er na, 15 oktober 2015, heeft de Estia nodig om de grote betonmassa op temperatuur
te brengen. Het is nog een beetje kil in de woonkamer.
Op 16 oktober 2015, de tweede dag, geeft de vloer een aangename warmte af en het comfort is
terug. De begin instelling op het controlepaneel was 22o Celsius. De temperatuur loopt iets te hoog
op en na aanpassing naar van 21o Celsius wordt het aangenaam. De dag er na blijft de temperatuur in
de woonkamer steken op 19.5o Celsius, en dat is net te koud. Toch maar op 22o Celsius terugzetten
dus. Het i egele a de stooklij is ego e . Op 28 oktober 2015 is de instelling op 230 Celsius
terechtgekomen met een aangename en stabiele temperatuur van 20 graden in de woonkamer als
gevolg. De Estia installatie is volledig in bedrijf.
Argion stuurt op 17 oktober zowel de 3e factuur voor de laatste 10% ter waarde van 1424,78 Euro als
een kadeaubon voor een etentje om de vertraging en de extra overlast door het pionieren een beetje
te vergoeden.
Op 31 oktober 2015 is een beetje ervaring opgedaan met inregelen van de Estia. Het is zowel al een
keer 180 Celsius als 240 Celsius in de woonkamer geweest. Argion en Toshiba zorgen op 6 november
2015 voor het fijn regelen van de instellingen. Op 17 november plaatst Argion nog een tracing op het
condensafvoerpijpje en stelt nogmaals bij. Daarna volgen enkele weken waarin het in de woonkamer
steeds prettig toeven wordt . . .
129
Het enige punt dat dan nog resteert is het geluidsniveau. Daar moet nog wat aan gebeuren. Op 14
oktober was het geluid van de warmtepomp 3 binnen unit met een aantal tapijttegel achtige
dempende matjes al teruggebracht tot een lager niveau. Aan de buiten unit kwamen op 27 oktober
2015 og za hte e u e o tage i ge die de t illi ge
ee de pe . Aa de uite unit van de
Estia is dat ook gebeurd en het aa a kelijke dreunen ia de uu is daarna weg.
Rest het aanbrengen van geluidsabsorberende panelen zonder de luchtstroom te hinderen. Een
nieuw doe-het-zelf project dus. Polyether noppenschuim heeft een absorptiecoefficient van 0.30.
(aixfoam.nl) Er is plek voor 4,8 m2 panelen en die geven netto 1,44 m2 open raam absorptie.
Geluiddempend materiaal is verkrijgbaar bij de vakhandel zoals muziekwinkels (Thomann.de) en
akoestische specialisten. Daar is voor geluid absorberen, dempen en ontdreunen van alles te vinden
(redux.nl). Ook in de kampeerbenodigdheden winkel en in de meubelbeklederij is schuimplastic met
een noppenpatroon verkrijgbaar. Pas na aanbrengen van een regenwaterdicht bitumen dakdek op
het klikohok kan de geluiddempende laag worden aangebracht. Die kan alleen op de de
binnenwanden van het kliko hok, tegenover de lamellen, komen. Het schuim materiaal heeft geen
stevigheid van zichzelf en moet ondersteund worden met een licht houten framewerk. Op 5
december 2015 is een begin genmaakt met de constructie van drie dempingspanelen. Op 16
december is dit werk klaar en worden ze bevestigd in het kliko hok.
16 december 2015 Geluiddempende panelen in het kliko hok
130
Oktober 2015 Uitsparing in de schoenenkast
November 2015 Omtimmering voor Warmtepomp 3
Geluiddemping is niet de enige doe-het-zelf klus, ook het keukenblok en de koven rond het
leidingwerk moeten eerst hersteld worden.
De schoenenkast in de hal krijgt vanwege de nieuwe dikke Estia leidingen zelfs een uitsparing in de
hoek.
Tenslotte is er een extra omhulling - voor de sier - nodig voor warmtepomp 3 onder het doucheraam.
Op 13 november 2015 is dat klaar.
Met de in bedrijfstelling van warmtepomp 1 in 2014 en van warmtepompen 2 en 3 in oktober 2015
zijn de verwarming en de warm tapwater voorziening in huis 1938 omgezet van gas naar elektriciteit.
De warm tapwater voorziening was tevoren al nader onderzocht om te bepalen welke alternatieve
technische mogelijkheden er zijn. Daarover gaat het volgende hoofdstuk, dat begint met een
terugblik op de periode voor het begin van de transitie in 2012.
131
(5.3)-Warm tapwater
Tot 1984 zijn in huis 1938 verschillende technieken toegepast om warm tapwater te maken. Met de
opkomst van het aardgas rond 1970 werd dat ook ingezet in huis 1938. In 1984 werd de gasboiler
door een gasgeiser in de keuken vervangen. In 1993 is een veiliger type gasgeiser geplaatst die in
contact met de buitenlucht werkte. In 2005 kon, met de komst van de combi-HR ketel, deze geiser
vervallen en het gat in de buitenmuur werd weer gedicht. Zo is bij het begin van het project in
oktober 2012 de warm tapwater voorziening een integraal onderdeel van de HR combi CV ketel.
Opnieuw overschakelen op een aparte aardgas geiser zou op termijn geen rekening houden met het
nu al steeds duurder worden en het uiteindelijk opraken van aardgas uit Nederland. Technisch
mogelijk is het wel. Energiezuinig wat betreft thermisch rendement is het ook. Verder is het -in elk
geval tijdelijk- een bruikbare oplossing voor het vraagstuk hoe warm water te maken als de CV ketel
buiten gebruik gesteld zou worden.
Een van de veel gestelde randvoorwaarden bij duurzaamheids projecten is het niet betrekken van
energie vanuit centrale voorzieningen. Voorbeelden daarvan zijn de levering van afvalwarmte uit
centrales in een beperkt geografisch gebied (HVCenergie.nl) of van biogas. Deze mogelijkheden zijn
hier dan ook niet verder onderzocht.
Een van de uiteindelijke doelen bij het energie-neutraal maken van het huis is het afkoppelen van het
aardgasnet. Concepten, zoals de HR-e ketel en CV ketels met een warmtepomp of Stirling motor er
aan, gebruiken nog steeds aardgas en deze zijn daarom hier verder buiten beschouwing gelaten.
Maar wat zijn dan wel bruikbare alternatieven voor het maken van warm tapwater?
Een verkenning van producten op de markt in diverse landen en een analyse verschaffen hier meer
duidelijkheid. De lucht-water warmtepomp met hydro unit bedoeld voor vloerverwarming in het
voorgaande hoofdstuk is hier even buiten beschouwing gelaten.
Eerst wat meer over de vele andere gevonden warm tapwater producten op de markt : de
warmtepompboiler, de zonnecollector, hun combinatie, de elektrische geiser, de elektrische
zonneboiler, de propaangeiser, de hoge druk boiler en de elektrische douche, en, niet te vergeten, de
gewone eenvoudige elektrische boiler in combinatie met PV zonnepanelen.
Warmtepompboiler
Al in 2001 werd voorspeld dat Nederland met warmtepompen zou worden vol gezet. Aantallen van
600.000 tot 1 miljoen in 20 jaar tijd werden daarvoor ingeschat. Er werd een grote rol voor
warmtepompboilers verwacht. In 2001 was de opkomst van PV zonnepanelen, op de schaal die anno
2013 te zien is, nog niet verwacht. Het advies was toen om de warmtepomp s nachts, met laag tarief
stroom van het 220 Volt net, het boilervat tot 60 graden te laten verwarmen. Ook zonnecollectors
werden niet direct in verband gebracht met warmtepompen voor tapwater. Een boiler heeft een
paar belangrijke nadelen: hij neemt plaats in, er is een legionella risico, er wordt meer water
verwarmd dan het feitelijke verbruik en er lekt warmte weg naar de omgeving. Het legionella risico is
met een temperatuur boven 60 graden Celsius te beheersen. Er is in praktijk niet altijd genoeg
warmte om die temperatuur alleen met de warmtepomp te bereiken. Elektrisch na verwarmen is
echter niet gunstig voor het COP rendement. Beter is het om bijvoorbeeld een retourleiding van
vloerverwarming of de steevast op 20 graden Celsius uitgeblazen ventilatie lucht als warmtebron te
kiezen. Wanneer dit goed is gedimensioneerd is 60 graden Celsius ook al zonder na te verwarmen te
bereiken. Dit laatste kan in situaties zonder een passief huis t pe balans ventilatiesysteem. (Krevel,
132
2001) Immers, een passief-huis balansventilatie gebruikt de warmte voor verwarming in plaats van
voor warm tapwater.
Deze aanpak zou daarmee dus geschikt kunnen zijn voor huis 1938. De warmte die door de
isolatiemantel uit een boiler weglekt zou binnenshuis vrijkomen. Gedissipeerde warmte in de pomp
en de besturingselektronica ook. Inzetten van extra PV zonnepanelen maakt het duurzamer.
In de zomer en ook in de winter kan warm tapwater zo grotendeels door een warmtepomp worden
geleverd. Elektrisch na-verwarmen is dan alleen nog nodig als beveiliging tegen legionella.
Een boilervat moet niet al te groot zijn en goed geïsoleerd om warmteverlies te beperken. Voor
douchen, afwassen en koken is behoefte aan 40 m3 warm tapwater per jaar, gemiddeld tussen 110
en 120 liter per dag. De ATAG Econorm II ketel heeft bijvoorbeeld een horizontaal liggend
warmwatervat van 200 liter dat onder een schuin dak achter het knieschot past. (Vringer.nl) Dit zou
geschikt zijn voor een centrale warm tapwater installatie op zolder, direct boven de douche boven op
de 1e verdieping of op het zoldertje van de uitbouw achter, boven de plaats van de CV ketel.
Zonnecollector
Zowel het inzetten van extra zonnestroom als het inzetten van zonnewarmte zou zinvol zijn om het
geheel og duu za e te ake . Gedu e de u eg de helft a het jaa , s zo e s, ka
et ee
zonnecollector warm water worden aangemaakt. Er is op het dak van huis 1938 op verschillende
plaatsen ruimte: op het schuine dak aan de voorgevel, met behulp van een schuin frame op de
dakkapel en op het schuine dak boven de uitbouw achter is op het zuiden gericht vrij oppervlak
beschikbaar. Een plaats op het schuurzolder dak boven de oude CV installatie is in dit geval
aa t ekkelijk. Daa alt s zo e s eel zo op. I de i te als de a tepo p a tief oet zij alt
er, door schaduw bij lage zonnestand, juist weinig zonlicht op. Ook voor een toekomstige koppeling
aan een eigen waterwinning systeem en vanwege de bestaande loop van de warm waterleidingen
zou een centrale plaats nabij de oude HR combi CV ketel de voorkeur hebben.
Een daarvoor ontworpen boiler wordt dan in de zomer grotendeels door zonnecollector warmte
gevoed. Het huis 1938 rekenmodel geeft aan dat er 276 m3 gas per jaar voor douchen gebruikt
wordt. Welke soort en grootte zonnecollector past hierbij?
Er zijn si ds de hot o
a Horace de Saussure (Solarcooking.com) allerlei typen zonnecollector
bedacht en gebouwd, vooral in de loop van de 20e eeuw. De stand der techniek is geëvolueerd via
zwart geverfde zig-zag koperen buis achter glas in een zwarte geïsoleerde bak in de jaren 70, naar
grote centrales met een concentrator toren en vloeibaar natrium in het brandpunt. Veel toegepast
zijn vlakke plaat collectors en vacuümbuis collectors, al of niet met thermo-sifon werking.
Ter oriëntatie: een vacuümbuizen collector van 2.3 m2 levert het warmte equivalent van ongeveer
200 m3 gas per jaar op. (energietref.nl) Twee vlakke plaat collectors met goed vergelijkbare
opbrengst per m2 en circa 4.5 m2 oppervlak leveren dus zeker genoeg warmte voor douchen en de
keukenkraan. De grootte is daarmee haalbaar want het schuurzolder dak biedt voldoende plaats.
Omdat de zon langs de hemel beweegt varieert de ingevangen warmte op een vlakke horizontale
collector zoals die wel op zwembaden wordt gebruikt. De opbrengst is al beter als de plaat op de
zonnestand rond uu s iddags is ge i ht. Niet alleen met het dag-nacht ritme maar ook
fluctueert de opbrengst met gaten in het wolkendek en met de zonnestand en dus met het tijdstip
van de dag. De bolcollector vermindert dit laatste effect maar heeft meer ruimte op een dak nodig.
De bolvorm is ook moeilijker te isoleren zodat dit het beste werkt bij kleine temperatuurverschillen.
(sun-disc.nl) De opbrengst van een vlakke plaat collector kan ook worden vergroot door er een
concentrator bij aan te brengen. Dit zijn spiegels die extra zonlicht naar het paneel reflecteren. Men
133
gebruikt hier ook het Fresnel principe wel voor, ofwel via een lens, ofwel via spiegels. De
ontvangende plaat kan langwerpig zijn in een trog spiegel brandlijn of klein en rond in het brandpunt
van een parabolische spiegel concentrator. Er zijn allerlei vormen van lenzen en spiegels mogelijk.
(Edmundoptics.com) Tenslotte zijn er concentrators in gebruik met meebewegende spiegels die de
zonnewarmte naar een vast brandpunt op een toren kaatsen voor zonnewarmte winning op grote
schaal. Deze concentratie technieken zijn op de schaal van een enkele woning in praktijk echter niet
of nauwelijks toe te passen. Nu nog exotische concepten, zoals een spiegel concentrator voor
zonlicht met een Stirlingmotor voor het opwekken van stroom en warmte uit de grond halen via
heat-pipes of thermo-sifons, zijn hier niet verder onderzocht.
Beter isoleren van de ontvangende buis of plaat helpt ook om de opbrengst te verhogen. Een
transparante vacuümbuis levert een zeer goede isolatie op voor de binnenbuis die de warmte
ontvangt. Dit principe is daarom geschikt voor grotere temperatuurverschillen. Men gebruikt daarom
ook a de e loeistoffe
aak ediu ge oe d da ate o de a te uit de olle to te
transporteren. Medium temperaturen boven 70 graden Celsius worden al snel gehaald bij een
vacuümbuis type zonnecollector. (zonneboilerhuis.nl) Hoog rendement vlakke collectorpanelen
hebben goed vergelijkbare prestaties met iets minder benodigd dak oppervlak en zijn minder
kwetsbaar in praktijk. (Trinkle et al,2005)
Net als PV zonnepanelen mag een zonnecollector paneel een geheel dak bedekken zonder dat er een
omgevingsvergunning voor nodig is. (omgevingsloket.nl)
Hoog rendement vlakke plaat zonnecollectors zijn er in verschillende uitvoeringen. Ze verschillen in
afmetingen en dat is belangrijk bij het passen en meten op het kleine dak op de schuurzolder. De
ECOSOL 2.32 collector van het Belgische fabricaat ESE sa is 2050*1210*75 mm groot en heeft twee
koperen pijpjes van 10 mm diameter als aansluitpunten. Het absorberende ape tuu oppervlak is
2.32 m2. (ese-solar.com) Verder zijn er collectorpanelen van 1900*1150*85(2.18m2), 2033*1233*80
(2.35m2), 2050*1212*88(2.48m2) en 2240*1270*99(2.85m2). (golantec.be) Ook de maten
2380*1056*90(2.32m2) komen voor. Voor grote daken is er een type met de dubbele grootte:
2040*2570*116 (4.69m2) dat 105 kg weegt en daarmee voor een particulier nogal moeilijk
hanteerbaar is. (Viessmann.com) Tenslotte werden panelen van 2066*1290*98(2.68m2) gevonden.
(carbomat.be) Zonnecollectorpanelen blijken in België veel populairder te zijn dan in Nederland.
Opmerkelijk is dat er geen standaardisatie van collector afmetingen is of afstemming met courante
maten in de bouw. Niet met standaard houtpaneelmaten 1220*2440 mm, niet met de veelgebruikte
60 cm steekmaat in balklagen en niet met een veel toegepast type dakpan.
Twee vlakke plaat collectorpanelen van ruim 2 m2 per stuk en een boiler van circa 200 liter zijn voor
huis 1938 voldoende. Een handbediende elektrische na verwarming is nodig als waarborg om het
legionella risico te beheersen. De legionellabacterie groeit tussen 25 en 55 graden Celsius in water en
heeft zuurstof nodig. (legionella.nl) Een boilervat met standaard (na)verwarming tot 65 graden
Celsius voorkomt dus legionellaproblemen. Het voor de collectorpomp en voor de warmtepomp
benodigde elektrisch vermogen kan met extra PV zonnepanelen worden gecompenseerd.
Warmtepomp/zonnecollector boilersysteem
Er blijken zelfstandig werkende combinaties van zonnecollector, warmtepomp en een goed
geïsoleerd circa 200 liter buffervat te bestaan. De zon levert dan 50% a 60% van de benodigde
warmte en de warmtepomp levert de rest. Een warmtebron voor de warmtepomp met hoge en
constante temperatuur is gunstig voor het rendement. Zo bestaan er ventilatie lucht/water
warmtepompen speciaal voor warmtapwater bereiding. De uitblaas van een ventilatiesysteem heeft
134
doorgaans een temperatuur van ongeveer 20 graden Celsius. Voorbeelden hiervan zijn de NIBE-F120
ventilatielucht/water warmtepomp boiler (Nibenl.eu), de Techneco Aqua LW warmtepompboiler
(Techneco.nl) en de sta d-alo e Coolwex ventilatie warmtepomp boiler DSW300 met aansluiting
voor zonnecollectoren. (Uijl-techniek.nl) Hun toepassing is kritisch omdat ventilatielucht niet bij
bijvoorbeeld open ramen moet worden weggezogen. Dit bedreigt vooral het zonder elektrisch bij
verwarmen garanderen van minimaal 55 graden aan het tappunt en dus het in de boiler halen van
circa 65 graden water temperatuur. (Stege, 2006)
Op 1 oktober 2013 stuurt Argion informatie over een General warmtepompboiler type DSW300HS+
met aansluitmogelijkheid voor zonnecollectoren. Het 300 litervat is meer dan twee maal zo groot als
de berekeningen aangeven. Kleinere uitvoeringen zijn niet met een zonnecollector leverbaar.
Voor de selectie en aanschaf van een zonne-warmtepomp-boiler systeem zijn behalve de
leveranciers die al voor de warmtepomp benaderd zijn ook Nestech, Nibe, Techneco en Uijl-techniek
mogelijk interessant. Van enkele systemen is ter oriëntatie in augustus 2013 wat prijs informatie van
internet ingewonnen:
http://nestech.nl/zonne-energie/zonneboiler/ 3375,- euro compleet geplaatst incl BTW
http://www.besparenopenergie.eu/page5.php 3380,- euro ex BTW, zelfbouw
http://hetzonneboilerhuis.nl/producten.html 1800,- euro incl BTW ex Warmtepomp
Toshiba heeft een warmtepomp boiler in het assortiment die op de plaats van de oude CV zou
passen. Op 6 september 2013 meldt Argion dat zij inderdaad ook een compacte Toshiba
warmtepomp boiler systeem kunnen leveren en dat die daar past. Op 11 september 2013 meldt
Argion nog op gegevens van Toshiba over de warm tapwater voorziening te wachten. De offerte
hiervoor komt daags er na binnen. De kosten zijn voor drie alternatieven uitgezocht:
A- RAV-SP1104AT-E inverter + 300 L boiler:
9230,00 ex btw
B- RAV-SP564ATP-E inverter + 300 L boiler:
7510,00 ex btw (550 C)
C- HWS-804H-E Estia + HWS-804XWHM3-E + 300 L boiler:
7100,00 ex btw (450 C)
Aansluiten van zonnecollectoren op de Toshiba apparatuur is echter niet in het ontwerp voorzien.
Elektrische geiser
Een Siemens DE18400 elektrische doorstroom verwarming met een capaciteit van 10 L/minuut is al
te koop voor circa 400 euro. Het elektrisch rendement is 98% en er gaat dus weinig energie verloren.
De verwarmingselementen in een elektrische geiser verbruiken tussen 10 en 25 kW, en vereisen 3
fasen stroom. Dit is meer elektrisch vermogen dan alle andere stroomverbruikers in huis 1938 bij
elkaar. Ee aa passi g i de ete kast is odig o ee zoge aa de p io iteitss hakeli g aa te
brengen, zodat andere stroomverbruikers automatisch afgeschakeld worden. De kosten hiervoor zijn
aanmerkelijk hoger dan die voor de elektrische geiser zelf. (arconell.nl)
Deze route is daarmee onwenselijk omdat het streven naar minder elektriciteit gebruiken er niet
mee gediend is. Ook is de duurzaamheid minder omdat de elektriciteit eerst in de centrale een
rendementsverlies bij omzetting door verbranden van gas of kolen heeft terwijl direct verwarmen
met gas dat verlies niet kent.
De elektrische geiser benadering maakt ook het eventueel loskoppelen van het 220 Volt net
moeilijker. Alleen een flinke accu-bank kan korte tijd een zo groot vermogen leveren. Met alleen PV
zonnepanelen en een omvormer is dit vermogen binnen huis 1938 niet realiseerbaar: er is te weinig
oppervlak beschikbaar voor panelen. Ook is in de winter douchen dan beperkt omdat opladen van de
135
accubank met de PV panelen veel langer duurt. Dit hoog e
lijkt dus voor huis 1938 niet geschikt.
oge d ie fase elekt is he concept
Elektrische zonneboiler
Twee zonnecollectors, grootte in totaal ruim 4 m2, op het dak van het zoldertje op de uitbouw
achter, samen met een eenvoudige elektrische boiler, verkleinen het energiegebruik voor warm
tapwater aanzienlijk: tot 50%. (elektrischeboiler.be) Een hoeveelheid van 150 tot 200 m3 aardgas per
huishouden per jaar wordt zo bespaard. (agentschap.nl/zonneboilers) Dat is aanzienlijk en het is dan
ook niet verwonderlijk dat wereldwijd de zonnecollector een groter aandeel heeft in
energiebesparing dan windenergie of PV zonnepanelen. (Hollandsolar.nl)
In de zomer levert de zon voldoende warmte, in de winter is de na-verwarming in staat om
bijvoorbeeld 100 liter in een boiler voorraadvat warm te houden. Het water in de zonnecollector
wordt met een pomp in circulatie gehouden. Met PV zonnepanelen is het voor pomp en naverwarmen benodigde stroomverbruik gemiddeld over het jaar te compenseren. Dit levert dan een
100% duurzaam systeem voor warm tapwater op.
Dit is de lijn die het European Technology Platform on Renewable Heating and Cooling (RHC) ook
heeft uitgezet in de visie geformuleerd in december 2012. (ESTTP, 2012)
Er is geen vergunning voor nodig en de kosten bedragen circa 2400,- euro incl BTW.
(agentschap.nl/duurzame energie in uw woning)
Een zonneboiler bespaart circa 285 m3 gas per jaar maar kost 210 kWh per jaar aan elektrische
stroom om de pomp en de naverwarming in de winter te laten werken. (milieucentraal.nl)
Elektrische boiler
Warm tapwater voor keuken, douche en wastafels is met een centrale elektrische boiler te maken.
Die zou prima op de plaats van de huidige CV combi ketel passen, de warm en koud water leidingen
liggen er al.
Een centraal systeem zou tot 150 liter warm tapwater per dag moeten kunnen leveren. Op het
zoldertje boven de CV zou bijvoorbeeld een horizontaal type 3000 Watt Inventum-Delta 150 3h
40081513 geschikt voor vloermontage passen. De prijs hiervan ligt rond 1900 Euro. (inventum.com)
Het centrale systeem kan echter veel goedkoper: de verticaal te plaatsen Ariston 150 liter boiler met
1800 Watt heater kost 375 euro. (elektrischeboiler.eu)
Het kan ook decentraal met verschillende kleinere elektrische boilers. Een decentraal systeem voor
huis 1938 zou kunnen bestaan uit een 10 liter keukenboiler, twee 5 liter wastafel boilers en twee
douche boilers. Een 10 liter keukenboiler is goed verkrijgbaar, er zijn vanaf circa 100 euro allerlei
modellen verkrijgbaar. Een voorbeeld is de 10 liter Plieger Heatboy van 2000 Watt die in een
keukenkastje past. Ze worden ook – nog kleiner – als rechthoekig blok geleverd en passen dan achter
de plint onder het keukenblok. Voorbeeld: de Nibette 5 keukenboiler. (nibenl.eu) Opmerkelijk
genoeg zijn 5 liter elektrische boiler types duurder dan 10 liter types. Voor bij een wastafel zou dat
eerder genoemde 10 liter model dus wat de kosten betreft geschikter zijn.
Voor het douchen is een grotere capaciteit nodig. Als er twee personen kort na elkaar douchen is er
tussen 50 en 100 liter warm water nodig. Dat brengt dit onderdeel van een decentraal systeem met
een prijs van circa 430 euro voor bijvoorbeeld de Ariston Velis 100 liter dicht bij de capaciteit van het
totale centrale systeem. (elektrischeboiler.eu)
De afweging is hier door meteen eenvoudig. De aanschafkosten van een decentraal systeem lopen al
snel hoger op dan die van een centraal systeem. Het warm water leidingwerk is in huis 1938 al vanaf
136
de CV ketel aanwezig. Een eenvoudige centraal opgestelde elektrische boiler in de buurt van de
huidige CV ketel is voor rond 500 euro goed realiseerbaar. Een extra groep in de meterkast maakt
het geheel compleet.
Propaangeiser
In plaats van aardgas kan ook met ander gas water worden verwarmd. Er zijn propaan geisers in
diverse groottes in de handel verkrijgbaar. Ze zijn populair in Zuid Europa. Bij een capaciteit rond 10
liter per minuut, ruim voldoende om te douchen, is een geschikt type de Cointra Optima COB-10 die
water van 65 graden Celsius maakt en geen waakvlam maar een elektronische ontsteking heeft. Met
een werkdruk van 30 mbar en een prijs van 279,- euro is dit veruit de goedkoopste mogelijkheid.
(gaswinkel.com)
Deze prijs veronderstelt wel dat er ter plaatse al propaan via een ½ inch aansluiting wordt
aangeboden en dat er een 110 mm rookgasafvoer naar buiten is. De waterdruk moet minimaal 0,5
bar en mag maximaal 10 bar zijn. Dit wil zeggen dat er aan het waterleidingnet kan worden
aangekoppeld.
Hoge druk kokend water boiler
In een vergelijking van warm tapwater systemen komt de hoge druk kokend water kraan boiler als
winnaar uit de bus. De vergelijking was met een met de CV geïntegreerde warmwater voorziening,
een fluitketel op gas, een elektrische waterkoker, een magnetron, een elektrische boiler en een
elektrische kookplaat. Die zijn allemaal minder duurzaam. Hoewel dit s stee
eestal als keuke appa atuu i ge uik is, zijn er in de UK en Ierland er ook direct verhit water toepassingen zoals een
Ele t i sho e . (Holsteijn et al, 2010)
Een kokend waterkraan bespaart water, immers het leidingverlies wordt nul, en energie door minder
standby verbruik. Ook vermindert het concept de verspilling van warm tapwater. (Welchem,2014)
Een kokend water kraan met een klein energiezuinig hoge druk boiler vaatje er aan is er voor 900 tot
1500 Euro. De duurdere typen mengen ook leidingwater bij tot tapwater van 600 Celsius. De Quooker
- Combi heeft een A+ energielabel en is de zuinigste van alle alternatieven. (Quooker.nl)
(ecohotwater.org) Er is daarmee dus toch een aantrekkelijk alternatief voor de keukengeiser in huis
1938 op de markt. Voor 1365,- Euro is een Quooker combi te koop waarmee de warm water
keukenkraan niet alleen te vervangen is maar ook een beperkte hoeveelheid direct kokend water kan
geven, een nieuwe functie dus.
In huis 1938 zijn nog twee douches en twee wastafels waar warm tapwater uit de kraan komt. Ook
dit warme water wordt door de HR Combi ketel geleverd. Rest de vraag wat te doen met de warm
water vraag bij de douches en wastafels.
Elektrische douche
Voor douches zijn er ook elektrische produkten op de markt. Het o ept a de Ele t i sho e
kent vers hille de a ia te . Als e oldoe de ate d uk is ka ee old ai s t pe o de
gebruikt. Elektrische douches in de UK en Ierland bestaan uit een verwarmingskastje waar koud
water in stroomt en verwarmd water uit stroomt. Ze zijn er in verschillende vermogens, vanaf 7.5 kW
tot 10.8 kW en in verschillende prijzen, tussen 100 en 400 GBP (ca 300-600 Euro).
(Mirashowers.co.uk) (diy.com) Op 7 februari gaat de vraag of dit in Nederland te koop is naar
sanitairwinkel.nl, omdat zij het merk Mira ook verkopen. Het antwoord komt diezelfde avond, kort
samengevat : nee .
137
Het bedrijf TecTake/Rainbow e gt ee elekt is h geise tje t pe E e gia op de a kt a kW
voor 220 Volt toepassing. Voor 95,50 Euro is het direct leverbaar. (tectake.nl)
Er bestaan ook elektrische douchekoppen met daarin een verwarmingselement, in Zuid Amerika en
in het Verre Oosten zijn ze zeer gangbaar. Vermogens van 2.5 tot 5.5 kW zijn gebruikelijk. Ze
schakelen automatisch aan als het water er door stroomt. Het gevaar van elektrocutie is hier
dichterbij dan bij de Britse uitvoering met een apart kastje en een warmwaterslang naar de
douchekop. Op het internet zijn allerlei -backpackers - verhalen over elektrische schokken in douches
met dit type douche koppen in verre landen te vinden. In oktober 2014 is er zelfs een TV reclamespot
van verzekeraar Zilveren Kruis te zien waarin dit verhaal wordt opgedist.
Omdat het hier 220 Volt systemen betreft lijkt dit concept nader onderzoek waard. Hoog rendement
doorstroom toestellen maken met 7 kW een hoeveelheid van circa 2 liter water van 650 Celsius per
minuut. (deds.nl)
Een experiment met een litermaat en een stopwatch levert hier wat bruikbare feiten op. Die feiten
verschaffen inzicht in de hoeveelheid warm tapwater die uit de water besparende douchekop in de
douche boven in huis 1938 stroomt. De kop kent drie uitstroom snelheid standen: zacht, middel en
hard. Die levert op de hardste stand -na een tijdje de leiding opwarmen- vanuit de CV Combi ketel
ongeveer 6 liter per minuut. De hoeveelheid water die uit de douche stroomt blijft ongeveer gelijk
ongeacht de ingestelde temperatuur. De lange leiding bepaalt de stromingsweerstand. Om veilig en
comfortabel te kunnen douchen moet het hete water van 650 Celsius nog met koud leidingwater van
100 Celsius gemengd worden tot een comfortabele temperatuur, iets onder de 400 Celsius. Enig
rekenwerk leert dat daarvoor in verhouding 5 liter koud water nodig zou zijn. Dat betekent dat de
huis 1938 douche, binnen die 6 liter per minuut teruggerekend, netto 3,3 liter heet water per minuut
moet produceren en daar 2,7 liter koud moet bijmengen. Opgeschaald vanuit de 7 kW voor 2 liter
wordt het voor tapwater benodigde douche water geschatte verwarmingsvermogen dan ongeveer
11.5 kW.
Ook calorimetrisch is hier aan te rekenen. Een doorstroomverwarming gaat uit van koud water en
verwarmt dat tot de gebruikstemperatuur. Als er in 60 seconden tijd 6 liter water van 10 Celsius naar
40 Celsius opwarmt kost dat, bij 100% rendement, een vermogen van :
P = dQ/dt = L.B.H. Rho . Cp . ΔT / dt = 6 [kg] . 4200 [J/kg.K] . 30 [K] / 60 [sec] = 12600 [Watt]
Een elektrische douche heeft zo berekend dus ongeveer 12.5 kW capaciteit nodig.
Dit experiment en deze berekening laten zien dat er – bij behoud van comfort – voor een elektrische
douche, uitgaande van koud leidingwater, ongeveer 11 kW beschikbaar elektrisch vermogen nodig is.
Er zijn verschillende typen van 10.8 kW met KIWA keur verkrijgbaar bij Mira Showers voor een
bedrag tussen 200 en 230 GBP, o de a de e de Mi a Go
. kW) cold mains .
(Mirashowers.co.uk)
Wastafels
Warm en koud stromend water in de twee wastafels boven en beneden is een stukje comfort dat in
huis 1938 behouden moet blijven. Na de keuken en de douches zijn dit de twee laatste warm water
tappunten waarvoor een oplossing nodig is.
Het Te Take/‘ai o elekt is h geise tje t pe E e gia is voor 95,50 Euro direct leverbaar.
(tectake.nl) Met een 2 liter per minuut capaciteit is dit ruim voldoende voor een wastafel. De Mira
138
Go douches zouden via een aftakking in de slang ook het warme water voor de wastafels kunnen
leveren maar dat is wat minder energiezuinig.
Analyse van de warm tapwater alternatieven
De grote verscheidenheid aan producten betekent dat er op propaan en op elektriciteit werkende, en
min of meer zuinige en duurzame, alternatieven voor de warm tapwater voorziening via de CV
combiketel beschikbaar zijn, tegen prijzen variërend van 300 tot meer dan 10.000 euro. Bij de
analyse is het handig om een onderscheid tussen centrale en decentrale systemen te maken.
-Centraal systeem
Het eenvoudigst is de warm tapwater voorziening vanuit de CV vervangen door een centrale
elektrische boiler, een gasgeiser of, iets gecompliceerder, door een propaangeiser. De bestaande
warmwaterleidingen blijven gehandhaafd.
Een 150 liter elektrische boiler lijkt als centraal systeem voor warm tapwater technisch en financieel
het aantrekkelijkst. Die is standaard beveiligd tegen legionella. De duurzaamheid van het warme
tapwater wordt alleen verbeterd als er meer PV zonnepanelen op het dak komen om zo het
toegenomen elektra jaarverbruik te compenseren. Een geschikte elektrische boiler kost minder dan
500 euro, bijvoorbeeld de Lemet Greenline 150 L. (elektrischeboiler.eu) Een extra groep in de
meterkast (circa 300 euro) is wel nodig. Nadeel is het elektriciteitsgebruik dat tot circa 1000 kWh per
jaar kan oplopen. Een beter geïsoleerde boiler vraagt minder stroom, dat wel. In combinatie met
zonnecollectors is s zo e s eel e e gie te besparen. Bij de aanschaf van een elektrische boiler is
het dus zaak op te letten dat later alsnog zonnecollectors aangesloten kunnen worden.
De combinatie van zonnecollector, warmtepomp, elektrische naverwarming en een 150 liter
boilervat zou voor huis 1938 zelfs een nog iets meer duurzame centrale oplossing opleveren. Een
warmtepomp boiler is in elk geval duurzamer dan een elektrische boiler. De warmteverliezen
beperken en warmte van zonnecollector panelen benutten vermindert de behoefte aan energie nog
verder. Stroom van zonnepanelen daarvoor inzetten maakt het geheel uiteindelijk duurzaam. De
kosten voor een zonne collector/warmtepomp boiler combinatie zullen naar schatting 10.000,- Euro
totaal bedragen. Een geschikte combinatie is echter nog niet in het aanbod op de markt gevonden.
Ee uit eid a e oile is om die reden hier wel te verkiezen boven een niet uitbreidbaar type.
-Decentraal systeem
De goedkope hoog vermogen doorstroomverwarming (elektrische geiser) stelt hogere technische
eisen aan de aansluiting in de meterkast. Er zijn wel enkele praktische voordelen ten opzichte van
een elektrische boiler zoals minder energiegebruik en veel minder ruimtebeslag. Dit principe biedt
verder ook een decentrale oplossing voor warm tapwater.
Met doorstroom verwarming per tapkraan is die oplossing met 220 Volt decentraal en via op diverse
plekken direct verwarmen van het water, technisch goed te bereiken. Opslag in tanks is dan niet
nodig, lange warmwaterleidingen zijn dat ook niet. Er is een groot product aanbod internationaal en
een beperkt aanbod in Nederland.
Voor de warme keukenkraan is er de in Nederland verkrijgbare Quooker Combi oplossing a 1365,Euro. Een hoge druk boilervaatje van een paar liter zorgt voor de normale warm tapwater behoefte
in een keuken. Er is in Nederland ook een klein elektrisch geisertje type Energia voor 95 Euro te koop.
Als er bij elke wastafel een exemplaar geplaatst wordt is de decentrale oplossing haalbaar. Mira Go
elektrische douches zijn voor circa 400 Euro per stuk te koop in Groot Brittannië. In totaal zal de
139
elektrische decentrale warm tapwater voorziening zo ongeveer 2365,- euro gaan kosten, nog zonder
de onkosten voor de nodige extra maatregelen voor aanpassen van de leidingen en diverse extra
groepen en zekeringen in de meterkast.
Douche wtw
Warmte terugwinning uit douchewater ko t eg dou he t is van belang omdat het grootste
deel van het warme tapwater in de douche wordt gebruikt. (Witkamp et al, 2011 p44) Met een
warmtewisselaar in de afvoer is het koude water naar de douche voor te verwarmen en zo is minder
warm water nodig om de gewenste douche temperatuur te bereiken. De nog overgebleven warmte
zou alsnog een bijdrage aan de binnentemperatuur kunnen leveren via de restwarmte afgifte van
een als een soort radiator vormgegeven vuilwatertank aan de lucht in de wc beneden.
Er zijn verschillende technische uitvoeringen van een douche warmteterugwinning (wtw). Er zijn
dubbelwandige verticale afvoer buizen, er zijn ee platte dou he ak o de steek platen of bakken
met een spiraal koperbuis en er is een warmtewisselaar kubus speciaal ontworpen voor een
gootafvoer. (ikknapmijnhuisop.nl)
De douche afvoer in huis 1938 op 1 oktober 2012 is een vrijwel horizontale pvc 40 mm buis van ruim
een meter lengte naar een valpijp buiten die ook als hwa in gebruik is. De houten verdiepingvloer in
huis 1938 vergt een lage inbouwhoogte van de afvoer onder de douchebak, die anders te hoog komt
om er comfortabel in te kunnen stappen.
Het hoogste rendement is met een 2 meter lange verticale wtw buis te bereiken. Dat betekent dat
daar in de woonkamer een extra koof op een onhandige plaats omheen nodig zou zijn en, nog
belangrijker, de toestroom naar het eco-toilet op zwaartekracht wordt onmogelijk. De hoogte voor
een gootafvoer met wtw is te groot en dus zal het aanbrengen van een douche wtw onder de douche
bak moeten gebeuren. Dit betekent het verwijderen van de douchebak en het in de ondersteuning
en isolatie plaats maken voor de schijfvormige wtw en die aan afvoer en koud water leiding
verbinden. De koud water leiding loopt via een koof langs de vloer naar onder de douchebak en gaat
daar verticaal omhoog de muur in naar de mengkraan. Omdat niet zeker is of de hoogte bij
terugplaatsing gelijk kan blijven moeten de glazen douche deuren wellicht ook omhoog. De afvoer
loopt achter het toilet naar buiten. De verandering die nodig is om de stroom naar het eco-toilet te
leiden kan buiten gebeuren. Om de wtw voor schoonmaak, onderhoud of reparatie te kunnen
bereiken is een toegangsluikje onder in de rand om de douchebak nodig.
Tenslotte is het plaatsen van een thermostatische mengkraan aan te raden om niet opeens de warm
water toestroom bij te moeten regelen. Er is hier een onderkend risico op pijnlijke verbranding.
(clubgreen.nl) (MilieuCentraal .nl)
Vervolgens is de keuze van het juiste type horizontale wtw aan de orde. De afvoer zit dicht bij een
hoek van de vierkante douchebak met één afgeronde punt. Een schijfvormige wtw met de ingang in
het midden past dus niet. (sidenso.nl) Een speciale wtw-douchebak is kennelijk nodig. Is het dan
inderdaad zo dat de wtw een kleine verbouwing vergt? Heeft het systeem met 2 minuten
opwarmtijd wel zin bij een twee persoonshuishouden waarin kort douchen gebruikelijk is?
(MilieuCentraal .nl)
Gezien de praktische onmogelijkheid voor de plaatsing van een veilig en effectief te gebruiken
douche wtw en gezien de relatief kleine te behalen winst werd hier voor huis 1938 van afgezien.
Hergebruik van douchewater door het in een grijs water tank binnen op te slaan voor doorspoelen
van de wc in het eco-toilet concept brengt -in theorie, misschien- een afgezwakte vorm van een
douche wtw terug binnen bereik.
140
Afweging
Met de bovenstaande analyse is de aag Hoe ka ee a tap ate oo zie i g, duu zaa e
zo de aa dgas, e uit zie ? nu te beantwoorden:
Een centraal opgestelde warmtepomp boiler, die later eventueel nog met
zonnecollectorpanelen uit te breiden is, levert de eenvoudigste, duurzaamste en
goedkoopste oplossing voor warm tapwater op.
Door het plaatsen van extra PV zonnepanelen is het toegenomen elektriciteitsgebruik
gemiddeld over het jaar te compenseren. Naar schatting 552 m3 gas per jaar wordt bespaard.
Daarmee is een belangrijk deel van de barrière, om het aardgas af te kunnen sluiten, te slechten: als
verwarming en warm tapwater geheel overgezet zijn op andere hulpbronnen, dan rest alleen het op
een andere manier koken nog voordat uiteindelijk het aardgasnet kan worden afgekoppeld. Over
duurzaam koken zonder aardgas gaat het volgende hoofdstuk.
(5.4)Duurzamer koken
Het bestaande fornuis, een voorganger van de Etna – 1684 VRVS, heeft een viertal gaspitten
waarvan de kleinste het niet meer doet. Ook de digitale timer heeft het begeven. Er zit een
elektrische hete lucht oven in die is voorzien van een bijna nooit gebruikte braadspit draaimotor en
een elektrische gloeispiraal als grill. In het verbruiksmodel staat het fornuis genoteerd voor 187
kWh/jaar elektriciteit. Erg veel voor een fornuis waarmee dagelijks op gas wordt gekookt en slechts
zo af en toe iets in de elektrische oven gaat.
De keuze voor een zuiniger alternatief voor het huidige fornuis op aardgas is niet eenvoudig, immers
ook minder aardgas raakt misschien ooit op en heeft dan een onzekere toekomst. Moet er toch op
gas gekookt maar dan met ander gas, bijvoorbeeld g oe gas , methaan uit een vergister, waterstof,
propaan, LPG of butaan ? Gaat de gasvoorziening over 10 jaar toch gewoon door via pijpleidingen uit
Rusland? Gaat Nederland het gasnet beleveren na invoer per schip van vloeibaar aardgas (LNG,
Liquified Natural Gas) vanuit de GATE terminal in de Botlek? (GATE.nl) De overheid lijkt toekomstige
beschikbaarheid van gas als een impliciet uitgangspunt te hanteren. Wel is de bekende Nederlandse
Gas oto de st ategie ee aa ijzi g dat e og el la ge e tijd gas uit de bestaande infrastructuur
zal blijven komen. De bijdrage van gas uit Nederlandse bodem komt vanaf 2019 in de knel volgens
overheidsinstelling Energie Beheer Nederland (EBN). Russisch gas en vloeibaar LNG zijn minder
duurzaam vanwege het extra CO2 emissie aandeel voor het transport. Investeren in winning uit kleine
Nederlandse gasvelden is nodig om zeker te stellen dat Nederland zelfvoorzienend kan blijven tot
circa 2030. (EBN, 2014) Dat dit moeilijk zal worden blijkt uit de uitspraak van de Raad van State op
18 november 2015 die inhoudt dat er niet naar 33 miljard maar naar 27 miljard m3 gas per jaar
teruggeschroefd moet worden in Groningen. (Raad van State, 2015)
Nieuwe ontdekkingen van schaliegas in Noord Amerika en Europa leidt mogelijk tot nieuwe
strategieën. In mei 2014 is vanwege de slechte winbaarheid een groot deel van de Amerikaanse olie
en gasreserve in het schaliegebied rond Monterey Califo ië afges h e e . Het i e ia f a ki g
in aardbevingsgevoelig gebied is geen goed idee volgens de Energy Information Administration (EIA).
(EIA, 2014)
De TU-Delft onderzoekt het inzetten van surplus elektrische zonne- en wind energie voor het maken
van waterstof en methaan. Dat is op te slaan in – bijvoorbeeld – nu lege putten het Groninger
141
gasveld. Zonnecellen die direct waterstof produceren zijn al in de laboratoriumfase. Als na de
elektrolyse van water H2O in H2 en O2 ook CO2 gas mee verwerkt wordt ontstaat methaan dat weer
geschikt is als brandstof. (Wassink, 2014)
Overgangsfase
De verschillende ingrepen bij de oude verwarming en warm tapwater installatie op aardgas, hun
kosten, de benodigde tijdsduur en hun volgorde levert nog een complicatie op. Door de keuze voor
scheiding van functies komt de warm tapwater voorziening in het gedrang. Als overgangssituatie zou
bij de verwarming met een warmtepompsysteem, koken op het bestaande fornuis op aardgas tijdelijk- nog steeds praktisch zijn.
Vuur, kolen en barbecue
Koken is in beweging. Het is modegevoelig. De barbecue wint terrein. Steeds indrukwekkender
apparaten waarmee complete maaltijden buiten kunnen worden klaargemaakt komen op de markt.
(Cobb-barbecue.com) De uite keuke is ee ste k opko e d e s hij sel i de a hte tui e a
Nederland. (barbequeshop.nl)
Februari 2014 Een eigen bouw buitenkeuken keuken - à la mode - rond een Cobb BBQ
Zelfs op een houtvuurtje koken lijkt aan een come-back bezig. Waar in ontwikkelingslanden dagelijks
te veel hout wordt gekapt en de gezondheid door de rook van houtvuur in huis ernstig geschaad
wordt, claimt de leverancier in Nederland dat met de Coox Clean Cook Stove meer dan de helft
minder hout nodig is en dat de rookontwikkeling veel minder dan gebruikelijk is. Door de biomassa
te vergassen en dat gas na te verbranden wordt het houtvuurtje zo een stuk schoner. In Nederland
ontstaat een nieuw alternatief voor de barbecue en camping gasstellen. (cleancookstoves.nl)
De moderne tijd heeft producent African Clean Energy (ACE) in Lesotho er toe gebracht om een
soortgelijk product ACE-1 met aansluiting voor een zonnepaneeltje, een oplader voor de mobiele
telefoon en een LED lamp te ontwikkelen. (africancleanenergy.com)
Kookmachines
Koken in de keuken wordt steeds meer met elektronica omringd. Na de heteluchtoven en de
magnetron heeft een nieuwe generatie intelligente apparaten zijn intrede gedaan. Producten als een
broodbakoventje, een koffiemachine die van koffiebonen uitgaat en diverse koffievariaties kan
142
produceren e e e t ee
ulti ooke , lopen -net als een wasautomaat- een programma van
handelingen af. Op deze manier een warme maaltijd maken is een nieuwe trend die begonnen is
met elektrische broodoventjes en rijstkokers in het Verre Oosten. Na apparaten die een enkel
gerecht konden maken zijn er nu die meer verschillende gerechten kunnen maken. Gedurende
bijvoorbeeld 20 minuten gebruikt de multicooker een maximaal vermogen van ongeveer 1000 Watt
voor een warme maaltijd met bijvoorbeeld vis, broccoli en rijst. Er zit een timer in en een
microprocessor die de besturing regelt. In de keuken dient het apparaat als pan en op tafel in de
kamer dient het om het eten op te dienen en warm te houden. In Nederland is de introductie in
2014 gepland. (Philips.be)
Zonnewarmte
Koken kan - in principe, onder ideale omstandigheden – wel degelijk 100% duurzaam. Zonlicht
concentreren op een pan met eten is een veel beproefde techniek. Er zijn kookkisten die simpelweg
in de zon gezet kunnen worden. Een geïsoleerde doos met drie lagen glas voldoet al.
(Solarcooking.com) In zonovergoten landen is dit natuurlijk prachtig. Bij het Nederlandse bewolkte,
regenachtige of koude weer lukt het al gauw niet meer. Voor koken is verder ook meer nodig dan
warmte: een keuken waarin verschillende voorzieningen dicht bij elkaar beschikbaar zijn. Behalve
een kookplek is er in een Westerse keuken: een aanrecht, warm en koud stromend water, een
koelkast, een afval verzamelpunt en stroom om elektrische apparaten te kunnen laten werken.
Ideaal zou zijn dat daar het warme water van een zonnecollector komt, dat het kookgas van een
kleine bio-gas installatie in de achtertuin komt en dat de stroom voor de apparatuur van een PV
zonnepaneel komt. De koelkast loopt ofwel op het bio-gas dat uit tuinafval gewonnen wordt, of op
zonnestroom en s a hts op ee accubatterij. Dat gaswinningsproces levert dan meteen ook mest
voor de tuin op. In Zuid-Portugal werkt het als je er genoeg tijd en moeite in stopt. (Cieremans, 2013)
Solar cooking wordt niet alleen daar maar op allerlei plaatsen in de wereld gedaan met behulp van
reflectoren die zonlicht concentreren. Het kan met een grote variatie aan vormen. Een glazen
ovenschaal en wat aluminium folie geplakt op karton is al voldoende. (Solarcookers.org) In de zomer
kan dit een duurzaam alternatief zijn voor een barbecue op houtskool.
Bio-gas
Biomassa vergisten om zo zelf energie uit methaangas op te wekken blijkt, op de schaal van een
enkel huishouden, technisch mogelijk te zijn. Een bio-gas installatie op de schaal van een enkel
huishouden is eind 2012 niet in Nederland te koop. Wel bijvoorbeeld in China en India waar onder
a de e ee
oof-top iogas pla t op de a kt is oo toepassi g op het platte dak a
woonhuizen. (Gaurishankaar, 2013) Het ontwerpen van een installatie kan op verschillende manieren
maar is hoe dan ook eenvoudig. Het zelf bouwen is goed mogelijk. (shaunsbackyard.com) Wel zijn er
oo de eiligheid isi o s o eke i g ee te houde : o i g a dodelijk H2S gas en explosie
gevaar bij onbedoeld vermengen van methaangas met lucht. In de winter moet het proces bovendien
warm gehouden worden.
De vraag is ook of de 6 m3 bio afval per jaar bij huis 1938 wel genoeg kookgas kan opleveren.
Deze hoeveelheid kan vergeleken worden met in Azië in gebruik zijnde methaan vergiste. De mest
van twee koeien en vier varkens, rond 20 kilogram per dag, in een ton verzameld, levert genoeg biogas om een maaltijd te koke e s a o ds ee gasla p te late
a de . Een gasmotor met een
dynamo maakt het gebruik van elektrische apparaten ook mogelijk. Het overblijvende digestaat is
dan als mest over het land uit te strooien. Dit concept past goed bij kleine boerenbedrijfjes die een
143
enkel gezin van levensonderhoud voorzien. De Nederlandse ontwikkelingsorganisatie SNV heeft een
zeer succesvol Biogas Support Programme uitgevoerd in Nepal waar al 50.000 van deze kleine bio-gas
installaties in bedrijf zijn. (Ghimire et al, 2001)
In Nederland is het bedrijf SimGas actief op dit gebied. Opvallend is dat dit bedrijf zich geheel op de
Oost-Afrikaanse markt richt. (Simgas.nl; Simgas.com) Kleine bio-gas installaties passen commercieel
en technisch blijkbaar iet ij stadse huishoude s i het Weste .
In België wordt het wel als haalbare methaangasbron gepresenteerd voor het koken. De adviezen
leiden wel tot installaties voor tenminste 3 of beter nog 30 huishoudens. (eco-housing.be)
Voor huis 1938 is bio-gas niet realistisch omdat de uit de GFT container beschikbare mix van bio-afval
niet, of niet zonder meer, geschikt is voor vergisting. Ook is er bij lange na niet voldoende tuin
oppervlak is om het digestaat te verwerken.
Waterstof
Waterstofgas maken via elektrolyse met zonnestroom is in principe een mogelijkheid. De technologie
lijkt echter nog niet rijp voor de particuliere markt. Waterstofgas heeft een groot volume per
kilogram en is bovendien explosiegevaarlijk. Opslag in de tuin in een atmosferische druk tank is
onpraktisch. Een groep Londense studenten onderzoekt hoe het wel kan en beschrijft het ontwerp
van een woning met een waterstofsysteem waar ook de auto op rijdt. (Tamburic et al, 2011) Voor
huis 1938 is dit voorlopig nog toekomstmuziek en daarom niet verder onderzocht.
Propaangas
Blijft over het koken op gas uit een gasfles. Butaan of propaan, slang of koperen leiding, kranen,
aansluitpunten, nis of kast, wat is hier het beste ontwerp ?
Het binnen in een woning opstellen van een gastank is -ongeacht het soort gas- minder aantrekkelijk
en boven een bepaalde grens zelfs verboden in verband met de veiligheid. Een leiding naar een
aansluitpunt, nis of kast buiten is dus nodig. De beste plaats daarvoor bij huis 1938 is onder het wc
raampje bij de achterdeur. Een koperen leiding naar binnen is noodzakelijk omdat toegestane
slanglengtes beperkt zijn. Een aansluitpunt in de open lucht is technisch goed mogelijk. De tanks
blijven zo zichtbaar en zijn aan weer en wind blootgesteld. In Japan is dit heel gebruikelijk. Via
Gasflessen en oliestook voorzieningen staan in Sapporo, Japan
in de wijk Shinkotoni gewoon aan de straat. (Bron: Google street view)
144
Google-Maps en Street View een kijkje nemen in de wijk Shinkotoni in Sapporo maakt dat duidelijk.
Zo ongeveer elk huis heeft er twee gastanks aan de voorzijde tegen het huis staan. Ook staat er een
grote olietank op poten. Hier zijn oliestook en koken op gas in zwang. Esthetisch is dit alles echter
minder aantrekkelijk.
De keuze voor een nis of kast die de tanks aan het oog onttrekt is vooral een kwestie van ruimte
beslag. Een in de muur gewerkte nis met een deurtje is dus handiger omdat er bij de achterdeur toch
al weinig ruimte is. Verder is de druk in gasflessen afhankelijk van de temperatuur. In een kast
schommelt de temperatuur aanmerkelijk minder dan onbeschermd in de buitenlucht en daarmee
blijft dus ook de gasdruk beter constant. Een drukregelaar doet de rest.
De keuze tussen butaan of propaan is een ander verhaal. Butaan wordt nog maar weinig gebruikt
zodat propaan om praktische redenen de voorkeur heeft. Kookplaten waarmee zowel butaan als
propaan (broyeurexpert.nl) (gaswinkel.com) of alleen propaan of LPG (dewitschijndel.nl) kunnen
worden gebruikt werken bij een regelaar druk van 30 mbar. (Een kookplaat voor aardgas werkt bij
een hogere druk van 50 mbar.) Een 4 pits kookplaat is verkrijgbaar op de markt vanaf 100 euro. In
een thermisch beveiligde uitvoering wordt dat circa 200 euro. Met deze thermo-elektrische
e eiligi g is zo kookplaat ete da het oude aa dgasfo uis a t gee la
eteke t da
meteen ook geen gastoevoer meer. Gasflessen, navulservice, slang, bevestigingsklemmen en
drukregelaar zijn goed verkrijgbaar in de regio. Slangen goedgekeurd volgens NEN 5654 moeten
regelmatig vervangen worden. Aanbeveling is om dit elke 2 jaar te doen hoewel voor oranje propaan
slang ook wel 3 a 4 jaar wordt genoemd. Een advies om deze slangen tot 1 meter lengte te beperken
is aanleiding voor het toch gebruiken van een stuk koperen leiding onder de grond. Aan beide
uiteinden komt dan een kort stuk oranje slang naar de gasfles respectievelijk de kookplaat.
(Gasflessen.nu)
Gasflessen zijn er in soorten en maten. Een handzaam formaat is de 10.5 kg gasfles van Primagaz.
Met 560 mm hoogte en 304 mm diameter kan de kast bescheiden van formaat blijven. (Primagaz.nl)
Maar is dit groot genoeg? De Belgische website van Primagaz stelt voor thuis koken de primablue-46
liter fles voor die 1230 mm hoog en 400 mm in diameter is. Dit is gebaseerd op een gemiddeld
gezinsverbruik van 100 liter propaan per jaar voor alleen koken, zodat een opstelling van 2 van
dergelijke flessen met een slim koppelstuk dat tussentijds omschakelt, voldoende voor een jaar is.
(Primagaz.be) Veilig omgaan met gasflessen betekent dat ze afgeschermd van zonlicht, droog,
geventileerd en recht op, buiten bereik van kinderen moeten staan. Ze kunnen koud worden en er
kan ijsvorming ontstaan waar je niet met blote handen aan moet komen.
Een afscherming is dus ook om die reden nodig. Er zijn nog meer zaken waarmee rekening gehouden
moet worden. Tanks bij particulieren kunnen met een automatische melder dat ze leeg zijn worden
geïnstalleerd. (Benegas.com) Het bewaren van meer dan 110 liter gasflessen in huis is verboden.
(NVBR, 2013) Een lekkende propaangasfles in een kelder of put zal, doordat propaan zwaarder dan
lucht is, door ophoping leiden tot een explosieve atmosfeer in de laagste delen. Dat is dus zeer
onveilig.
Drukregelaars moeten elke 5 jaar en oranje slangen elke 2 jaar worden vervangen als ze permanent
onder druk staan. Een slang in een woonhuis mag niet langer dan 2 meter zijn. (shell.nl) Opslag
voorschriften zijn te vinden in PGS-15, ze gelden voor hoeveelheden boven 115 liter gas in flessen.
Speciale stalen kasten worden echter ook voor opslag tot 100 liter aangeboden voor 2 flessen met
250 mm diameter. (Asecos.com) Alles bij elkaar genomen is er dus een kast met een afsluitbare maar
ventilerende deur buiten bij de
odig, ee hoofdk aa , keuzek a e , d uk egelaa s, ee aste
kope e of etaal/ku ststof fle gasleidi g aa ee p opaa kookplaat op de plek a het oude
145
gasfornuis en oranje slangen met koppel stukken en slangenklemmen. Een gaskraan in de keuken
aan het eind van de vaste leiding maakt het veiliger bij langere tijd niet koken of afwezigheid van de
bewoners.
Ontwerp voor een kookplaat op propaangas.
Bij een keuze voor de Primablue-46 flessen van Primagaz ontstaat er een lage kast waarboven nog
ruimte voor het eco-toilet met een vuilwatertank overblijft.
De route van de vaste gasleiding kan ondergronds via een doorvoer maar ook bovengronds worden
gekozen om onafhankelijk van de vloer constructie te blijven. Het meest praktisch is een doorvoer in
de vloer aanbrengen als daar gelegenheid voor is. Het project van de isolatie van de kruipruimte
biedt die mogelijkheid. Op 20 juli 2014 is een doorvoer voor een eventuele propaangasleiding
aangebracht van de buitenmuur bij de achterdeur naar midden achter het keukenblok. Deze
doorvoer loopt door het beton van de constructievloer. Ook is een doorvoerleiding tussen de
meterkast en het keukenblok gemaakt om in de toekomst kabels door te kunnen trekken.
Het is zeer de vraag of het aanleggen van die propaanleiding ooit zal gebeuren. Er is namelijk een
eenvoudiger en duurzamer alternatief : de elektrische kookplaat in combinatie met een extra
zonnepaneel. Geen CO2 in de atmosfeer en geen waterdamp in huis !
146
Elektrisch koken
Koken op elektriciteit is ruim twee maal zo duur als koken op gas. Koken op elektriciteit is bovendien
belangrijk minder energiezuinig. Dat is ook logisch als men bedenkt dat elektriciteit eerst met de
nodige verliezen uit gas of steenkool moet worden gewonnen. Direct verhitten, door bijvoorbeeld
gas onder de pan te verbranden, vermijdt die verliezen.
Opwarmen kan wel relatief zuinig met de combinatie van elektrische hete lucht oven en magnetron.
Een keuze voor een gaskookplaat met directe verhitting en een combimagnetron lijkt zo dus de
aangewezen weg. Wel moet de stekker er uit als het apparaat niet gebruikt wordt om standby
verbruik te vermijden. (Milieucentraal.nl)
Toch is dit niet het hele verhaal. Elektrisch koken kan 100% duurzaam zijn als de stroom van een
duurzame bron zoals waterkracht, een getijden centrale of van windmolens af komt. Afgezien van
inzetten van grootschalige ad i ist atie e o e a duu za e elekt i iteit zoals g oe e st oo
of ia i ddele aa geko hte st oo uit i d ole parken, kan elektrisch koken ook op de schaal
van een enkel huishouden 100% duurzaam zijn. Immers, als de elektriciteit zelf opgewekt wordt op
een duurzame manier kan het. Voor huis 1938 zou een elektrische kookplaat in combinatie met PVzonnepanelen zo bezien een niet administratieve maar wel 100% duurzame oplossing vormen. Een
kookplaat en een combimagnetron zijn huishoudelijke apparaten die in maten en soorten te koop
zijn en die met een stekker in het stopcontact meteen werken. In huis 1938 is al een kleine
magnetron in gebruik die niet erg vaak nodig is. De aanschaf van een combimagnetron is daarmee
minder urgent maar het wegvallen van de - ook nu al elektrische - hete lucht oven in het Etna
gasfornuis zou verlies van comfort betekenen: de paella ovenschaal past niet in de bestaande
magnetron. Een diepvries pizza ook niet.
Inductie kookplaat
Elektrische kookplaten zijn er in maten en soorten. Ze hebben als gemeenschappelijke complicatie
dat er een aparte groep in de meterkast voor nodig is.
Er zijn al langer bestaande elektrische kookplaten met verwarmingsspiralen, er zijn inductie
kookplaten die met een magneetveld werken en er bestaan keramische kookplaten die in feite een
verbeterde versie van de elektrische kookplaten zijn. De pannen moeten geschikt zijn voor het
gekozen type kookplaat. De inductiekookplaat heeft een snellere opwarm- en afkoeltijd dan de
a de e t pe die t aag eage e op aa e uit zette a ee pit . Inductie kookplaten hebben dus
een duidelijk voordeel bij het gebruik.
Als voor een gemiddelde kookplaat van het inductie type wordt gekozen, bijvoorbeeld de Bosch inox
PIA611F18E, te koop voor 367,- Euro (Kieskeurig.nl) met 4600 Watt aansluitvermogen, betekent dat
een jaarverbruik van circa 2000 W x 0.5 uur x 7 dagen/week x 50 weken/jaar = 350 kWh/jaar. Dit
jaarverbruik is, samen met dat van een combimagnetron, met 1 of 2 extra PV-zonnepanelen goed te
compenseren. De afmetingen passen in de uitsparing in het aanrecht voor het oude gasfornuis.
Combimagnetron
Een 50 liter combimagnetron kan de oude hete lucht oven vervangen. Na wat zoekwerk blijkt een 50
liter Samsung Combi magnetron type MC457TDRCSR/EN voor 283 ,- Euro te koop te zijn.
(Bestekeus.nl) De afmetingen passen binnen de lege plek die het oude fornuis achter zal gaan laten.
Een losse kookplaat en een losse oven maken extra timmerwerk nodig om toch een fornuis-achtige
opstelling te krijgen. Dat is nodig omdat de ruimte in de keuken beperkt is. Zou een geheel elektrisch
fornuis hier beter zijn ?
147
Elektrisch fornuis
De combinatie van inductiekookplaat en elektrische hete lucht oven is te koop in de vorm van een all
ele tri fornuis. Interessant is verder dat de kostprijs van deze combinatie een stuk lager uitvalt dan
de som van de aparte onderdelen. Een typisch inductie fornuis meet 60x60x85 cm en kost 1000,euro. Geschikte kandidaat producten zijn bijvoorbeeld de BEKO CSM69300GX, de Smeg C6IMX8
(Keukenloods.nl) en de Siemens-hc748541 (Fornuisstore.nl).
Daarmee kan een elektrisch fornuis de plaats van het oude gasfornuis dus volwaardig en goedkoop
innemen. De keuze voor de inductie techniek betekent dat er geen noemenswaardig effect op het
wooncomfort te verwachten is. Een nieuwe groep in de meterkast en een extra kabel zijn wel nodig.
SAMSUNG Combi magnetron
MC457TDRCSR/EN
Inductiekookplaat Bosch
inox PIA611F18E
Elektrisch fornuis
SMEG C6IMX8
Afweging
Koken op vuur levert als nadeel het vrijkomen van CO2 op. Dat gebeurt niet alleen bij aardgas maar
ook ij g oe gas , io-gas en bij propaangas. Waterstofgas heeft dat nadeel niet maar dit gas is
nog niet gemakkelijk overal verkrijgbaar. Technisch gezien is koken op uit waterstofgas en CO2
gemaakt aardgas mogelijk. Een 5 jaar durend experiment met elektrolyse en methanisering met
behulp van te veel geproduceerde elektriciteit uit zonnepanelen gaat in Rozenburg van start in 2015.
(Eneco.com)
De route naar een elektrische kookmachine is niet aantrekkelijk omdat de bestaande grote variatie
aan gerechten daarin nog niet is onder te brengen, en zo het comfort in huis 1938 – net als de
gezondheid – in het geding zou komen. Koken op in collectors opgevangen zonnewarmte is geen
realistische oplossing in het Nederlandse klimaat.
Kortom :
Duurzaam koken zonder de veiligheid of het gebruiksgemak aan te tasten kan het
eenvoudigst worden bereikt door zelf opgewekte zonnestroom in te zetten en te koken op
een inductiekookplaat en - af en toe- in een elektrische hete lucht oven.
Bij deze oplossing is maximale duurzaamheid bereikt omdat geen CO2 meer vrij komt. In de
praktijk moet dit via het elektriciteits net omdat opslag van elektrische energie in huis 1938
nog ontbreekt.
Op deze manier kan, nadat de verwarming in het huis en de warm tapwater voorziening via
een warmtepomp gaan plaatsvinden, het afkoppelen van de aardgasleiding binnen bereik
komen.
148
Uitvoering
Tijdens de plaatsing van warmtepompen 2 en 3 in de loop van oktober 2015 is een extra 5 aderige
kabel getrokken door de PVC doorvoerpijp onder de geïsoleerde woonkamervloer. Op 18 november
2015 is die kabel aan een nieuwe dubbele kookgroep in de meterkast verbonden. Achter het
gasfornuis is een nieuw speciaal pe ile stopcontact geplaatst. Het aansluiten van de stekker aan
het fornuis is ook iets voor de vakman. (elektrohonk.com) Bij aflevering van een elektrische
kookplaat of fornuis wordt dat dus door een gecertificeerde elektromonteur gedaan.
Een kleine doe-het-zelf timmerklus blijft over: ondanks dat de meterkast een gedeeltelijk ander
interieur heeft gekregen om de extra kookgroep kwijt te kunnen, past de eerder gemaakte
omtimmering er gelukkig nog steeds omheen. Ja
e a de stoppe , die zij e alle . . .
18 nov 2015 Extra kookgroep in de meterkast
De keuze van 60x60cm inductie fornuizen is niet zo groot. Om esthetische en ergonomische redenen
valt de keuze op een retro-look roestvast stalen product van SMEG. De stap van koken op gas naar
inductiekoken lijkt er kleiner door: het heeft ook een klokje met programmaknopjes en ook een rijtje
knoppen voor de 4 pitten en de oven. Geen tip-toetsen tussen de hete pannen. De elektrische oven
biedt vrijwel dezelfde ruimte als die in het gasfornuis had. Kortom: geen verlies van comfort in huis
1938, ook bij het koken.
Op 9 december 2015 arriveert het gesele tee de “MEG C IMX all ele t i fo uis i de keuke .
De aansluiting van de perilex stekker wordt diezelfde middag nog door de gecertificeerde
elektromonteur van PTW verzorgd.
149
9 dec 2015 Het oude gasfornuis gaat weg
Het nieuwe all-electric fornuis staat op z plek
Pannen
Na 40 jaar koken op gas circuleren er allerlei pannen in huis 1938. Ze zijn van gietijzer, roest vast staal
e alu i iu ge aakt. “o
ige he e ee dikke ode , ze a e ooit als ook ges hikt oo
elekt is h koke geko ht. Voo i du tiekoke
oet dat k itis h op ieu
o de astgesteld.
Anders dan bij een gaspit en bij een keramische kookplaat komt op een inductie kookplaat de
warmte in de bodem van de pan vrij als die de energie uit het snel wisselende magnetisch veld van
het fornuis absorbeert via weerstand die de geïnduceerde wervelstromen ondervinden. De bodem
van de pan moet dus ferromagnetische eigenschappen hebben. Aluminium heeft die eigenschap
niet. Dunne geëmailleerde plaatstalen pannen zijn minder geschikt omdat hun bodems te weinig
warmte opwekken en die warmte niet goed verdelen over de pan. Er zijn drie-laags pannen op de
markt om dit te bereiken. Daarnaast is het nodig een goed vlakke bodem te hebben. Sommige
gietijzeren pannen hebben dat niet. Fabrikanten gebruiken een symbool om de geschiktheid van een
pan voor inductiekoken aan te geven. (inductiepannen.nl)
Helaas blijken verschillende oude pannen in huis 1938 niet geschikt voor inductie, die kunnen naar
de kringloopwinkel. Enkele nieuwe pannen verschijnen. Het oude gasfornuis gaat naar een nieuwe
gebruiker.
Resultaat
Na warmtepompen voor verwarming en warm tapwater is de plaatsing van ee all-ele t i fo uis
de laatste stap bij vermindering van het gasverbruik in huis 1938. De gaskraan boven het aanrecht
kan dus nu ook dicht en daarmee is het aardgasverbruik in huis 1938 tot nul gedaald !
150
(6)Regenwater systeem
Het verbruik van water uit de drinkwaterleiding in huis 1938 is 97.5 m3 per jaar op het moment dat
het project van start gaat in oktober 2012, een voor een tweepersoonshuishouden gemiddeld
niveau. Uit een rekenmodel analyse van het waterverbruik naar soort toepassing bleek hoe dit
verbruik is opgebouwd. Er gaat rond 45 m3 aan douche water door en 38 m3 is WC spoelwater. De
wasmachine en de keukenkraan met elk 6 m3 zijn kleinere verbruikers. Eten koken en drinken
verbruikt 1 m3 en sproeien in de tuin van 1.5 m3 maken het beeld compleet. Zou dat verbruik minder
kunnen? Zou het zelfs mogelijk zijn om dit tot nul terug te brengen?
Regenwater en grondwater zijn in het Nederlandse klimaat van nature rijkelijk voorhanden. Maar, is
er genoeg om op 100% duurzame wijze voldoende water op eigen terrein te winnen ?
Water is uit de waterdamp in de lucht, uit neervallende regen, uit het oppervlaktewater of het
grondwater te winnen.
Zonder er energie voor te gebruiken kan er water door condensatie uit de lucht worden gehaald. Zo
is drink water te winnen et de ate o e a “tepha Augusti (Augustin.net) via condensatie
met zonnewarmte uit de lucht boven vochtige grond of uit brak water of zee. Dit water moet men
nog wel koken voor het gebruik. Maximaal 1.6 liter per dag per cone is echter bij lange na niet
genoeg om het watergebruik van circa 265 liter per dag in huis 1938 te kunnen leveren. Verminderen
van het verbruik en winning uit regenwater of grondwater bieden wel perspectief.
Waterverbruik huis 1938 per 1 oktober 2012
___________________________________________
Waterverbruik
m3
vereiste kwaliteit
Douche boven
Wastafel boven
Afwassen
Eten en drinken
Wasmachine
Schoonmaak
WC beneden
WC boven
Tuin
35
10
6
1
5
1
28
10
1.5
warm, schoon
warm/koud, schoon
warm/koud, schoon
koud, schoon
helder
helder
helder
helder
regen
Totaal
97.5 m3/jaar
___________________________________________
Huis 1938 ligt niet aan een beek of rivier. Ook is er geen ander oppervlaktewater in de buurt. Een
openbare pomp is er al heel veel jaren niet meer. In de geschiedenis is de dorpspomp de bekendste
verschijningsvorm voor een kleine water voorziening. Zou een eigen put uitkomst bieden?
Een kleine installatie voor lokale winning van water voor opwerken tot drinkwater is technisch goed
uitvoerbaar. Het bestaat uit eenvoudige onderdelen en het is voor een doe-het-zelver haalbaar.
151
(waterbronslaan.nl) Filteren van ijzer, mangaan en kalk is dan wel noodzakelijk voor onder andere de
was doen en biologisch filteren voor consumptie is ook nodig. Hoewel aanleggen van een kleine
gespoten putbron alleen een meldingsplicht kent, zijn er wel gebieden met een verbod en
beperkingen. Er is bij grootverbruik een grondwater-heffing van 0.17 euro/m3 om rekening mee te
houden boven de 10 m3 per uur. (CUWVO, 1999) De bestaande grondwater vervuilingsproblematiek,
en de toename van warmte-koude opslag activiteiten in de bodem, op voor lokale drinkwater
winning interessante diepten (Provincie Utrecht, 2010), en de dure ont-ijzering maken het slaan van
een eigen put voor winning van drinkwater een weinig aantrekkelijk als alternatief voor -eveneens uit
de bodem gehaald- leidingwater.
Het winnen van grondwater is bij huis 1938 verder dan ook niet uitgezocht omdat andere
mogelijkheden meer voor de hand liggen. Een eigen grondwaterput slaan zou in de toekomst nog als
tweede (reserve) water voorziening nuttig kunnen zijn.
Verdeling van 212 m3 per jaar invallend regenwater op het perceel
______________________________________________________________________________
Plaats
Oppervlak
Type
BergingsAfvoer
Volume
2
m
coëfficiënt
m3/jaar
Tuin
Vakwerkhuisje
Erker
200
4
2
gras/grond
pannen
bitumen
85%
85%
75%
Werkplaats
Veranda/fietsen
Kas
Uitbouw achter
Schuurzolder
Keuken en bijkeuken
Huis
42
28
4
10
6
17
50
pannen
bitumen
bitumen
bitumen/grind
pannen
bitumen
pannen
85%
75%
75%
60%
85%
75%
85%
Verliezen : verdamping circa 17 %, afstroom buiten het erf circa 3%.
bodem
bodem
bodem
97
2
1
bodem (100)
bodem
21
bodem
13
bodem
2
riool
4
riool
3
riool
8
riool
25
systeem (76)
(42)
Totaal perceel
363
regen 212
______________________________________________________________________________
Regenwaterwinning ligt meer voor de hand. In Nederland valt gemiddeld 600 mm per jaar en zo is er
op het perceel van huis 1938 met een grootte van 363 m2 in theorie 212 m3 per jaar beschikbaar. Er
zijn droge periodes die tot 21 dagen kunnen duren. (KNMI.nl) Het regenwater dat neervalt verdampt
voor een deel weer of stroomt van het erf af en dat deel bereikt de regenwaterinstallatie of de
bodem nooit. De zogenaamde bergingscoëfficiënt hangt van het soort oppervlak, de oriëntatie ten
opzichte van de zon en dus ook van de hellingshoek af. (BIM, 2010)
Er verdampt naar schatting 17% van het regenwater dat in de tuin en op de daken terecht komt, er
gaat netto ongeveer 100 m3 de tuin in. Vanaf de daken van de werkplaats en het huis loopt nu rond
76 m3 deels de tuin in en deels naar het riool.
152
De verharding van de bodem en afvoeren via het riool van regenwater is in Nederland vaak
bezwaarlijk voor de rioolwaterzuivering installaties en het werkt verdroging van de bodem in de
hand. Opvangen, gebruiken en in eigen tuin laten weglopen heeft dus positieve kanten. Als iedereen
plotseling de regenwaterafvoer ontkoppelt ontstaat er mogelijk wel een grondwaterspiegel
probleem. Het ontkoppelen van hemelwater afvoer is dus vermoedelijk wel iets dat de Gemeente,
die ee g o d ate zo gpli ht heeft, il ete . Misschien is het afkoppelen vergunning plichtig.
Hierover is op 4 augustus 2013 een vraag naar de Gemeente verstuurd. Op 5 augustus komt een
ontvangstbevestiging binnen die binnen 2 weken antwoord belooft. Op 20 augustus 2013 is nog geen
reactie binnen en wordt de gemeente op het verstrijken van de termijn geattendeerd. Op 2
september 2013 komt op de vraag , is het afkoppele a ee he el ater af oer a het ge e gd
riool ergu i g pli htig ? het antwoord van de gemeente binnen: . . . ij estaa de situaties is er
gee erpli hti g o ee ges heide stelsel tot de erfgre s aa te legge . . . . De interpretatie van
dit -wat cryptische- antwoord is dat afkoppelen van regenwaterafvoeren niet als issue wordt herkend
en dat het probleem van te veel of te weinig water in de riolering niet met gemeentelijke regels is
omgeven. Afkoppelen van een hwa bij huis 1938 kan dus op elk gewenst moment !
In België zijn er aanbevelingen voor het duurzaam renoveren van bestaande gebouwen op het
gebied van lokale waterwinning. Het daarvoor aanbevolen systeem, bestaand uit een regenton, een
cisterne van ongeveer 5 m3 en een watertank onder het dak met leidingwerk en filters, kost tussen
2000 en 8000 euro. Met omgekeerde osmose is uit het opgevangen regenwater ook drinkwater te
bereiden op een prijspeil dat veel lager ligt dan bijvoorbeeld water in algemeen bij de supermarkt
verkrijgbare 5 liter PET flessen (BIM, 2010) of -inclusief bezorgen- in 18,9 liter polycarbonaat drums
voor een dispenser van omgerekend 161,- euro per m3. (Aqualight.nl)
Het tweeledig doel van het watersysteem in huis 1938 moet dus zijn:
-minder leidingwater gebruiken
-minder afvalwater in het riool terecht laten komen.
(6.1)-Eco-toilet begane grond
Als het toilet op de begane grond, als belangrijke waterverbruiker, op een duurzamere manier van
doorspoelwater kan worden voorzien is dat een grote stap.
Verschillende manieren zijn hier mogelijk. Uit de afvoer van de douche boven komt voldoende water
dat bovendien warmte meevoert die anders naar het riool weg zou stromen. Ook komt van het grote
pannendak op het huis voldoende regenwater af om de wc er mee door te kunnen spoelen. In beide
gevallen is de zwaartekracht voldoende om het water naar de doorspoelbak te doen stromen.
Douchewater
Hoe zou een systeem vanuit de douche afvoer er uit gaan zien? Er kan uit de douche afvoer op de
ee ste e diepi g oo doo spoele a het toilet op de ega e g o d e e gieloos af al ate ia
de zwaartekracht worden verzameld. Dit kan zomer en winter doorgaan en heeft weinig last van een
droge of koude periode. Hiervoor is het nodig om bij het toilet een vorstvrije vuil water tank te
plaatsen. Deze aanpak behoudt ook een deel van de warmte in het douchewater voor verwarming
153
binnenshuis, warmteterugwinning dus, in feite een soort douche wtw. Er is een overloop
beveiligingen nodig in de opslagtank. Een aparte spoelbak is niet nodig, een drukknop of hendel aan
een stortpijp volstaat. Deze is naast of boven de op drinkwater werkende bestaande spoelbak te
plaatsen.
Het eco-toilet bespaart zo fors op het waterverbruik omdat water van de douche en wastafel boven
als eerste grootverbruiker (45m3) hergebruikt wordt bij de wc beneden als tweede grootverbruiker
(28m3). Met dit eco-toilet is dus circa 30% vermindering van het gebruik van drinkwater mogelijk,
geheel zonder energiegebruik. Berekeningen laten zien dat de vuilwater tank ten minste circa 100
liter groot moet zijn. Hiervoor is ruimte tegen het plafond in de wc of aan de buitenmuur nodig. Een
constructie volume van 0.9x0.9x0.3 m3 biedt daar voldoende mogelijkheden.
Speurwerk bij leveranciers laat zien dat er allerlei uitvoeringen van vuilwatertanks zijn die
voornamelijk in boten en caravans hun toepassing vinden. Een bruikbaar liggend type voor op een
stelling tegen het plafond is bijvoorbeeld de B S30061 van Drocom met afmetingen van 880 x 480 x
300 mm, te koop voor voor 108 Euro. (drocom.nl) De zelfde 126 liter tank B48xL88xH30 kost bij
dewatersportwinkel.nl op het internet 130 Euro. (dewatersportwinkel.nl) Er zijn ook staande of
verticale tank modellen, bijvoorbeeld de 354023 van Damme kunststoffen met afmetingen
L500xH575x B350 mm. (dammekunststoffen.nl)
De afvoer van de douche loopt op 1 oktober 2012 via een pvc pijp naar de dichtstbijzijnde
regenwater afvoer die op zijn beurt op het riool is aangesloten. Een nieuwe pijp met een afschot van
1 cm per meter naar de regenpijp bij de wc is nodig. Deze zal vrijwel horizontaal op plafondhoogte
moeten lopen om zo min mogelijk hoogte te verliezen in verband met de plaatsing van de
vuilwatertank boven in de wc.
De pvc pijp vanuit de douche naar de vuilwatertank loopt buiten in de winter bevriezingsgevaar. De
vraag is of de leiding binnendoor kan. Of kan de functie bij vorst uitgeschakeld worden?
Een route binnendoor blijkt niet mogelijk zonder koven en doorboringen op vreemde plaatsen in de
huiskamer boven de bank en boven de eettafel. Esthetisch is dit ongewenst. Door de afvoerleiding in
een koof langs en door de boeiboord constructie buiten aan de gevel te laten lopen is hij onzichtbaar
en is er esthetisch geen effect. Met afschot van 1 cm/meter blijft er geen water in de buis staan.
Door de buisdiameter groot genoeg te kiezen (PVC 50 mm) blijft er ondanks eventuele ijsvorming
toch een doorgang open. Het bevriezingsgevaar blijft dus wel bestaan maar het warme douchewater
zal snel de doorgang in praktijk weer vrij van ijs maken. Isolatie in de koof rondom de buis vertraagt
het bevriezen en beperkt warmteverlies bij het smelten van ijs door warm afvalwater.
Bijkomend voordeel is dat ook na het overschakelen op regenwater als bron van al het water, toch
het hergebruik van douchewater zinvol blijft. De benodigde capaciteit van het watersysteem wordt
er aanmerkelijk kleiner door en de restwarmte komt aan het binnenklimaat ten goede.
Groot nadeel van deze aanpak is de vervuiling van het systeem door schimmels, algen, zeepresten,
bacteriën, huidschilfers, haar, stof en zand. Dat levert regelmatig schoonmaakwerk op en leidt tot
stankoverlast door rottend doorspoelwater. Daarnaast is de technische uitvoering moeilijk in te
passen op een esthetisch verantwoorde wijze. Het plafond moet verlaagd, de isolatie moet wijken,
de muren moeten doorboord. De buitenzijde moet betimmerd.
Mede om hygiënische redenen is het voeden van het eco-toilet niet met douchewater maar met
regenwater vanaf het dak mogelijk eenvoudiger en dus aantrekkelijker. Het ontwerp blijft het zelfde,
de duurzaamheidswinst is iets minder vanwege het nu onbenutte warmteverlies.
Er is nog een andere overweging om niet voor douchewater te gaan. Er zijn douches op de markt
verschenen die het water recirculeren en zo een grote besparing op het waterverbruik realiseren.
154
(upfallshower.com) Toepassen van dit concept zou betekenen dat er voor het doorspoelen van het
eco-toilet te weinig watertoevoer ter beschikking is. Bij de transitie van huis 1938 is hier niet voor
gekozen vanwege de prijs die eind 2014 voor een douchecabine volgens dit principe circa 4000,- euro
bedraagt.
Regenwater
Een eco-toilet gebaseerd op regenwater is een al veel toegepast concept. Na het verzamelen van
regenwater in een bak of tank is er een pomp die het naar de doorspoelbak brengt. Het nadeel
hiervan is het stroomverbruik. Kan het ook zonder pomp ?
regenwater
Eerste ontwerp voor een eco-toilet.
Als de opvangtank hoog genoeg staat kan ook hier de zwaartekracht voor vervoer van het water
zorgen. Nadeel is dat een regenopvang bak, ton of tank doorgaans buiten staat en zo niet
gemakkelijk vorstvrij gehouden kan worden.
Er bestaan allerlei ontwerpen waarbij de tank in een omkasting wordt gezet. Zonder energietoevoer
blijft het vorstvrij houden toch een knelpunt. Ook is hij in huis neer te zetten maar dat neemt ruimte
in beslag. Een ton die op een verhoging op de begane grond staat heeft weinig hoogteverschil met de
doorspoelbak in de wc en neemt plaats bij de achterdeur in. Dit zijn belangrijke nadelen.
Afweging
Voor huis 1938 zijn zowel regenwater als douchewater beschikbaar als bron van grijs water voor een
eco-toilet.
Toevoer van regenwater van het hoger gelegen pannendak op het huis is zowel in de zomer als in de
winter beperkt. In de winter door vorst, in de zomer door droogte. In de winter en in de zomer zal er
dus behoefte aan leidingwater voor doorspoelen blijven.
155
Aanvoer van douchewater is het hele jaar door vrijwel constant. Dat betekent een kleinere buffer
tank en minder behoefte aan leidingwater.
De noodzaak om te kunnen schakelen van grijs water naar leidingwater maakt het plaatsen van een
aparte doorspoel bak voor grijs water naast de bestaande doorspoelbak voor leidingwater de
handigste werkwijze. De twee waterstromen komen zo pas in de wc pot zelf bij elkaar, belangrijk
voor de hygiëne.
Het eco-toilet zal dus eerst douchewater, dan regenwater en tenslotte pas leidingwater moeten
benutten. Eventuele grijs watertanks zullen binnen in de wc moeten zitten om vorstvrij te blijven.
Eco-toilet: principe ontwerp dat in delen kan worden aangelegd.
Uitvoering
De aanleg zal bestaan uit het plaatsen van een douchewater opslagtank met ontluchting en overloop
naar buiten en daarna - indien nodig - een regenwater opslagtank met overloop en ontluchting naar
buiten. De overloop van de douche moet naar het riool, die van de regenwatertank kan later naar de
cisterne. Van deze tanks loopt het water via een T-stuk en een toevoerkraan naar een grijs water
doorspoelbak met vlottermechanisme.
Voor de twee extra tanks is tegen het plafond van de wc, direct onder het dak een ruimte beschikbaar. Het bestaande verlaagd plafond met plafonniere voor verlichting moet dan vervallen. De
90x90x20 cm ruimte biedt plaats voor circa 150 liter. Twee aanvullende ruimtes van elk 25x25x110
cm tegen de buitengevel bieden plaats aan nog eens circa 50 liter elk. Met de 28 m3 per jaar die in de
wc beneden werd gebruikt bij de start van het transitieproject in 2012 als basis kan een dagelijkse
grijs water balans voor de wc beneden worden opgesteld. Per dag is 28000/365=77 liter/dag
spoelwater nodig, zonder rekening met besparingsmaatregelen te houden. Met de 35 m3 uit de
douche boven is er genoeg spoelwater beschikbaar: 35000/365=96 liter/dag.
156
Uitgaande van regelmatig douchen kan de inhoud van de douchewatertank dus tot circa 100 liter
beperkt blijven. Uitgaande van de zeer grillige beschikbaarheid van regenwater waarbij vaker per jaar
wekenlang geen neerslag valt (KNMI.nl) loopt het benodigde opslagvolume al snel op tot ver boven
de beschikbare ruimte. Een regenwatertank in de wc lijkt zo bezien niet zo handig. Een eventuele
oplossing met regenwater moet bijvoorbeeld van een cisterne met hydrofoor komen of van een veel
grotere – niet vorstvrije - tank op het dak van de bijkeuken.
Op 6 september 2015 is met het ontwerp en de bouw van het eco-toilet voor de wc beneden
begonnen. Een tank met 77 liter inhoud past er precies in. Ruimte voor een tweede spoelbak is er pas
als de spoelbak voor kraanwater naar opzij verplaatst wordt.
IN
OVERLOOP
70
13
90
UIT
De eerste stap is het ontwerpen van een grijs water tank met leidingwerk, gevoed vanuit de afvoer
van de douche boven, in de wc tegen de buitenmuur geplaatst. De tank krijgt een overloop naar de
buiten, direct naast de wc, aanwezige regenpijp die is aangesloten op het riool.
De tweede stap is de toevoer van de douche naar deze 80 liter tank. Die moet buiten langs de gevel
worden geleid en een klein afschot hebben. Door de pvc leiding door de betimmering aan de dakrand
te voeren is hij grotendeels aan het zicht onttrokken.
De derde stap is het aansluiten van de tank uitgang op de grijs water spoelbak en de wc pot.
Afweging
Hoewel het technisch ontwerp duidelijk is geworden en het aanzicht vanaf buiten gezien esthetisch
aanvaardbaar is ontstaat toch een ernstig bezwaar. De ruimte in het al krappe toilet beneden neemt
door de tank en extra spoelbak sterk af. Vorstvrij houden zal niet met zekerheid lukken zonder een
verwarmingselement aan te brengen. In de winter het eco-toilet niet gebruiken betekent dat de
water besparing minder zal zijn dan geraamd is. Op 18 maart 2016 is het eco-toilet project voor
onbepaalde tijd uitgesteld.
157
(6.2)-Regentonnen bij de veranda en de kas
Bij de werkplaats is aan de westkant van de veranda een geschikte plek voor een regenton. Het
hemelwater van het zuidelijke dak boven de werkplaats, kas en veranda stroomt naar die plek. Om al
het water op te vangen is een nieuwe afvoerleiding van de noordelijke dakgoot op de werkplaats
naar de zuidelijke hemelwaterafvoer bij de regenton nodig. Water voor de tuin en de kas is daar ter
plaatse het meest nodig. Regentonnen van kunststof compleet met een aftapkraan zijn in allerlei
maten en soorten verkrijgbaar. Een eenvoudig groen kunststof model van 200 a 220 liter kost circa
60 Euro. (Bol.com) (Twenga.nl) Een kleiner model regenton van circa 100 liter past mooi bij de kas.
Juni 2014 Een regenton vangt regenwater
vanaf de kas op.
Oktober 2014 Bij de veranda staat de
tweede regenton.
Een ton zelf moet, om geen kostbaar regenwater te verliezen, verder zijn voorzien van een overloop
vanwaar het regenwater doorloopt naar een cisterne. Deze overloop moet zodanig gemaakt zijn dat
water dat doorloopt naar de cisterne niet met de bacteriën die in de ton kunnen ontstaan besmet
kunnen raken. Een door een vlotter bewegend gootje is hier handig bij. Het geheel is eventueel met
FSC hout af te timmeren zodat de techniek -naar smaak- aan het oog kan worden onttrokken. Met de
regenton is zonder energiegebruik circa 2% vermindering van het gebruik van leidingwater mogelijk.
De regenton kan in de winter bevriezen. Dat betekent geen sproeiwater voor de tuin in een seizoen
waarin dat toch al niet nodig is. Wel zou bevriezen van de regenton en het gootje met vlotter niet tot
verstopping van de afvoer naar een cisterne mogen leiden. Water afkomstig van smeltend ijs en
sneeuw is verder prima bruikbaar voor het watersysteem.
Op 29 mei 2014 is voor 27 Euro de eerste regenton aangeschaft. Het is een slank model met ruim 100
liter inhoud en hij past mooi onder de regenpijp van de kas aan de kant van de schutting. Op 4 juni
2014 is hij klaar. Nog twee dezelfde maat regentonnen komen op 15 oktober 2014 binnen. Op 30
oktober 2014 is het houten onderstel voor beide tonnen klaar. Daarna is een verharding bij de
veranda, inkorten van de regenpijp en wat leidingwerk voor overloop en de kraan aan de uitloop
nodig. De tweede 100 liter ton is op 31 oktober 2014 bij de veranda regenpijp geplaatst. Hij is
donkergroen en van gerecycled plastic gemaakt. De derde 100 liter ton vind op 1 augustus 2015 zijn
158
plek bij het recyclinghok in de achtertuin. Vanaf 13 november 2015 is hij op de regenpijp bij het hok
aangesloten Dat hok is op de plaats van het Limburgs vakwerk huisje gebouwd in de zomer van 2015.
Materiaalkeuze
Bij de bouw van het recycling hok is gekozen voor verduurzaamd hout. De belangrijkste argument en
daarvoor zijn dat er minder hout hoeft te worden gebruikt, dat het duurzaam gewonnen hout uit de
regio kan zijn en dat er overheidstoezicht op het productie proces en de recycling na de gebruiksfase
is. Het alternatief is toepassen van weerbestendig en insectenbestendig hout dat van verre moet
worden aangevoerd, zoals hardhout of Douglashout.
Verduurzaamd hout is geschikt voor toepassingen buiten en op plaatsen waar het aan
weersinvloeden onderhevig is. De belangrijke parameter hierbij is het vochtgehalte. Als dit onder de
20% blijft is verduurzamen tegen houtrot niet nodig. Toepassing buiten, zoals bij het buiten op te
trekken recycling hok te verwachten is, levert door dat het hout in aanraking met regenwater komt
een hoger vochtpercentage op. Een insecten werende werking is ook wenselijk voor buiten
opgesteld timmerwerk. Middelen voor houtverduurzaming moeten dus zowel schimmels als insecten
weren. (De Jonge, 1991)
In de handel verkrijgbaar tuinhout is doorgaans geïmpregneerd met koper-chroom zouten. Hiermee
behandeld hout is, in verband met het risico van blootstelling aan giftige stoffen, met name ChroomVI, onderwerp van onderzoek geweest bij het RIVM. Toepassing in kinderspeeltoestellen en allerlei
constructies in tuinen, aan gevels en in afrasteringen maakt het beoordelen van dit risico belangrijk.
Als doe-het -zelver verwerken van het hout levert bij een inventarisatie de inhalatie van fijn zaagstof
en de aanraking met de stof op de huid als belangrijke situaties op. Het RIVM stelt na onderzoek en
berekeningen dat de blootstelling ook voor de doe-het zelver, die buiten een constructie uit dit hout
maakt, gering is en nauwelijks zal voorkomen. (RIVM, 2011)
Bij de realisatie van het recycling hok is grof gezaagd, grof gevijld en buiten gewerkt om elk risico zo
klein mogelijk te houden. Alle onderdelen zijn geschroefd zodat aan het eind van de gebruiksduur
alle delen losgenomen en gerecycled kunnen worden.
(6.3)-Rioollozing verkleinen
Er gaan bij de start van het project in oktober 2012 twee waterstromen het riool in: afvalwater en
regenwater. Vrijwel het gehele verbruik aan leidingwater (97.5 m3/jaar) gaat uiteindelijk als
afvalwater naar het riool. In totaal gaat het, na aftrek van drink en kook water ( 1 m3) en in de tuin
gebruikt sproeiwater (1.5 m3), om afgerond 95 m3 afvalwater per jaar.
Van het regenwater valt 75 m3 op daken die zijn voorzien van regenpijpen die voor ongeveer de helft
op het riool aangesloten zijn. Vanuit de regenpijp aan de noordkant van de werkplaats loopt 10 m3
naar het achterpad weg en die gaat daarmee dus buiten de tuin de bodem in. Er gaat volgens het
rekenmodel 40 m3 naar het riool en nog 25 m3 naar de tuin. In de tuin zelf valt nog eens 100 m3.
Samen genomen gaat er dus 135 m3 afval- en regenwater naar het riool en er komt 126.5 m3 in de
tuin terecht.
Wat zijn de effecten van de diverse besparingsprojecten op de afvalwaterstroom?
-De afvalwaterlozing afkomstig van de w s is te e i de e doo het aa e ge
het doorspoelmechanisme. Dit vermindert de lozing met 18 m3 per jaar.
159
a ge i htjes i
-Een zuinigere douchekop in de douches boven en beneden bespaart warm water. Spaarperlatoren
in de wastafel kranen en de keukenkraan doen dat ook. Hiervoor is 5 m3 per jaar verbruiksreductie
geschat.
-Verder vermindert het gebruik van regenwater om de wc op de begane grond door te spoelen de
totale hoeveelheid leidingwater lozing op het riool. Dit e o-toilet kan zo ook de nog resterende
hoeveelheid spoelwater van circa 20 m3 per jaar besparen die overbleef na de plaatsing van de
gewichtjes.
(6.4)-Cisterne en leidingen
Zou er een mogelijkheid zijn om zonder aansluiting op de drinkwaterleiding toch het huishouden
door te laten gaan? Er is bij huis 1938 genoeg regenwater via de daken ter beschikking voor het
eigen verbruik. De 600 mm regenwater die gemiddeld in Nederland per jaar valt komt grillig en
o egel atig ee . D oge pe iode tot dage ko e s zo e s oo . Het op a gen van water is
dus nodig en dat doet men al duizenden jaren in een ondergrondse vorstvrije en donkere cisterne.
Na invoeren van besparingen door wc doorspoelgewichtjes, spaarkoppen, zuinige wasmachine, ecotoilet en regenton, is het leidingwaterverbruik gedaald tot minder dan 65 m3 per jaar in huis 1938.
Bij een zelfvoorzienend watersysteem dat dit kan leveren past een cisterne van circa 5 m3. Hiervoor is
plaats naast de uitbouw in de tuin. Er zit daar geen leidingwerk in de weg en er ligt een grindpad van
ruim een meter breed dat een luik of deksel kan verbergen.
Een cisterne is op verschillende manieren te realiseren: in beton en in kunststof.
Beton
Er is voldoende hoogte boven het grondwaterpeil om bijvoorbeeld een overdekte langwerpige
betonnen bak van 1 x 1 x 5 m te construeren. Onder een deklaag van 40 cm grond dringt de vorst
niet door. Met een coating aan de binnenzijde is de bak waterdicht te maken. De waterkwaliteit kan
via een vijver rondpompsysteem met beluchting, een grof o te voorfilter van 80 cm diameter met
bodemdrain, een 300 micron zeeffilter hoofdfilter en een UV belichting goed gehouden worden.
(Tuinbase.nl) Materialen hiervoor zijn beschikbaar in de handel voor vijvers en tuin aanleg. Een
overloop beveiligt de cisterne. Hij loopt naar een er naast aan te leggen zinkput (ook wel aangeduid
als infiltratie-unit) en eventueel van daar uit verder via een stankontluchter en ratten vang rooster
alsnog naar het riool. Een geïsoleerd toegangsluik en ondergrondse leidingdoorvoeren naar de grijs
water filters completeren het geheel.
De cisterne kan in eigen beheer worden gemetseld en van een waterdichte coating voorzien. De
keuze voor een rubber vijverfolie, vinyl doek of polyethyleen coating is afhankelijk van de
verkrijgbaarheid en verwerkbaarheid. (NBI, 2011)
Kunststof
Het kan ook met kunststof tanks. Voordeel van kunststof is dat het direct inzetbaar is en meteen een
goed afgewerkt binnen oppervlak heeft. Deze tanks zijn in diverse maten verkrijgbaar. Bijvoorbeeld
twee ondergrondse watertanks type A135 / 2500 Liter, met afmetingen 2060 x 1350 x 1160 mm, à
1299 Euro per stuk, zijn met H=1.16 m geschikt voor de geringe grondwaterdiepte in Nederland.
Samen zijn ze groot genoeg. Deze twee tanks zijn geschikt om regenwater op te vangen en bieden de
mogelijkheid om regenwater uit de ene tank te filteren naar grijs water in de andere tank. Hiervoor is
allerlei regel, pomp en filter apparatuur op de markt verkrijgbaar. (dbcom.nl)
160
Over een ingegraven kunststoftank onder een dikke grondafdekking en een grindlaagje is wel te
lopen maar niet met allerlei zware machines meer te rijden, daarvoor zou versterking nodig zijn. Het
door een mangat in een tank gaan kan pas na het leegpompen en goed ventileren van de tank.
Er zijn geen vergunningen nodig voor het ingraven van een cisterne. Ook is er in de gemeente waar
huis 1938 staat geen subsidie regeling voor het afkoppelen van regenwater afvoeren van het
rioolstelsel. Ook is er geen vergunning of melding nodig voor het afkoppelen.
Regenwater loopt bij het begin van het project deels van het erf af, deels de tuin in en deels via de
regenpijpen het riool in. Om de cisterne voldoende water te laten verzamelen is verzamelen nodig en
dus is er nieuw leidingwerk nodig. De bestaande regenpijpen zijn los te halen van het riool en op
nieuwe, grotendeels ondergrondse, verzamelleidingen aan te sluiten. Vanaf het pannendak van het
huis, het pannendak van de werkplaats, het platte veranda dak en vanaf de schuine en platte daken
van de uitbouw is zo het regenwater goed te verzamelen. Er is tenslotte een verbinding van de
verzamelleidingen naar de cisterne nodig.
Cisterne ontwerp
Om in de winter bij vorst de cisterne te kunnen blijven gebruiken is het zaak voldoende gronddekking
te realiseren op de cisterne zelf en op de leiding naar de waterbehandeling binnen in de woning.
Verder zijn niet alle dak oppervlakken even geschikt voor regenwater opvang in verband met
verschillende soorten vervuiling en verschillende soorten filters. Voor een gemiddeld huishouden is 4
tot 5 m3 cisterne volume geschikt. Een beveiliging tegen overlopen van de cisterne kan eenvoudig via
een met zand gevulde zinkput worden gerealiseerd. Als er een overloop naar het riool is moet er ook
een rattenbeveiliging en een opstuwbeveiliging tegen terugloop vanuit het riool zijn geïnstalleerd.
Vanaf circa 60 cm diepte is een ondergrondse watervoerende leiding vorstvrij. (ewu-aqua.de)
Met een cisterne alleen is er wel water maar nog geen geschikte waterkwaliteit te realiseren.
(6.5)-Filtersystemen voor winning van grijs- en drinkwater
In Nederland is regenwater niet zo schoon als leidingwater. Fijn stof, roet en opgeloste chemische
stoffen kunnen er in voorkomen. De zure regen problematiek ligt gelukkig goeddeels achter ons. De
kwaliteit van hemelwater dat vanaf een dak via regenpijpen afstroomt kent nog een aantal andere
vervuilingsbronnen. Zo kunnen (nieuwe) bitumen dakbedekking en zinken goten in combinatie zware
metalen en fenolen afgeven. Ook vanuit daklood en verduurzaamd hout kunnen stoffen in oplossing
gaan. Rottend blad brengt bacteriën in het water en maakt het onbruikbaar voor consumptie. (Meire
et al, 2005) Waterbehandeling is dus nodig.
Er valt, behalve de winbare hoeveelheid van 75 m3 vanaf de daken, nog bijna 100 m3 regenwater per
jaar in de tuin, zo nodig ook voor een deel op te vangen en te gebruiken. Met behulp van tijdelijke
folie trechters kan bij watertekort in de cisterne nog regenwater bij gevangen worden.
Bij het ontwerp van een regenwatersysteem zijn drie soorten water te onderscheiden:
Regenwater
De eerste en meest duurzame soort is schoon regenwater dat tijdens een bui zo uit een folietrechter
is af te tappen. Meer praktisch is om het regenwater dat van een dak afstroomt op te vangen. Met
een regenton aan een regenpijp is zo -op een in de jaren dertig ook al lang gebruikelijke wijze- een
161
voorraad sproeiwater voor de tuin te verkrijgen. Hiervoor is 1.5 m3 per jaar nodig, voornamelijk te
winnen met een regenton. Dit laat nog 73.5 m3 over voor het vullen van de cisterne.
Grijs water
De oppervlakken die het regenwater opvangen verzamelen behalve regen echter ook fijnstof, pollen,
vogelpoep, roetdeeltjes en stoffen afkomstig uit de dakbedekking. Deze hygiëne problemen maken
dit water niet direct geschikt voor gebruik in machines of voor consumptie. Er is zowel preventie van
vervuiling als filtering nodig. Met spandraden op nokken, randen en hoge punten is het landen van
vogels tegen te gaan. Geschikte, teervrije, dakbedekking is nodig. Met een grof gaas is gevallen blad
te verwijderen en met een sedimentfilter kan stof afgevangen worden nog voor het in de cisterne
komt. Slim gebruik maken van het regenwater in toepassingen, anders dan voor menselijke
consumptie, is daarmee goed te doen. Apparatuur voor filteren en fysisch-chemisch behandelen van
regenwater is op de markt beschikbaar. Uit de cisterne kan daarmee de tweede soort water worden
opgepompt en gefilterd: gezuiverd regenwater, ofwel grijs water. Dit water is helder, zacht en bevat
geen kalk. Daarmee kunnen de wasmachine, het doorspoelen van de wc boven en de
schoonmaakkraan in de keuken worden gevoed. Er is volgens het rekenmodel ongeveer 15.5 m3 grijs
water per jaar nodig.
Drinkwater
Uit dit grijs water is via omgekeerde osmose de derde soort water te winnen: drinkwater dat aan de
hoogste hygiëne eisen moet voldoen. Voor gebruik in de douches en wastafels, bij het eten en
drinken maken en voor het afwassen is circa 51 m3 schoon koud en warm tapwater per jaar nodig.
Dit kan uit grijs water worden gemaakt. Dat betekent dat er in totaal een capaciteit van 66.5 m3 grijs
water bereiding per jaar beschikbaar moet zijn dat naar verwachting volledig uit de cisterne
gewonnen kan worden. Een overloop van 6.5 m3 naar de zandput maakt het stroomschema
kloppend.
Plaatsing van een voor de 51 m3 schoon water benodigd water behandelingssysteem bestaande uit
een hoge druk pomp met een filter en een omgekeerde osmose drinkwater bereidingsinstallatie is
praktisch goed uitvoerbaar. (Aquatechnic.nl) De iologis he gezo dheids isi o s zij daa ee
beheerst. Op basis van een eenvoudig systeemontwerp blijkt een investering van circa 2100 euro
voldoende te zijn. De filters gaan een beperkte tijd mee en leiden tot een bijvoorbeeld jaarlijks
terugkerende kostenpost.
Van het voor douchen, koken en drinken benodigde water is het grootste deel, circa 40 m3, voor
douchen nodig. Teruggerekend per dag is het warm water verbruik dus circa 136 liter. Dit zou
betekenen dat een warm tapwater boiler inhoud van 150 a 200 liter voldoende is. Dit stemt ook
overeen met de grootte die door Schans en Thercon in het gesprek op 5 juni 2013 werd geadviseerd.
Als zelf gewonnen en gefilterd water door het warm tapwater systeem gebruikt wordt moet het een
waterdruk hebben die met de waterleidingdruk overeenkomt. De druk is in de Drinkwaterwet onder
artikel 32 lid 1 wel genoemd maar niet in een getalswaarde vastgelegd. In praktijk ligt de druk tussen
1.5 en 3.5 bar. De maximaal toelaatbare druk is op 4.0 bar gesteld maar in flats kan hij incidenteel
oplopen tot 5.0 bar. Waterleidingbedrijven richten zich op 2.5 bar druk van het water aangeboden bij
de watermeter.
In een opvangvat voor zelf gefilterd drink water is de druk nul. Het middel om dit water met de juiste
druk aan het warmtapwatersysteem aan te bieden is een hydrofoor, een pomp die de druk aan de
162
uitgang op een bepaald niveau houdt. Deze apparaten zijn op de markt verkrijgbaar voor de
particuliere markt.
Ook kan gekozen worden voor een drukloos schoonwater buffervat van waaruit via een aparte
hydrofoor het schone water weer verder wordt geleid. Een geschikt type zou bijvoorbeeld de
Aquapresso1 van Aquacombi zijn. Met 12 liter per minuut is de capaciteit ruimschoots voldoende om
de 7 liter per minuut van de douche aan te kunnen. Een dergelijk apparaat gebruikt dan 370 Watt
elektrisch vermogen. (aquacombi.nl)
Als resultaat van deze maatregelen is een vermindering tot nul drinkwaterleidingwater verbruik te
realiseren. Het loskoppelen van het drinkwaterleidingnet is op deze wijze technisch binnen bereik.
Verdere vermindering van riool lozing
Wat voor effect levert de eventuele toekomstige aanleg van een regenwatersysteem op de riool
lozing op?
-De installatie van een regenton, een cisterne en een grijs water filter systeem zou tot gevolg hebben
dat er 40 m3 regenwater per jaar van de daken wordt opgevangen in de cisterne in plaats van dat het
via de regenpijpen in het riool wordt geloosd.
-De cisterne verdeelt het opgevangen regenwater over twee delen: een grijs water circuit dat 67 m3
per jaar verbruikt en een overloop van 6.5 m3 naar de tuin via een zandput. Van de 67 m3 grijs water
gaat in totaal 16 m3 per jaar direct naar wasmachine, wc boven en schoonmaakkraan in de keuken en
na gebruik door naar het riool. De overige 51 m3 worden via schoon drinkwater bereiding als warm
en koud tapwater verbruikt. Via een hydrofoor, een warm tapwater boiler met zonnecollectors en via
de koud drinkwaterkranen belandt dit schone water in de douches, wastafels en in de gootsteen van
het aanrecht. Bij het bereiden van eten en drinken verdwijnt circa 1 m3 uit circulatie door
verdamping en opname in eten en drinken. Circa 20 m3 loopt, na gebruik in de douche boven, via het
eco-toilet en pas na hergebruik in het riool. De rest van 30 m3 loopt na gebruik rechtstreeks door
naar het riool.
Het ontwerp van een compleet watersysteem zou er als volgt uit kunnen gaan zien:
2013 Concept ontwerp voor een autarkisch watersysteem
163
Er zijn in theorie dus twee doelen met het geschetste complete watersysteem te realiseren:
1-minder of geen leidingwater gebruiken,
In plaats van -na diverse besparingen- 61 m3 leidingwater (komend vanaf 97 m3) per jaar te
verbruiken, komen regen-, grijs- en drinkwater nu uit het eigen winningssysteem en is het
leidingwaterverbruik tot nul gereduceerd, kortom 100% vermindering.
2-minder water in het riool terecht laten komen.
In totaal komt in de tuin nu 108 m3 en in het riool 66 m3 afvalwater per jaar terecht.
Dit betekent een vermindering van 135 naar 66 m3 per jaar lozing naar het riool ofwel 49%
vermindering.
Afweging
Hoewel in theorie een compleet watersysteem technisch realiseerbaar is en een loskoppeling van het
waterleidingnet dus uitvoerbaar is, kleven er ook nadelen aan. Een eigen watersysteem, zoals in de
voorgaande hoofdstukken beschreven, leidt tot een lichte vermindering van comfort maar vooral tot
nog o eke de isi o s oo de gezo dheid.
Opgevangen regenwater bevat veel bestanddelen die aan dat risico bijdragen. In de literatuur wordt
gewaarschuwd voor de chemische stoffen en de organische bestanddelen die vanuit de lucht en
vanaf de dakbedekking worden meegevoerd met het opgevangen regenwater. Bitumineuze stoffen,
zware metalen, rotting bacteriën, pollen en vogelpoep zijn de belangrijkste daarvan.
De benodigde installatie is verder nog tamelijk omvangrijk en ingewikkeld. Een voldoende grote,
vorstvrij te houden binnenruimte die de diverse tanks, kleppen en filters zou moeten gaan herbergen
is er in huis 1938 eenvoudigweg niet. Dat betekent dat het behoud van comfort als randvoorwaarde
bij dit transitieproject hier in het geding is. Een grote ondergrondse opslagtank die vorstvrij blijft zou
moeten worden bijgebouwd. Er is daarom besloten de realisatie van de cisterne en de daarbij
horende systemen voor waterbehandeling voor onbepaalde tijd uit te stellen.
Het uitei delijke s stee zou zo el s hoo leidi g ate oo o su ptie als g ijs ate , gefilte d
en opgepompt uit een regenwater cisterne, voor gebruik in overige toepassingen moeten leveren.
164
(7)Uitbreidingen en verbeteringen
Enkele verbeteringen aan de duurzaamheid van de in huis 1938 al bestaande apparatuur zijn al
binnen de looptijd van het project gerealiseerd. Andere zijn voorbereid zodat ze in de toekomst
mogelijk zijn. Het project beoogt ook rekening te houden met voorzienbare toekomstige
verbeteringen en uitbreidingen. Dit heeft slechts een beperkte impact op het ontwerp en de
uitvoering van het project. Voor zover mogelijk zijn de hierbij interessante onderwerpen verkend en
is na wat afwegingen een concept ontwerp vastgesteld.
(7.1)-Zuiniger en duurzamere apparatuur kiezen
Apparatuur wordt -als die aan vervanging toe is- nieuw ingekocht. Hierbij is het zaak een zuiniger
type te kiezen dan het bestaande apparaat. Ruime mogelijkheden zijn hier aanwezig omdat de
witgoed handel bij veel producten een energielabel heeft. Hiervoor is een bescheiden besparing
geraamd van 5% van het totale elektriciteit gebruik binnen de 4 jaar looptijd van het project. Er zijn
geen investeringen of kosten in het project voor opgenomen omdat de apparatuur toch al aan
vervanging toe was. Het belangrijkste middel dat een consument ter beschikking heeft bij de keuze
voor zuinige apparatuur is het energielabel.
Dat lijkt een eenvoudig concept maar in praktijk zijn het invoeren van een nieuw label en de
introductie van steeds zuiniger producten door marktpartijen de oorzaak van grote onduidelijkheid.
Waar bij de oorspronkelijke invoering de schaal A . . . G was, is nu het hoge energie gebruik deel D
tot en met G vrijwel buiten gebruik geraakt. Met een uitbreiding aan de lage energie kant is voorbij A
een reeks met A+, A++, enzovoorts verschenen. De schalen hebben verschillende waarden voor
verschillende typen apparaten. Zo is A++. . .E voor verlichting in gebruik en A+++. . .D voor
koelkasten. Verder is de invoering van een nieuw energielabel voor stofzuigers per medio 2014 en
voor ruimteverwarming en waterverhitters pas per 2015 te verwachten. De geplande introductie van
nieuwe labels na 2015 verschilt nog steeds per type apparaat. Daarnaast worden de kleuren
verschoven om nieuwe scherper gestelde eco-doelen te onderstrepen. Een ooit groene A wordt zo
bijvoorbeeld een oranje A. Verder zijn producenten gehouden aan veranderende wettelijke
voorschriften die er toe hebben geleid dat het ene type product vanaf A+ en het andere vanaf D is
toegelaten. Verschillende gedeelten van de per product type verschillende schalen zijn daarmee
verboden gebied. (Koek et al, 2014) De EU energielabels zijn er voor bepaalde apparaten wel en voor
andere (nog) niet. Een apparaat met label A+++ is ruwweg 50% zuiniger dan A . Dit verschilt
overigens aanzienlijk per soort apparaat. (newenergylabel.com) Dit chaotische beeld maakt
vergelijking tussen oude en nieuwe apparaten bijzonder lastig.
Toch is het energielabel nodig om een energiebewust besluit over de aanschaf van nieuwe
apparatuur te kunnen nemen. Hiervoor is als gegevens ontbreken eventueel de volgende
vereenvoudigde werkelijkheid te gebruiken:
165
50
70
90
100 %
110
120
135
150
175
A
B
C
D
E
F
G
Oud
A+++
A++
A+
A
B
C
D
Nieuw
Wasmachine
In het verbruiksmodel staat de wasmachine voor 98. kWh/jaar. De model berekening gaat uit van
een verbruik van 1020 Watt gedurende 2 keer een uur per week gedurende 48 weken per jaar. Dit
zijn 96 wasbeurten. Het waterverbruik daarvoor is op 5. m3 per jaar geraamd. Er kan per keer
maximaal 8 kg was in maar dat wordt meestal niet volledig benut.
Verder heeft de bestaande Bosch Aquastar 1200 wasmachine een (oud) label B. Wasmachines zijn nu
te koop bijvoorbeeld met een (nieuw) label A+++. Op 8 maart 2013 wordt een AEG Lavamat
L71670FL met A+++ label door BCC bij huis 1938 afgeleverd. Op dezelfde dag is hij aangesloten. Een
directe vergelijking tussen het oude B label en het nieuwe A+++ label is bijzonder lastig. (Beeep,
2012) Het energiegebruik is per stap grofweg 10% lager en oud A is vergelijkbaar met nieuw A+ dus
mag uitgegaan worden van niet vier maar drie stappen (B;A/A+;A++;A+++) verbetering, en dus naar
schatting 30% minder stroomverbruik bij een onveranderde manier van gebruiken.
Het nieuwe energielabel gaat uit van 220 wasbeurten per jaar. Er zijn formules voor de consument
op internet geplaatst om de vergelijking tussen wasmachines met oude en nieuw labels mogelijk te
maken. (energielabel.nl)
Op het bij de nieuwe wasmachine meegeleverde energielabel is te zien dat bij 9 m3 waterverbruik in
een jaar 167 kWh elektriciteit nodig is. Er kan per keer 7 kg was in. De oude machine waste 96x8 kg
per jaar en verbruikte 98 kWh en 5 m3 water. De nieuwe machine zal 8/7x96 wasbeurten nodig
hebben voor diezelfde hoeveelheid was en verbruikt dan 8/7x96/220x167 =83 kWh en
8/7x96/220x9= 4.5 m3 water. Dit is circa 15% minder elektriciteit en 10% minder water.
De genoemde vergelijkingsformules geven voor de oude machine aan: E(oud)=165x98/96+10=178
kWh/annum. Op het label van de nieuwe machine staat 167 kWh/annum, ongeveer 7% minder.
Tenslotte is nog een vergelijking van het energiegebruik per cyclus te maken. Bij de oude machine
was dit 98/96=1.02 kWh/cyclus, bij de nieuwe is het 167/220=0.76 kWh/cyclus, ongeveer 25%
minder. Conclusie: de besparing ligt ergens tussen 7% en 25% van 98 kWh/jaar. De nieuwe zuinigere
wasmachine gaat op 9 maart 2013 in bedrijf.
Koelkast
Het zelfde energielabel probleem geldt voor de bestaande Siemens-Bosch koelkast KGV2400 met oud
energielabel B. Ook heeft hij wat afwijkende afmetingen waardoor hij precies in het hoekje
tegenover de kookplaats past. Het verbruik is niet precies bekend omdat er bij de aankoop nog geen
op een standaard manier vastgesteld verbruik voor op het energielabel was. Op het internet zijn wel
166
voor vergelijkbare Bosch koel-diepvriescombinaties van 55 cm breed en 150 cm hoog gegevens te
vinden. Bijvoorbeeld type KDV24V00 dat 286 kWh/jaar verbruikt en energieklasse A heeft. Het
verbruik van vergelijkbare types varieert sterk en ligt tussen 272 en 300 kWh per jaar. Het
Infocentrum-Bosch in Hoofddorp schat het verbruik zelfs op meer dan 365 kWh per jaar. (Bosch,
2013) Op basis hiervan moet worden aangenomen dat het verbruik van de oude koelkast dus
minstens 275 kWh per jaar was maar wellicht zelfs 365 kWh/jaar. Daarmee is hij de grootste
elektriciteitsverbruiker in huis 1938 bij het begin van het project op 1 oktober 2012. Dit klopt met de
landelijke cijfers: een gemiddelde koel-vries combinatie in een huishouden heeft een gemiddeld
verbruik van 286 kWh/jaar en daarmee gaat circa 18% van het stroomverbruik op aan koelen en
vriezen. De perceptie bij een koel-vries combinatie is echter dat hij niet bijzonder opvalt tussen het
witgoed. (Schuitema & Steg, 2005)
Welke keuze aan zuiniger of anders werkende koel-vries kasten is er beschikbaar? In de meeste
caravans zit een koelkast standaard al ingebouwd, die omschakelbaar is tussen het 220 Volt lichtnet,
een 12Volt accu of propaangas. Op bio-gas werken of op PV paneel zonnestroom of op een met
zonne energie opgeladen accubatterij lijkt technisch dus ook mogelijk.
Kan koelen 100% duurzaam? Waarmee kan je nog meer iets koel houden? Misschien zou de ijskelder
uit de middeleeuwen opnieuw in zwang moeten raken. Een kuil in de tuin met bodem, wanden en
deksel bekleed met isolatiemateriaal maken is goed uitvoerbaar. Hem in de winter volscheppen met
ijs zal moeilijker zijn maar kan wel door het deksel open te zetten en met regenwater uit een cisterne
langzaam vol te laten lopen en bij koud weer laten bevriezen. De ijskast zou dan ook kunnen
terugkeren in een hedendaagse vorm: een kast waarin brokken ijs, afkomstig uit de voorraad in de
ijskelder, de etenswaren in de keuken koel houden. Een afvoer terug naar de cisterne voor het
smeltwater completeert het geheel. Erg praktisch is dit alles niet. Na een zachte winter is er zo geen
ijs.
Elke koelkast heeft nu een warmtepomp die de binnen lucht als warmte afgifte punt gebruikt. Het
grondwater van 10 graden Celsius gebruiken als koude bron zou gunstiger zijn dan de bestaande
binnen lucht van 20 graden Celsius. Er zou van binnen in de keuken ter plekke van de koelkast een
boorgat naar een bodem warmtewisselaar nodig zijn. Behalve om praktische redenen is hiervan ook
afgezien omdat de warmte door het jaar heen meestal goed van pas komt bij het verwarmen in huis.
Kan met meer exotische concepten gekoeld worden? Met een Peltier element is het is mogelijk maar
het rendement is aanmerkelijk lager (COP van 0.3 – 0.5) (Min & Rowe, 2006) dan met de
thermodynamische cyclus in het koelmedium van een gewone koelkast (COP van 3.0 tot 6.0). (Ait-Ali,
1996)
In huis 1938 is gekozen voor een systeem dat 220 Volt als centrale energievoorziening beoogt.
De e go o is he d iehoek i de keuke
oet lij e e dus oet ee e a ge de koelkast daa
ook kunnen staan.
Een rode jaren 50 retro design koelkast type SMEG FAB28LR1 is met label A++ (EU, 2010) zuiniger
met energie. Hij kost 839,- euro (Deschouwwitgoed.nl) oplopend tot 999,- Euro (Bemmel-Kroon). De
PKV154ROO retro koelkast van Pelgrim is net zo rood en kost 779,- Euro. (Mediamarkt.nl) Beide
typen passen niet precies in het hoekje waar de oude koelkast op 1 oktober 2012 staat. De SMEG
past er het best. Op 29 augustus 2013 wordt deze geleverd door SMEG Outlet Amsterdam voor 829,Euro. Alles past er precies weer in. Op het bijgeleverde label staat A++ en een verbruik van 180
kWh/annum. Dit is 35% minder dan het geschatte minimale verbruik van de oude koelkast en 51%
minder dan de door de toenmalige leverancier opgegeven waarde na circa 10 jaar veroudering.
167
Wasdroger
De wasdroger is in het begin van het project buiten bedrijf gesteld. In het verbruiksmodel staat hij
voor 64. kWh/jaar. Op 16 maart 2013 werd hij voor 40 euro via Marktplaats verkocht aan een pas
getrouwd jong stel in Tiel. Het wasrekje in de achterkamer op de 1e verdieping verhuist naar de
zolder en het altijd op een kier staande raam op de 1e verdieping gaat dicht. De was wordt vanaf 3
april 2013 alleen nog op de zolder aan de waslijn of op het wasrekje bij het raam van de dakkapel op
een kier gedroogd. In de winter van 2012 - 2013 blijkt dat goed te werken.
Magnetron, fornuis en oven
In het verbruiksmodel staat de magnetron voor 55. kWh/jaar op de lijst. Waar koken het meest
energiezuinig op gas kan, kan eten opwarmen het meest energiezuinig met een magnetron. Eten
bakken kan energiezuinig in een hete lucht oven, ook als die elektrisch is. Opwarmen met de
magnetron is de helft zuiniger dan opwarmen op een gaspit. (consumerenergycenter.org) Er zijn
combinaties van een magnetron en een hete lucht oven op de markt. Deze apparaten zijn er in
verschillende uitvoeringen. Energie gebruik door altijd aan staande klokken of displays moet worden
vermeden. De afmetingen zijn ook van belang: groter betekent meer energiegebruik. Goede keuzes
kunnen zo het energieverbruik met tot 30% beperken. (Consumentenbond.nl - C)
Een combinatie van magnetron en hete lucht oven is de meest milieuvriendelijke aanschaf.
(milieucentraal.nl)
Een dergelijke combimagnetron en een kookplaat zijn samen aanmerkelijk compacter dan het
oude ETNA 1681 RVS/IS gasfornuis met elektrische oven en de oude PROline SM107 magnetron van
1150 Watt.
Er zijn veel verschillende combimagnetron uitvoeringen op de markt. Er zijn er maar weinig met een
energielabel AA . De Sharp Combi-magnetron R-898AL-AA heeft met 26 liter inhoud maar net plaats
voor een rechthoekige glazen ovenschaal. Een diepvries pizza, laat staan het grote ronde blik voor de
paella, gaat er niet in. (Sharp.nl) De eerstvolgende op het web aangetroffen kandidaat heeft
energielabel A: Miele H 6600 BM RVS met 76 liter inhoud. Deze lijkt groot genoeg. De prijs is met
2068 euro erg hoog. (keukenhuys.nl) De overgrote meerderheid van de combi magnetrons wordt via
internet op prijs en levertijd aangeboden zonder vermelding van het energielabel. Zoeken is daarmee
niet goed mogelijk. Er is eerst een verkenning in de witgoed winkels of een vergelijking op technische
specificaties voor nodig.
Die aanduiding AA is iet doo de EU epaald aa doo de p odu e te . Voor wasmachines geven
die ij oo eeld ook A- % als aa duidi g. Het p o lee is dat de gelijke aa duidi ge iet
rechtstreeks vergelijkbaar zijn met de EU energielabel aanduidingen. De EU energie labels zijn er voor
bepaalde apparaten wel en voor andere (nog) niet. Voor combimagnetrons zijn ze er in november
2014 niet. (newenergylabel.com)
Bij het afkoppelen van het aardgasnet is een alternatief voor het koken nodig. Op propaangas koken
of een elektrische kookplaat zijn -technisch gezien- eenvoudig te realiseren zonder de
kookgewoonten in huis 1938 aan te passen. De investering in een propaan kookplaat en wat
leidingwerk is te overzien. In plaats van de oven in het gasfornuis en de oude magnetron zijn
bijvoorbeeld een inductiekookplaat en een combimagnetron geschikt als vervanging. Verder
onderzoek aan duurzamer koken leverde een all-electric inductiefornuis met hete lucht oven op.
168
Koffiezet apparaat
Koffie zetten eindigt hoog op de lijst van elektriciteitsverbruik. Een vervanging op termijn door een
zuiniger apparaat zal een bescheiden besparing opleveren. Het ontwerp is gemaakt voor een
thermoskan zodat er geen energie verslindend warm-houd plaatje met thermostaat in gebruik is. Op
korte termijn zijn wel twee besparingen mogelijk die de duurzaamheid vergroten: een kunststof
koffiefilter en het verkleinen van de te zetten hoeveelheid filterkoffie.
Vanaf november 2012 is met de ingebruikname van een permanent kunststof koffiefilter voor 10.95
Euro het verbruik van filterzakjes verleden tijd. (factoryprices.nl) De koffie smaakt evengoed als
voorheen . . .
Stofzuiger
Met het in gebruik nemen van een Dyson DC23 Origin stofzuiger, in plaats van een Miele S3111, al
enige tijd voor 1 oktober 2012, was ook het verbruik van papieren stofzuigerzakken verleden tijd.
Ook de filters hoeven bij de Dyson niet te worden vervangen. (stofzuigerstore.nl)
Te zijner tijd zal een nieuwe stofzuiger conform de nieuwste EU richtlijn (EU, 2013) worden
aangeschaft om verdere energiebesparing te bereiken.
Draadloos
De ICT systemen in huis 1938 zijn aan voortdurende veranderingen onderhevig. Steeds nieuwe
aanbiedingen en combinaties leiden er toe dat telefonie, internet en TV samen worden aangeboden.
De vaste telefoonlijn krijgt daardoor weer een centrale rol terug nadat steeds meer mensen
overgingen naar draadloos bellen en de vaste lijn verdween. Na de enkele telefoon die in 1984 op de
vaste telefoonaansluiting zat en de grote kleuren TV in de woonkamer zijn in 2013 maar liefst 5
telefoontoestellen, 6 computers, 3 TV toestellen en 5 afstandsbedieningen in gebruik. Zelfs de
zonnepanelen hebben een omvormer die Wifi heeft (ongebruikt maar toch . . .). De smart meters aan
elektriciteit en gas hebben draadloos contact met de nutsbedrijven. Vrijwel al de apparaten zijn
draadloos met elkaar of met de buitenwereld verbonden. De kabels die in de loop der tijd alle muren
hebben doorboord en de afstanden hebben geslecht verdwijnen langzamerhand weer . . .
Analoge antennekabel
Aanvankelijk was er een antennekabel met analoge TV signalen (kabel TV) waardoor plaatsing van
een TV antenne op het dak bij huis 1938 niet nodig was. Na een plaatselijk centrale antenne bedrijf
werd uiteindelijk een van de grote landelijke kabelaars er eigenaar van. Digitale TV, HD-TV en allerlei
ICT diensten deden langzamerhand hun intrede. Analoge TV raakte verouderd en in onbruik. De
antennekabel concurreerde met de telefoonkabel maar met de komst van een glasvezelnetwerk
konden opeens ook de meest veeleisende ICT diensten via de telefoonkabel worden aangeboden.
Ei d augustus is daa oo ee alles i ee deal et KPN geslote . Voor de TV boven is een
digitenne abonnement aangeschaft. Dat blijkt niet direct nodig want de al dertig jaar in gebruik
zijnde centrale antennekabel blijft een analoog signaal leveren na afsluiting van het Ziggo account.
De kwaliteit hiervan en de zenderkeuze zijn beperkt zodat uiteindelijk toch de digitenne apparatuur
is geplaatst. Op 20 februari 2014 is de Digitenne apparatuur in werking. De analoge TV antennekabel
is zo niet langer in gebruik en kan op dat moment worden afgekoppeld. Op 11 april is het derde TV
toestel - werkend maar onbruikbaar - naar de kringloop winkel gebracht.
169
(7.2)-Uitbreiding met PV zonnepanelen
In 2014 zijn de zonnepanelen 2 jaar in gebruik. Een mooi moment om een eerste balans op te maken.
De 9 eerst geplaatste PV zonnepanelen leveren ongeveer 1700 kWh per jaar op. Daarvan komt
ongeveer 1000 kWh als teruglevering ten goede aan de vermindering van de elektriciteitsrekening.
Kunnen er nog meer PV zonnepanelen bij ?
Er is op het huis op het dak aan de voorzijde nog plaats voor 3 extra PV zonnepanelen naast de
eerder geplaatste 3. Op het schuine dak aan de zuidkant van de werkplaats passen nog 8 extra
panelen. Er is dan nog een aantal stukken vlak dak over waarop nog meer panelen passen. Het
gunstigst is de veranda waar nog eens 5 panelen op passen. Met een vast steunframe voor de juiste
schuinte zijn die panelen optimaal op de zon te richten. Dat zou het totaal aantal PV zonnepanelen in theorie- op 6+3+6+5+2=22 brengen. Dat aantal is goed voor 22/9*1700= 4155 kWh per jaar, nog
binnen het maximale criterium van 5000 kWh voor de teruglevering tegen standaard tarief.
Extra zonnepanelen zijn niet alleen nuttig als vergroting van het in huis 1938 opgewekte vermogen
en voor de financiële opbrengst via saldering. Ze zijn ook nodig om de elektrische energie voor het
warmtepompsysteem, de warmwatervoorziening en een kookplaat te verschaffen.
Schatting
De metingen van het netto elektriciteitsgebruik laten zien dat de plaatsing van de eerste 9 PV
panelen leidde tot een daling van 2500 naar 600 kWh/jaar. Dat is 211 kWh/per jaar per paneel. De
plaatsing van de eerste warmtepomp zorgde voor een stijging van 600 naar 800 kWh/jaar. Bij een
volgende, tweede, warmtepomp komt er dus ruwweg opnieuw 200 kWh/jaar aan verbruik bij. Voor
de derde warmtepomp is minder nodig, circa 100 kWh/jaar. Om naar een jaargemiddelde van 0 kWh
stroomverbruik te komen is compenseren van het restverbruik met extra PV zonnepanelen de
aangewezen weg. De vraag rijst dan hoeveel extra panelen er nodig zijn.
Voor een bij de tweede warmtepomp in te bouwen warmtepomp boiler bedraagt het jaarverbruik
naar schatting 300 kWh/jaar. Een elektrische kookplaat gebruikt circa 350 kWh/jaar.
December 2015 Op het schuine dak van de werkplaats passen nog 6+2=8 extra panelen.
Op de veranda kunnen er, met een voldoende schuin montageframe, nog eens 5 bij.
170
Dat brengt het totaal aan elektra rest-jaarverbruik op 800+200+100+300+350=1750 kWh/jaar. Dat is
te compenseren met 1750/211=8.3 extra panelen. Het totaal aantal moet dus volgens deze ruwe
schatting minimaal 9 + 8.3 = (naar boven afgerond) 18 zonnepanelen worden. Dit zou betekenen dat
er nog minimaal 9 panelen bij moeten.
Het dak van de werkplaats en de veranda nader beschouwd
Tilt factor en opbrengst
Het dak van de werkplaats ligt vrijwel op het zuiden, het is tussen zuid en zuidzuidwest gericht om
precies te zijn. Het dak op de werkplaats ontvangt voor een groot deel van de dag en het hele jaar
door zonlicht uit alle instralingshoeken tussen de hoogste (61.5 o) en de laagste (14.5 o)
zonnestanden.
Niet alleen direct invallend zonlicht speel een rol, ook diffuus licht van de rest van de hemel koepel
doet mee. Bij mooi helder weer met een blauwe lucht is het bij de horizon lichter dan recht boven bij
het zenit. Bij bewolkt weer is dit effect er niet of zelfs andersom. Hoewel direct zonlicht op een naar
het zuiden gericht paneel in Nederland op 52 graden noorderbreedte in theorie maximaal is bij een
hellingshoek van 90o-52o =38o g ade , le e t de tilt-fa to ij ge iddeld ee o e het jaa ee iets
beter resultaat bij 30o schuinte op. Het garagedak helt tussen 11o en 15o en een zonnepaneel is op
die plaats daarmee nog voor iets meer dan 90% efficient. (Siderea.nl)
De zuidelijke hemel gezien vanaf het dak van de werkplaats. De rode X geeft het mikpunt van de
loodlijn op de zonnepanelen aan. Dit punt valt binnen het 90% efficiency gebied.
171
Obstakels en opbrengst
Vanaf de zonnepanelen gezien is het blikveld niet helemaal ongestoord. De zuidelijke hemel is aan
het begin van het transitie project nog geheel bedekt aan de oostelijke helft door een grote berk.
Nadat die is verwijderd resten nog een paar kleinere bomen aan de westelijke kant die naar schatting
minder dan 5% van het directe zonlicht tegenhouden. Ook het topje van de koepel op de kas geeft bij
lage zonnestand wat schaduw.
Esthetische afweging
Verder is er nog een esthetische overweging. De 3 PV zonnepanelen op het dak van het huis aan de
straatkant ontsieren het jaren 30 huis toch een beetje. Als ze naar de veranda achter verplaatst
zouden worden is het esthetische probleem verholpen. Op de werkplaats en de veranda is het totaal
bereikbare aantal panelen 6+6+5+2=19. (Met een grote constructie aan de andere kant van de nok
zou er zelfs nog een rij van 6 panelen op het dak passen maar dit is technisch niet aantrekkelijk.)
Dat aantal betekent dat er gemiddeld ove het jaa zelfs at e e gie o e is. Een toekomstige
elektrische auto opladen of een straalkachel in de douche in de winter gebruiken voor de uitzonderlijk koude dagen kan daarmee dus ook, terwijl het netto elektriciteitsgebruik per jaar nul blijft.
De overige vlakke dak delen zijn relatief vaak in de schaduw en minder geschikt voor zonnepanelen.
Zo is op het naar het zuiden gerichte dak van de zolder op de uitbouw -in theorie- nog plaats voor PV
panelen. In de wintermaanden is de zonnestand echter zo laag dat dit dak grotendeels in de schaduw
van het huis valt en er weinig opbrengst te verwachten is. Twee vlakke plaat zonnecollectoren voor
warm tapwater zouden dit stukje dakoppervlak in de zomer nog goed kunnen benutten.
Het kan ook heel anders. Een bewegend, zich op de zon richtend, zonnepaneel wordt onder de naam
Smartflower op de markt gebracht. Met een opbrengst van 3200 kWh per jaar voor een aanschaf
bedrag van 13000,- euro is dit wel een erg dure oplossing. (Smartflower.com)
Eind 2015 verschijnt in de pers een eerste bericht over een gerealiseerd zonnedak dat uit dakpannen
met zonnecellen er op bestaat. Pannen en zonnecellen zijn zwart en ook duur. Voor huis 1938 met de
kenmerkende rood-oranje dakpannen biedt dit geen aantrekkelijk alternatief . . .
Verbruiksmetingen
Op 30 november 2016 staat de CV een maand uit en zijn de drie warmtepompen een maand in
bedrijf. De maand november 2016 heeft tamelijk zacht weer gehad maar er was ook een paar keer
nachtvorst. Even aannemend dat deze maand als gemiddelde voor het winterseizoen van 4 maanden
mag gelden en dat de warmtepompen de andere 8 maanden slechts een kwart van het
winterverbruik per maand hebben, ontstaat een volgende iets minder ruwe schatting van het nieuw
te verwachten elektra jaarverbruik. Aflezen van de meterstanden levert een maandverbruik in
november 2016 van 690 kWh. Voor het hele jaar wordt dat met deze aanname dan ongeveer
4x690+8x690/4=2760+1380=4140 kWh/j.
Na meting en registratie over alle maanden van december 2013 t/m november 2015 van de
opbrengst van de 9 zonnepanelen blijkt dat de opbrengst 212 kWh per jaar per zonnepaneel is, dicht
bij de eerste schatting van de opbrengst per paneel van 211 kWh/jaar dus. Om gemiddeld over het
hele jaar energieneutraal te zijn zouden dus 4140/212 = 19.5 afgerond naar 20 zonnepanelen totaal
nodig zijn. Dat zou betekenen dat er nog 11 extra panelen bij moeten. Dit houdt echter nog nog
geen rekening met onzekerheden, nieuwe aanschaf van apparatuur en variaties in de opbrengst als
gevolg van het weer. Hiervoor is toevoegen van 2 extra panelen een oplossing. Toevoegen van 13
panelen op de werkplaats en de veranda zal dus tot ee e e gie- eut aal huis leiden met nog een
172
een kleine overgebleven marge van 10 % voor onzekerheden, meer schaduw effecten en geleidelijke
zonnecel degradatie.
Afweging
Om tot een nul-energie huishouden te komen is uitbreiding naar in elk geval 20 zonnepanelen
noodzakelijk. Er is achter het huis op de werkplaats en veranda plaats voor maximaal slechts 19
panelen. De esthetisch minder fraaie 3 zonnepanelen op het dak aan de voorzijde kunnen dus niet
allemaal naar de werkplaats worden verplaatst zodat ze niet langer vanaf de straat te zien zijn.
Verplaatsen om esthetische redenen zou inhouden dat ul op de ete
iet gehaald zal worden.
Hiervoor is daarom niet gekozen en de 3 panelen op het dak aan de voorkant van het huis blijven dus
zitten.
De uitbreiding naar 19 zonnepanelen op de werkplaats levert totaal 22 panelen op huis 1938 op. Dit
betekent het toevoegen van 13 panelen in het voorjaar van 2016. Het realisatie werk houdt het
volgende in:
-Plaatsen van 13 nieuwe panelen panelen op de werkplaats, in één groep
van 13 panelen waarvan 5 panelen op de veranda op een hoekframe.
-Aanleg van nieuwe bekabeling door de tuin
-Plaatsen van een nieuwe omvormer in de kast onder de trap
-Aansluiten van deze nieuwe omvormer aan de 220 Volt leiding naar de meterkast.
-Koppelen aan de zonnestroom meter zodat van alle panelen de opbrengst in beeld is.
Uitvoering
Op 9 december 2015 wordt, gebaseerd op dit werkplan en na opmeten op het werkplaatsdak, een
offerte aangevraagd bij PTW elektrotechniek voor plaatsing van 13 panelen met de zelfde schuinte,
compleet met ondersteuning, kabels en omvormer. De gewenste realisatie datum is uiterlijk maart
2016.
Na een kleine e-mail wisseling komt op 27 januari 2016 de offerte van PTW voor 13 panelen binnen
en wordt de opdracht verleend. Het geheel gaat 4465,- euro kosten. Levering zal in week 6 gaan
plaatsvinden.
Op de offerte staat dat de panelen zonder schaduw 2400 kWh/jaar gaan opleveren. Dit is minder dan
de voorspelling van 13*212=2756 kWh/jaar uitgaande van de bestaande paneel opbrengst. In totaal
leveren de 9 bestaande en de 13 nieuwe panelen dan naar schatting 9*211+2756=4664 kWh/jaar.
Dit is circa 10% boven de -grof geraamde- behoefte van 4140 kWh/jaar.
Daarmee is het elektriciteitsverbruik gemiddeld over het jaar nul en waarschijnlijk 500 kWh/jaar
negatief geworden. Verbruiksmeting in de jaren na de installatie zal dat moeten uitwijzen. Hierbij is
ook de schaduw van de koepel op de kas en van de omringende bomen van belang.
Die installatie vindt op 12 februari 2016 plaats. Het zonnetje laat zich op deze frisse winterdag even
zien en het werk verloopt vlot. Om 08.00 uur begint PTW met uitladen het en om 15.30 uur is het
geheel van 13 panelen en een nieuwe omvormer in bedrijf gesteld.
173
1
2
3
4
12 februari 2016 - De 13 extra zonnepanelen komen er bij.
1
2
3
4
5
Bevestiging op het pannendak
Bevestiging op het platte dak
De eerste 8 extra panelen zitten er op
Vanuit de tuin zijn ze bijna niet te zien
Instellen van de omvormer onder de trap
5
174
(7.3)-Windgenerator
Wind energie opvangen is in principe aantrekkelijk omdat het soms ook s a hts aait als PV
zonnepanelen geen stroom leveren.
Op de dakkapel bij de nok van het dak is de beste plaats voor iets dat windenergie op vangt. Wat zou
dat iets kunnen zijn?
Een zoektocht op het internet levert een groot aantal soorten en uitvoeringen van windgeneratoren
op. Ze zijn in drie hoofdgroepen in te delen: horizontale as-, verticale as- en overige typen.
Horizontale as
De windmolens met horizontale as zijn het bekendst. De klassieke Hollandse molens bij Kinderdijk
zijn wereldberoemd. Ook de Amerikaanse veelbladige windmolen is een klassieker. De windmolens
met een horizontale as zijn inmiddels tot een grote familie uitgegroeid. Ze zijn er zowel heel klein, op
bijvoorbeeld een caravan of een plezierboot , als heel groot, in de windmolenparken voor de
Noo dzeekust. )e zij e et ee o e t ato i g, de du ted fa s , e
et e hte of gek o de
lade zoals de Loop i g e de Wi d all . )e zij e ook als s hoepe i ee to o ige
opstelli g, zoals de Wi dpod e ze kunnen alleen of met heel veel stuks tegelijk werken zoals in de
A a of “e pe t o e .
Verticale as
De tonvorm met schoepen, de Savonius rotor, is veel toegepast op schoorstenen en op ventilatie
punten. Ze zijn er in kleine, zoals de Aspiromatic , en grote uitvoeringen. Ze kunnen in bol- en
cilinder vorm zijn uitgevoerd. Het nog niet gebouwde Maglev concept ontwerp heeft een nagenoeg
cilindrische rotor die hoger is dan de Domtoren in Utrecht. De groep windgenerators met verticale as
is in de loop der jaren uitgebreid met twee of meerbladige Darrieus rotors, met fraai gekromde
Helix schoepen, met spiraalbladen en met tijdens het draaien bewegende schoepen.
Overige typen
De wind kan op alles wat in de luchtstroom staat een kracht uitoefenen. Zo kan een gespannen
draad gaan trillen, een aan een veer gemonteerd vaantje gaan slingeren, een lange paal kan heen en
weer gaan buigen en op het oppervlak van omstroomde objecten kunnen wisselende krachten
optreden. Ook kan een windgenerator hoog in de lucht aan een ballon of een vlieger worden
bevestigd. Er zijn zelfs ontwerpen waarbij een ballon door de wind gaat draaien om zijn as.
Windgenerator en huis 1938
Met 1 of 2 kleine windgeneratoren op een paal op of het dak zou - in theorie - tot 1000 kWh per jaar
te oogsten zijn. De opbrengst hangt van de grootte van de generator en van de plaats waar hij staat
af. Er zijn bij huis 1938 een paar belangrijke beperkingen. De eerste is dat huis 1938 gelegen is in een
woonwijk met veel bomen in het wind-arme midden van het land. Een windgenerator in stedelijk
gebied stuit verder op rijksoverheid beleid, op hinder voor omwonenden, op sterkte problemen van
het dak, op trillingen in huis, op vergunning problemen en op een beperkte effectiviteit.
(www.milieucentraal.nl) Aan de genoemde beperkingen wordt gewerkt. Zo hebben de TU Eindhoven
en enkele particuliere bedrijven een met het dak geïntegreerd windgenerator concept ontwikkeld.
(irwes.com, 2013) Het principe lijkt aan een groot deel van de bezwaren tegemoet te komen. Het is
wellicht ook toepasbaar voor bestaande woningen. In mei 2015 lees ik in de krant dat er windmolens
zonder wieken mogelijk zijn !
175
Afweging
Interessant maar nadeel bij al die vormen is wel de aa tasti g a het ja e de tig uite lijk bij huis
1938. Enkele gemeenten zijn bezig met onderzoek hoe een vergunningenbeleid te ontwikkelen. Ook
bedrijven zijn bezig met ontwikkelen van windturbines die passen bij particuliere woningen.
(agentschap.nl/duurzame energie in uw woning) Zelfs in hout worden nieuwe rotorbladen
ontwikkeld. (EAZ Wind, 2015) Als kleine windmolens op prijs-prestatie niveau getest worden is hun
opbrengst teleurstellend. Men stelt zelfs de vraag of ze daadwerkelijk een bijdrage aan verbetering
van het milieu leveren. (Lowtech Magazine.be) Een overzicht van windmolenprestaties voor
verschillende typen laat zien dat zelfs bij de nieuwste ontwikkeling, de manshoge LIAM Urban
Windturbine, die opbrengst tot circa 1200 kWh opbrengst per jaar bij 5 m/s gemiddelde
windsnelheid beperkt blijft. (dgem.nl) Voor huis 1938 is de jaargemiddelde windsnelheid in de
periode 1981-2010 echter minder dan 3.5 m/s (klimaatatlas.nl) Een windgenerator is voor huis 1938
dus niet aantrekkelijk en valt daarmee voor dit transitieproject af.
(7.4)-Systeem stroomregelaar
Huis 1938 elektriciteit komt na installatie van zonnepanelen deels uit eigen productie en deels van
het 220 Volt net. Dat blijft zelfs zo als er gemiddeld meer energie wordt opgewekt dan dat er
verbruikt wordt. Vanwege het wisselende energiegebruik en het fluctuerende geproduceerde
vermogen is deze koppeling aan het 220 Volt net dus technisch nodig. Koppeling met het net is ook
financieel nodig want voor een vergoeding voor de aan de nutsvoorziening terug geleverde energie
moet aan de voorwaarden voor saldering worden voldaan.
Een van die voorwaarden is dat er niet meer dan een bepaalde hoeveelheid wordt teruggeleverd.
Ee a de e oo aa de is dat het o g id-tied i e te s het geï stallee de t pe o o e s
gaat. Als het 220 Volt net uitvalt schakelen deze omvormers automatisch uit. Er is dan geen stroom
meer terwijl de energievraag in huis 1938 onverminderd aanwezig is en de opwekking van elektrische
energie vanuit de eigen zonnepanelen eveneens beschikbaar blijft. Dit is een onbevredigende situatie
die bij het zeer betrouwbare 220 Volt net in Nederland overigens gelukkig maar gemiddeld 30
minuten per jaar voorkomt. (Netbeheer Nederland, 2013)
De omvormers zijn om veiligheidsredenen nu verplicht zo geschakeld. Een monteur die aan het
uitgevallen 220 Volt net werkt zou door toch doorgeleverde zonnestroom elektrocutiegevaar lopen.
Het huis1938 elektrisch systeem is geheel gescheiden van de zonnestroom opwekking. Als het net
weer opkomt gaan de omvormers weer aan. Andersom werkt het anders: als er een stop van een
groep doorbrandt of de aardlekschakelaar schakelt het hele huis 1938 systeem uit zullen de
omvormers op zonnestroom ongehinderd doordraaien. De daar op aangesloten energie opwekkers
leveren in dat geval gewoon door omdat hu g id-tied- o e te s og steeds
Volt/ Hz
binnen krijgen.
Noodstroom voorziening
De eerste vraag is of doorleveren vanuit PV zonnepanelen ook bij 220 Volt net uitval -binnen de
geldende regels geheel of gedeeltelijk- toch kan, bijvoorbeeld via een apart noodstroom circuit.
Het lijkt immers technisch mogelijk om de opgewekte gelijkspanning vanuit de zonnepanelen af te
takken vóór de ingang van de omvormers. Dit aftakken kan automatisch in werking treden via een
schakelaar die reageert op het uitvallen van het 220 Volt net. Omgekeerd moet bij weer opkomen
van het 220 Volt net deze aftakking weer worden beëindigd.
176
Er ontstaat bij dit doorleveren echter ook een nieuw soort situatie. De fluctuerende energie
opwekking moet aan de momentane energievraag in huis 1938 voldoen. Er is niet altijd meer een
oneindig groot net beschikbaar waar surplus energie altijd naar toe kan. Afschakelen van een deel
van de opwekking of het surplus naar een energie opslag leiden is dan nodig. Als de vraag groter is
dan het opgewekte vermogen moet het tekort ergens vandaan komen. Dat kan bijvoorbeeld uit een
energie opslag in de vorm van een accubank of vanuit een (bijvoorbeeld op bio-diesel lopend)
noodstroom aggregaat komen. Deze gecompliceerde, snel en automatisch uit te voeren taken maken
ee soo t s stee st oo egelaa odig. Dit regelaar concept wordt niet voor particuliere
woningen mee geleverd door de energiemaatschappijen of door zonnepaneel installateurs.
Met een dergelijke regelaar zou een noodstroom voorziening technisch wel mogelijk zijn. De regelaar
kan op verschillende manieren worden ontworpen: heel basaal op basis van gelijkspanning of, wat
gecompliceerder, op basis van wisselspanning.
Een experimentele opstelling op vakantiepark Bronsbergen door energieleverancier Liander heeft
late zie dat de o i atie a opslag i a u s e op ekki g et PV zo epa ele tot ee
autonoom werkende lokale elektriciteitsvoorziening kan leiden. Op een schaal die aanmerkelijk
groter is dan die van een enkel huishouden blijkt het goed mogelijk om een lokaal 220 Volt netwerk
zowel autonoom als aan het landelijk net gekoppeld te laten functioneren. Bij uitval van het landelijk
net blijft het lokale net gedurende een bepaalde tijd in de lucht. Bij hervatten van stroom levering op
landelijk niveau koppelt het lokale net weer veilig aan. (Liander.nl)
Ook op de schaal van een enkel huishouden is het mogelijk. Aan de uitgang van de daarvoor meest
geschikte zonnepanelen, ofwel aan de ingang van hun omvormer, is een extra aansluiting te maken
die de opgewekte gelijkspanning aftakt.
Noodcircuit 220 Volt wisselspanning
In een 220 Volt noodcircuit op zonnestroom is een autonome omvormer noodzakelijk. Die maakt 220
Volt, 50 Hz van de opgewekte zonnepaneel gelijkspanning zoals in de normale situatie de g id-tiedi e te s dat ook doen. Het probleem is hier dat de 50 Hz van dit noodcircuit niet synchroon loopt
met het 220 Volt net en dat apparatuur dus niet veilig tegelijkertijd aan zowel het 220 Volt systeem
in huis 1938 als aan een dergelijk apart 220 Volt noodcircuit gekoppeld kan zijn. Dat betekent dat bij
uitval van het 220 Volt net bijvoorbeeld op het niveau van een hele groep naar het noodcircuit moet
worden omgeschakeld. Ook dit kan in principe met behulp van een enkele schakelaar worden
gedaan. Ook bij het weer opkomen van het 220 Volt net moet de schakelaar van een dergelijke
groep weer teruggezet worden. Hiermee blijven de twee net- en nood-220 Volt voorzieningen steeds
gescheiden. Automatiseren van de schakelaar via een relais schakeling is mogelijk.
Eenvoudiger is het om het noodcircuit als applia e of el ge uike handmatig aan een 12V-220V
omvormer/accubank systeem of een aan een noodaggregaat te koppelen. Als een groep zo
omgestoken wordt van het 220 Volt net naar het 220Volt noodcircuit is er altijd een volledige
elektrische scheiding. Apparaten kunnen aan beide circuits (het 220 Volt net en het 220 Volt
noodcircuit) aangesloten worden maar niet tegelijkertijd met beide circuits verbonden zijn.
Een accubank kan via het 220 Volt net steeds in opgeladen toestand worden gehouden. Het
noodsysteem tapt dan na uitval van het 220 Volt net de gelijkstroom af van de accubank en middels
een aparte omvormer levert het 220 Volt aan het aparte 220 Volt noodcircuit. Dit zou met stekkerdozen en kabels in een aparte kleur -bijvoorbeeld blauw- kunnen worden uitgevoerd. Nadeel van
deze handmatige omschakeling is dat hij traag verloopt en dat de stroomvoorziening dus wel degelijk
even hapert.
177
Bij gevoelige ICT apparatuur is een piek- en dip-loze overgang bij netstroom uitval belangrijk.
Hiervoor is een heel snelle overname nodig met een uninterruptible power supply (UPS) die de tijd,
nodig voor het opstarten van een (biodiesel) noodaggregaat of voor het veilig uitschakelen van ICT
apparatuur, o e ugt. I de ha del zij alle lei ate e soo te
o- eak po e supplies
beschikbaar die op apparaat niveau of voor het hele huis in te zetten zijn. Dit is verder niet uitgezocht
omdat er geen gevoelige apparatuur is die tot schade door net-uitval kan leiden in huis 1938.
Daarmee valt dit aspect buiten de doelstelling van het huis 1938 transitieproject.
Ook als bij net uitval de zon niet schijnt is een accubank als energiebron voor een beperkte tijdsduur
een logische volgende stap. Als er te weinig of geen energie vanuit de zonnepanelen beschikbaar is
zal een autonome omvormer via het noodcircuit niet genoeg stroom leveren. Om dan het tekort aan
vermogen ergens vandaan te kunnen betrekken is een accubank of, vanwege lawaai minder
aantrekkelijk, maar wel langer inzetbaar, een noodaggregaat nodig, bijvoorbeeld op biodiesel.
(welke-kiezen-kopen.nl) Op benzine en geluidsarm kan het ook, de Powermate PMI 2000 (2kW) kost
765,- Euro en de Honda EU10i (1 kW) kost 965,- Euro. (gentec.nl)
Noodcircuit gelijkspanning
Een gelijkspanning noodcircuit dat betrouwbaar werkt kan het best ook aan een accubank worden
gekoppeld en niet rechtstreeks aan de PV zonnepanelen. Een accubank kan alleen speciaal daarvoor
geschikte apparatuur veilig rechtstreeks van gelijkspanning voorzien.
Dit gelijkspanningsysteem heeft voor huis 1938 niet de voorkeur hoewel het eenvoudig is en kan
beginnen als een 220 volt laad apparaat, verbonden aan een 24 Volts accubank. Aan een klein
gelijkspanning noodstroom circuit kunnen alleen speciaal daarvoor geschikte apparaten worden
aangesloten. Dat zou betekenen dat er van elk aan te sluiten apparaat naast een 220 Volt exemplaar
ook een 24 Volts uitvoering in huis 1938 aangeschaft moet worden.
Autarkisch systeem
De grootste uitdaging voor een volledig zelfstandig, ook wel Autarkisch systeem genoemde
stroomvoorziening is om bronnen en verbruikers in huis 1938 goed te reguleren. Zonnepanelen en
een bio-diesel aggregaat zijn de bronnen en de huis1938 installatie en de accu-bank energie opslag
zijn verbruikers. Dergelijke systemen zijn op de markt verkrijgbaar en vinden hun weg naar caravans,
campers, vakantiehuisjes en afgelegen woningen.
Het gedrag van de bewoners iseen zeer belangrijke factor bij het welslagen hiervan. Onder andere in
de Ea thship t pe o i ge is dit uitge eid ep oefd. Bij huis 1938 is autarkie niet het doel
o dat ee koppeli g aa ee g id duu za e is. (Rotmans, 2012)
Regionaal of lokaal systeem
De g id geda hte houdt i deze ase stud oo lopig in dat huis 1938 aan het landelijke 220 Volt
net gekoppeld blijft. In de nabije toekomst zou dat een regionaal, lokaal of zelfs nog kleinere
ge iedjes, ij oo eeld ee st aat, et ee eige g id ku e leide . TNO heeft het
Powermatcher concept hiervoor ontwikkeld en experimenteert er mee in Groningen. (TNO.nl, 2014)
Dit systeem reguleert de bronnen en verbruikers in huis en stemt af op de omstandigheden in het
lokale g id . Dit o ept e eist ee s a t-g id aa i ook o ge i gsfa to e
ee eschouwd
worden. (Cecati, 2011)
Een conclusie over een systeem stroomregelaar is niet zinvol zonder de mogelijkheden voor
energieopslag nader te verkennen. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.
178
(7.5)-Energieopslag systeem
Er zijn diverse manieren van energie opslag denkbaar. Zo is een voorraad aanleggen van fossiele
brandstof een vorm van energieopslag. Niet alleen brandstof, ook warmte, beweging, druk of
elektriciteit die duurzaam wordt gemaakt zou zelf kunnen worden opgeslagen. Er zijn dus veel
soorten energie opslag die in een enkel huishouden zouden kunnen passen.
Brandstof
Eenvoudig zou de opslag van bio-diesel zijn, maar ook duurzaam gewonnen brandbaar gas is
denkbaar. Met overtollige zonnestroom en CO2 gemaakt of uit een vergistingsinstallatie opgewekt
methaangas is ook denkbaar. Gewone benzine kan ook maar is niet duurzaam. Bio-ethanol als
brandstof ligt technisch moeilijker en is twijfelachtig als het op duurzaamheid aankomt.
Mechanisch
Opgeslagen energie in een perslucht tank is als aandrijving voor een mechanisch apparaat direct
inzetbaar. Uit een vliegwiel kan dat ook.
Warmte
Warmte kan in de bodem worden opgeslagen, koude ook. Dit biedt grootschalig, in bijvoorbeeld een
woonwijk of een terrein met kassen, goede mogelijkheden om warmte uit de zomer in de winter te
benutten, en andersom ook koude van de winter in de zomer.
Warmte kan ook kleinschalig i ee phase- ha ge ate iaal e aa d o de . (Khudair et al, 2004)
(Tyagi et al, 2007) Er zijn zoutbuffers in de handel waarin warmte aan- of afvoer een fase
verandering veroorzaakt: smelten of stollen en de daarbij horende warmte. Deze fysische omzetting
van de stof gebeurt rondom 23 graden Celsius, een handige temperatuur in een woning.
Met een chemische omzetting en de reactiewarmte kan het ook. Een systeem ter grootte van 5 m3
met magnesiumchloride-hydraat zou seizoensopslag op de schaal van 1 huishouden mogelijk moeten
kunnen maken. Er is een enkele tientallen m2 g oot zo e olle to oppe lak ij odig aa ee s
zomers de warmte opslag gevuld wordt. De ontwikkeling verkeert in 2010 nog in de laboratorium
fase. (Brunner, 2010)
Op 3 oktober 2014 haalden twee Lichtenvoordense broers het NOS journaal met een phase change /
warmtepomp / zonnecollector concept dat ze in bestaande kruipruimten van woningen kunnen
plaatsen. De gasrekening kan in veel huishoudens naar nul , betogen ze, als voor 15000,- euro een 5
m3 groot systeem wordt aangeschaft. (solarww.nl) Ironisch genoeg is dat moment enkele weken na
het vervallen van de kruipruimte in huis 1938 ten gunste van een geïsoleerde betonvloer met
vloerverwarming bedoeld voor aansluiting op warmtepomp nummer 2.
Elektrisch
Elektrische energie in de vorm van lading in een condensator ee apa ito a k is direct
beschikbaar. I
o-break power supplies ge uikt e ze o de ee ste seconden tot minuten te
overbruggen tot een noodaggregaat aangaat.
Deze soort opslag is, net als de mechanisch opgeslagen energie in een snel draaiend vliegwiel met
een dynamo, vooral geschikt voor onmiddellijke en kortdurende energie teruglevering.
(Energieleveranciers.nl)
179
Potentiele energie
Water, opgepompt tegen de zwaartekracht in naar een hoog gelegen plaats, gebruikt men als een
g oots halige a ie a e e gie opslag. Deze u pote tiele e e gie moet eerst weer via een
turbinegenerator in een waterkrachtcentrale naar elektriciteit omgezet worden om hem in te kunnen
zetten. Deze vorm is aantrekkelijk voor een elektriciteitsnet in een aantal landen met een
gezamenlijk net. Op de schaal van een enkele woning kan dit in principe, weliswaar kortdurend, maar
toch ook worden toegepast. Er zijn kleine turbines te koop maar die zijn het best in te zetten in een
stromende beek of rivier. (Microhydropower.com) De meeste woningen in Nederland zijn niet aan
een beekje gelegen. In praktijk zou opslaan van potentiele energie in water leiden tot het oppompen
naar een tank bovenin een soort watertoren in de achtertuin. In Macapa, Noord Brazilië, is zo
watertoren – overigens alleen voor watervoorziening bedoeld – normaal in het straatbeeld, zo bleek
uit de virtuele wandeling. Dit heeft ook nadelen. Water heeft al gauw een groot gewicht en kan bij
lekkage veel schade aanrichten. Een grote tank binnen op zolder is dus niet zonder meer veilig. Maar
is dat oppompen wel een bruikbaar idee?
Stel, het is toegestaan om met een klein windmolentje geheel duurzaam wat regenwater naar
omhoog te pompen, hoeveel kWh is dan uit 1 m3 opgepompt water in een bak op bijvoorbeeld 5
meter hoogte te winnen? De potentiele met een turbine te winnen energie bedraagt bij benadering:
Epot= f. M.g.H
Hierin is:
M
massa, hier 1000 kg.
g
versnelling van de zwaartekracht, 9.81 m/s2
H
valhoogte, hier 5 m.
f
rendementsfactor, hier 0.75 voor een turbine (Sonneveld et al, 2011)
De wind-watertoren in de achtertuin kan dus opleveren: 0.75*1000*9.81*5=36788 kg.m2/s2.
Deze 36788 Joule is omgerekend met 1 kWh=3600 kJ gelijkwaardig met 0.01 kWh aan terugwinbare
elektrische energie, ofwel een uur lang 10 Watt. Dit is een teleurstellend kleine hoeveelheid energie,
zeker in verhouding tot de in te zetten middelen.
Voor een woning is opslaan van energie pas zinvol als het openbare 220 Volt net de ter plaatse
opgewekte surplus stroom niet zou kunnen opnemen of bij net uitval de eigen opwekking te kort
schiet. Tekort aan energie is vanuit een dergelijke opslag binnen de woning aan te vullen. Surplus
energie zal naar een opslagvoorziening in huis moeten worden geleid of de opwekking moet worden
gestopt.
Waterstof
‘ifki s ate stof e o o ie oorziet ook in decentrale opslag van energie. Het vullen van een
waterstoftank gebeurt in zijn visie langs de weg van de elektrolyse, een techniek die al lang bekend
is. (Quakernaat,1992) De wetenschappelijke speurtocht naar de ideale katalysator bij het splitsen
van water in H2 en O2 met opgewekte wind- en zonnestroom loopt echter nog (Hoed, 2008), net als
de zoektocht naar de beste opslagvorm voor mobiel transport. (DOE-EERE, 2013) Waterstof winnen
uit een elektrolyse proces op zonne energie is mogelijk maar duur. De waterstof technologie biedt
(nu nog) geen geschikte mogelijkheden voor particuliere huishoudens.
Chemisch - Accu batterij
Een ontwerp met accubatterijen lijkt voorlopig de enige haalbare en praktische mogelijkheid in een
woning. Gebaseerd op de geda hte dat het huis aa ee g id e o de zou oete lij e zal het
180
ontwerp van een decentrale opslag van elektrische energie rekening met het 220 Volt net moeten
houden. Dat kan op verschillende manieren met chemische stoffen in accu batterijen.
Een mogelijke uitvoering van een g id-tied aa het
Volt et dus opslag voorziening et a u s
bestaat uit vier delen:
A-een laadregelaar
Ee epaalde soo t a u s die t op ee epaalde ijze te o de opgelade . Als de e e gie opslag
vol raakt zal de laadstroomregelaar de energietoevoer stoppen. Een ruwe dimensionering voor huis
1938 leidt tot een benodigde capaciteit van circa 500 Ampere uur. Met bijvoorbeeld de Samlex 80
Ampère automatische lader geschikt vanaf 400 Ah van Samlex kan een geschikte AGM accubank
worden opgeladen met 14.8 volt laadspanning.
B-een accubank
De accubank bestaat bijvoorbeeld uit 4 stuks MT-AGM 120 MT 12 volt accubatterijen van fabrikant
AGM leverbaar via Mobilenergy a 120 Ah per stuk in parallelschakeling. Zo is er 480 Ah capaciteit
beschikbaar waarmee het volledige elektriciteit gebruik in huis 1938 gedurende ongeveer 12 uur
achtereen te leveren is.
C-een autonome omvormer
Een omvormer zoals bijvoorbeeld de HQ 12V Zuivere sinus Omvormer, 2000/2200W van
Mobilenergy zet de geleverde 12 Volt uit de accubank om in 220 Volt/50Hz wisselspanning. Met dit
apparaat kan 2000 Watt continu worden geleverd.
D-een gescheiden 220 Volt noodstroom circuit aan de uitgang van de omvormer
Met aparte bekabeling en stekkerdozen in een afwijkende kleur is hier veilig mee om te gaan.
Voor huis 1938 zou uiteindelijk kunnen worden gekozen voor een accu-laadbank als energie opslag
die een 24 Volts gelijkspannings noodcircuit een bepaalde tijd kan voeden. Omdat de 220 Volt net
spanning gemiddeld slechts 30 minuten per jaar uit valt volstaat enkele uren als maximaal benodigde
tijdsduur voor werking van het noodcircuit.
Ontwikkelingen
Midden november 2014 haalt een 100 jaar oud batterij ontwerp van Edison, de Nikkel-ijzer batterij,
het NOS journaal. Bij de TU Delft werken onderzoekers aan een verbeterde versie daarvan omdat dit
type batterij een lange levensduur en een korte laadtijd heeft en uit goed verkrijgbare materialen
bestaat. Tusse
e
e de elekt is he auto s gemaakt door de Detroit Electric Car
Company die van dit type batterij voorzien waren. Tegenwoordig importeert men ze uit China van
het fabricaat Changhong uit Sichuan. (stafco.be)
In december 2014 zorgt de Duitse nutsgigant Eon voor wereldnieuws. Het bedrijf gaat zich opdelen in
twee stukken: een met de oude kolen- en kerncentrales en een met duurzame energie. (Visser, 2014)
Begin mei 2015 staat in de krant dat Tesla met een combinatie van oplaadbare batterijen en een
soort systeemregelaar op de markt gaat komen. De ze Po e all e at ee Lithiu -ion accu en
levert tot 10 kWh voor 3500 dollar. De opslagcapaciteit is genoeg voor ongeveer een dag en het
systeem bevat ook een soort systeemregelaar functie. Op 21 december 2015 meldt het NOS journaal
dat Eneco dit product in vanaf begin 2016 in een 7 kWh uitvoering op de markt zal brengen in
181
Nederland. In één adem wordt brandgevaar genoemd. Een kortsluiting of oververhittingkan leiden
tot een moeilijk te blussen brand of zelfs explosie. Toch maar buiten het huis omringd door stenen
muren plaatsen dus . . .
Afweging
Het o ept a de Po e all is ook et a de e t pe a u atte ije te ealise e . De aag is of
elektriciteitsmaatschappijen dit centraal moeten aanbieden of dat miljoenen huishoudens dit
decentraal zouden moeten doen. Het lijkt op het eerste gezicht een goed idee om in elk huis een
eigen opslag te maken. Het maakt afsluiten van het net voor de meeste huis eigenaren helaas niet
mogelijk want in een bebouwde kom zijn geen windmolen toegelaten en in de winter is er ook geen
eigen energie opwekking met zonnepanelen beschikbaar. Opslag van bijvoorbeeld een maand
stroombehoefte vergt vele kubieke meters accu per woning en ligt daarmee ver buiten de praktische
mogelijkheden. Dat betekent dat behoefte aan de aanschaf van miljoenen noodaggregaten, om
decentraal ook in de donkere winter periode zelf energie te kunnen maken, gaat ontstaan.
Het centrale concept lijkt toch aantrekkelijker. Al die miljoenen noodaggregaten en voor
consumenten ontworpen omkastingen kunnen vervallen als de centrale de opslag op industriele
schaal aanpakt. Het grillige verbruiksgedrag zou zo zelfs beter hanteerbaar voor de netbeheerder
zijn, immers een opslag kan sneller bijspringen dan dat een centrale bijgeschakeld kan worden. Het
bestaansrecht van elektriciteitsleveranciers zou wel eens aan deze vorm van centrale energie opslag
verbonden kunnen zijn. Deze problematiek is niet binnen het kader van deze transitie in huis 1938
nader te analyseren, laat staan op te lossen.
Als centraal realiseren van energie in de toekomst opslag concreter vorm gaat krijgen is aanschaffen
van een opslagvoorziening niet zinvol. Ook niet vanuit de gedachte om stroomverbruik binnen een
et aal te egalise e . Als de e t aal opslaa
ee i z a g aakt en centraal opslaan niet wordt
ontwikkeld zou de opslag in de accu van een elektrische auto via de laadpaal in de tuin de voorkeur
hebben. Dat zou betekenen dat -hoe dan ook- op korte termijn de aanschaf van een accubatterij nog
niet verstandig lijkt.
De overweging dat het huishouden in huis 1938 steeds kwetsbaarder voor stroomuitval is, leidt tot
de wens om wel een eigen 220 Volt noodstroom voorziening te maken. Die is alleen geheel
gescheiden van de bestaande 220 Volt net gebonden installatie te realiseren en zou een aggregaat
moeten bevatten. Dit 220 Volt noodstroom circuit zou vanwege de veiligheid aparte bekabeling en
stekkerdozen in bijvoorbeel d een rode kleur moeten krijgen. Alleen de hoogst noodzakelijke
apparatuur zou aangesloten mogen worden. Welke functies dat betreft is in te zien met behulp van
het volgende tabelletje. Bij toenemende tijdsduur worden steeds meer functies kritisch. Het
tabelletje is gemaakt voor het slechtste geval: een koude en donkere winter avond.
Tijdsduur stroom uitval
Verlichting
Telecom, ICT, opladen
Radio/TV
Koelkast
Verwarming
Koken, douchen, wassen
Overige functies
1min
1uur
1dagdeel
x[kaarsen]
x[batterijen]
x
x
x
- - - - - ->
182
1etmaal
1week
_
x[alternatieven]
x[alternatieven]
Een noodstroom circuit zou dus - na de kaarsen en na leegraken van de batterijen – het best voor
noodverlichting en voor oplaadpunten kunnen zorgen. Ook telecom, ICT, radio en TV zijn na vrij korte
tijd van belang. Daarna volgen koelkast en tenslotte verwarming. Beiden leiden binnen een dag tot
problemen. Een koelkast is nog wel op een klein noodcircuit aan te sluiten maar bij de 3
warmtepompsystemen is dat minder gemakkelijk. Die hebben eigen groepen en vooral een groot
stroomverbruik. Een oplossing zou zijn om alleen de 1e warmtepomp op een noodcircuit te laten
werken. Zo niet dan ontbreekt een snel inzetbaar duurzaam alternatief voor de verwarming.
Alternatieven zoals een houtkachel of een propaangas kachel zijn bij het begin van de transitie in
2012 niet aanwezig in huis 1938. Voor andere functies zoals koken, douchen en wassen is
noodstroom niet nodig omdat er alternatieven voor het maken van warm water voorhanden zijn
zoals koken op een kampeer gasstel. Dit heeft wel het veroorzaken van meer CO2 als nadeel.
Aggregaten hebben dat ook hoewel bij de keuze van brandstof nog onderscheid naar de mate waarin
dat een klimaatinvloed heeft mogelijk is.
Aggregaten voor de consumentenmarkt leveren van 1000 tot 8500 Watt continu vermogen,
afhankelijk van hun grootte en uitvoering. Bij gebruik van een noodstroom circuit is voor 10 LED
lichtpunten, 2 batterijladers en de TV aan, na stroom uitval op de bewuste koude winteravond, het
stroomverbruik af te bakenen op minder dan 200 Watt. (Zie bijlage 1) Voor de onderdelen van
warmtepomp WP-1 is een elektrisch vermogen van circa 3000 Watt opgegeven in de technische
documentatie van de leverancier Toshiba. Dat zou betekenen dat een noodaggregaat voor huis 1938
tot circa 4000 Watt totaal zou moeten kunnen leveren. Een geschikt type zou hier bijvoorbeeld de
Yanmar GP4500 (Diesel) zijn die in de handel is voor 2900,- Euro. Ook geschikt zou de SDMO HX
4000 (Benzine) zijn die 1050,- Euro kost.(gentec.nl)
Conclusie: Dit project is niet direct nodig, is relatief duur in verhouding tot de mogelijke gevolgen van
de huidige geringe stroom uitval in Nederland en heeft weinig met duurzaamheid van doen.
Realisatie
Omdat een noodcircuit met voldoende vermogen voor verwarmen niet direct nodig blijkt is als
volgend doel het beschikbaar hebben van noodverlichting mogelijk wel haalbaar. Dat kan eenvoudig,
duurzaam en goedkoop. De oplossing bestaat dan uit een aantal (zak)lampen met LED lampjes met
oplaadbare batterijen. In 2016 aan het eind van de transitie zijn ze er.
(7.6)-Autolaadpunt plaatsen
Het ontwerp van het elektrisch systeem moet op termijn met een autolaadpunt uit te breiden zijn.
Helemaal zeker is de noodzaak daarvan nog niet aa elekt is he auto s zij duidelijk i op a s.
Elekt is he auto s zij e al la g, in 1835 reden ze voor het eerst. De motor werkte dankzij accu s
waarin de elektrische energie was opgeslagen.
Opladen
De a u s oete opgelade zij oo dat zo auto te ge uike is. Een paal met een laadsnoer in
de voortuin, voldoende dicht bij de elektrische auto om die langdurig op te kunnen laden is daarvoor
nodig. Wanneer het alleen om auto batterijen opladen gaat is het laadpunt ee si pele applia e
waarvan de stekker in het stopcontact kan worden gedaan.
183
De ontwikkelingen op het gebied van laadmethodes (mode 2 via het 220 Volt stopcontact, mode 3
opladen met krachtstroom met control pin en omvormer en mode 4 met gelijkspanning snel laden),
stekkers (Mennekes, CHAdeMO, Combo) met laadtijden variërend tussen 0.5 en 11 uur hebben nog
niet tot een uniforme standaard geleid. (Nederlandelektrisch.nl)
Accu wisselen
Veel sneller da oplade werkt een accu-wisselsysteem, ook dat concept bestaat al lang. Als de
i f ast u tuu oo elekt is he auto s daa op ge asee d zou o de is e gee laadpaal i de
voortuin noodzakelijk. Wisselen zou dan gemakkelijker bij e-tankstations plaats kunnen vinden. In
eed e oo het ee st ee elekt is he t a
et looda u s tusse De Haag e “ he e i ge .
Al in 1904 werd om bedrijfseconomische redenen een bovenleiding aangelegd. (Donselaar et al,
1994) De geschiedenis lijkt zich hier te herhalen want, net als rond 1900, lijkt ook nu het accu-wissel
concept niet voldoende aan te slaan. Het op Schiphol in 2012 gevestigde en door de EU mede
gefinancierde Battery Switch “tatio oo elekt is he ta i s (BetterPlace.com) ging in al in 2013
failliet. (Duurzaambedrijfsleven.nl) Behal e a u s issele lijkt er ook nog een verwisseling van
alleen de accuvloeistof mogelijk. De ontwikkelingen van deze nieuwe flow-accu zijn echter nog niet
zo ver gevorderd dat er een product rijp is voor de markt. (Fraunhofer.de) Bij huis de accu opladen
lijkt voorlopig dus een goede strategische keuze.
De auto als opslag voor energie
Andersom kan het ook. Als in de auto een H2 (waterstof) gas brandstofcel zit kan de auto het huis
van stroom voorzien. Hiervoor is er een extra omvormer nodig die, net als bij zonnepanelen,
gesynchroniseerd 220 Volt aan het systeem in huis aflevert. Dit concept is al op de STER reclame te
zien, maar het vergt voor toepassing in huis 1938 nog nader onderzoek. Er loopt wel een praktijktest
in Lochem en er zijn plannen voor een grotere test in Amsterdam. (Trouw, 14 mei 2014) In de
Ut e htse ijk Lo ok staa e al t i tig: etou pale . (energieleveranciers.nl)
Er is nog een collectief aspect aan ook: als het mooi weer is komt er veel te veel elektrische zonneenergie in het 220 Volt net terecht. Er is nog geen collectieve opslag voor zonne-energie en windenergie aan het net. De grootste in theorie nu beschikbare opslagcapaciteit van dit moment zijn de
auto a u s a de ee da 7.7 iljoe auto s i Nede la d (Beuningen et al, 2012). De elektrische
auto kan zo dus een toekomstige oplossing voor het opslaan van surplus opgewekte decentrale
zonne- en wind stroom zijn. In dit geval moet de laadpaal geschikt zijn voor twee richtingsverkeer.
Het huis en de auto zouden elkaar zo afwisselend van stroom kunnen voorzien. Bij huis 1938 is dit
tijdens de transitie nog niet aan de orde maar de mogelijkheden moeten open blijven.
De zonne-auto
Op zelf met zonnepanelen opgewekte stroom autorijden geeft een grote duurzaamheidswinst.
Minder benzine, minder CO2 uitstoot en lagere kosten maken dit een aantrekkelijke ontwikkeling.
Een voertuig met zonnepanelen er boven op dat geen laadpaal nodig heeft zou het ideaal zijn. De
Nederlandse inzendingen voor de wedstrijden met voertuigen op zonne energie laten al meer dan 10
jaar zien dat dit goed mogelijk is. De NUON/TU Delft teams gooien hoge ogen. (Nuon.com, 8-8-2013)
Het kan ook kleinschalig : in Spakenburg rijdt sinds 2012 een elektrische tuktuk op zonne energie
rond. (Rtvutrecht.nl 2 aug 2012) Decentraal, bij huis, de accu opladen met zonnestroom lijkt dus
zowel om strategische redenen als vanwege de duurzaamheid een goede keuze.
184
Elektrische auto s
In het najaar van 2014 begint een inventarisatie van de concrete mogelijkheden. Welke
keuzemogelijkheden zijn er tussen iets zoals een tuktuk en een racewagen zoals de Nuna7 ? Het
aanbod is sterk in ontwikkeling. In oktober 2014 zijn er elekt is he auto s op de a kt. De kleinste
is de Renault Twizy, een tweepersoons voertuig zonder deuren met een actieradius van 100 km. De
i t odu tie a og ee s elekt is he auto s wordt voor het eind van 2014 verwacht. Ook zijn er
hybride modellen, 14 in totaal, op de markt en daarvan komen er op korte termijn nog 8 typen bij.
Tenslotte zijn er 5 typen auto met een brandstofcel.
Al meer dan 20 jaar geleden kwam Toyota met een hybride auto op de markt: de Toyota Prius. De
tegenwoordige oplaadbare uitvoering, de Prius Plug-in, heeft een elektrische actieradius van 25 km.
Bij de h ide auto s o de t ee t pe o de s heide : ee
et ee ge e ato die de a u s
bijlaadt aan boord en een met een volledige benzinemotor en aandrijving naast een elektrische
aa d ij i g, de plug i h ids .
Elekt is he auto s, elekt is he auto s et a ge e te de , plug-in-h ide auto s e
a dstof el
auto s zij e s hille d i hu o t e p. De elekt is he auto heeft ee a u e ee elekt o oto e
heeft een actieradius van circa 130 km. Daarna moet hij aan de kant om enige tijd op te laden.
(Voorbeeld: Renault Kangoo Z.E.)
De typen met Range extender hebben een generator aan boord die de accu s zo nodig bijlaadt. De
actieradius zonder hulpmotor is 60 km. Die generator op benzine of diesel brandstof maakt de
actieradius groter. (Voorbeeld: Opel Ampera met 500 km complete radius)
De plug-in hybride auto heeft twee aandrijvingssystemen: een op brandstof en een op stroom uit de
a u s. De actieradius elektrisch is 60 km, op brandstof is het een gewone benzine auto. (Voorbeeld:
Mitsubishi Outlander PHEV, deze auto mag een aanhanger trekken.) Ook hier is de complete
actieradius een middel om te concurreren: de Ford C Max energi plug-in hybrid heeft 800 km
actieradius, de grootste op het moment van een eigen inventarisatie in oktober 2014. H ide auto s
hebben diesel of benzine als brandstof.
Met waterstof als brandstof is ook een verbrandingsmotor direct aan te drijven. Een dergelijk
concept, goed vergelijkbaar met een LPG aangedreven motor, is nog maar in een enkel type auto
toegepast. (Voorbeeld: BMW Hydrogen 7)
Een auto met een waterstof brandstofcel genereert stroom die ook aan het huis geleverd kan
worden. De actieradius ligt in de buurt van 500 km. De crux is het tanken van waterstof, in Nederland
zijn er nog maar twee tankstations waar dit kan. (Voorbeeld: Toyota Fuel Cell Sedan, verwacht in
2016) (anwb.nl)
Voor huis 1938 lijkt een plug-in-hybride auto op korte termijn het meest geschikt. Dat type kent geen
beperki g i a tie adius, gee la gdu ig e ge s stil staa op ee e e plek o de a u s op te lade
e e ka ge oo o e al ee geta kt o de . Wel oet hij s a hts aa de laadpaal oo het huis.
Bij de mix van korte en lange afstanden die de bewoners van huis 1938 maken zal dan een aanzienlijk
deel van de kilometers 100% elektrisch worden afgelegd. Als de auto ook een aanhangwagentje
moet kunnen trekken is de keuze nog zeer beperkt: het zou een Mitsubishi Outlander PHEV, of een
ander binnenkort op de markt komend alternatief zoals de Toyota RAV4 EV hybrid moeten zijn. Daar
is wel een zwaarder type laadpaal voor nodig. (Hybridcars.com)
Op de langere termijn is het een ander verhaal. Met eigen zonnestroom alleen elektrisch rijdend toch
een voldoende grote actieradius halen is het ideaal. Op okto e
haal ik et
To ota
RAV4 op benzine een haast dezelfde kleur hebbende Tesla Model S in voor de Galecopperbrug in
185
Utrecht. Een paar seconden later rijdt hij weer voor me: een indrukwekkend accelleratie vermogen.
Een paar dagen later vertoont National Geographic Channel een documentaire uit 2012 over de
eerste proefproductie van dit model in de Tesla fabriek in Freemont, Californië. De fabriek is dan nog
maar voor een klein deel gevuld met ultramoderne productie apparatuur. De toekomst van elektrisch
rijden is begonnen vinden de initiatiefnemers daar. En inderdaad, als de actieradius met het grootste
accu-pak 480 kilometer is zou ik er de afstanden in mijn normale werkdag zonder tussentijds opladen
mee kunnen afleggen. Dat opladen past dan precies in de ruim 8 uur nachtrust bij een 10 kW
laadpunt. (teslamotors.com)
Hoe e de Tesla z o u e te oo uit is lijkt el uit ee g afiekje a alle t pe elekt is he
auto s op de a kt i Nede la d pe eind oktober 2014. (anwb.nl) (elektrische.nl) Jammer dat de
levertijd van Model S zo lang is: 14 maanden, en dat de prijs zo hoog is: ergens boven 66.000 Euro . . .
Prijs en actieradius: eind oktober 2014 zijn op de Nederlandse markt ruim 30 typen elektrisch
aangedreven auto s verkrijgbaar. Ze ontwikkelen zich in de richting van een grotere elektrische
actieradius. Tesla Model S ligt op kop. Van sommige nieuwe modellen is nog geen prijs bekend.
De laadpaal
Om een passend type laadpaal te kunnen kiezen moet het type auto bekend zijn. Ook zijn er
keuzemogelijkheden in de snelheid van het opladen. Voor een laadpaal in de voortuin is dan
bijvoorbeeld een 3.7 kW lolo smart laadpunt aan een aparte groep in de meterkast met 1-fase 16 A
maximale stroomafname en type-2 aansluiting geschikt. Hij kost circa 1000,- Euro exclusief installatie
en aanpassing in de meterkast. Als op termijn het ideaal van 500 km elektrische actieradius
bereikbaar gaat worden is een 10 kW laadpaal nodig, daarvoor zal iets meer geld moeten worden
ee geteld. Pas als de a dstof el te h ologie ee ga g aa o dt e ‘ifki s ate stofe o o ie
van de grond komt zal een twee richtingen laadpaal ontwerp aan de orde komen. In december 2014
186
kondigt Toyota de komst van de waterstof auto type Mirai in 2015 voor Europa aan. Jammer dat er
in Nederland nog maar twee tankstations voor zijn . . .
De 3.7 kW laadpaal heeft een stopcontact op 1 meter hoogte en maakt gebruik van een digitaal
gebruikspasje. Op eigen grond is er geen vergunning voor nodig. (Thenewmotion.com)
Ontwikkelingen
De ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden gaan in snel tempo door. Zowel de techniek
van het opladen als de plaats die het opladen in het straatbeeld inneemt veranderen.
2015 FastNed oplaadstation langs de A50
Langs de snelwegen verschijnen langzamerhand meer oplaadpunten bij tankstations. In het
straatbeeld verschijnen allerlei soorten laadpalen. Er zijn allerlei nieuwe verkeersborden bij de
parkeerplaatsen naast die laadpalen verschenen. Een standaard bord lijkt nog te ontbreken.
Wildgroei in verkeersborden bij laadpalen
Evatran LE laadplaat, 2014
E is zelfs ee ieu t pe i itatie o tstaa : die parkeerplaatsen voor elektris he auto s lij e leeg
ter ijl ik
auto iet k ijt ka . . .
Al ee tijdje o dt e eldi g ge aakt a d aadloos oplade oo elekt is he auto s. Voo de
Chevrolet Volt en de Nissan Leaf is een draadloos oplaadsysteem ontwikkeld dat in 2012 onder de
naam Plugless Power door het startende Amerikaanse bedrijf Evatran gepresenteerd werd. In 2014
volgde het Nissan Infiniti LE concept waarbij een auto in de garage rijdt en door een op de grond
ligge de pad auto atis h opgelade o dt zod a hij o e de pad staat. In 2015 is de Plugless L2
187
i p odu tie ij E at a . Hu toeko st isie is dat laadplate i ege zitte e auto s o de eg
voortdurend beetje bij beetje opgeladen worden. (Pluglesspower.com)
In augustus 2015 werd bekend gemaakt dat het Nederlandse bedrijf Proov de nieuwe Londense
dubbeldekker bussen in het Transport for London project draadloos gaat opladen. (Trouw 20 aug
2015) Gebruik makend van in Duitsland ontwikkelde technieken zijn diverse pilot projecten in het
openbaar vervoer gerealiseerd. Het bedrijf Proov heeft oo de toeko st ook pe so e auto s i het
vizier. (proov.nl) (ipt-technology.com)
Draadloos opladen met deze techniek zou dus een mogelijkheid voor de Nederlandse particuliere
elektrische auto bezitters kunnen worden. Dat zou betekenen dat een zichtbare laadpaal in de
voortuin niet meer nodig is en een laadplaat op of i de g o d de batterijen in de auto oplaadt.
Het werkingsprincipe a I du ti e Po e T a sfe berust op elektromagnetische inductie en dit is
- in theorie - in twee richtingen mogelijk. Een zendende grond inductie laadplaat en een ontvangende
auto bodem inductie laadplaat brengen zo de energie voor het opladen van de auto accu van de
g id aa de auto. A de so ku e de t ee plate ia i du tie – eveneens in theorie - ook de
e e gie uit ee
a dstof el i de auto aa de g id o e e ge .
Tijdens de transitie in huis 1938 is de inductie energie overdracht technologie nog niet inzetbaar
maar het concept is veelbelovend. Het zou tot een decentrale en geleidelijk op te bouwen koppeling
tusse de g ootste es hik a e elekt is he opslag apa iteit iljoe e auto a u s e de g id (het
220 Volt net) kunnen gaan leiden.
Oprit aanleggen
In de voortuin van huis 1938 is een auto oplaadpunt eenvoudig te plaatsen. Een plek daarvoor is er
echter niet bij het begin van het transitie project. In het najaar van 2014 start de aanleg van een
oprit in de voortuin zodat er in de toekomst een elektrische auto voor het opladen terecht kan.
Een leiboom en een paar buxus- en hortensia planten sneuvelen op 10 oktober 2014. Daarna volgt
het nodige grondwerk : het leggen van een stenen omranding met daarbinnen anti-worteldoek en
een rooster om grind op het zand stabiel te kunnen houden. Tenslotte moet het tuinhek aan de
straat een grotere opening krijgen.
De gemeente is op 10 oktober 2014 benaderd over hoe de aanvraagprocedure in elkaar zit om een
oprit in de trottoirband te realiseren. Op 7 november 2014 mag een schets ingeleverd worden om
vóór het doen van een formele aanvraag (Leges 166,- Euro !) eerst te laten kijken of een oprit wel
vergunbaar is en wat het aanleggen dan gaat kosten. Op 11 november 2014 is er goed en slecht
nieuws. De oprit is weliswaar vergunbaar maar kost 1329,35 Euro. Niet iets om al te doen als er nog
geen dagelijks gebruik van gemaakt wordt. Een paar stukken hout tegen de stoeprand leggen als het
een enkel keertje nodig is lijkt voorlopig voldoende.
Op 23 juli 2015 is de oprit klaar. Een dubbele rij stoeptegels langs het trottoir en dan grind. De
betonnen versiering op de vervallen gemetselde pilaar in het tuinhekje gaat naar de pilaar op de
erfscheiding. Alsof het nooit anders geweest is . . .
Nu de stoep nog. Op 27 augustus 2015 ligt de aanvraag bij de gemeente. Dikkere tegels en schuine
stoepranden zijn nodig om met alle denkbare voertuigen er overheen te kunnen. Op 2 september
2015 is de vergunning klaar. De openbaarmaking is op 9 september 2015. De leges rekening valt op
19 september 2015 op de deurmat. De aanleg door het bedrijf Verseveld uit Rhenen is op 29 oktober
2015 klaar. De rekening voor de oprit in het trottoir volgt kort daarop, op 21 november 2015 komt hij
188
binnen (Aanlegkosten: 1172,70 Euro). Op 4 december 2015 volgt nog een kleine verandering in de
voortuin: twee ronde perkjes worden samengevoegd zodat de fiets er nog langs kan als er een auto
op de oprit staat. Een stukje anti-worteldoek er bij en het grind aanharken en het is klaar . . .
10 oktober 2014 Een boom, een paar struiken en een
tuinhek moeten eerst worden verwijderd.
23 juli 2015 De oprit in de tuin is klaar.
29 oktober 2015 De aanleg van de oprit in het trottoir duurt van 07.00 uur tot 10.30 uur.
Afweging
In het begin van 2016 is het aa tal t pe elekt is he auto s op ieu g ote ge o de . P ijze dale
en oplaadplaatsen nemen toe. De aanschaf moet echter voorlopig nog, in elk geval tot na de looptijd
van het transitieproject, worden uitgesteld.
189
21 oktober 2015 Elektrische tuktuk in Lissabon, transport elektrisch maken kan !
(7.7)-Gas loskoppelbaar maken
Loskoppelen van het aardgas is zeer wenselijk vanwege de hoge vast recht kosten en vanwege de
gerezen problemen met de Nederlandse aardgasvoorziening op termijn. Begin november 2015 valt
de jaarrekening van Eneco in de bus. Uit alle cijfers valt op te maken dat van de 100 Euro per maand
het gas ruim meer dan de helft beslaat : circa 63,- euro !
Maar er is op dat moment ook een belangrijke mijlpaal gepasseerd in huis 1938. Na de installatie in
oktober 2015 van het tweede en derde warmtepomp systeem, die verwarming in het huis verzorgen
en warm tapwater voor de keuken en de douches leveren, is het zover: de CV-ketel wordt uitgezet.
Dan blijft er nog één enkele kleine gasverbruiker over: het gasfornuis. Koken op een inductie
kookplaat blijkt eenvoudig te realiseren. Een elektrische hete lucht oven, net als die in het oude
gasfornuis zat, is dat ook. Met de o i atie a die t ee, ee all-ele t i fo uis, is op 9
december 2015 het elektrisch koken een feit. Ook de laatste gasverbruiker is afgekoppeld !
Daarmee wordt het gestelde doel na ruim 3 jaar gehaald: op 10 december kan de gaskraan in huis
1938 dicht! Op 22 december volgen telefoontjes naar Eneco en Stedin zodat de leveringscontracten
stopgezet worden. Een monteur van Stedin verzegelt uiteindelijk op 28 december de gasmeter.
Dat betekent dat bij de eerstvolgende jaarrekening alleen nog elektriciteit van Eneco zal worden
afgenomen. Eneco schrijft in die jaarrekening van november 2015 bovendien nog dat aan
particulieren alleen maar duurzaam gewonnen groene stroom wordt geleverd . . .
190
16 januari 2016 Een belangrijke mijlpaal: de CV ketel is verwijderd !
(7.8)-Water loskoppelbaar maken
Na een paar jaar ervaring opdoen met op eigen grond winnen van regenwater en het aanhouden van
een hoge kwaliteitsnorm is een volgende stap te zetten: loskoppelen van het waterleidingnet.
Met regenwater is een grijs water circuit goed realiseerbaar. Als ook drinkwater van eigen grond gaat
komen moet dit wel veilig kunnen worden gerealiseerd.
In landen om Nederland heen is het heel gewoon dat er drinkwater in de winkel wordt gekocht. Op
vakantie is dit voor veel mensen ook een vaste routine. Er is daarmee al een veilig alternatief voor
drinkwater voorhanden. Een noodvoorraad drinkwater is zo eenvoudig te realiseren. Nadeel is dat er
PET flessen bij nodig zijn en dat kost in principe onnodige energie, ook al worden ze gerecycled.
Water is geen schaars goed in Nederland en zal dit naar verwachting ook niet snel worden. Een
sterke prijsstijging is daarmee onwaarschijnlijk. Loskoppelen van de waterleiding heeft zo bezien
geen hoge prioriteit. Grijs water gebruiken zal daarom geleidelijk worden ingevoerd. Drinkwater
maken is voor onbepaalde tijd uitgesteld.
(7.9)-Elektra loskoppelbaar maken
Echt loskoppelen is niet het doel in dit project. Het 220 Volt net wordt in het huis 1938 project als
s a t g id gezie olge s de de k eelde a Je e ‘ifki . In Nederland is het 220 Volt net
gelukkig zeer betrouwbaar. Het is daarom nu geen echt nadeel dat bij uitval van het 220 Volt net ook
de zonnestroom uit gaat. Het wordt anders als er vaak uitval van het net optreedt. Incidenteel van
het net kunnen loskoppelen vereist minimaal een systeem stroomregelaar en een noodcircuit.
Permanent van het net loskoppelen vergt in plaats van het completeren van het systeem concept
volgens Jeremy Rifkin, een autarkische benadering die meer op een Earthship lijkt. Het gaat dan om
191
een autonoom werkende woning die niet alleen elektriciteit produceert maar ook opslaat voor eigen
gebruik. Bij surplus aan opgewekt vermogen en een volle opslag betekent dat dus uitschakelen van
een deel van de eigen productie. Dit is minder duurzaam dan het leveren van surplus aan een grid
omdat dan tekort aan energie elders kan worden verholpen. Bij tekort aan opgewekte energie is het
uitzetten van apparatuur, stroom gebruiken vanuit energie opslag zoals een accubank, of opstarten
van een noodstroomvoorziening, zoals een bio-diesel aggregaat, aan de orde. Ook dit is – uitgaande
van sober gebruik onder normale omstandigheden – minder duurzaam dan het energietekort vanaf
een grid aanvullen. De bittere werkelijkheid is dat heel veel particuliere producenten tegelijkertijd
surplus energie aan het net zullen leveren in de nabije toekomst. Diezelfde particuliere producenten
zullen ook allemaal tegelijk om energie verlegen zitten als het koud en donker is . . .
In de hoop dat er op termijn een Europees supergrid zal ontstaan, met een grootschalige energie
opslag er aan, is besloten om huis 1938 aan het 220 Volt net gekoppeld te houden, als ware het een
g id olge s de isie a ‘ifki .
(7.10)-Open voor nieuwe technologie
Nieuwe technologie is voortdurend in ontwikkeling. Bijvoorbeeld een Ewicon windvlak (Ewicon)
maakt het opwekken van elektriciteit vanaf buiten de woning opgestelde wind vang oppervlakken
mogelijk. Er zitten geen bewegende onderdelen in. De verschillende uitvoeringsvormen hiervan
zullen elk via een eigen omvormer op het 220 Volt circuit in het huis aan te sluiten moeten zijn.
Er is ook een hybride energieopwekker in ontwikkeling die zonnenergie en windenergie combineert.
De techniek bestaat uit een hoge schoorsteen waarin aan de bovenkant water wordt verneveld. De
daar aanwezige lucht koelt af en zakt daardoor naar beneden. Aan de onderkant stroomt de lucht
door windturbines de schoorsteen uit en zorgt zo voor elektrische energie opwekking. Met een
beoogde bouwhoogte van 670 meter is dit concept zeker niet geschikt voor een enkel huishouden.
(Solarwindenergytower.com)
Door met 220 Volt net aansluiting te werken is de kans groot bdat nieuwe technologie compatibel is
en in huis 1938 zal kunnen worden ingezet. Het doel lijkt zo het best te bereiken en de transitie is op
dit punt dan ook als klaar beschouwd.
(7.11)-Windgedreven ventilatie
In huis 1938 zijn twee plaatsen waar ventilatie belangrijk is: in de douche boven en in de bijkeuken
beneden. In die bijkeuken staat de wasmachine en er is een 2e douche.
In de bijkeuken beneden en in de douche boven zijn bij het begin van het transitieproject op 1
oktober 2012 al ventilatie openingen met doorvoeren in het dak aanwezig. Er zit geen mechanisch
aangedreven ventilator in de pijpen en de ventilatie is daarmee passief.
Als in de natte nazomer van 2015 de witte muurverf in de douche boven schimmelplekken begint te
vertonen valt het besluit: de plaatsing van een actieve afzuiging voor de douche boven is
noodzakelijk, in de bijkeuken is dat niet het geval.
Er zijn vier verschijnselen om rekening mee te houden:
1-Natuurlijke ventilatie
In de douche boven staat het raam altijd op een kier. Boven elk openslaand raam zit ook
een ventilatie opening met schuif en insectengaas die altijd openstaat. In het plafond zit
een rooster met daarachter een pijp met dakdoorvoer. Tijdens het douchen is de deur
192
dicht waarmee de mogelijkheden voor aanvoer van verse koele lucht beperkt zijn. Als het
waait stroomt er zo meer lucht door de douche ruimte dan bij windstil weer.
2-Temperatuurverschillen
Tijdens het douchen wordt het in de badkamer warmer. Warme lucht stijgt op waardoor de
pijp vanuit het plafond naar het dak vochtige lucht zal afvoeren. Beperkte aanvoer van koele
lucht van onderaf belemmert dat hierdoor luchtstroming optreedt.
3-Geforceerde ventilatie
In de douche is in 2012 geen geforceerde ventilatie. Een aangedreven ventilator via een opening
in het plafond zou goed aansluiten bij de neiging van warme lucht om op te stijgen.
4-Absorptie van vocht
Vocht trekt in de muren en andere oppervlakken in huis zoals handdoeken en gordijnen. Het
komt daar vervolgens langzaam uit vrij door verdamping. Ventilatie moet dus na het douchen
nog een tijdje, bijvoorbeeld een half uur, door blijven gaan.
De afvoer van vocht in de douche boven is met gebruik making van deze vier verschijnselen nog te
verbeteren. Alleen passief ventileren is niet voldoende. Een opening, laag bij de grond in de deur en
een actieve ventilatie, via het dak en door een dikkere pijp, vergroten de luchtstroming. Opening en
ventilator vergroten de vocht afvoer, gaan schimmelgroei beter tegen en bevorderen dus de
gezondheid.
Na nieuwe schimmelwerende verf volgt op 20 augustus 2015 een opening met een rooster, laag in de
douche deur, om de toetreding van meer koude lucht te bevorderen. De warme vochtige lucht die
zich een weg moest zoeken door raam en afvoerpijp kan na de plaatsing van een grotere diameter
pijp en een aangedreven ventilator gemakkelijker naar boven stromen.
Passieve ventilatie
Decentrale WTW
Windgedreven ventilatie Opwind-ventilator
De volgende vraag is: hoe kan je een ventilator aandrijven, liefst zonder dat het energie kost ? Dat
kan door wind, zon of spierkracht te gebruiken.
--Ventilatoren op zonne energie worden in diverse uitvoeringen te koop aangeboden. Nadeel is dat
er zon moet zijn om de ventilatie te laten werken. Een belangrijk deel van de tijd is dat tijdens het
dou he , oeg i de o hte d of late s a o ds, iet het ge al. Ee e t a zo epa eel zou als
compensatie beschouwd kunnen worden omdat het stroom aan het net terug levert die dan op een
ander moment voor de ventilator verbruikt wordt. Een elektrische ventilator met een tijdklokje in
combinatie met zonnepanelen ter compensatie van het stroomgebruik is de meest praktische
oplossing.
193
--Een door de wind aangedreven mechanische ventilatie is duurzaam. Met de vaak op schepen
toegepaste Aspi o ati
olle is energie-vrij ventileren mogelijk. (Aspiromatic.nl) Nadeel is dat er
niet altijd wind is. Op internet is een levendige handel in de verschillende typen en groottes
Aspiromatic bollen, zowel nieuw als tweedehands. Er blijken ook verschillende merken die hier sterk
op lijken te zijn. Prijzen liggen tussen een paar tientjes tweedehands en meer dan 400 euro voor een
nieuw RVS exemplaar. Er zijn ook andere typen rotorkap te koop die met de Aspiromatic vergelijkbare prestaties leveren.
--De mogelijkheid van spierkracht is hier nog niet onderzocht. Om tot een resultaat te komen is eerst
een nadere analyse van de mogelijkheden voor warmteterugwinning uit de afgezogen vochtige lucht
van belang.
(7.12)-Warmteterugwinning uit ventilatie
In huis 1938 was ruim voor oktober 2012 niet gekozen voor een systeem met mechanische ventilatie,
dat verbruikt immers stroom. Een elektrische ventilator die er in de jaren 90 was geplaatst is
verwijderd. Een paar goed gekozen openslaande ramen staan altijd op een kier voor de frisse lucht.
Maar was dat wel de juiste weg ? Om die vraag te beantwoorden is het nodig om eerst verschillende
punten op te helderen:
-Zou meer energie uit warmteterugwinning te halen zijn dan er aan elektrische energie nodig
is om het systeem te laten werken?
-)ou ee de e t aal s stee ee gezo d, eilig e duu za e alte atief zij oo f isse
lu ht ia het ope aa ?
-Zou het op zinvolle wijze met de energie-vrije Aspiromatic afzuiging voor de douche boven
te combineren zijn ?
Frisse lucht
Een ventilatiesysteem met pijpen kan wat gezondheid betreft niet op tegen een open raam. De keuze
o i huis
iet de lij a het passie e huis - met alle kieren gedicht en een geforceerde
ventilatie - te volgen is daardoor ingegeven. In pijpen, warmtewisselaars, bochten en kieren in een
systeem verzamelt zich immers stof en vuil. Iedereen kent het bij de roosters voor afzuiging maar bij
aanzuiging gebeurt het ook. De kwaliteit van de aangezogen frisse lucht die bewoners inademen na
het passeren van een warmte wisselaar voor terugwinning van warmte uit de afzuiglucht kan door
vervuiling verminderen. Toch is het interessant om deze richting kort te verkennen.
Rendement
Mechanische ventilatie systemen zijn in de handel verkrijgbaar. Voorbeeld: voor 200 m3 per uur
capaciteit verbruikt een dergelijk systeem met afmetingen van 882 x 599 x 270 mm ongeveer 100
Watt. Het geluidsniveau is 28 dB(A). (Colson.nl) Systemen met warmteterugwinning (wtw) zijn er
ook. Dit kan centraal met een grote warmtewisselaar op zolder die warmte uit de afblaaslucht in de
aangezogen verse lucht brengt. (Airfresh.nl)
Hoewel het wtw concept voor huis 1938 als geheel niet in aanmerking komt zou het voor de douche
boven nog in een decentrale unit in de beschouwing meegenomen kunnen worden. Decentraal wil
zeggen dat in elke ruimte een kleine zelfstandig werkende afzuiging met warmteterugwinning kan
zitten die rechtstreeks met de buitenlucht in contact staat. Ook dit is in de handel verkrijgbaar. Bij
194
het ontwerp daarvan is men uitgegaan van een radiator aangesloten op een CV ketel waarachter dan
een warmtewisselaar komt met een ventilator voor aanzuiging en een ventilator voor afzuiging die
aangestuurd worden met hulp van een CO2 sensor en/of vochtigheid sensor. (climarad.nl)
Dit concept blijkt echter niet eenvoudig verenigbaar te zijn met een warmtepomp systeem dat de CV
en de radiatoren vervangt.
Het alternatief is een warmtewisselaar die ingaande en uitgaande ventilatielucht in tegenstroom met
elkaar brengt. Voor de douche boven zou dat betekenen dat een aanzuigpunt voor schone lucht
nodig is en een pijp naar de warmtewisselaar vlak boven het plafond. Het geheel werkt alleen als er
een mechanische ventilatie is die tijdens en tot circa een half uur na het douchen voor voldoende
luchtstroom in beide richtingen zorgt. Natuurlijke ventilatie en opstijgen door temperatuurverschil
zijn uitgeschakeld in dit concept, immers: alle openingen naar buiten de douche ruimte moeten
afgedicht worden zodat via een speciale opening de aangezogen lucht door de wtw geleid kan
worden. Het werkt alleen als de twee stromen mechanisch aangedreven ventilatoren bevatten.
Een eenvoudige kruisstroom warmtewisselaar heeft een rendement van ongeveer 60%. (Horos.nl)
Iets betere resultaten voor warmte terugwinning met een warmtewisselaar bereikt men met het
tegenstroom principe. Er zijn producten van dit type op de markt die hier bruikbaar zijn. (Dahlair.nl)
Omdat er geen bewegende delen in zitten en de twee luchtstromen niet met elkaar mengen is er
weinig onderhoud aan de warmtewisselaar zelf nodig hoewel er stof en vuil in kan neerslaan.
Aspiromatic
Een Aspiromatic op de pijp op het dak gaat draaien door wind buiten. Als er dan van binnen naar
buiten warme lucht wordt weggezogen zal er verse lucht van buiten naar binnen komen ten gevolge
van minieme drukverschillen. Bij een woning met veel kieren en openstaande ramen komt die lucht
overal verdeeld en ongrijpbaar naar binnen. Als er een raam op een kier staat en als er een opening
onder in de douche deur is zal de lucht vooral daar naar binnen stromen.
Het vocht afdrijvend effect is er alleen als de luchtstroom op gang blijft. Omdat zowel het raam als de
opening in de deur lager zijn dan de bovenrand van de douchecabine stijgt de warme lucht ook
zonder de hulp van de Aspiromatic door de pijp naar boven. Het werkt dus zowel zonder wind bij
stilstaande Aspiromatic als met wind. Dan werkt het nog beter. De diameter van de pijp zal
voldoende groot gekozen moeten worden. Gebruikelijk is 125 mm diameter.
Hybride systeem
Eventueel kan mechanische ventilatie worden toegevoegd voor het geval dat de wind wegvalt. Dat
betekent het steeds bewaken van de luchtstroom snelheid met een sensor. Ook moet de werking
zodanig zijn dat de extra ventilator weer afschakelt als de Aspiromatic het weer alleen af kan. Dat kan
met een klepje, in de Aspiromatic buis aan een microswitch. Het schakelt die ventilator in een
parallel buis dan aan en uit. Al met al zou er zo een gecompliceerd mechanisch systeem ontstaan dat
maar zeer ten dele op wind energie werkt voor een vrij geringe duurzaamheid opbrengst.
195
Product prestaties van rotorkappen
Rotorkappen zijn er in diverse typen waarvan er vier het meest voorkomen. Deze zijn hieronder
afgebeeld.
Savonius
Aspiromatic
Turbine
Gek
De Turbine typen hebben de hoogste opbrengst. De Aspiromatic en de Gek zijn niet goed
regenwater dicht. De Savonius en in mindere mate de Turbine zijn wel regenwater dicht. Savonius,
Aspiromatic en Gek zijn leverbaar in aluminium. De Turbine en Aspiromatic zijn leverbaar in RVS.
Hoewel de prijzen dicht bij elkaar liggen hoort de Savonius bij de goedkopere typen. (Tilmar.nl)
(Ventilatieland.nl) ( BMT.nl) (Kachelmaterialen.nl)
Als beste product blijkt hier niet de Aspiromatic maar een Savonius rotorkap naar voren te komen.
Belangrijk nadeel blijft dat, als er geen wind is, het ventilatie systeem duidelijk minder goed werkt.
Spierkracht
In 1
pate tee de Da iel M Pfautz ee sp i g oto d i e ta le fa . (US Patent 975,714) In
1928 deed Frank J Sirl haast precies het zelfde nog een keer. (US patent 1,687,996)
Met de door beide uitvinders toegepaste techniek van een met spierkracht opgewonden spiraalveer
die afloopt en daarmee een ventilator aandrijft, zou voor de tijdsduur van een douchebeurt en een
half uur daarna - in principe - een ventilatie systeem te bedenken zijn. Dit concept – een
opwindventilator - is dus al meer dan een eeuw oud.
1928 Table fan, US patent 1,687,996
ca 1660 Slingeruurwerk met gewicht
196
Behalve met een veer kan het ook met een gewicht dat door de zwaartekracht naar beneden
getrokken wordt en ondertussen een ventilator aandrijft, precies zoals dat bij mechanische slinger
uurwerken al honderden jaren gebeurt. Rond 1660 was het Christiaan Huygens die een slinger
uurwerk met een gewicht als aandrijving ontwikkelde. Het met spierkracht ophalen van een gewicht
om iets aan te drijven is dus al meer dan 350 jaar oud.
In de handel blijkt, noch met een veer noch met een ophaalgewicht, een compleet, energievrij en
praktisch ventilatiesysteem op spierkracht voor de douche verkrijgbaar te zijn. Theoretisch
gesproken zou zo voor de douche een product bedacht, ontwikkeld en op de markt kunnen worden
gebracht. Dit is om praktische redenen verder buiten deze case studie gehouden.
Afweging
Het warmte terugwinning concept is voor de douche boven als niet goed bruikbaar ter zijde gelegd.
Windgedreven ventilatie is wel zinvol en eenvoudig uitvoerbaar.
De daarvoor meest aantrekkelijke oplossing met een Savoniusrotor is in verschillende maten
mogelijk. De keuze is gevallen op 125 mm diameter.
Uitvoering
Voor een goede luchtstroming zijn nodig: een aanzuigrooster onder in de douche deur en in het
plafond een afzuigrooster met daarachter een afvoerpijp met een dakdoorvoer. Daar boven op,
buiten op het dak, komt dan de Savonius rotorkap. Dit systeem verbetert de situatie ten opzichte van
die in oktober 2012 aanzienlijk.
Op 29 augustus 2015 is bij ventilatieland.nl een Anjo Savonius 125 mm rotor besteld (175,- euro).
Op 15 september 2015 komt hij binnen. Het duurt een tijdje voor alle andere onderdelen verzameld
zijn. Ook moeten de installatiewerkzaamheden voor warmtepomp 3 boven de douche eerst klaar
zijn. Maar, in de zomer van 2016 is de installatie op het dak dan toch een feit.
197
(7.13)-Recycling hok
De afvalinzameling door de gemeente waar huis 1938 staat is in de loop van de afgelopen decennia,
net als elders in Nederland, steeds verder ontwikkeld. Na de vuur-verzinkte vuilnisemmer, waar je
nog hete as uit de kolenkachel in kon weggooien, kwamen in de jaren 70 de vuiniszakken. Die oude
verzinkte vuilnis emmers zijn tegenwoordig weer in de mode als decoratief object in de tuin.
(Melkbusshop.nl)
Vuilniszakken waren gemakkelijker door de vuilnismannen in de laadklep te gooien. Nadeel: vogels
en katten maakten ze soms open op zoek naar eten met een grote smeerboel als gevolg.
Na de uil iszakke k a e de kliko s. De Nede la dse oo sp o g, vanuit het bedrijf van
Klinkenberg en Koster in de jaren 50 van deze wereldwijd verkochte huisvuilcontainers, maakte ze al
populair voor ze in de jaren 90 ook bij huis 1938 in gebruik kwamen. Speciale vrachtwagens die een
kliko optilden en leegkiepten waren nodig. Huishoudens produceerden ondertussen gaandeweg
steeds meer afval. De grijze kliko had met 240 liter dan ook een veel grotere inhoud dan de zinken
vuilnisemmer van 75 liter vroeger had. Die grijze kliko was bedoeld voor al het afval uit een normaal
d aaie d huishoude . G of uil as apa t ge egeld e as edoeld oo pui e g o d of tui af al
zoals omgehakte bomen. Later kwamen er kleine rode containertjes voor chemisch afval, bruine 140
liter containers voor organisch afval en nog later kwamen er plastic zakken voor plastic afval. Ten
slotte werd een aparte blauwe 140 liter papier kliko ingevoerd.
1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
2020
Huishoudelijk afval inzameling door de jaren heen
Aan het begin van het transitieproject bestaat het systeem voor recycling in huis 1938 dan ook uit
d ie kliko s die de ge ee te egel atig komt legen. Ook haalt de gemeente zakken met plasticafval
op. Alle overige soorten afval of in onbruik geraakte spullen moeten weggebracht worden. Zo
kunnen glaswerk, grof vuil, chemisch afval, snoeiafval, bouw afval, oude kleding, kapotte lampen en
batterijen naar inzamelpunten worden gebracht. Dat zijn inzamelbakken in de supermarkt,
containers op de parkeerplaats, een kringloopwinkel en een brengstation bij de gemeente.
Beleid bij de gemeente is steeds beter scheiden van afvalstromen en dat in de huishoudens zo goed
mogelijk doen. De ongescheiden restfractie moet kleiner worden en zal vanaf 2016 per kilogram
moeten worden betaald.
In plaats van vuilnisophaalwagens, met een chauffeur en twee mannen achterop die de bakken
leegkiepen in de laadklep achteraan de wagen, is er nu een vrachtwagen met een soort hijs-arm die
de akke leegt i ee laadklep o e op, e ee a e a zodat de estuu de het i z ee tje ka
198
doen. De zakken voor plastic afval zijn in oktober 2015 door een vierde kliko met oranje deksel
vervangen. Vier afvalstromen kunnen zo met die nieuwe wagens worden opgehaald. Een kliko voor
organisch afval, een voor plastic en metaal (makkelijk grootschalig en centraal te scheiden), een voor
papier en karton en tenslotte nog een kliko voor de restfractie.
Bij huis 1938 was geen plaats om zoveel kliko s een beetje uit zicht neer te kunnen zetten. De
oplossing hiervoor is de bouw van een recycling hok dat esthetisch bij het huis en de tuin past.
24 juli 2015 Het recycling hok in aanbouw, rechts het eerste ontwerp
Louvres
Doo de a de g ote deels uit lou es (lamellen) te laten bestaan kunnen ook de buitenunits van
de warmtepompen 1 en 2 aan het oog worden onttrokken. Vrije luchtstroming is zo gegarandeerd.
Buiten tegen het hok past ook een (derde) regenton die bijdraagt aan de bevloeiing van de tuin.
Op 2 september 2015 is overlegd met Argion of de buiten unit voor tweede warmtepomp eveneens
in het hok zal passen. Dit kan maar een doorvoer naar het dak over de studeerkamer naar de
schuurzolder moet mogelijk blijven.
Oktober 2015 – Kliko parade. De oude grijze kliko (links), waarmee het ooit begon, vervalt de week
na het maken van deze foto. De andere vier blijven in gebruik . . .
199
Een warmtepomp buitenunit mag niet te veel omsloten worden omdat dat de opname van warmte
uit de lu ht zou ele
e e . De aag at is te eel ? oet ee a t oo d k ijge . Ee eke so
aan de hand van het plaatje hieronder helpt om het inzichtelijk te maken.
1.76 m2
0.405 m2
0.95 m2
Luchtstroom door een buitenunit: aan de achterzijde wordt warme lucht aangezogen (rood) die er
aan de voorzijde (zwart) afgekoeld uitstroomt door de openingen tussen de louvres (blauw).
De aanzuiging aan de achterzijde loopt via de spleet tussen de muur en de kast van de buitenunit.
De buitenunit van WP-1 met een omtrek van 2.5 meter hangt 10 cm van de muur, bij die van WP-2
met 3.5 m omtrek is dat 20 cm. (Die 20 cm is meer dan normaal omdat er een dakrand in de weg zat.)
Samen is het aanzuig oppervlak van WP-1 en -2 dan dus 2.5x0.1+3.5x0.2= 0.95 m2.
De ventilatoren zitten in een buis met 46 cm (WP-1) en 54 cm (WP-2) diameter. Dat levert samen een
uitstroomoppervak van 3.141592/4x(0.46x0.46+0.54x0.54)= 0.405 m2.
Tenslotte de louvres van het kliko hok: alle openingen samen zijn 1.76 m2 groot.
Als bij normale installatie het aanzuigoppervlak ongeveer 2x groter is dan het uitstroomoppervlak en
dat niet van belang is voor de prestaties dan zal een meer dan 4x groter louvres openingen oppervlak
naar verwachting ook geen nadelig effect hebben.
8 maart 2016 twee lagen bitumen op het kliko hok en een daktrimrand maken het af !
200
Er zijn nog mogelijkheden om bij extreme winterse omstandigheden iets te verbeteren. Zo kunnen de
deuren open waarmee de opening naar de buitenlucht verdubbelt. Ook kan met een afscherming de
terugstroom van lucht uit de uitblaaskant naar de aanzuigkant worden verkleind.
Op 11 november 2011 is het dak op het klikohok (geimproviseerd) regenwaterdicht. De elektra kan
er in. Een spaarlamp binnen en een spaarlamp buiten, beiden geschakeld via een infra-rood sensor,
ake het doo lu htige ou e k et ie kliko s - die inmiddels door twee buiten-units gekoeld
worden - ook in het donker toegankelijk. Ook met de geluidsdempingspanelen kan begonnen
worden. Op 18 november 2015 neemt de dakdekker – midden in een grote regenbui - de maten op
en bepaalt het ontwerp van de definitieve dakbedekking. De realisatie volgt op 8 maart 2016 en
daarna vult de regenton zich, via een overloopje in de regenpijp, langzaam met hemelwater . . .
Afvalstromen
Het recycling hok is vooral de plaats waar de afvalstromen zichtbaar worden. Eind september 2015 is
de kliko parade compleet: groen/blauw voor papier en karton afval, bruin voor organisch afval,
groen/oranje voor plastic en metaal afval, groen/grijs voor rest afval. In de wijk zijn kleding- , glas- en
batterij recycling containers. Chemisch afval, elektrische apparaten en grof vuil kunnen bij de
Gemeente weggebracht worden. Bouw afval is tegen betaling bij een gespecialiseerd bedrijf met een
weegbrug in de buurt af te geven. Oud meubilair en huisraad worden via een kringloop winkel in de
buurt, voor zover mogelijk, opnieuw in omloop gebracht.
Dit alles heeft ook z
ee slag op hoe e i het huishoude a huis
et af al s heidi g o dt
omgegaan. In de prullenbak in de keuken gaat vanaf eind 2015 alleen nog maar plastic en metaal
afval. Hij wordt af en toe geleegd in de kliko met oranje deksel. In het bakje in de gootsteen gaat
alleen organisch afval. Papier komt terecht in een doos in de kast in de hal waar ook de lege flessen
naar toe gaan. Als de doos vol zit gaat de inhoud naar de blauwe papierkliko. De lege flessen gaan
naar de winkel terug voor statiegeld en als dat niet kan naar de glasbak in de wijk.
Het meeste afval afkomstig van de werkplaats is te sorteren over de plastic/metaal en papier kliko s
of – met name hout en harde kunststoffen - naar de Gemeente weg te brengen.
Al die stromen zijn aangeboden voor recycling via de door de Gemeente gebaande paden. De
afvalstromen uit het huishouden in huis 1938 zijn zo veel mogelijk duurzaam gemaakt dus.
Er blijft ondanks alles een kleine rest afval stroom over. Die rest gaat rechtstreeks naar de kliko met
grijs deksel in het kliko hok. Na het minstens 4 lege a de ui e, lau e e o a je kliko s e
wegbrengen van een flinke maar gesorteerde lading naar de Gemeente is de grijze restkliko nog niet
vol. Dat wil zeggen dat er meer dan u eg +
+
lite i olle kliko s + i a
lite
wegbrengen = 2320 liter afval gescheiden en gerecycled wordt vóór er 240 liter restafval is
geproduceerd. De stromen naar de wijkcontainers voor glas en kledingrecycling zijn hier niet
meegerekend.
De afvalscheiding is daarmee in 2015, drie decennia na de introductie van de grijze kliko voor al het
huishoudelijk afval, zo goed geworden dat in de rest afvalcontainer dus nog minder dan 10 % terecht
komt.
Huis 1938 bereikt daarmee aan het eind van de transitie een voor meer dan 90% gescheiden
afvalstroom . . .
201
7.14 Wat te doen bij uitval ?
Aan het einde van de transitie in maart 2016 is er tijd om de robuustheid van het nieuwe systeem te
bekijken. Vier groepen PV zonnepanelen, drie warmtepompen, en een aantal zuinigere elektrische
apparaten doen al weer een tijdje hun werk. De savonius dak ventilatie moet nog geplaatst worden
en de dak isolatie is nog niet klaar. Hoe kwetsbaar is dit geheel nu?
Analyse
Uitvallen van een deel van de PV zonnepanelen, of zelfs van allemaal, leidt niet tot onderbreking in
de voorzieningen in huis 1938. Dat geldt ook voor de ventilatie en voor de zuinige apparaten. Een
raam openzetten en gekoelde etenswaren bij de buren in de koelkast leggen lost het ongemak op.
Als een kleine warmtepomp in de studeerkamer achter, of op de 1e verdieping, uitvalt is het in de
rest van het huis nog steeds warm genoeg. Er is geen probleem met bevriezing van waterleidingen.
Onderhoud en reparatie vanal deze apparaten is geregeld op basis van een jaarcontract.
Als de grote warmtepomp, met de warm tapwater voorziening en de vloerverwarming in keuken en
woonkamer er aan, hartje winter bij -200 Celsius uitvalt is er misschien wel een probleem. De
warmte elders kan weliswaar in studeer- en slaapkamers voldoende comfort bieden maar warm
water is niet beschikbaar. Met een elektrische waterkoker is afwassen en eten koken nog wel
mogelijk maar douchen kan niet meer. De vraag is bovendien of het waterzijdig deel van het grote
warmtepompsysteem boven 00 Celsius gehouden kan worden door de ander twee warmtepompen.
Het afkoelen van de geisoleerde betonvloer met vloerverwarmingsleidingen zal waarschijnlijk
tenminste een etmaal duren voor het vriespunt bereikt wordt. Onzeker is hoe snel een reparatie
weer voor warmte zal zorgen. Een extra – tijdelijke – warmtebron lijkt hier wenselijk.
Uitval van het elektriciteitsnet is de grootste bedreiging voor huis 1938. Dit was al zo voor de
transitie maar na de transitie valt bij stroomstoring behalve de verwarming ook het koken uit. Dit
vraagt om een noodvoorziening om het huis bewoonbaar te houden en schade af te wenden.
Deze noodvoorziening kan in theorie de vorm van een elektrische generator hebben maar ook van
een houtkachel. De generator moet erg groot zijn om midden in de winter de warmtepompen en
warm tapwater voorziening met 220 Volt te kunnen voeden. Een houtkachel is aantrekkelijker omdat
dit ook bij stroomuitval een reservemogelijkheid biedt voor zowel koken als verwarmen. Huis 1938 is
gelegen in een bosrijke streek en hout is lokaal voldoende beschikbaar.
Uitvoering
Onderzoek op het internet levert al snel een mix van
romantisch ogende oude potkacheltjes en
ultramoderne terras fornuizen op hout op. Een
praktisch product is de Habo 25. (Kachelenco.nl) Voor
circa 470 euro is deze kachel in enkele verschillende
kleuren leverbaar en er passen 3 pannen op. Met een
vermogen van 8 kW lijkt hij in staat om huiskamer en
keuken voldoende te verwarmen. Een klein model als
de Huntly levert 5.5 kW. Een mooi alternatief is de
Jacobus-kook van 1580,- euro. (Kachels.com) Er moet
wel nog een rvs rookkanaal bij. Dat kost nog eens 500
euro. Het vergt nog even sparen dus . . .
202
Jacobus-Kook
Habo-25
Huntly
(8)-Herstel van jaren dertig stijlkenmerken
Na de bouw in 1938 is het huis door allerlei technische ingrepen langzaam verminkt geraakt.
Ook de uitvoering van het duurzaamheidsproject heeft nadelige gevolgen voor het interieur. Zo
waren er sloopwerkzaamheden, doorboringen van muren, betonwerkzaamheden, nieuwe
elektrabekabeling, afdekking van wanden met isolatie en zo voorts, nodig. Daarbij is schade
aangericht aan de oorspronkelijke betimmering. Ook al voor het project begon waren er
oorspronkelijke stijldetails verloren gegaan en was allerlei leidingwerk aangebracht. Al die schade
moet hersteld !
Herstellen van oorspronkelijke details aan huis 1938 levert op zich geen duurzaamheidswinst op
maar maakt de woning wel meer toekomstbestendig. Een huis, dat wat stijl betreft al decennia lang
in de smaak valt, zorgvuldig is onderhouden en met respect voor de jaren dertig details aan de
moderne tijd is aangepast zal voorlopig wel gewild blijven. De combinatie van duurzaamheid en jaren
dertig stijl zal naar verwachting dus ook nog vele jaren goed verkoopbaar blijven.
De sfeer in een huis kloppend krijgen met de tijd waarin het bedacht en gebouwd is vergt aandacht
voor detail. Bij huis 1938 is op te merken dat het gebouwd is met deugdelijk materiaal en goed
vakmanschap. Veel van het oorspronkelijke grenenhout is in 2012 nog aanwezig en in goede conditie.
Raamkozijnen zijn met name aan de voorkant herhaaldelijk hersteld met nieuw grenen, de balklaag
boven de kruipruimte vertoont rottende einden en is hier en daar extra ondersteund met gestapelde
stenen poeren. De zoldering balken en binten zijn behandeld tegen houtworm en daarna opnieuw
geschilderd.
2009 Herman Teunissen bezig met het glas in lood voor de erker
Het stucwerk is ondanks verwijderen van de diverse behanglagen in de periode van 1984 tot 1990
nog in redelijke staat. In de kleine slaapkamer op de 1e verdieping is voor 1984 een oliehoudende
stucmortel toegepast die voor hechtingsproblemen zorgt. Daaroverheen is een structuurbehang laag
aangebracht (Rauhfaser) en die is daarna afgewerkt met een witte muurverf. In de periode 19842012 zijn al diverse jaren dertig details aan het huis hersteld. Zo is in 2009 het voor 1984 verwijderde
glas in lood in de bovenlichten weer terug aangebracht. Dit bleek met een goede leidraad en een
beetje oefening goed zelf te doen. (Foolen, 1999)
Er zijn desondanks in 2012 nog steeds mogelijkheden voor herstel over gebleven, daarover volgt in
de hoofdstukken hieronder meer.
203
(8.1)Het interieur
In het interieur is bij het begin van het project in 2012 een bescheiden hoeveelheid aandacht voor de
jaren dertig stijl. De afwerking van nieuwe uitbreidingen aan het huis sinds 1984 is wel steeds in de
bij de bouw gebruikte stijl voortgezet.
De lichte en ruime sfeer is bepaald door wanden met stucwerk met een grove structuur en witte
matte muurverf. De crème witte kleur die de houten plafonds en de deuren, kozijnen en plinten
oorspronkelijk al hadden is consequent doorgezet voor het houtwerk. De vloeren op de begane
grond zijn van massief hout. Een paar plaatsen zijn betegeld omdat daar veel vuil of water op de
vloer te verwachten is: het halletje bij de achterdeur en de bijkeuken. Op de 1e verdieping en de
zolder is voor linoleum gekozen. Dat is eenvoudig schoon te houden en zo ook beter voor de
gezondheid dan vaste vloerbedekking.
Het huis was bij de aankoop in 1984 ge ode isee d at i hield dat e een CV in geplaatst was en
dat het grote ramen had. Direct daarna zijn het oude granito aanrechtblad vanwege een grote breuk
en de loden afvoer pijp vanwege lekkage verwijderd. Ze zijn door moderne middelen vervangen en
niet precies in de zelfde vorm zoals oorspronkelijk uitgevoerd. De keuken oogt tegenwoordig met
een donker granieten aanrecht blad en verchroomde ouderwetse kranen wel passend bij de jaren
dertig tijdsperiode. Verschillende retro accessoires maken het af, met name de huishoudelijke
apparaten en het keukengerei.
Er zijn ook een paar bijzondere apparaten in huis 1938 die uit de jaren dertig periode stammen: een
Liesegang diaprojector, een Naumann-Erika mechanische typemachine en een Singer tafel
naaimachine. Elk daarvan heeft een interessant verhaal maar ook als gemeenschappelijke factor dat
ze tegenwoordig weinig praktisch nut meer hebben. Hoewel ze decoratief zijn hebben ze geen hoge
financiële waarde, zo blijkt uit een speurtocht op het internet. (Marktplaats.nl)
Meubels
Bij de meubels is in een aantal gevallen ook de crème witte kleur van het binnen kozijnwerk
toegepast. Andere meubels zijn in donkere kleuren gehouden of in gebeitst hout uitgevoerd. Ook
frisse en heldere kleuren zijn duidelijk aanwezig. Ze komen van een groot aantal boeken, diverse
meubels, planten en accessoires.
Kijkend naar de geschiedenis van het meubel, dan valt het bouwjaar van huis 1938 duidelijk na de
Arts & Crafts, Belle Epoque, Art Nouveau, Jugendstil en de Art Deco periode hoogtepunten. Tegelijk
valt het vóór het hoogtepunt van de Bauhaus stijl. Opkomen van de strakke geometrie naast Art
Deco en Modern Movement leidt uiteindelijk tot een tweedeling rond 1925. Het functionalisme dat
grote aantallen meubels voor de arbeidersklasse beoogde, bepaalde de meubel ontwerpen uit die
tijd. Bij het Duitse Bauhaus heeft men met meubels uit stalen buis een heel nieuwe weg ingeslagen.
Ook in Frankrijk door Le Corbusier en Thonet en in Ierland door Eileen Gray werd de lijn van Bauhaus
met -nu ook in kleur gelakt- metaal verder ontwikkeld. De Amsterdamse stijlbeweging, kortweg De
Stijl, pikte dit op en daaruit kwam onder meer de wereldberoemde, door Mondriaan geïnspireerde
stoel uit gekleurde latjes voort van de hand van Rietveld. (Lammens, 1995)
De historische erfenis vanuit de perioden er voor leverde in 1938 ongetwijfeld een mix in het
alledaagse interieur op die ook tegenwoordig vaak voorkomt: wat oudere houten meubels in een
romantische en versierde uitvoering enerzijds en nieuwe strakke functionele meubels met een stalen
buizenframe anderzijds. In huis 1938 is dat tegenwoordig niet anders. Toch waren er flinke
verschillen met nu.
204
2013 Interieur in de woonkamer/keuken
E zij op foto s, i p e te oeke e i stijlka e s oo eelde a het i te ieu i ee stads
huishouden te vinden. Waar op het platteland nog de tradities met rieten stoelen en bedstee het
interieur bepaalden, had de stad iets et de laatste ode gek ege . I huis
zal de t e d a
de mode van enkele jaren voor het bouwjaar bepalend zijn geweest. Licht behang aan de muren,
vaste vloerbedekking, mahonie of eiken meubelen, koper en messing versieringen en elektrische
verli hti g zulle het eeld epaald he e . Ee i te ieu e d gestoffee d . ) a e go dij e e
met stof beklede stoelen dus. Er zijn geen boeken te zien in het voor die tijd typerende interieur dat
in 1934 door V&D in een modelwoning in Tilburg werd gemaakt. Ook zijn de tegenwoordig zeer
aanwezige radio, TV en andere audiovisuele apparatuur niet te zien. (historietilburg.nl)
1934 V&D model interieur in een woning in Tilburg (bron: HistorieTilburg.nl)
205
Boekenkasten
Zijn er ook stijl aanpassingen aan het meubilair te doen zonder dat het huis een in de tijd bevroren
museum wordt? Losse boekenkasten waren toen in een gemiddeld huishouden niet zo gebruikelijk
en dus is het weinig zinvol om te proberen hier een jaren dertig stijl toe te passen. Veel gangbare
boekenkasten uit de periode 1800-1920 waren als vitrinekasten met glas in de deurtjes uitgevoerd
o stof op de oeke te oo ko e . Ook klei e Engelse oeke ole s ope d aai a e
boekenkastjes) van rond 1900 waren nog in de mode. Fraaie mahoniehouten exemplaren van Maple
& Co doen het nog steeds goed in de antiekhandel. (antiekarcade.nl) In huis 1938 zijn de
oorspronkelijke eenvoudige rechte schappen aangehouden.
Pu tje
Als het project in 2012 begint, wijken het TV meubel en het grote aantal boekenkasten in de
oo ka e het eest a t pis h ja e de tig af. De audio apparatuur in huis 1938 is onopvallend
en klein gehouden. Tussen de boeken valt het niet op. Een kleine extra et o adio (Audiosonic RD1540) verschijnt in januari 2014 in de keuken. Hij lijkt totaal niet uit de jaren dertig te stammen maar
valt ook niet echt uit de toon. Hem ombouwen in de stijl van een Philips 930A pu tje uit
1 zou
beter passen. (Philipsradios.nl) De oorspronkelijke afmetingen a ee pu tje in cm zijn 40 breed,
46 hoog en 25 diep. (Philipsverzameling.nl) De nieuwe afmetingen, bij 32 cm hoogte, kunnen
aanzienlijk kleiner zijn zonder de herkenbaarheid te verliezen.
+
Philips 930A pu tje uit 9 .
(bron: Philipsverzameling.nl)
=
Audiosonic RD-1540 uit 2013
(bron: Audiosonic)
Huis 1938 o
i uit
Op
ei
o dt ee st et de ou a ee tot i a % a de hoogte e klei d pu tje
begonnen. Het verwijderen van de elektronica uit de Audiosonic lukt nog wel. De constructie is
echter niet op reparatie gemaakt en de knoppen zijn binnen in de behuizing van MDF aan de
pot ete s op de p i t gelij d. )e oete zo o de losge oke dat het zi ht-deel ehoude
blijft en de potmeter het nog doet. Het verlengen van diverse elektra kabeltjes naar de luidspreker ,
LED lampje en de antenne maakt het mogelijk om het geheel in de nieuwe behuizing met de vorm
a ee pu tje te monteren. De radio werkt daarna nog steeds zodat het omslachtige werk om de
bedieningsknoppen mechanisch door te verbinden kan beginnen. Op 17 mei 2014is het klaar. Het
resultaat mag er zijn: een retro-look & feel radio die past bij de jaren dertig en bij het huis !
206
TV kastje
De vraag is of ook een modern TV toestel in een jaren dertig stijl meubel te integreren is. De eerste
TV modellen waren zo groot als een tafelmodel koelkast. Ze kwamen midden jaren dertig voor het
eerst op de markt. Prachtig bewerkte en gefineerde houten kasten maakten van deze toestellen een
eye-catcher in het interieur. Fineren is een kunst en vergt veel vakmanschap. (Hendrikx, 2014)
Er zijn maar weinig exemplaren bewaard gebleven. Er waren als interessante typen de Baird T-5 en T23, de R.C.A. TRK-12. Allemaal modellen die een spiegel aan de binnenzijde van het deksel hadden.
Als dat deksel omhoog werd geklapt kon er vanuit de woonkamer via die spiegel naar het in de kast
horizontaal zittende beeld worden gekeken.
Het projectietoestel van Philips uit 1938 was een bijzondere variant: een kleine beeldbuis en een
lens projecteerden het beeld van achter op een verticale doorschijnende doek die tegelijk met het
opklappen van het deksel uit de kast omhoog kwam. (Terras.tv)
1936 Baird TV spiegel toestellen
(bron: www.terras.tv)
1938 Philips projectie TV toestel
(bron: www.terras.tv)
Als inspiratiebron is het Philips model interessant. Net als toen is ook nu het beeldscherm iets dat
men graag aan het oog onttrekt als het niet gebruikt wordt. Het huidige LED TV beeldscherm zou in
een kast kunnen staan achter deurtjes of een rolluik. Die zet men open als de TV aan gaat. Het LED
beeldscherm kan ook in een deksel gebouwd worden dat opengaat als er gekeken wordt, te
vergelijken met een lap-top.
Nog een andere mogelijkheid is het uit een gleuf naar boven laten komen door middel van een soort
autoraam mechanisme. Dat laatste biedt een goede mogelijkheid om een fraai gedecoreerd houten
kastje dat lijkt op het 1938 Philips projectie toestel te bouwen.
E zij tege oo dig t -lifte i de ha del aa ee ee t toestel doo ee ope i g i het
bovenblad van een kast naar boven kan bewegen als iemand tv wil kijken. Ze variëren in prijs van 300
tot 800 euro, al of niet met een eenvoudig kastje er bij inbegrepen. Ze zijn hydraulisch of elektromechanisch. (tvmeubelen.nl) (bax-shop.nl) (muurbeugel.nl) (Screentech.nl)
Het kan ook een stuk eenvoudiger. Een LED TV toestel is met een contra gewicht, een rechtgeleiding
en een set katrollen ook vrijwel moeiteloos met de hand omhoog en omlaag te bewegen. Ter
207
vergelijking: op veren en gewichten werkende balanceer mechanismen zijn ook in de handel voor
bijvoorbeeld het verlichten van regelmatig terugkerend tilwerk, het ondersteunen van lampen of het
gemakkelijker bewegen van schuiframen. (pullmanmfg.com) Nadeel is het botsen bij het bereiken
van de eindstanden. Voor een LED TV is het vermijden van schokken toch wel belangrijk en dus is de
TV lift beter.
Het kan zelfs helemaal anders. De TV is na het vervallen van de analoge antenne aansluiting op het
digitale netwerk van KPN aangesloten. Alle TV signalen kunnen daarom, net als bij een computer
monitor het geval is, met een geschikte beamer worden geprojecteerd. Dat betekent : geen TV
meubel maar alleen een vrij stuk witte muur in de zithoek om op te projecteren.
Een zoektocht op het internet levert op dat er geschikte TV beamers op de markt zijn voor een grote
variatie aan prijzen.(Consumentenbond.nl -D) Een voor HD geschikt product, de Epson EB-1400WI
kost bijvoorbeeld circa 2000 Euro. Er zijn ook bedenkingen bij een beamer. Zo maakt hij lawaai en
veroorzaakt luchtstromen voor de koeling van de sterke lamp. Het energiegebruik gaat ook omhoog
ten opzichte van de huidige LED TV. Verder heeft hij een plek aan het plafond nodig en is zo een
minpunt in het interieur. Er is ook geen mogelijkheid meer om bij de dertiger jaren stijl aan te sluiten.
Om tot een keuze uit deze sterk verschillende denkrichtingen te komen is gekeken naar praktische
argumenten.
Kosten – De LED TV die vlak voor het project in 2012 was aangeschaft gaat zeker nog 5 jaar
mee. De aanschaf van een dure beamer is pas daarna het overwegen waard.
Esthetiek – Een groot, en als hij uit is zwart, TV scherm is niet mooi in een interieur. Niet in
de jaren dertig en ook nu niet. Een TV scherm ergens in of achter doen als er niet naar
gekeken wordt is dus esthetisch gezien aantrekkelijk.
Ruimte – Een meubel dat alleen de TV bevat en verder geen andere functie heeft neemt een
groot deel van de tijd alleen maar plaats in. Toen huis 1938 werd gebouwd was de TV een
ieu iets dat allee i de ijke e k i ge oo k a , de fu tie TV eu el esto d dus
nog niet in de wereld van alledag. Combineren met een andere functie is dus beter passend
bij de stijl en efficiënt voor het gebruik van de ruimte.
Eenvoud – Een meubel met elektromechanische apparatuur er in om de TV te bewegen is
gecompliceerd en gebruikt energie waar dat niet echt noodzakelijk is. Ook beslaat het
mechanisme ruimte buiten het meubel voor de bewegende delen die openklappen en
omhoog komen zodat er niets op kan staan, voor kan staan of bovenop liggen. Bewegende
delen met scharnieren, zoals deuren en deksels, zijn daarmee niet aantrekkelijk.
De oplossing is een TV meubel dat met een rolluik de TV verbergt en op het bovenblad plaats biedt
aan bijvoorbeeld een vaas met bloemen, een paar kopjes koffie en een krant. Het horizontale en
verticale lijnenspel van de Philips 1938 TV kast is zo voor een, nieuw in de werkplaats van huis1938 te
bouwen, eigen TV meubel ontwerp als inspiratiebron te gebruiken.
Op 12 april 2014 is na diverse voorstudies een voorlopig ontwerp klaar. Een laag kastje waarin de LED
TV achter horizontaal bewegende rolluiken zit. Op het rolluik en er onder zijn details bedacht die
herinneren aan de horizontale lijnen in het Philips 1938 TV toestel. Op 20 april 2014 is een mock-up
van het TV kastje klaar. Daarna volgt een proefperiode van enkele maanden om de beste afmetingen
te vinden.
208
Diverse voorstudies voor een nieuw TV kastje.
Bij het aanpassen van de sfeer in het interieur zijn de mogelijkheden eindeloos. In 1938 hadden de
eerste bewoners de keuze uit de meubels en gebruiksvoorwerpen van de jaren daarvoor. Doe-hetzelven was ongebruikelijk terwijl het nu veel voorkomt. Toen zou een timmerman wat meubels in
opdracht kunnen maken maar waarschijnlijker was dat er eenvoudige donker gebeitste eiken
meubelen werden gekocht met gematte zittingen en dat er wat vazen en koperwerk ter versiering op
de schouw en op de kast stond. Een liefhebber zou misschien fraai vormgegeven houten Jugendstil
meubels aanschaffen. (Heller, 1990) Vanaf 1906 werden meubels ook machinaal gemaakt. Meer en
meer mensen konden zich moderne meubels veroorloven. Als het budget het toeliet kon vanaf 1933
zelfs al het eerste Bauhaus meubilair van stalen buis en fel gekleurde stof worden aangeschaft.
(Sembach et al, 1989)
Als het project in oktober 2012 begint zijn buismeubelen aanwezig bij de eetkamertafel, in de zithoek
in de woonkamer en in de uitbouw achter. Ze zijn niet voor dit doel gekozen maar toch passend.
De jaren dertig zijn bij de elite onder de huizenbezitters ook de tijd van het doorgeefluik, gebogen
hout, leer , lamineerwerk en strakke vormen. Daarvan is in huis 1938 niets terug te vinden.
Hiermee aan de slag gaan zou kunstmatig en zelfs geforceerd voelen. Het in 2012 bestaande interieur
is op atuu lijke ijze e o ga is h tot sta d gekomen en zonder bewust een bepaalde stijl na te
streven.
Er is daarom afgezien van ingrepen alleen bedoeld om een stijl door te voeren. Het interieur is bijeen
gesprokkeld uit oude meubels en gebruiksvoorwerpen, hedendaagse fabrieksmeubels die in het huis
passen, zelfgebouwd meubilair en apparaten die een nuttige functie vervullen. Als er een retro
design apparaat of voorwerp ergens goed paste is daarvoor gekozen. Een koelkast, een
broodtrommel en een prullenbak in de keuken bijvoorbeeld.
Er is ook niet gekozen voor het consequent aanhouden van een vintage stijlperiode of – nog
extremer – oo ij oo eeld steam-punk als thema. Hiermee worden vormen en materialen uit de
Britse Victoriaanse periode van 1850-1900 als een soort saus over de nieuwste technologie gegoten.
209
Dit leidt tot industrieel ogende meubels, opmerkelijke gebruiksvoorwerpen, bijzondere kleding en
verlichtingsarmaturen die uit oude onderdelen zijn samengesteld. Tandwielen, gietstukken,
goudkleurige versieringen, uurwerkonderdelen, messing, koper en glas worden veel toegepast. Hoe
het er uit ziet is belangrijker dan de functionaliteit. Zo bouwt men wel computers om met
beeldschermen in een Victoriaanse spiegel omlijsting en toetsen van een typemachine uit 1920.
Het is meer kunst dan ambacht volgens liefhebbers. (retro.net) (Donovan, 2013)
In augustus 2014 blijkt dat dit ontwerp er voor zorgt dat het beeldscherm toch te laag boven de
grond zit. Dat zou leiden tot een soort koelkastmodel, een beetje vergelijkbaar met de Baird TV uit
1936. E is e hte oo zo g ote kast gee plaats. I de gege e i i hti g a de ka e oet het
scherm uiteindelijk dus toch bovenop een laag kastje komen en niet er in. Vorm volgt functie . . .
20 augustus 2014 Het nieuwe TV kastje is in gebruik
Een bezoekje aan de IKEA vestiging in Utrecht in de zomer van 2014 laat zien dat er een ontwerp
probleem met de flat screen TV is: veel meer dan constructies van rechthoekige blokken ruim
rondom het zwarte scherm is er niet te vinden. Bij een deel er van hangt de TV zelf aan de muur en
zijn de snoeren achter een wit kapje verstopt. (IKEA, 2015)
Dit leidt uiteindelijk tot een definitief ontwerp voor een TV kastje. Door het model met het scherm er
bovenop, door de afwerking in hout en door de horizontale lijnen heeft het nog een zwakke visuele
associatie met de jaren dertig TV modellen van Baird en Philips. Op 20 augustus 2014 is het klaar.
(8.2)Zinken hemelwater afvoeren en daklijsten
Hemelwater afvoeren
Een offerte van plaatselijk loodgiete s ed ijf dBos h oo het e a ge a de h a s (hemel
water afvoeren) die in 2012 nog van pvc zijn bedraagt 600,- Euro. Zinken hwa onderdelen blijken
goed verkrijgbaar via het internet. Dedakgootwinkel.nl, vankopertotzink.nl en zinkbouwmarkt.nl
bieden buismateriaal, diverse bochten en andere zinken onderdelen aan. Op 25 september 2014
wordt de lekkende dakgoot aan de zijgevel gerepareerd. Een eerdere reparatie met bitumen heeft
210
het maar een paar maanden gehouden. Ook wordt de eerste zinken hwa bij de douche boven
geplaatst doo dBos h. De o e ige h a s zij aa leidi g oo ee aa tal doe-het-zelf projectjes in
het najaar van 2014. Doe het zelven is goedkoper want de materiaalkosten via internet bestelling zijn
inclusief aflevering a 25,- Euro in totaal 172.55,- Euro. (Dedakgootwinkel.nl) Het bestellijstje is als
volgt :
Onderdeel
Scharnierbeugel 83 std
Wrong
Buis 80 mm x 3 m
Bocht 80 mm 85 graden
Bocht 80 mm 40 graden
Vergaarbak junior
Bezorgkosten
Aantal Prijs/st
IIII
2,30
IIII
3,20
II
23,55
I
9,35
IIII
6,60
I
42,70
Kosten
9,20
12,80
47,10
9,35
26,40
42,70
25,00 +
172,55
Totaal
25 augustus 2014 Nieuwe zinken regenpijp aan de achtergevel
Op 6 oktober 2014 worden de onderdelen bezorgd. De zinken hwa s aan de zijgevel, bij de wc
beneden en aan de uitbouw achter zijn op 5 december 2014 klaar.
Daklijsten
De tijdens de bouw in 1938 aangebrachte boeiboorden van het platte dak van de uitbouw achter zijn
vlak uitgevoerd. De fraai geprofileerde daklijsten zoals ze aan de dakgoot en erker al van oorsprong
gemaakt zijn daar niet aanwezig.
Met opzetstukken zou een sierrand zijn aan te brengen die het functioneren van het dak en de
regenwater afvoeren niet belemmert . Als er leidingen langs de dakrand nodig zijn voor transport van
regenwater naar het eco-toilet ontstaat met die opzetstukken ook een extra mogelijkheid om die
leidingen uit het zicht te houden. Een slang over het platte dak is op korte termijn echter het
eenvoudigst te realiseren. Een afweging is hier nodig als het eco-toilet wordt gebouwd.
211
(8.3)Trap paal en leuning in de hal
Rond 1970 is door de toenmalige bewoners van huis 1938 de fraai uitgevoerde houten trapleuning in
z geheel e ijderd en vervangen door een afwerkrand langs de open trap kant. Aan de muurzijde
is toen een rondhouten leuning bevestigd. Hoewel de hal er ruimer door oogt is de trap dus niet
meer in originele staat.
Gelukkig is bij de buren de complete trap met leuning nog in oorspronkelijke staat bewaard
gebleven. Na het opmeten en maken van een constructietekening op 13 augustus 2013 is een
nieuwe trap paal met leuning opnieuw in originele vorm uit FSC hout te maken. Bij het verwijderen
van de oorspronkelijke leuning is een afwerkrand op de trapboom gezet.
April 2014 Trapleuning in aanbouw
Augustus 2013 Nieuwe roedeverdeling in zijraam
Er is voor gekozen om deze rand te behouden ondanks dat dit een kleine afwijking met het
oorspronkelijke ontwerp betekent. Verder is de trap paal ingekort wat betekent dat er bij restauratie
slechts een opzetstuk nodig is in plaats van een compleet nieuwe paal.
Het maken van een nieuwe leuning in oorspronkelijke stijl vergt nauwkeurig timmerwerk. De
werkplaats van huis 1938 moest daarvoor eerst een renovatie ondergaan en met enkele nieuwe
machines worden uitgebreid. Dit renovatiewerk is in de winter van 2013 op 2014 uitgevoerd. Zo is er
een kolomboormachine verschenen, een nieuwe kast, een stof- en spanen afzuig installatie en is ook
de werkbank vernieuwd.
Met de constructie van de nieuwe trap paal en leuning is op 7 februari 2014 begonnen. Op de trap
boom afwerkrand komt eerst een profiel latje dat twee doelen heeft. Eerst is het handig als lengte
mal voor de nauwkeurige bepaling van de lengte van de leuning en na de montage, verstevigt het de
verbinding tussen de spijlen en de trap boom.
212
De FSC vuren onderdelen worden eerst aan elkaar geschroefd en gelijmd. Dan volgt het behandelen
van harsplekken en schuren om te vlakken en de scherpe kanten te breken. De leuning is op 26
februari 2014 geplaatst. Dan volgen gronden, plamuren en schilderen in de crème witte kleur die het
houtwerk in het hele huis heeft. Op 6 maart 2014 is het klaar. Het resultaat is zowel onopvallend als
prachtig. De rondhouten leuning aan de muurzijde wordt op 8 april 2014 in de zelfde kleur gezet.
(8.4)Roedeverdeling in het zijraam in de hal
Het hoge smalle zijraam in de hal bij de voordeur heeft drie glaslagen die als een geheel zijn
uitgevoerd in plaats van als 8 kleine raampjes. Omdat dit een betere isolatiewaarde oplevert blijft
deze constructie ongewijzigd. De nieuwe roedeverdeling is, zo goed mogelijk conform de oude
vormgeving en maatvoering, in delen aan de buitenzijde en aan de binnenzijde opnieuw aan te
brengen. Door de delen elk losneembaar te houden kan er op de vlakken die naar het glas
toegekeerd zijn ook verf worden aangebracht in een onopvallende kleur. Hiervoor is grijs gekozen.
Op 16 augustus 2013 is op deze wijze de roedeverdeling in het smalle hoge zijraam in de hal bij de
voordeur in de oorspronkelijke stijl hersteld.
(8.5)En-suite schuifdeuren in de woonkamer
De bewoners van huis 1938 zijn boeken liefhebbers. Het herstel van de en-suite deuren is te
combineren met nieuwe boekenkasten waar de deuren tussen in schuiven. Zo is een oorspronkelijk
stijlkenmerk aan nieuwe functionaliteit te koppelen.
In de woonkamer is dan wel een flinke aanpassing nodig. Er is plaats nodig voor de en-suite deuren,
de geleiding daarvan en de omkasting in zowel de open als de gesloten toestand.
Het ontwerp van de deuren zelf is -behalve bij de buren- ook in huis 1938 nog beschikbaar omdat
een van de oorspronkelijke schuifdeuren elders in het huis nog in gebruik is. De andere is na
langdurige opslag rond 1990 beschadigd geraakt en helaas verloren gegaan. De overgebleven ensuite deur kan dus model staan voor de herbouw van twee nieuwe deuren met glas in lood en met
de oorspronkelijke handgreepjes en sluiting. Ook die zijn bewaard gebleven en elders ingezet.
Gelukkig zijn ze in dezelfde uitvoering ook nog nieuw te koop. Een ovaal handgreepje type SDK-1n
kost 12,50 Euro; een schuifdeuroverval type SDO-1n kost 15,00 Euro. (DeGalanterie.nl)
Hoewel zeker uitvoerbaar en ook goed passend in de jaren dertig sfeer, is toch niet voor de
uitvoering van dit plan gekozen. De grote, ruime en lichte woonkamer zou er weer door gesplitst
worden in kleinere kamers die eerder elektrisch licht nodig hebben.
(8.6)Hang en sluitwerk
In huis 1938 is in 2012 op vrijwel alle plaatsen het oorspronkelijke hang en sluitwerk nog aanwezig.
Op enkele plekken was het aan reparatie of vervanging toe.
Voo het toilet e ede is ee ieu slot et ee aa duidi g BE)ET/VRIJ esteld, bij De
Galanterie BV, in bijpassende uitvoering voor 40,- Euro. (interieurbeslag.nl) Kort daarop zit die
gemonteerd op de WC deur. Ook een set originele deurklinken, afkomstig van een vervallen deur
elders uit het huis, siert de WC beneden vanaf 5 februari 2014.
213
(8.7)Buizen en leidingen aan de gevel
De gevels van huis 1938 hebben in de loop van de jaren veel te lijden gehad. Allerlei gaten, verfspetters en scheuren zijn in de loop van de jaren hersteld door met cement aan te smeren en te
voegen en waar nodig aan te stippen met ingekleurde betonverf.
Ook zijn de gevels op verschillende plaatsen ontsierd door afvoerpijpen en leidingen. De regenpijpen
moeten eerst van de rioolwater afvoeren worden gescheiden voor ze in een fraaie zinken uitvoering
hersteld konden worden. Die scheiding is in oktober 2012 alleen nog bij de afvoer van de douche op
de 1e verdieping aanwezig.
Mei 2014 – Niet originele buizen en leidingen die de gevels van huis 1938 ontsieren. Het oude (hier
blauwe) parcours moet gaan vervallen.
Het leidingwerk langs de gevels bestaat uit verschillende soorten. Elke soort heeft andere
ontstaansgronden en beperkingen.
-De aardingsdraad onder het zijraam met roedeverdeling kan niet worden verplaatst. Door de kleur
goed te kiezen kan hij wel onopvallend gehouden worden.
-Verwijderen van de ICT leidingen langs de route op 2.3 meter hoogte en die dan in de lager gelegen
route op 40 cm hoogte opnemen zou een goede esthetische verbetering zijn.
-Op 40 cm hoogte ligt een elektra voedingskabel vanaf de meterkast naar de warmtepomp in de
uitbouw achter. Deze vervangen door een kabel die binnen door het huis loopt is een enorme opgave
en daarom is er voor gekozen deze kabel te laten zitten.
-Eveneens op 40 cm hoogte ligt een deel van de kabels vanaf de zonnepanelen op de werkplaats. Ook
deze kabels kunnen niet eenvoudig binnendoor geleid worden.
-Tenslotte ligt op 40 cm hoogte een kort stukje elektra leiding vanaf een bedieningsschakelaar binnen
naar een buitenlamp aan de zijgevel. Dit is niet te vermijden.
-Op maaiveldhoogte zijn verschillende stukken te onderscheiden, daar is grind, elders stoeptegels en
tenslotte ook een deel met tuinaarde en wortels van de beplanting. De kabels onderlangs de muur
ingraven of in een goot onder de grond doen geeft problemen met het onderhoud en brengt ook
risico van beschadigen bij werken in de tuin met zich mee. Het voordeel van vrijwel onzichtbaar
wegwerken weegt niet op tegen deze problemen.
-Op 40 cm hoogte is in de gevels een 1 cm terug liggende rand van 1 steen hoog gemetseld. Dit
oorspronkelijke jaren dertig metselwerk detail kan worden behouden door er een overkapping of
kabelgoot aan te brengen die de zelfde kleur als het metselwerk heeft en waarin de kabels aan het
oog worden onttrokken. Dit komt hier naar voren als de beste oplossing voor realiseren van
esthetische verbeteringen aan de gevels.
214
Op 22 april 2015 is een begin gemaakt met dit werk. De glasvezel legger Reggefiber heeft in de
maanden januari en februari de straten van de wijk diverse malen opgebroken en in de grond een
glasvezelnetwerk aangelegd. In maart is in de voortuin de aansluiting tussen dat netwerk en een
nieuw geplaatst doosje in de meterkast aangelegd. Daarna werd door een monteur van KPN
onderzocht of de verbinding met de ICT apparatuur in huis 1938 kon worden gemaakt. Helaas was
dat niet het geval omdat er een lange kabel naar de modem in de uitbouw achter moest komen met
de juiste specificatie : 4 twisted pairs. Dat was een kans om de plannen voor via de nieuwe route
gelegde kabels te realiseren!
Op 21 april 2015 is die nieuwe ICT kabel langs die nieuwe route klaar.
21 april 2015 Een nieuwe 4 twisted pairs ICT kabel is langs de gevel
in de sierrand gelegd. De afwerking met een goot volgt nog.
Ontwerp van de goot
KPN sluit vervolgens in mei 2015 het glasvezelnetwerk aan de in huis 1938 aanwezige ICT systemen
aan. Omdat de zakelijke lijn nog steeds op de oude manier via het kope e ISRA punt en de hoog
langs de gevel liggende bestaande kabel binnenkomt, kan die oude route misschien nog niet meteen
verwijderd worden. Na wat onderzoek, navraag en testen blijkt dat het kan en het gebeurt dan ook
op 5 augustus 2015. Dan blijkt wat een grote hoeveelheid koperhoudende draad, kunststoffen,
bevestigingsmateriaal en elektronische schakelingen overbodig is geworden. Niets daarvan is direct
te recyclen in huis 1938 en dus gaat het mee naar het gemeentelijke afval inzamelingspunt waar het
terecht komt in de sorteercontainer voor elektronische apparatuur.
De uitbreiding van het aantal zonnepanelen op de werkplaats en veranda zorgt op 12 februari 2016
voor nog meer kabels langs de – nu enige – route, laag langs de zijgevel.
De afwerking met een kabelgoot in de steenrode kleur van het huis komt in de zomer van 2016 klaar.
215
(8.8)Verwijderen verwarmingsinstallatie
Na het vervangen van de decennia lang gebruikte verwarming met een CV ketel en hoge
temperatuur radiatoren door warmtepompen blijft er een omvangrijke erfenis in het huis achter.
Overal buizen, doorboringen, radiatoren van diverse maten en soorten en een CV ketel in een
speciale kast in de uitbouw achter. Een klein onderzoekje op het internet leert dat dit alles weinig
waarde meer heeft en dat het al mooi zou zijn om de oud-ijzer prijs er voor te krijgen. De HR CV
ketel blijkt nog wel gebruikswaarde te hebben en die CV ketel wordt dus elders hergebruikt.
28 januari 2016 De CV ketel en daarna de kast er omheen zijn verwijderd en de vrijgekomen hoek is
opgeknapt in oude stijl.
Leidingwerk en radiatoren verdwijnen langzamerhand uit huis 1938 naar de metaalrecycling en de
muren en vloeren worden in het voorjaar van 2016 hersteld. Het verdeelblok onderin het keukenblok
blijft zitten. De leidingen in de betonvloer ook . . .
216
VII
Evaluatie van het transitie resultaat
Het gestelde transitie doel was om huis 1938 als een maatgevend voorbeeld voor de bestaande
woningvoorraad te transformeren tot een toekomstbestendige woning die past bij de huidige
denkbeelden over duurzaamheid. Hoe is deze transitie te beoordelen?
Methodiek
In 2002 publiceerde het RIVM een instrumentarium voor de evaluatie van transities. Denkkader,
modellen, actoren en complexiteit staan centraal in deze methodiek. )o el te h o-economische- ,
meer natuurwetenschappelijke aspecten, als a to e , die meer als menswetenschappelijke
aspecten worden gezien, spelen een rol. Het RIVM koppelt de evaluatie aan het toekomstbeeld dat
door de rijksoverheid in het Nationaal Milieu Plan (NMP4) is geformuleerd. In die gewenste toekomst
zijn onder meer de tijdshorizon, de systeem afbakening, de schaalgrootte en het kwantificeren van
resultaat de parameters die moeten worden beschouwd. (Spakman et al, 2002) Waa de a e a benadering in dit RIVM instrumentarium voor de transitie in huis 1938 weinig herkenbaar is komt het
centrale concept in het MEI model (Model Effectiviteit van Instrumenten), met de vele krachten die
een actor ervaart, juist dicht bij de beleving van een pionier. Die pionier staat als actor alleen en
omspant met zijn transitie alle a e a s e do ei e . De vraag, at aats happelijk gezie de este
oplossi g ij ee op duu zaa heid ge i hte s stee t a sitie op de schaal van een enkel
huishouden concreet zou zijn, blijft met de RIVM evaluatie methodiek echter onbeantwoord.
De pio ie oet o e ijzo de e ke e ke es hikke zoals out of the o kunnen denken. Ten
behoeve van het selecteren van pioniers in een grootschalig project is zelfs een psychologische test
ontwikkeld. Tijdens het werk moet hij over veel enthousiasme en energie beschikken om de
obstakels op zijn weg te overwinnen, na het werk moet hij beducht zijn op een overheid die de regels
bijstelt en onverwachte complicaties. (Loorbach & Rotmans, 2010)
Deze ervaringen waren ook bij de transitie in huis 1938 aan de orde. Dit was echter nog niet alles.
De transitie vond ook plaats in een s el e oluere de o ge i g . (Paredis, 2012)
Richting vinden in een zich snel ontwikkelende duurzaamheidsmarkt tijdens het project vergt zowel
een goed inzicht in de technische inhoudelijke mogelijkheden als een grote flexibiliteit en
wendbaarheid in de veranderende omgeving waar steeds nieuwe kansen en bedreigingen uit
voortkomen. Hoe ee t a sitie i p aktijk het este ge a aged ka o de lijft hie og
onduidelijk. In 2015 kwamen beide auteurs op dit punt tot een nieuwe benadering: Lear i g
doi g a d doi g lear i g . Ze koppelen dit aan voortdurende monitoring van zowel de
transitiewerkzaamheden zelf als het managen daarvan. (Loorbach & Rotmans, 2015)
Er is gee re hte eg a ee e peri e t aar ee duurza e ereld stelt het Kenniscentrum voor
duurzame systeem innovaties en transities. (Kemp & vdBosch, 2006)
Welke gereedschappen zijn dan nog geschikt om een transitie project mee te evalueren vroeg een
Scandinavische groep wetenschappers zich in 2007 af. Zij identificeren drie typen sustai a ilit
assess e t tools : een reeks indicatoren, een set methoden voor het beoordelen van producten en
een aantal analyse modellen voor beoordeling van aspecten. Zij noemen 31 soorten waaronder
bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk, life cycle assessment en kwetsbaarheids analyse. (Ness et al
2007)
217
Voor de pionier, in een transitie op het niveau van een enkel huishouden, is het toepassen van al
deze gereedschappen in praktijk om diverse redenen ondoenlijk. De gereedschappen zijn deels op
een grootschaligere situatie gericht. Deels zijn ze van een technische diepgang die zonder
specialistische kennis niet toegankelijk is. Ook zijn ze in een aantal gevallen niet gratis te gebruiken.
Voor een particuliere woningbezitter lijkt de aanschaf van de benodigde software en het volgen van
training in het gebruiken daarvan, een te grote financiële last en, wat tijd en te verwerven kennis
betreft, een te zware opgave.
De urger ka het iet allee constateerde het Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT) in
2013. Dat is voor deze case study, die in oktober 2012 begon, een waarschuwing die duidelijk te laat
kwam. Een jaren dertig woning door een transitietraject slepen blijkt inderdaad een weg die
schokkerig en vol tegenslagen is, net als de auteurs beschrijven. Zij onderscheiden fases van een
transitie die op de schaal van een enkel huishouden herkenbaar zijn: voorontwikkeling, kanteling,
versnelling en stabilisatie. Het verschil tussen het resultaat van een succesvolle transitie en
usi ess-as-usual is de opga e (Bosman et al, 2013). In de huis 1938 case study is dit
geïnterpreteerd als de doelstelling en, mede daaraan afgemeten, het bereikte transitie resultaat.
De evaluatie van de huis 1938 sustainability make-over is op basis van al deze inzichten gesplitst in
twee onderdelen :
1-De evaluatie van het transitie resultaat
De opzet als case study vormt de basis voor het vanuit de perspectieven van de
gekozen onderwerpen (kenwaarden, knelpunten, comfort, kosten en gezondheid)
belichten van het bereikte resultaat op te h o-e o o is h ge ied. Ook zijn
vergelijkingen met de situatie zoals die was na de bouw in 1938 en die in 2016 zonder
transitie gemaakt. (Dit hoofdstuk VII)
2-De ervaringen als pionier
Een analyse aan het ontstane relaas – een narrative – vormt de basis voor het
belichten van de the a s e k elpu te zoals die doo de pio ie e de e a e .
(Hoofdstuk VIII).
Resultaat in kenwaarden voor en na
Deze ase stud heeft t ee ti e oss se tio s die in de tijd 4 jaar uiteen liggen: de beginsituatie
i okto e
oo e de e eikte ei dsituatie i okto e
a . Het bereikte
duurzaamheidsresultaat kan met verschillende kenwaarden aangegeven worden :
-Als bekendste indicator mag de ecologische voetafdruk zeker niet ontbreken. Hoewel een
nauwkeurige berekening daarvan aan een bestaande woning lastig te doen is kan wel een analyse
van de belangrijkste factoren worden gemaakt.
-Direct voelbaar in de huishoud portemonnee zijn de nutskosten. De ontwikkeling van deze kosten
tegen een achtergrond van oplopende energiekosten is betrekkelijk eenvoudig vast te stellen. Deze
indicator is tamelijk grof en gevoelig voor externe invloeden.
-Een over de volle breedte van alle aspecten bij duurzaamheid reikende beoordeling zou uit een
vergelijking met een keurmerk kunnen worden verkregen. Dat blijkt in praktijk niet goed haalbaar te
zijn voor de particulier met een jaren dertig woning.
218
-Het resultaat kan met referentie niveaus o de e geleke : het passi e house , ee e e gie
eut aal huis e ee auta kis h s stee .
-Vervolgens is met het eigen rekenmodel de warmtehuishouding voor en na de transitie door te
rekenen. Dat geeft een weers- en gebruikersgedrag onafhankelijk inzicht in de voornaamste
energieverbruiker: de verwarming. Met het rekenmodel zijn diverse kentallen te berekenen.
-Tenslotte is er het energielabel. Daarmee is een globale maar objectieve norm beschikbaar
waarmee het resultaat met de huidige bouwvoorschriften en met andere typen huizen kan worden
vergeleken.
Hieronder wordt een aantal veel gebruikte kenwaarden stuk voor stuk nader bekeken en, via een
kwalitatieve selectie, tot een voor dit transitieproject bruikbare set teruggebracht.
Ecologische voetafdruk
De 5 meest maatgevende factoren, die in 2012 gevonden werden bij de ecologische voetafdruk
(duurzaamheidinactie.nl), zijn voor en na de huis 1938 transitie naast elkaar gezet in de tabel
hieronder. Verder is in de periode tussen 2012 en 2016 ook breder gekeken naar effecten van
gedrag van de bewoners van huis 1938 dat de voetafdruk beïnvloedt. Zo is overgestapt op biologisch
voedsel uit de regio en is vlees vrijwel verdwenen uit het menu.
De top 5 factoren in de ecologische voetafdruk voor en na de huis 1938 transitie
1 oktober 2012
1 oktober 2016 verschil
1
Gasgebruik
2454 m3/jaar
0 m3/jaar
-100 %
2
Papiergebruik
Abonnementen,
Abonnementen, 0
post, drukwerk
post, drukwerk
3
Auto kilometers
30.000
30.000
0
4
Vliegtuigkilometers 1x/jaar
1x/jaar
0
5
Elektragebruik
2371 kWh/jaar
0 kWh/jaar
-100 %
Een op 4-10-2015 ingevulde online quick-scan (duurzaamheidinactie.nl) om de per eind 2016 te
bereiken voetafdruk nader te bepalen resulteerde in totaal 8.5 ha. De samenstellende onderdelen
uit die berekening geven in afnemende volgorde de volgende bijdragen:
Mobiliteit
6.23 hectare (73.59% van de totale voetafdruk)
Na de t a sitie geeft de fa to
o iliteit ee alleso e hee se de ijd age a
%
aan de ecologische voetafdruk. De privé auto kilometers nemen daarvan 51% en
vliegvakanties nemen de overige 22.6% in beslag.
Voedsel
1.14 hectare (13.52%)
Hier vallen de vis (5.5%) en de verse groenten en fruit uit de regio (7.2%) als grootste
bijdragen op.
Wonen
0.92 hectare (10.9%)
Aan de factor wonen valt weinig meer te sleutelen omdat het grondoppervlak van
woning (3%) en van de tuin (4%)vast ligt.
Papiergebruik 0.41 hectare (4.82%)
Hier kunnen de krant en de tv gids nog worden opgezegd maar het meest is
Ongevraagd drukwerk dat in de brievenbus valt.
Energieverbruik 0.17 hectare (2%)
Hieruit wordt duidelijk dat na de transitie het autogebruik en de vliegvakanties de ecologische
voetafdruk in hoge mate bepalen, en niet het huis en het energiegebruik.
219
Nuts kosten
Stappen zetten in duu zaa heid a huis
tusse het egi a het p oje t i okto e
e
het eind in 2016 krijgt een eerste positieve impuls door naar de vermindering van het energiegebruik
te kijken. Tussentijds in 2014 is al naar de bereikte besparing op gas, elektriciteit en waterverbruik
gekeke ia eti ge i de ete kast. Hier mee is af te schatten hoeveel werk en investering nog
odig is o ee te o e astgesteld i eau te ehale , ij oo eeld
% e uiks e i de i g .
De vermindering van de kostenpost uts ed ij e
o dt het eest di e t ge oeld in de huishoud
portemonnee. De uts koste a e i fe ua i
, i e iets ee da ee jaa a het egi
van het project, tot minder dan de helft gedaald. Hierbij is wel met 8% per jaar kostenstijging
gerekend. Als het nutskostenbedrag in Euro per maand wordt vergeleken is de daling sinds november
2012 iets minder dan 50%. De zachte winter van 2013-2014 speelt hierbij ook een rol zodat deze
i st et de odige oo zi htigheid oet o de ekeke . I hoofdstuk 3 is een grafiek van de
veranderende maandlasten opgenomen. Zowel het weer als de prijsontwikkeling hebben invloed op
de gemeten verbetering. Het zou een groter aantal jaren vergen om het effect van de transitie
nauwkeuriger te kunnen bepalen. Al met al zijn de nutskosten dus geen nauwkeurige indicator voor
de bereikte duurzaamheidswinst.
Keurmerk
Er is echter meer aan de hand dan vermindering van het verbruik en de daarmee samenhangende
kostenbesparing. Werkzaamheden door derden zijn bijvoorbeeld niet op duurzaamheid beoordeeld.
Ook de toegepaste materialen en de geleverde apparatuur zijn dat niet. Hoe is bijvoorbeeld te
controleren dat de fabricage van PV panelen in China -zoals door de fabrikant geclaimd- echt
duurzaam is gebeurd? (CanadianSolar.com)
Meer inzicht krijgen zou zoiets als een Life Cycle Analysis (LCA) voor alle in het huis 1938 project
ingebrachte producten vereisen. In het kader van deze case studie is dat niet gedaan omdat het
vergaren van alle benodigde gegevens een waar monnikenwerk zou zijn. Bovendien, omdat bedrijven
die gegevens niet publiceren, is dat voor een particulier of consument ook niet uitvoerbaar. De
duurzaamheid zou door fabrikanten moeten worden aangetoond, bijvoorbeeld met tests, leidend tot
een certificaat van conformiteit aan een norm of keurmerk bij hun product. Over sommige zaken zijn
geen twijfels, over andere wel. Zo zijn, zelfs volgens critici, de PV zonnepanelen in Nederland per
opgewekte kWh zonder twijfel nog 4 à 5 keer milieuvriendelijker dan een met gas of steenkool in een
centrale opgewekte kWh. (lowtechmagazine.be)
Ondanks de grote verschillen tussen losse onderdelen zijn er wel degelijk keurmerken voor het
geheel van duurzaam bouwen. Het compleet uitbesteden van werkzaamheden voor een
duurzaamheidsverbetering aan een woning zou bijvoorbeeld aan een dergelijk keurmerk kunnen
worden getoetst. Hier is het NIBE initiatief van de DUBOkeur interessant. Dit is een op
rekenmodellen en concrete eisen aan energie, materialen, water, comfort en gezondheid gebaseerde
brede en onafhankelijke beoordeling van de duurzaamheid van een woning. (dubokeur.nl)
De DUBOkeur eisen, toegepast op de huis 1938 situatie, zijn:
B1-De EPC is 25% beter dan de 0.60 uit het bouwbesluit.
B2-Wek meer dan 10% van het energiegebruik in de woning met PV of collectorpanelen op
B3-Haal een NIBE materiaal prestatie norm MPN score > 8.0
B4-Pas alleen hout toe met FSC- of PEFC keurmerk
220
B5-Gebruik minder dan 100 liter drinkwater per persoon per dag volgens de WPN rekenwijze
B6-Gebruik lage temperatuur verwarming.
K1-Beperk temperatuuroverschrijding tot < 2.00 volgens TO-juli, NEN 5128
K2-Realiseer 40% meer daglicht toetreding dan vereist in het bouwbesluit
K3-Maak de ventilatie conform de ontwerpberekeningen
K4-Realiseer 20% meer capaciteit in ventilatie dan vereist in het bouwbesluit
C1-Compenseer met vernieuwende concepten als twee K eisen niet gehaald worden.
Voldoet huis 1938 daar aan?
De eisen K3 en K4 zijn niet van toepassing in huis 1938 dat is ontworpen zonder geforceerde
ventilatie. Dat betekent dat C1 nodig is om als compensatie te dienen. Het bij B2 en B5 zeer ruim
halen van de aangegeven norm en het geheel gas, water en elektriciteit neutraal maken van deze
jaren dertig woning zou hier voldoende moeten zijn. De warmtepomp in de uitbouw achter kan als
vernieuwend concept gelden.
De eisen B1, B2, B5 en B6 zijn in dit project gehaald. Aan de eis K1 is bij afwezigheid van
mechanische koeling voldaan. (Dijk & Spiekman, 2006) Zonwering aan de voorzijde houdt bij
temperaturen van rond 30 0C de warmte nog voldoende buiten. De eis K2 komt neer op een raam
oppervlak > 10% (met een minimum van 0.5 m2) van het vloeroppervlak van elke ruimte met een
woonfunctie. (Bouwbesluit, artikel 3.74 en 3.75) Voor huis 1938 is hier met 23 m2 raamoppervlak en
173 m2 vloeroppervlak ruim aan voldaan. Alleen de bijkeuken en de wc beneden zijn misschien wat
krap bemeten.
Het halen van de eisen B3 en B4 moet echter voor het hele huis als onmogelijk worden beschouwd.
Op projectniveau is het deels wel mogelijk want er is voor FSC hout gekozen.
Voor huis 1938 is het overgrote merendeel van de bouwmaterialen immers al in 1938 gekozen en
toegepast. In de loop van de jaren zijn er relatief kleine veranderingen aangebracht, allemaal met
materialen waarvan de milieuprestaties niet bekend zijn. Pas de laatste paar jaar is hout met FSC
keurmerk verkrijgbaar in doe-het-zelf winkels. De DUBOkeur is voor renovatie van een oudere
woning -jammer genoeg- dus niet onverkort bruikbaar.
Voor het toepassen van de NIBE materiaal prestatie norm (MPN) zijn bovendien een toegangscode
en een wachtwoord tegen betaling als eis gesteld. Niet iets waar je als particulier graag aan begint.
Voor een renovatie woning zou het aantal sterren in de Breeam-nl keur van DGBC in theorie het
meest brede beeld van de duurzaamheidsprestatie van huis 1938 opleveren. Het gaat hier echter om
een omvangrijk traject waarbij een onafhankelijke derde het werk van een deskundige moet
beoordelen. (Naber & Beijnum, 2013) Ook hier geldt voor een particulier dat dit onaantrekkelijk is
vanwege de extra kostenpost.
Voor particulieren is voor renovatieprojecten dus een andere, onafhankelijke, eenvoudige , vrij en
praktisch bruikbare norm nodig.
Referentie niveaus
De veel gebruikte aanduidingen voor de duurzaamheid van een huis et de i eaus passi e house ,
e e gie- eut aal of zelfs auta kis h zoals ee ea th-ship, bieden hier weinig soelaas. Het zelf
vast stellen of een huis aan een van deze eisenpakketten voldoet is bij de tweede en de derde
een oudig aa iet ij de ee ste. Het epale of de passi e house o gehaald o dt is oo al
gebaseerd op een complexe berekening aan de isolatiewaarden en de bijbehorende warmtestromen.
221
Dit voegt dus niet zoveel toe aan andere kentallen die met het eigen thermisch rekenmodel vast
gesteld kunnen worden.
Het op e kelijke is dat ee huis el e e gie eut aal ka zij
aa to h ij la ge a iet de
passi e house o haalt. Ko to : ee sle ht geïsolee d huis met energie slurpende apparatuur
met genoeg zonnepanelen haalt toch het niveau e e gie eut aal . Die te zegt dus iet zo eel
over duurzaamheid maar des te meer over de nutskosten.
Voo dit p oje t is de te
auta kis h iet als doel gesteld e is daa ee da ook iet uik aa als
prestatienorm.
De drie niveau aanduidingen hebben daarmee ook geen logische onderlinge volgorde langs de as van
de duurzaamheid.
Een huis zou idealiter een combinatie van energiezuinigheid, nagenoeg nul als balans met de
omgeving en in een bepaalde mate onafhankelijk maar grid-gekoppeld moeten zijn.
De drie niveau aanduidingen zijn daarmee elk op zich onvoldoende representatief voor het
duurzaamheidsresultaat.
De e gelijki g et het passi e house eise pakket is het eest zi ol. Het gaat da met name
over de bereikte isolatiewaarden bij huis 1938. Het thermisch rekenmodel is gebruikt voor een
e eke i g aa de oo e de a situatie.
De e gelijki g a de e eikte huis
p estaties a de i g eep et de ela g ijkste Passi e
house eise le e t het eeld in de tabel hieronder op:
Passive house eis
Huis 1938 prestaties
Buitenwanden
< 0.15 W/m2K
Deur- en paneel vlakken
Beglazing inclusief kozijnen
Dak (gerenoveerd)
Vloeren
Luchtdichtheid
Ventilatie WTW
Invang zonlicht
< 0.80 W/m2K
< 0.85W/m2K
< 0.35 W/m2K
< 0.15 W/m2K
zeer goed
continu
maximaal
Spouwmuren 0.59 W/m2K
Woonkamer
0.29 W/m2K
Houten vlakken 0.56 W/m2K
1.30 W/m2K
0.32 W/m2K
0.23 W/m2K
tochtdicht
niet aanwezig
groot glas oppervlak op het zuiden
I deze e gelijki g is di e t te zie dat et spou
uu isolatie ooit aa de Passi e house eis te
voldoen zal zijn. Een 15 cm isolatielaag past eenvoudigweg niet in een spouw van 6 cm. Omdat de
muren het grootste en meest beeldbepalende oppervlak van het huis zijn kan het huis die norm niet
halen zonder zeer vergaande maatregelen. Het hele buitenblad van de spouwmuur opnieuw
opmetselen met de zelfde soort rode bakstenen en daarbij ruimte voor deze bredere spouw met
isolatie laten is technisch mogelijk maar erg ingrijpend. Het leidt tot verschil van kleur met het huis
van de buren. Het leidt ook tot een afwijking met de afmetingen in de oorspronkelijke
bouwvergunning. Binnen in de woning een laag van 10 cm EPS tegen alle muren van de schil
aanbrengen is eveneens mogelijk maar niet praktisch omdat veel van de oorspronkelijke details in de
betimmeringen rond deuren en ramen zo onzichtbaar worden. Het isoleren beperken tot de spouw
opvullen bepaalt zo de grens van het redelijke bij het isoleren van dit jaren dertig huis.
222
Kentallen
Met het eigen thermisch rekenmodel zijn de schil-isolatiewaarden te berekenen voor en na de
transitie. Bij huis
is het ei d esultaat a het p oje t zo ade te eoo dele .
In hoofdstuk IV zijn veel gebruikte kentallen geïnventariseerd. Met behulp van het rekenmodel zijn ze
zowel voor als na de transitie bepaald via het rekenmodel en uit de zelfde set brongegevens.
Hierbij is het volgende gebleken:
Het warmteverlies is afgenomen door de aanvullende isolatie in spouwmuren, beglazing, houten
vlakken, dak en vloer. De globale K-waarde en het K-peil zijn eveneens veranderd door de extra
isolatie. De energie index (EI), de energie prestatie coëfficiënt (EPC), de EPC (België), en de E-peil
waarde zijn veranderd door de combinatie van alle ingrepen samen.
De kentallen die na de ingrepen uit de diverse berekeningen komen zijn in de tabel hieronder
bijeengebracht. Ter vergelijking zijn ook enkele waarden opgenomen die voor het oorspronkelijke
ontwerp in 1938 bij de bouw golden.
________________________________________________________________________________
Kental
Bouw
Start
Na
Toelichting
1938
Nov 2012
Okt 2016
________________________________________________________________________________
- Nutskosten
215
30
Euro/maand W+E
- DUBO Keurmerk
|B
|K |C |B
|K |C
|------|vv--||vv--vv|vv--|v (-=nee, v=ja)
________________________________________________________________________________
1 Warmteverlies
13.4
8.3
5.5
kW/j gem 20/8 oC bi/bu
2 Globale K-waarde 5.33
2.21
1.47
W/m2K
3 K-peil
K210-K160
140
4 EI
1.38
0.69
5 EPC
1.45
0.75
(ruwe schatting)
6 EPC(België)
252
202
kWh/m2 (excl. WP1)
7 E-peil
E149
E74
________________________________________________________________________________
8 Energielabel
G
C (bijna D)
A
schatting/meting/schatting
Energielabel
De kenwaarde met een bijzondere plaats, het onafhankelijk vastgestelde energielabel, is toch wel het
belangrijkste in de rij. Hoe zou het energielabel in huis 1938 veranderd zijn? Om die vraag te
ea t oo de is op ap il
de da og fo kel ieu e e site e e giela elatlas. l ge uikt.
Op 25 april 2014 werd deze site landelijk gelanceerd met o.a. een NOS journaal item. De site geeft
het eerder in 2009 officieel vastgestelde label C (bijna D) aan. De zelfde huizen er naast en
soortgelijke huizen in de buurt hebben vrijwel allemaal energielabel G toebedeeld gekregen op basis
van hun bouwjaar. (energielabelatlas.nl) Dit niveau G klopt ook met de uitgangswaarde voor jaren
de tig o i ge i het
e e gie eut aal p oje t i A e sfoo t. Daa o dt a af okto e
223
aan de voorbereidingen gewerkt. Het plan is om door bedrijfsleven en overheid met behulp van een
voorbeeldhuis de duurzaamheid in een jaren dertig buurt aan te pakken. In het voorjaar van 2014
worden er aannemers bij betrokken. (033energieneutraal.nl)
Het niveau verschil tussen start label G en label C (bijna D) geeft een indicatie van het tussen 1984 en
2009 al behaalde resultaat in huis 1938. Met het rekenmodel kunnen warmteverlies en globale Kwaarde teruggerekend worden voor de situatie in 1984. Als de vanaf oktober 2012 gerealiseerde
maatregelen en de verdere plannen in huis 1938 op de site worden ingevoerd ontstaat er een globale
- maar onafhankelijke - verificatie van het eigen rekenmodel. Het blijkt niet mogelijk om de al
gerealiseerde warmtepomp in te voeren in het rekenmodel op de site. Er komt -desondanks- uit dat
huis
i ap il
op la el B is aa geko e . (energielabelatlas.nl) Als in 2016 de extra dak
isolatie, extra vloerisolatie ter plaatse van de kruipruimte en het 3 laags glas ook in de lichtkoepels
en in de ramen op de 1e verdieping zal zijn aangebracht, voorspelt het rekenmodel op deze site
energielabel A. Dat betekent dat er met het project in elk geval, en nog zonder rekening te houden
met de effecten van de al geplaatste warmtepomp in de uitbouw achter, een duidelijk en stevig
resultaat zou moeten zijn bereikt: van label C (bijna D) in 2012 naar een geschat label A in 2016. De
tabel laat de ontwikkeling van huis 1938 langs de schaal van het energielabel zo duidelijk zien:
oo sp o kelijk ge ou d als G , e ige tijd voor de start van de transitie voor het eerst gemeten als
C ij a D e aan het eind van de transitie opnieuw geschat op A .
Knelpunten
Er blijken veel knelpunten tijdens de uitvoering naar voren te komen die bovendien zeer verscheiden
van aard zijn. Hier onder staan ze op een rijtje:
Gebrek aan integraal transitie advies
Ee sustai a ilit ake o e
e kpla ka je iet i de uu t kope . Niet sta daa d e iet als
maatwerk. Adviesbureaus richten zich vooral op bedrijven, openbare gebouwen en op
nieuwbouwprojecten. Er is maar weinig advies over voor de particuliere woningbezitter hoewel op
landelijk niveau de aanbieders in aantal toenemen. Er blijken geen lokale consultants, geen
hoofdaannemers en geen financiële adviseurs actief te zijn die dit transitie traject compleet
bestrijken. Voor jaren 50 – 80 woningen is wel een campagne gestart in de loop van 2015.
Gebrek aan integraal markt aanbod
Ee sustai a ilit ake o e kan je niet zomaar bestellen. Afgezien van het feit dat lokaal advies
niet gemakkelijk te krijgen is blijken aannemers toch weinig kijk op een compleet transitie project te
hebben en is de sterk gespecialiseerde leveranciersbasis nog grotendeels bij traditionele
werkverdelingspatronen bepaald. Bestaande leveranciers zijn enthousiast maar niet goed toegerust
voor nieuwe duurzame technieken. Ze hebben geen ervaring maar pionieren zelf binnen hun eigen
specialisme. Zoals al genoemd is dit voor jaren 50-80 woningen al wel in ontwikkeling.
Gebrek aan concurrentie
Er is hiermee ook geen herkenbaar sustai a ilit ake o e aanbod in de markt, laat staan
concurrentie. Het laten ontwerpen en uitvoeren van een geheel transitietraject is daardoor een
224
riskante aangelegenheid. De technische geschiktheid, de coördinatie en de prijs zijn zo niet in
vertrouwde handen.
Gebrek aan specifieke financiële steun
De particuliere woningbezitter met een duurzaamheids a itie is recent wel als klantengroep op de
kaart terecht gekomen. Hij kan een subsidie advies kopen, een hypotheek aanpassing doen of een
geldlening verkrijgen. (Abnamro.nl) (ikinvesteerslim.nl)
Voor zonnepanelen is de subsidieregeling qua omvang beperkt maar duidelijk en efficiënt geregeld.
Warmtepompen worden bij bedrijven wel maar bij particulieren niet met subsidie gesteund. Bij de
spouw isolatie bleek eveneens geen subsidie (meer) beschikbaar te zijn. Voor al de andere in deze
transitie uitgevoerde deelprojecten werd bij de start in oktober 2012 geen subsidiemogelijkheid
gevonden. Zo was er ook geen financiële ondersteuning voor een transitie project als geheel,
bijvoorbeeld via een speciale lening. Tijdens de periode van 4 jaar zijn wel enkele nieuwe
financieringsvormen op de markt gekomen maar die pasten niet bij een enkele woning of niet bij de
inmiddels bereikte tussenstand van het transitieproject. (energiesubsidiewijzer.nl) )o alt doe-hetzelf werk er niet onder en is er een te krap maximum bedrag. (ikinvesteerslim.nl)
De benodigde financiële middelen zijn daarom bij de aanvang al direct gereserveerd uit het
spaargeld. Tijdens het lopende huis 1938 transitietraject is daarom niet alsnog een financiële
ondersteuning gezocht in de vorm van een aanpassing van de hypotheek of in de vorm van een
g oe e le i g (Abnamro.nl) omdat die niet nodig was en niet paste bij de inmiddels bereikte
tussenstand in huis 1938. Voorbeeld: lening voor de verbetering van enkel glas naar dubbel glas
terwijl de uitdaging die voor lag in de transitie was het vertrekken vanuit dubbel glas naar drielaags
glas.
Gebrek aan kennis
Het voorbereiden en uitvoeren van dit transitie traject was een meer dan leerzame ervaring. Als leek
is het traject niet zelfstandig te doen. Er is veel technische kennis nodig om de weg tussen
verkoopbrochures en ontbrekende of juist te overdadige technische informatie te vinden. Ook is de
stand der techniek op diverse terreinen sterk in beweging waardoor het kiezen van de beste
oplossingen uitermate lastig is. Bestaande technieken worden als duurzaam en groen verkocht
terwijl nieuwe en betere oplossingen geen aandacht krijgen. Leveranciers pionieren zelf ook met de
nieuwe apparatuur.
Veranderingen bij energie labels op apparaten
Bij de aanschaf van huishoudelijke apparatuur ontstaat meteen al een obstakel. Omdat de
energielabel normen in de EU gewijzigd is de energie prestatie vergelijking met oudere apparatuur
moeilijk te maken. Een verkeerde en te optimistische indruk ontstaat al gauw, namelijk dat er zonder
enige moeite al tientallen procenten elektriciteitsverbruik te winnen zouden zijn. Meten van het
verbruik verschaft meer zekerheid dan de gegevens op oude en nieuwe energie labels vergelijken.
Veel doe het zelf werk
De ealisatie a het e kpla , zoals i deze ase stud pe deelp oje t is beschreven, leverde ook
heel veel kluswerk op. Met name die grote omvang van het eigen kluswerk -om het betaalbaar te
houden- leidt er toe dat het transitie traject enkele jaren duurt.
225
Pionieren e de lear i g ur e
V ij el alles e eist iets dat oo de ee ste kee gedaa o dt e dus is e o e al ee steep lea i g
u e . Pio ie e eteke t ook dat e i de di e te eke de k i g gee
e se te i de zijn die
ook et zo t aje t ezig zij . Ee uitzo de i g hie op is het plaatse a zo epa ele . I de loop
a
lijke e kele ollega s, ie de e u e e ook ee ezig te zij gegaa . )o epa ele
worden zichtbaar in het straatbeeld. Zonnepanelen en spouwmuur isolatie zijn in de
duu zaa heids e eld de sp eek oo delijke
oodjes a de akke : ge akkelijk uit te estede ,
snel te realiseren en bovendien ook in korte tijd terugverdiend.
Opdelen en ontvlechten van het oude systeem als obstakel
Een groot obstakel blijkt te zijn dat huizen een sterke verknoping tussen de technische installatie en
het bouwkundige deel hebben. Als particulier met een bescheiden budget is het belangrijk om de
kosten voor de transitie in kleine brokken over de tijd te kunnen uitsmeren. Vaak toegepaste
modieuze methoden, zoals in muren en vloeren weggewerkte leidingen en centralisatie of integratie
van functionaliteit, zoals een bij combi CV ketel, maken dat opdelen in brokken moeilijk of zelfs
onmogelijk. Het gebruik van warmtepompen die alleen geschikt zijn voor vloerverwarming leidt in
oudere huizen met ongeïsoleerde vloeren en een kruipruimte tot grote en ingewikkelde
verbouwingsprojecten en tot grote uitgaven ineens. Meer flexibiliteit, decentrale apparatuur en
scheiding tussen installatiedelen en bouwkundige functies maakt een stap voor stap benadering
beter mogelijk. Leidingen in koven, goten en tunnels zijn eenvoudiger te veranderen. De oude
systemen kunnen dan geleidelijk afgebroken worden terwijl nieuwe systemen de voorzieningen
tijdens de transitie stukje bij beetje overnemen. De duurzame nieuwe technologie van de toekomst
zou uit kleinere modulen moeten bestaan zodat de particulier met een smalle beurs met deze
bouwstenen geleidelijk een duurzaam systeem kan vormen.
Huishouden moet doorgaan
Door opsplitsen van de project werkzaamheden in heel veel kleine stukjes is het huishouden in huis
1938 nauwelijks onderbroken geweest. Het moeilijkste was de opvulling en afdekking van de
kruipruimte waardoor de woonkamer en de keuken ruim een week buiten gebruik waren. Het vele
leidingwerk compliceerde de zaak aanzienlijk. De lange looptijd maakt het door kunnen gaan van het
huishouden een voorwaarde voor succes. Enkele maanden een ander verblijf huren zou nog kunnen
maar vier jaar elders wonen is niet realistisch.
Niet één groot project ineens
Een onbeantwoorde vraag blijft of het eindresultaat technisch beter van kwaliteit zou zijn geweest
als niet was gekozen voor het opsplitsen in onderdelen maar voor één groot project ineens. Voor
een particulier is die geleidelijke stap voor stap weg eerder en gemakkelijker te bewandelen dan de
weg waarbij een groot project in handen van derden wordt gegeven. Gezien het prille
ontwikkelingsstadium in de transitie project markt is dat laatste riskant, onverstandig, duur en
misschien zelfs onhaalbaar. Zeer opmerkelijk is dan ook dat de overheid precies tegengesteld hieraan
ee g o dige e o atie i ee s ete oe t da opee olge de klei e aa passi ge i de
adviezen voor particulieren. (Witkamp et al, 2011) Dit advies geeft te denken, niet in de laatste plaats
omdat ook andere pioniers hun transitie inspanning in kleine stukken verdeeld poogden te doen.
(Duurzamehuizenroute.nl) Deze situatie gaat hoogstwaarschijnlijk helemaal veranderen als veel meer
particulieren zich met hun huis aan een transitie gaan wagen en als projectfinanciering ruimer wordt.
226
I de toeko st zal het adagiu de burger kan het niet alleen (Bosman et al, 2013) terrein gaan
winnen. Dit vooral omdat er met schaalvergroting belangrijke kostprijsvoordelen te behalen zijn. Als
transitie werk door de learning curve heen is kan het sneller en trefzekerder gebeuren dan een
pionier het ooit kan doen. Een gezamenlijke transitie aanpak in korte tijd wint het immers altijd van
veel aparte trajecten met verschillende aanpak en lange looptijden.
Onzekerheden in het overheidsbeleid
Er zijn veel verwarrende geluiden in de media over wat de overheid van plan is met energie in de
komende jaren, over of er wel of niet belasting geheven gaat worden op zonnestroom, over of
Chinese zonnepanelen een hoge invoer heffing krijgen of niet, over of PUR spouw isolatie gevaar
voor de gezondheid inhoudt, over nutsbedrijven die failliet dreigen te gaan, over of er subsidie op
energiebesparing komt of niet, hoe het met het aardgas verder moet, of Nederland de klimaat
doelstellingen van de EU wel haalt, enzovoorts. De overheid lijkt met een weifelachtige houding en
een zwak en zwalkend beleid de jonge duurzaamheidsmarkt eerder in de kiem te smoren dan hem
voorzichtig op te kweken. (Bouma, 2013-C) (Krozer, 2013) De particulier die op het punt staat te
beslissen om er veel geld in te steken is met die onzekerheid niet gebaat, het bedrijfsleven dat met
de nieuwe uitdagingen aan de slag is gegaan is dat ook niet. De overheid loopt vast met de
aangegane verplichtingen want de realisatie van de Nederlandse duurzaamheidsambities lijdt er
onder. De kwijnende bouwsector pakt de kansen die in transitieprojecten verscholen liggen niet
genoeg op. De hoop is gevestigd op het Energieakkoord, daarmee zou de markt een flinke impuls
moeten krijgen. (Kallenberg, 2014) Begin oktober 2015 gonst het van de geruchten de regering zou
de doelen van het energie akkoord niet gaan halen. Minister Kamp meldt duurzaamheid subsidies
gaan verstrekken aan particulieren en ondernemers voor zonneboilers, biomassa ketels en
warmtepompen vanaf 2016. (Rijksoverheid.nl, 2015)
Weinig stimulans
Eenmaal beland aan het voorlopige einde van het traject valt op dat het ook gewoon plezierig is om
als pionier iets concreets aan duurzaamheid te kunnen doen. Niets is zo stimulerend als de flink
lagere maandkosten van het nutsbedrijf. De grote brokken werk, zonnepanelen, spouwisolatie, een
geïsoleerde betonvloer, een nieuwe groepenkast en een warmtepomp laten aanbrengen, konden
goed worden uitbesteed. De vele kleinere werkzaamheden zoals het na-isoleren, het interieur
herstellen, het ingraven van lange elektra leidingen door de tuin en het plaatsen van tientallen
voorzetramen is zonder hulp van derden gedaan. Een beetje van klussen houden blijkt wel een
voorwaarde voor succes te zijn.
De elektriciteitsmaatschappijen laten pas na een periode van maximaal een jaar de salderingsresultaten goed zien. Ze beperken de kostenvermindering na het plaatsen van zonnepanelen ook een tijd
tot een vaste vervaldatum is gepasseerd.
Lastige vaststelling van het jaarverbruik
Vaststellen van het totale gas, water en elektra jaarverbruik is eenvoudig te doen aan de hand van de
facturen van de nutsbedrijven. Het uitzoeke a elk appa aat elk aa deel daa i oo z
rekening neemt is ingewikkelder. Maar juist dat is belangrijk voor de keuze van de prioriteiten. Van
elektrische apparaten is het verbruik in Watt direct te meten na de aanschaf van een speciaal
apparaatje: de Watt-meter. (Alecto.nl) (Vekto.nl) (Conrad.nl) Voor water- en gasverbruik moet op de
227
meters in de meterkast gekeken worden. Bij het vaststellen van het waterverbruik komen een
litermaat en een stopwatch goed van pas.
Een handige hulp voor de inventarisatie, en de rekensom daarna, is een Excel rekenblad waarin alle
apparaten op een rij staan en het verbruik aan de hand van hoe lang en hoe vaak een apparaat aan
staat wordt berekend. (Zie bijlage 1)
Efficiënt opzetten van een thermisch rekenmodel
Een rekenmodel is handig als het voldoende rekening houdt met de vragen die er mee beantwoord
moeten worden. De ervaring tijdens de transitie heeft geleerd dat modelleren van de thermische
eigenschappen van s hil tusse i e ui te e uite ui te alleen niet genoeg is. Er bleek ook
behoefte aan een onderscheid tussen energie neutrale scheidingswanden (met de buren) ,
buitenoppervlakken (muren en daken) en contactvlakken met de bodem. Een indeling per kamer
was nodig voor de bepaling van de warmtebehoefte.
De vereenvoudigde werkelijkheid van gelijke temperaturen in het hele huis leidt tot een overdimensionering van de warmtevoorzieningen in minder gebruikte en meestal dus ook minder
verwarmde ruimten. Het rekenmodel zou hier met temperatuurverschil tussen de verschillende
ruimten kunnen werken. Dit kan als het bijvoorbeeld volgens een eindige elementen methode zou
zijn opgebouwd. Dit is echter voor de meeste huis eigenaren niet zelf te doen. Er is daarom voor de
ee oudige e oplossi g a ee isothe huis gekoze .
Voor het maken van een voldoende nauwkeurige analyse en besluitvorming over welke zaken het
eerst moeten en welke zaken later of misschien helemaal niet worden gedaan, moet het rekenmodel
in elk geval de volgende elementen bevatten:
-Een nauwkeurig overzicht van schil-, vloer- en neutrale scheidingsoppervlakken per kamer.
-Vast gekozen waarden voor binnen-, buiten- en bodemtemperaturen.
-Een keuze aan toe te passen combinaties van schil- en vloer constructielagen per m2.
-Betrouwbare thermische materiaaleigenschappen van toegepaste materialen in de schil.
-Een berekening van warmtestromen van binnen naar buiten door de schil per kamer en totaal.
-Een berekening van diverse kentallen voor- en na de transitie.
Ook dit is met een Excel rekenblad goed te realiseren. (Zie bijlage 2)
Instandhouding als onzekere factor
Moeilijk te beantwoorden is de vraag hoeveel wel of niet duurzame doe-het-zelf activiteiten,
ingekochte materialen en nieuw geïnstalleerde apparatuur zijn ingezet en nog zullen worden ingezet
om het eindresultaat te verkrijgen en vervolgens bijvoorbeeld 25 jaar in stand te houden. Als die
inzet het bereikte duurzaamheidseffect door daling van het verbruik van gas, water en elektriciteit
geheel neutraliseert zou er niets gewonnen zijn. Dit lijkt echter zeer onwaarschijnlijk.
Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan het huis in eigen beheer is een handig gidsje voor
duurzaam klussen van Milieu Centraal gebruikt. Waar het kon is voor duurzaam gekozen. (Loggem,
2004)
Wooncomfort
Het geheel van projecten in de transitie heeft het wonen in- en het beheren van huis 1938
veranderd. Hoe heeft dat comfort, gemak, geluid, licht, temperatuur, lucht en de esthetische
aspecten beïnvloed? Hoe gebruiksvriendelijk zullen de nieuwe installatie zijn en hoe zal het
228
onderhoud verschillen van de situatie vóór oktober 2012. Hoe robuust is het geheel als naar gedrag
van de bewoners en naar nieuwe omstandigheden zoals klimaatverandering in de toekomst wordt
gekeken? (Witkamp et al, 2011)
Comfort
Zonnepanelen hebben geen noemenswaardige impact op het wooncomfort. De omvormer in de
trapkast zit niet in de weg. De kabels zijn netjes weggewerkt.
De voorzetramen zijn als een verandering ten goede ervaren, er is minder koudeval in de zithoek.
De warmtepomp en de extra isolatie hebben de uitbouw achter een beter comfort gegeven, zeker
toen eenmaal duidelijk was hoe hij bediend moest worden en er een scherm tegen ongewenste
luchtstroming bij was gezet.
De huiskamer werd comfortabeler door de spouwmuur isolatie en de vervanging van de kruipruimte
door een geïsoleerde vloer.
Gemak, geluid, licht, temperatuur, lucht en de esthetische aspecten
De extra beglazing onder de lichtkoepels droeg bij aan een behaaglijker gevoel en minder lawaai
tijdens regenbuien. De klus aan de nieuwe geïsoleerde woonkamer en keukenvloer ging gepaard
met een kleine aanpassing aan een kast midden in de kamer: die werd kleiner. Daardoor, en door de
opknapbeurt van het parket, werd het iets lichter in de huiskamer. De zwakke maar altijd aanwezige
en dus irritante geur uit de kruipruimte is verdwenen. Het opnieuw aanleggen van de elektra
voorzieningen heeft identieke stopcontacten op gelijke hoogten opgeleverd, en daarmee een kleine
esthetische verbetering.
Gedrag van de bewoners
Als een huis maximaal energiezuinig gemaakt is, wat doen de bewoners dan? In 2009 is hieraan
onderzoek gedaan om het energie gerelateerde gedrag van de bewoners in 5000 huishoudens te
doorgronden. De onderzoekers stelden vast dat de groep bewoners van huizen met energie labels C,
D en E (circa 50% van het totaal, samen 3.4 miljoen woningen) een groot potentieel effect op de
energiebesparing in de Nederlandse woningvoorraad hebben. Zij voelen geen comfortverlies zoals de
label F of G huizenbezitters als ze zuiniger met energie om gaan. Huizen met labels A en B hebben
een duidelijk kleiner potentieel effect op de te behalen totale besparing. Er is veel bekend over
gedrag van bewoners, bijvoorbeeld dat zij vanaf een leeftijd van 70 jaar duidelijk hogere
temperaturen, van 18 oplopend naar 21 graden Celsius, de voorkeur geven. Bij afwezigheid wil een
deel van de bewoners de temperatuur lager instellen maar de onderzoekers constateerden dat de
programmeerbare thermostaten in ruim 2/3 van de woningen dit minder gemakkelijk maken dan
met een hand-thermostaat het geval zou zijn. Een ruime meerderheid van de bewoners laat een
eenmaal geprogrammeerd temperatuurverloop ook bij hun afwezigheid doorgaan. Dit leidt bij slecht
geïsoleerde huizen tot een vermijdbaar warmteverlies. (RIGO, 2009)
Bij een goed geïsoleerd huis ligt dat anders. De thermische traagheid wordt dan zo groot dat bij
kortdurende afwezigheid beter gewoon door gestookt kan worden. (Tigchelaar et al, 2013) Dit sluit
dus –opmerkelijk genoeg – aan bij het bestaande gedrag van 2/3 van de bewoners. In huis 1938 is er
al tientallen jaren een strak temperatuur regime van kracht. In de nacht en bij afwezigheid langer dan
een halve dag worden de thermostaten op 15 graden Celsius afgesteld. In alle andere gevallen is dat
20 graden Celsius.
229
Financieel inzicht
Het transitieproject maakt het bekijken en bewaken van de financiële gang van zaken vanuit
verschillende invalshoeken nodig. Hiervoor is een Excel rekenblad opgezet dat de volgende
activiteiten ondersteunt :
-Vertaling energiebesparing naar kostenbesparing
-Het registreren van alle financiële zaken,
-De bewaking van de kosten ten opzichte van het budget,
-De beslissing nemen welk volgend deelproject het gunstigst is op basis van terugverdientijd,
-Kiezen voor uitbesteden of zelf uitvoeren van een deelproject,
-Beslissen wat zinvol is en wat niet en zo het eind van het project bepalen,
-De nutskosten registreren en vergelijken met de gestelde streefbedragen,
-Evalueren wat de nieuw bereikte instandhoudingskosten zijn,
-Evalueren of de investeringsdoelen van het project rendabel zijn.
Vertaling energiebesparing naar kostenbesparing
Bij elk deelproject is bepaald hoeveel besparing het per jaar oplevert in Euro. Daarvoor is een
eenvoudige schatting op basis van de nutskosten zoals die in oktober 2012 waren gebruikt. Dat leidt
tot de volgende conversiefactoren:
Soort
Verbruik
Euro/jaar
Conversiefactor
3
Gas
2591 m /jaar
1200,0.46 Euro per bespaarde m3 gas/jaar
Water
97 m3/jaar
200,2.06 Euro per bespaarde m3 water/jaar
Elektra
2660 kWh/jaar
1200,0.45 Euro per bespaarde kWh/jaar
Voor de deelprojecten in het werkplan is vervolgens geïnventariseerd wat de te behalen besparing in
m3 of kWh is en hoeveel Euro jaarlijkse besparing dat zou opleveren. Daarbij zijn de jaarverbruik
cijfers (Bijlage 1) en de warmteverliezen berekend met het rekenmodel (Bijlage 2) als basis gebruikt.
Dit inzicht maakt het mogelijk om eerst de quick-wins , de deelprojecten die relatief veel geld
opbrengen, uit te voeren. Door het werkplan in een tijdsplanning te zetten kan daarmee ook grof
voorspeld worden hoe snel de nutskosten zullen dalen tijdens de transitie.
Registreren van geldzaken
De rekeningen, met een datum en een bedrag, zijn per deelproject geregistreerd. Inkopen doen voor
verschillende deelprojecten en daarvoor slechts een factuur ontvangen is dus onhandig. Apart
inkopen voor aparte projecten is praktisch. Voor die deelprojecten is ook een kostenschatting
gemaakt, het budget.
Budget en kostenbewaking
In een project is het gebruikelijk om te bewaken of er kostenoverschrijdingen ten opzichte van het
tevoren opgesteld budget zijn. De bedoeling hiervan is informatie over niet voorziene kosten en over
sterk van de verwachtingen afwijkende kosten op te sporen. Die verwachtingen zijn met een
kostenraming vast te leggen. Offertes vragen is een handig middel, op leverancier informatie zoeken
op internet helpt ook. Zo is ook voor huis 1938 een t a sitie budget gemaakt en zijn de uitgaven
voor elk deelproject nauwkeurig bijgehouden. Uit een vergelijking van het budget en de werkelijke
kosten op basis van ontvangen rekeningen en betalingen aan een kassa blijkt dan dat de investering
voor een deelproject al of niet een overschrijding laat zien.
230
De hoeveelheid geld die -in zo klein mogelijke brokken- aan de reeks deelprojecten is besteed moet
beheerst en zo nodig bijgestuurd kunnen worden. Vanaf 1 oktober 2012 lopen de uitgaven gestaag
op. Ze bestaan uit veel kleine doe-het-zelf kostenposten en uit enkele grotere brokken ingekochte
apparatuur en uitbesteed verbouwings- en installatiewerk.
Het totaal bedrag tot oktober 2016 geïnvesteerd in de woning bedraagt 42506,- euro, en dat is 66 %
meer dan de in 2012 geraamde 25595,- Euro. Een vergelijking tussen het 2012 budget en een 2e
budget per eind 2014 dat gebruik maakt van de werkelijke uitgaven tot oktober 2014 is opgenomen
in de tabel hieronder.
De vergelijking tussen budget en realisatie laat zien dat soms een deelproject niet door is gegaan en
dat er soms ook andere dingen zijn gedaan dan oorspronkelijk waren voorzien. Bij een aanpak zoals
gekozen voor deze transitie ligt niet van tevoren precies vast wat er precies moet gebeuren en wat
het kost, immers de keuzes zijn gaandeweg gemaakt. Pionieren is lastig te budgetteren. Deze manier
van kostenbewaking is hier dan ook geen handig en bruikbaar sturingsmiddel geweest.
Sturen op terugverdientijd
Als er 1000 Euro in een deelproject geïnvesteerd wordt en dat levert 100 Euro/jaar verlaging van
nutskosten op is de terugverdientijd eenvoudig te bepalen op 1000/100=10 jaar. Op deze manier zijn
alle deelprojecten beoordeeld. De werkelijkheid is gunstiger, immers de prijzen stijgen met een
bepaald percentage per jaar. Dat zou in dit rekenvoorbeeld bij besparing op aardgas – met circa 8%
prijsstijging per jaar – tot een werkelijke terugverdientijd van ongeveer 7 jaar leiden.
Door steeds de meest gunstige deelprojecten eerst te kiezen ontstaat een steeds nieuwe zo kort
mogelijke terugverdientijd. Die terugverdientijd loopt op omdat naarmate er meer projecten gedaan
zijn de volgende projecten steeds minder gunstig. Dit reikt dus een middel aan om te beslissen over
al of niet vervolgen van de reeks deelprojecten.
Besparing per deelproject
Met de warmtestromen uit het thermisch rekenmodel (Bijlage 2), de hierboven vastgestelde
conversiefactoren en de verbruikscijfers aan het begin van de transitie in oktober 2012 (Bijlage 1) zijn
schattingen van de besparing per deelproject in Euro/jaar te maken.
Ramen
Aanbrengen van de extra 3e glas laag in alle ramen levert in het thermisch rekenmodel een
vermindering van de warmtestroom van 29.4+908.8+24.0=962.2 Watt in 2012 tot
15.2+657.4+24.0=696.6 Watt na realisatie in 2016 op. (Bijlage 2) Het jaar verbruik aan aardgas dat
met warmteverlies door de ramen samenhangt is 10+566+6=582 m3 gas /jaar. (Bijlage 1) De
besparing door aanbrengen van 3-laags glas bedraagt dus (962.2-696.6)*582/962.2=160m3 gas/jaar.
Lichtkoepels
Op de zelfde wijze is de besparing door een extra glaslaag onder de lichtkoepels te berekenen. Er
stroomt in 2012 in totaal 280 Watt warmte naar buiten en in 2016 is dat verminderd tot 100.3 Watt.
De vermindering is 280-100.3=179.7 Watt. Als dit als evenredig deel van de 16600 Watt geleverd
door de 2000 m3 voor verwarming verbruikte gas in 2012 wordt genomen is de besparing 22 m3
gas/jaar.
231
Spouwmuurisolatie
De spouwmuren laten voor het aanbrengen van de isolatie in totaal 6823.2+106.4=6929.6 Watt aan
warmte door. Er na is dat verminderd tot 1443.1+58.6=1501.7 Watt. Het gasverbruik dat met het
warmteverlies door de spouwmuren samenhangt is 288 m3/jaar. De besparing bedraagt hier dus
(6929.6-1501.7)*288/6929.6= 255 m3 gas/jaar
Isoleren houten vlakken
De warmtestroom daalt hier van 544 naar 89 Watt. Dit hangt samen met een gasverbruik van 86
m3/jaar. De besparing is dan (544-89)*86/544= 72 m3 gas/jaar.
Na isoleren muren uitbouw
Hier is de berekende besparing (787-417.8)*11/787= 5 m3 gas/jaar.
Na isoleren zolder
Hier is de berekende besparing (1174 -620.4 )* 17/1174= 8 m3 gas/jaar.
Isoleren Vloer woonkamer
Hier is de berekende besparing (285.4 – 97.2)*14 /285.4 = 9 m3 gas/jaar.
Tochtwering
Alle raamkozijnen zijn aan de omtrek zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant afgekit. Kitten
was noodzakelijk voor de spouwmuur isolatie kon worden aangebracht om doorslag van PUR schuim
naar binnen het huis of naar buiten te vermijden.
Rondom openslaande ramen en deuren is overal tochtstrip aangebracht tijdens het plaatsen van
voorzetramen.
In bijlage 1 is voor ventilatie verliezen 20% genomen op basis van literatuurgegevens. Het met deze
20% samenhangend gasverbruik is 368 m3/jaar. Deze 20% ventilatieverlies is hier, om een schatting
van de bereikte besparing te kunnen maken, verondersteld verdeeld te zijn over drie op een kier
geopende ramen en al de kieren om kozijnen, deuren en ramen die aan het begin van de transitie
nog niet gedicht waren. Een op een kier open staand raam heeft een opening van ruwweg 1 meter
bij 10 cm. De drie openstaande ramen zijn dus goed voor 0.3 m2 opening. Kozijnen hebben rondom
een kier tussen hout en metselwerk. Openslaande ramen hebben rondom een kier tussen raam en
kozijn. Voor deuren geldt dat ook.
De kieren rond om al de kozijnen variëren in breedte van 0.1 tot 1.0 mm. Hun gezamenlijke lengte
voor 34 ramen en 3 deuren bedraagt circa 140 m. Het kozijnkier oppervlak is dan te schatten op
0.07 m2. Als voor de deuren, de brievenbus en voor de kieren rond de openslaande ramen in
gesloten toestand het met tochtstrips afgedichte raam kier oppervlak op 0.1 m2 wordt geschat is een
berekening van de vermindering van de hoeveelheid tocht mogelijk.
Het dichtkitten en het aanbrengen van tochtstrips levert een besparing op van
(0.1+0.07)/(0.07+0.1+0.3)*368=133 m3 gas/jaar.
Doorspoelblok en spaarperlatoren
Het aanbrengen van een doorspoelblokje in de wc beneden heeft voor een daling van 97 naar 79 m3
per jaar gezorgd. De besparing bedraagt dus 18 m3 water/jaar.
232
De waterkranen en de douches zijn met waterbesparende perlatoren en douchekoppen uitgerust.
Dat scheelt 5 m3 water per jaar.
Warmtepompen
De warmtepomp achter heeft in het voorjaar van 2014 een nieuw elektriciteitsverbruik van 19.5 kWh
per maand en zorgt voor een vermindering van 102 m3 gas per maand ten opzichte van het voorjaar
van 2013. Deze cijfers zullen niet het hele jaar door zo zijn.
Voor het stroomverbruik is met de 19.5 kWh per maand over 8 maanden per jaar gerekend, leidend
tot een verwacht totaal aan stroomverbruik per warmtepomp van 156 kWh/jaar.
In het rekenmodel voor het gas jaarverbruik (bijlage 1) is het totaal in 2012 aan gasverbruik van de
CV ketel geschat op 2389 m3 per jaar. Daarvan is 551 m3 gas voor warm tapwater nodig. De
resterende hoeveelheid gas die de warmtepompen dan kunnen vervangen is ruwweg 1838 m3. De
via ventilatie en rookgassen weglekkende warmte is hierbij inbegrepen. Als huis 1938 in drie secties
opgedeeld wordt gedacht ontstaat een ruwe verdeling over drie warmtepompen: achter, voor en op
de 1e verdieping. Hierbij is 736+736+366 m3 gasverbruik per jaar aangenomen. Een aanname is hier
nodig omdat er binnen de transitieperiode geen langere tijd aan de prestaties gemeten kon worden
en omdat de precieze warmtestromen per warmtepomp niet bekend zijn.
Mechanische deurbel
Weghalen van de elektrische deurbel scheelt 45 kWh per jaar.
Gebruik elektrische apparaten verminderen
Bewuster gebruik van apparatuur, verwijderen van de wasdroger en verminderen van stand-by
gebruik levert 212 kWh besparing per jaar op.
Zuiniger apparatuur
Een zuinigere wasmachine met een verbruik dat 15 kWh/jaar lager ligt en een zuiniger koelkast die
150 kWh/jaar zuiniger is, leiden samen tot een aanzienlijke besparing.
Grijs water eco-toilet
Een grijs water eco-toilet op regenwater levert tot 30% van het aanvankelijke waterverbruik van 97
m3 water per jaar op. De besparing is geraamd op 28 m3 water per jaar.
Regentonnen
Al het sproeiwater voor de tuin kan uit regentonnen komen. Dit bespaart 1.6 m3 water per jaar.
Elektrische zonneboiler
Met een gasverbruik van 551 m3 per jaar voor warm tapwater en een verwacht stroomverbruik van
1000 kWh per jaar, levert de zonneboiler geen besparing op. Daar is compensatie met stroom uit
extra PV zonnepanelen voor nodig.
Zonnepanelen
De eerste 9 PV zonnepanelen leverden samen een vermindering van netto stroomverbruik op van
1900 kWh per jaar.
233
Als er in fase 2 nog eens 9 panelen bijgeplaatst worden levert dat een gelijke hoeveelheid van ook
ongeveer 1900 kWh per jaar extra duurzame stroom op.
Die stroom is nodig om de drie warmtepompen (elk 156 kWh/jaar) , het elektrisch koken (350
kWh/jaar) en de warm tapwater voorziening met elektrische na verwarming (1000 kWh/jaar)
mogelijk te maken.
Er blijft dan nog een restant elektriciteitsverbruik over dat in fase 3 met nog eens 3 zonnepanelen te
compenseren is. Dat brengt het totaal aantal panelen voor huis 1938 op 21 stuks. Dit biedt ook
mogelijkheden voor de toekomst zoals een laadpaal voor een elektrische auto en een accubank voor
opslag van surplus zonne energie.
CV buiten gebruik stellen
De CV buiten gebruik stellen levert een vervallend verbruik op van elektra voor de pomp en de
besturing à 210 kWh/jaar.
Gas afsluiten
Het uiteindelijk afsluiten van het aardgas levert een financiële besparing van circa 400 euro vast
recht kosten op.
Besparingen
Met de hierboven afgeleide besparingen ontstaat een eerste indicatie van de bereikte verlaging van
nutskosten. Fi a ieel is dit o ge ee
ul o dat het su plus aa salde i gsop e gst o ge ee de
vastrechtkosten van elektra en water levering compenseert.
Als op termijn de watervoorziening van eigen grond met een cisterne en met filters uitgevoerd wordt
vervalt ook het nog resterende waterverbruik.
De negatieve optelsom van het gasverbruik wordt veroorzaakt door de dubbeltelling van effecten
van isolatieverbetering en warmtepompen. Bij elektra is er een surplus opgewekte stroom.
234
Besparingen per deelproject (status per 15 november 2014)
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Conversiefactor
0.46 Euro/m3 0.45Euro/kWh 2.06Euro/m3
------------Vermindering per jaar --------------Nutskosten
Deelproject
Gas
Elektra
Water
Euro/jaar
3
3
[m gas]
[kWh]
[m ]
----Startverbruik (2012)
2591
2660
97
2600
1. Glas 3 laags
1.4 Lichtkoepels 3 laags
2. Isoleren Spouwmuren
3. PV zonnepanelen 9 stuks
4.1 Doorspoelblok/perlatoren
4.2 Mechanische deurbel
4.3 Gebruik beperken
4.4 Zuiniger verlichting
4.5 Isoleren houten vlakken
4.6 Isoleren Uitbouw
4.8 Isoleren Zolder
4.9 Isoleren Vloer woonkamer
4.11 Tochtwering
5.1 Warmtepomp achter
5.2 Warmtepomp woonkamer
5.2 Warmtepomp 1e verd.
5.3 Elektrische zonneboiler
5.4 Elektrisch koken
5.4 CV buiten gebruik stellen
6.1 Grijs eco-toilet
6.2 Regentonnen
7.1 Zuiniger apparatuur
7.2 PV zonnepanelen 9 stuks
7.2 PV zonnepanelen 3 stuks
7.7 Gas afsluiten
-160
-22
-255
.
.
.
.
.
-72
-5
-8
-9
-133
-736
-736
-366
-551
-203
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
-1900
.
-45
-212
-249
.
.
.
.
.
+156
+156
+156
+1000
+350
-210
.
.
-165
-1900
-633
.
.
.
.
.
-23
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
-28
-1.6
.
.
.
.
-74
-10
-117
-855
-47
-20
-95
-112
-33
-2
-4
-4
-61
-268
-268
-98
+197
+64
-95
-58
-3
-74
-855
-285
-400
----Eindverbruik (2016)
-665
-836
44
-979
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Overzicht
Met de zo gevonden besparingen kan per deelproject een terugverdientijd bepaald worden. Die
gevonden terugverdientijden moeten wel met grote voorzichtigheid bekeken worden. De berekening
veronderstelt dat elke maatregel onafhankelijk van de andere maatregelen is. In werkelijkheid is het
toeschrijven aan de ene of de andere maatregel niet eenvoudig te doen.
Voorbeeld: een warmtepomp bespaart gas in ruil voor (een energetisch gezien kleiner) elektriciteit
verbruik. Als tegelijkertijd de isolatie is verbeterd mag de winst niet alleen aan de warmtepomp
toebedeeld worden.
235
Kosten overzicht en terugverdientijden per deelproject (status per 15 november 2014)
2012
1e Budget
Euro
2014
2e Budget
Euro
Geraamde
Besparing
Euro/Jaar
Terugverdientijd
Jaar
Gas
1. Glas/lichtkoepels 3 laags
2. Isoleren Spouwmuren
4.5 Isoleren houten vlakken
4.6 Na-isoleren Uitbouw
4.7 Isoleren WC beneden
4.8 Na-isoleren Zolder
4.9 Na-isoleren Vloer woonk.
4.11 Tochtwering
5.1 Warmtepomp achter
5.2 Warmtepomp woonkamer
5.2 Warmtepomp 1e verd.
5.3 Elektrische zonneboiler
5.4 Elektrisch koken
5.4 CV buiten gebruik stellen
7.7 Gas afsluiten
2560
2400
0
1000
200
1000
800
0
4000
4000
2000
0
0
0
0
1392
2491
186
569
0
1000
10427
5
5572
5000
2000
2400
368
0
0
-74
-117
-33
-2
0
-4
-4
-61
-268
-268
-98
+197
+64
-95
-400
18.9
21.2
5.6
247
0
271
2518
0.1
20.8
18.6
20.4
-12.2
-5.7
0
0
Elektra
3. 9 Zonnepanelen
7.2 9 Zonnepanelen fase 2
7.2 3 Zonnepanelen fase 3
4.3 Gebruik beperken
4.4 Zuiniger verlichting
7.1 Zuiniger apparatuur
4.2 Mechanische deurbel
3000
3000
1000
5
100
0
20
3982
3982
1300
5
114
1478
50
-855
-855
-285
-95
-112
-74
-20
4.7
4.7
4.6
0.1
1.0
19.9
2.5
12
58
115
_____+
42506
-47
-58
-3
____+
-3569
0.3
1.0
34.9
Deelproject
Water
4.1 Doorspoelblok/perlatoren 10
6.1 Grijs eco-toilet
500
6.2 Regentonnen
0
_____+
Totaal
25595
11.9
De kosten van een deelproject zijn in een paar gevallen onderschat. Zo was de vloer in de
woonkamer veel duurder dan verwacht. Zonnepanelen bleken juist een stuk goedkoper te zijn.
Uit de tabel blijkt vooral dat sommige deelprojecten op zichzelf genomen een goede investering zijn:
tochtwering, zuiniger apparatuur en verlichting, zonnepanelen, spouwmuur isolatie en grijs water in
het eco-toilet. De grote doe-het-zelf inspanning aan 3 laags glas in plaats van dubbel glas levert gelukkig- een interessante besparing op.
236
Isole e e dee t i e jaa als het e t ekpu t gee isolatie as. Bij het na-isoleren, van
bijvoorbeeld 5 cm EPS naar 10 cm EPS, lopen de terugverdientijden op naar zeer grote aantallen
jaren.
Pakket evaluatie
Verder blijkt bij het opstellen van de tabel dat het isoleren van de woonkamer vloer pas kan
renderen als ook de tweede warmtepomp geplaatst is die de aangebrachte vloerverwarmingsleidingen benut en als de bijbehorende PV zonnepanelen het stroomverbruik compenseren.
Het zelfde geldt voor het elektrisch koken en voor de zonneboiler. Als op deelprojectniveau dus
gestuurd zou zijn op terugverdientijd of op budgetoverschrijding dan zou dit deel van de transitie niet
hebben plaatsgevonden. Hoe is dan wel sturing aan de transitie te geven?
Een zinvollere beoordeling ontstaat allereerst door het totaal voor alle deelprojecten op te tellen en
de terugverdientijd te bepalen. Onderaan in de bovenstaande tabel is dat gedaan. Die transitie
terugverdientijd ligt duidelijk goed in duurzaamheidsland. Zelfs als met de dubbeltelling tussen
isoleren en warmtepompbesparingen rekening zou zijn gehouden blijft die conclusie overeind.
Kan het ook gedetailleerder?
De indeling in deelprojecten is in het voorbereiden van de transitie tot stand gekomen op basis van
de techniek en het aanbod in de handel. Elk deelproject is dus niet opgebouwd als een verzameling
maatregelen die samen werkend tot een duurzame voorziening in huis 1938 leiden. Hier blijkt dat
oud de ke
iet past e dat ieu de ke
oodzakelijk is.
Als daa oo el gekoze zou zij o tstaat ee a de eeld, hie aa geduid et pakket e aluatie .
Binnen het gevonden besparingstotaal zijn enkele pakketten samen te stellen die elk op zich een
functioneel geheel vormen en tot een zinvolle investering in duurzaamheid leiden. Op deze wijze
ontstaat eind 2014 het volgende beeld:
Pakket
(Na-)isoleren, tocht, ketel+gas weg
zuiniger apparatuur
Waterbesparingen
1e warmtepomp + 4 zonnepanelen
nul elektra : 3 zonnepanelen
2e warmtepomp + 4 zonnepanelen
zonneboiler + 6 zonnepanelen
elektrisch koken + 2 zonnepanelen
3e warmtepomp + 2 zonnepanelen
Totaal
2012
1e Budget
Euro
7760
125
510
5333
1000
5333
2000
667
2667
_____+
25595
2014
2e budget
Euro
Geraamde
Besparing
Euro/Jaar
16070
1647
185
7342
1300
6770
5055
1253
2885
_____+
42506
-790
-302
-108
-648
-285
-648
-373
-126
-288
____+
-3569
Terugverdientijd in Jaar
20.3
5.5
1.7
11.3
4.6
10.4
13.5
10.0
10.0
11.9
De zo opgebouwde pakketten zijn hierboven in de volgorde van de trias energetica (Lysen, 1996)
gerangschikt: eerst isoleren en besparen op gebruik om de energie vraag te verminderen, dan
duurzame energie kiezen en tenslotte die energie zo schoon mogelijk opwekken.
237
Het op deze manier indelen maakt het beslissen over hoe met de transitie verder te gaan wat
gemakkelijker.
Make or buy
Uitbesteden of zelf doen is een keuze bij elk deelproject geweest. Steeds was doorslaggevend of het
werk via doe-het-zelven kwalitatief voldoende goed en veilig te doen zou zijn in de geplande vier
jaar. Zo niet dan was de werkwijze: de mogelijkheden onderzoeken, drie offertes aanvragen, de
aanbiedingen op geschiktheid en prijs beoordelen en tenslotte de opdracht verlenen voor een
overeengekomen vaste prijs.
Wat is financieel zinvol
Een investering die zich zelf nooit kan terugverdienen is toch een nadere analyse waard. De
investering zou nog een principiële achtergrond kunnen hebben of aan de duurzaamheid bij kunnen
dragen en daarom nog wel zinvol kunnen zijn. Een investering die zich zelf niet terugverdient omdat
de te verwachten levensduur van de aan te schaffen producten en diensten korter is dan de
geschatte terugverdientijd moet wel als twijfelachtig beschouwd worden. Een andere aanpak moet
dan zeker worden overwogen.
Als er geen deelprojecten meer uitgevoerd kunnen worden die een terugverdientijd hebben of een
principiële achtergrond dan is de transitie ten einde.
De instandhoudingskosten
Het blijft voorlopig een vraag of de nieuwe systemen ook minder duur zijn om in stand te houden.
Dan gaat het om een langere levensduur, minder onderhoud en lagere reparatiekosten. Hierbij is een
belangrijke overweging dat een systeem dat uit kleinere, onafhankelijk van elkaar werkende en elk
op zich eenvoudige delen bestaat, eenvoudiger in stand te houden is als een uit grote en sterk
samenhangende deelsystemen bestaand geheel. Een reparatie is minder ingrijpend, een vervanging
is minder groot, kosten van werkzaamheden zullen naar verwachting lager uitvallen. De kans dat iets
dat nog niet versleten is toch moet worden vervangen omdat het aan een groter, defect geheel vast
zit is kleiner. Het geheel is daarmee naar verwachting, op kwalitatieve argumenten gebaseerd,
duurzamer. De komende jaren zullen moeten uitwijzen of de praktijk dat bevestigt.
Rendement van het transitie project
Halverwege de transitie is een vooruitblik mogelijk op de vraag op hoe rendabel investeren in de
sustainability make-over van huis 1938 is. Sinds Het Nationaal Energiebespaar-fonds vanaf 21
januari 2014 de eerste leningen heeft verstrekt aan particuliere woningbezitters is deze vraag
actueel. (Rijksoverheid.nl, 6-3-2014) Immers, een woning eigenaar/bewoner die leent voor
verduurzaming wil uitzicht hebben op de mogelijkheid die lening uit zijn nutskosten winst terug te
kunnen betalen. De verstrekkers van de leningen beoordelen de financiële haalbaarheid ook. Ze
hanteren overwegingen die vergelijkbaar zijn met die voor een hypothecaire lening. Er is een
maximum gesteld van 25.000,- Euro. Verder is doe-het -zelven er niet mee te financieren.
(ikinvesteerslim.nl) Dat betekent dat het huis 1938 transitie project er flink aan tekort zou komen.
Ee ko te e ke i g op i te et a de fi a iële e de e te a sustai a ilit ake o e s
levert geen duidelijk beeld op het niveau van een enkele woning op. Als er al iets over te vinden is
gaat het over grote gebouwen of hele woonwijken. Er zijn ook kritische kanttekeningen bij het
238
beschouwen van duurzaamheid vanuit het financiële perspectief. Het gaat om meer dan dat,
duurzaamheid heeft vóór alles een milieu impact en een sociale waarde.
Een Brits onderzoek naar de redenen voor stagnerende energiebesparing onder huizenbezitters in
2009 geeft aan dat de bereidheid om in energiebesparing te investeren er wel is maar dat die
bestaat rond een bedrag van 500 tot 2000 Euro. (Bichard & Thurairajah, 2011) De aandacht van de
particuliere woningbezitter op financieel gebied lijkt dus gericht te zijn op een veel fundamenteler
probleem dan het rendement, namelijk op het betaalbaar zijn zelf. De bewustwording van de
werkelijke, meer dan 20 maal hogere, omvang van de benodigde investeringen voor een duurzame
woning en zeker de rendement overwegingen lijken dus nog ver weg.
Voor huis 1938 is het desondanks, of misschien juist daarom, toch de vraag of de investering in het
transitie project zichzelf terug verdient binnen de verwachte 5 à 10 jaar.
Het project heeft eind 2014 als tussentijds resultaat dat er een vermindering van nutskosten van
2730 euro per jaar eind 2012 tot ongeveer 1340 euro per jaar werd bereikt. De tot dan toe
geïnvesteerde 25000 euro hebben een terugverdientijd van 18 jaar. De hoge kosten voor de
geïsoleerde beton vloer met vloerverwarming in de woonkamer wegen zwaar in deze rekensom.
Als de eindcijfers per oktober 2016 es hou d o de is het eeld zoals uit de ta el Koste
overzicht en terugverdientijde pe deelp oje t hie o e aa o e ko t een stuk gunstiger. Uit
het budget opgesteld in 2014 blijkt dat de terugverdientijd in oktober 2016 minder dan 12 jaar
bedraagt bij een investeringsbedrag van 42500,- Euro.
Als enerzijds met indexering voor inflatie en prijsstijgingen rekening zou worden gehouden (sneller
terugverdienen) en anderzijds met de dubbeltelling van besparingseffecten (langzamer
terugverdienen) mag die 12 jaar terugverdientijd als realistisch aangemerkt worden. Een zeer
bemoedigend gegeven, te meer ook omdat die 12 jaar ruim binnen de verwachte technische
levensduur van de genomen maatregelen ligt.
En, niet te vergeten, het grootste voordeel is dat direct na het transitietraject de overgebleven vaste
maandelijkse kosten voor water en elektra flink - en blijvend - zijn verminderd tot vrijwel ul . De
vastrechtkosten voor de elektriciteit en water levering zijn door saldering van het surplus aan zelf
opgewekte zonnestroom nagenoeg gecompenseerd.
Het transitie project heeft daarmee -naar verwachting in 2014- een zeer aantrekkelijk rendement.
De bottom line
Pas aan het eind van de transitie kan de balans worden opgemaakt. Het is gewoon een goed gevoel
om na het uitgeven van 45.000,- euro te kunnen zeggen dat huis 1938 energie neutraal is. Zoals blijkt
uit Urgenda s tweede editie van de brochure Ons huis energieneutraal ligt dat bedrag van 45.000,euro niet boven het hoogste bedrag in hun rijtje voorbeeldprojecten. Ook de technische keuzes die
er in staan voor een groot scala aan woningtypen leiden niet tot twijfel over de juistheid van de
gekozen aanpak bij huis 1938.
239
Gezondheid
Bij dit transitietraject is gezondheid – net als behoud van comfort – als een randvoorwaarde
beschouwd.
Wat maakt een gebouw gezond?
Het o t e pe a ee health uildi g is oo tdu e d i o t ikkeli g aa de lu htk aliteit
(vaak aangeduid met IAQ : Indoor Air Quality) is wel breed geaccepteerd als een belangrijke
bepalende factor. De ontwikkeling van nieuwe bouwmaterialen en bouwmethoden brengt ook
steeds onbekende nieuwe gezondheidseffecten in het spel. De beste en belangrijkste maatregel om
het binnenklimaat gezond te houden is natuurlijke ventilatie. (Spengler & Chen, 2000) Er is dus nog
geen compleet antwoord op de vraag wat een gebouw gezond maakt. Over het tegenovergestelde is
wel veel kennis vergaard. Al langer bekend is het sick building syndrome waartegen als belangrijkste
remedie ventilatie wordt ingezet, zelfs als er bij onderzoek ter plaatse geen ziekteverwekker wordt
aangetroffen. (Redlich et al, 1997) De verschijnselen worden geheel toegeschreven aan slechte
luchtkwaliteit in een gebouw.
De verschijnselen bij een sick building syndrome kunnen van alles zijn maar vaak komen voor :
hoofdpijn, keel-, neus-, huid en oog irritaties, droge hoest concentratiestoornis, duizeligheid,
overgevoeligheid voor geuren en vermoeidheid veroorzaken. Korte tijd na het verlaten van het
gebouw verdwijnen de klachten. De oorzaak van de symptomen was tot begin jaren negentig niet
iologis he age tia a ht hie i e a de i g.
bekend. (EPA, 1991) Onderzoek aa i e ilieu e
(Bronswijk, 1992) (Teeuw et al, 1993)
Wat gebeurt er als ventilatie vermindert?
Het verlies van warmte door ventilatie is een belangrijk obstakel voor verdere energiebesparing. Het
ventilatieverlies kan oplopen tot meer dan 50% van de totale rest warmtebehoefte in een goed
geïsoleerde woning. Met bestrijdt dit met warmteterugwinning (WTW) en met vraag-gestuurde
ventilatie (VGV). Investering in WTW heeft echter een lange terugverdientijd, zeker in woonhuizen
met lage ventilatie debietwaarden in een gematigd klimaat zoals in West Europa. Bij VGV is de
potentiele besparing weliswaar rond de helft van de rest warmtebehoefte maar de onbekendheid en
het gebrek aan duidelijke prestatienormen voor goede ventilatie beperkt de toepassing er van.
Omwille van energiebesparing eenvoudigweg verminderen van ventilatie staat echter op gespannen
voet met gezondheid van de luchtkwaliteit binnenshuis. De meest voorkomende problemen in dit
verband zijn aandoeningen van de luchtwegen. (Laverge et al, 2011)
Wat is een goede luchtkwaliteit?
Bewoners zijn vaak in huis, tot wel 70% van hun tijd. Van die tijd zijn ze ruim de helft in de
slaapkamer. Dat blijkt uit onderzoek aan het woongedrag van 100 Belgische gezinnen. Die
slaapkamer is dus erg belangrijk als het op de luchtkwaliteit binnenshuis aankomt. (Laverge et al,
2009)
Wat beïnvloedt de luchtkwaliteit ?
Een inventarisatie levert de volgende belangrijke factoren op: temperatuur, vochtigheid,
ventilatievoud, luchtbeweging, ventilatie, deeltjes vervuiling, biologische vervuiling en vervuiling
door gassen en dampen. De relatie tussen binnenklimaat en longziekten wordt hierdoor mede
bepaald. E is hie ee o e lap tusse t ee e kte ei e : the al o fo t e de IAQ . De steeds
240
meer toegepaste air-conditioning in gebouwen komt de eisen van de eerste meestal tegemoet maar
de tweede vormt een onderbelicht gezondheidsprobleem. In gebouwen met air-conditioning werd
een groter gezondheidsrisico waargenomen dan in gebouwen met natuurlijke ventilatie. (Yu et al,
2009)
Als nadelen van airconditioning apparatuur worden genoemd (Yu & Kim, 2012):
-vervuiling van airco apparaten die daardoor geur verspreiden
-slechte temperatuurbeheersing
-droge lucht in de winter
-geluid
-tocht door geforceerde luchtstromen
-bacteriegroei op plaatsen met koeling
-recirculatie van vervuiling via buizensysteem
Ook zonder mechanische ventilatie of air conditioning is er vervuiling in de binnenlucht. Dit heeft een
groot aantal oorzaken. (camfil.nl) De volgende oorzaken komen als belangrijkste naar voren:
-Het metabolisme van de bewoners vormt een bron van CO2 gas dat via hun ademhaling vrijkomt.
De norm EN15251 geeft aan dat de hoeveelheid op circa 15 liter per uur per bewoner mag worden
gesteld. (Nicol & Wilson, 2010) Men neemt daarbij een achtergrondhoeveelheid in de buitenlucht
van 350 ppm aan. Recente IPPC gegevens laten overigens zien dat dit langzaam stijgt naar 400 ppm,
en daarmee de belangrijkste reden vormt om aan duurzaamheid te werken om zo de
klimaatverandering te stoppen. (IPCC, 2014)
Het is al langer bekend dat de door proefpersonen ervaren IAQ in een ruimte die ze betreden, sterk
correleert met de concentratie van CO2. (Fanger, 1988) De CO2 concentratie is wel in gebruik als
basis voor een indicator voor de IAQ in o.a. de woonkamer maar blijkt niet veel te zeggen over goed
slapen in de slaapkamer. Daar zijn geluid, de relatieve luchtvochtigheid en andere luchtvervuiling van
belang. (Laverge et al, 2009)
-Bewoners ademen ook waterdamp uit waardoor de relatieve vochtigheid toeneemt.
-De CV ketel, koken op gas, douchen en toiletgebruik hebben een effect op de lucht in huis door het
verspreiden van CO2, waterdamp, luchtjes en een verhoogde relatieve vochtigheid.
-Spuitbus drijfgassen zoals propaan vervuilen de lucht in huis.
-Stofdeeltjes en fijn verdeelde waterdruppeltjes zijn een transportmogelijkheid voor bacteriën.
-Uit de materialen waarvan het huis is gemaakt en de huisraad die er in staat komen gassen, dampen
zoals CO, CO2, SO2, NOx, O3 en HCHO (formaldehyde)en stofdeeltjes vrij.
-Stof dat op hete oppervlakken neerdaalt geeft chemische stoffen af.
-Vanuit de bodem komt Thoron gas en uit o.a. gips en beton komt Radon gas vrij.
-V ijko e de gasse uit ou
ate iale zij ook el de olatile o ga i o pou ds VOC s . Deze
VOC s zij i ee pe iode a
dage g ote deels uit ieu
ate iaal e da pt aa ku e
door herhaalde re-absorptie en weer vrijkomen nog enige tijd in het binnenklimaat verblijven. Het is
dus zaak VOC vrij materiaal toe te passen. (Yu et al, 2009)
-Condensvorming leidt tot schimmel- en bacteriegroei.
-Schimmel en ongedierte draagt aan de IAQ bij door sporen en geurstoffen
-Stofzuigen, vegen en afstoffen verspreidt fijne stofdeeltjes in de lucht.
-Fijnstof uit de buitenlucht komt door ramen en kieren het huis in.
-Overige factoren zoals : open haard, kolenkachel, mijten, katten, honden, roken, planten en pollen
spelen ook een rol. (Mutius, 1996)
241
Hoe verbetert men de luchtkwaliteit?
Van oudsher is ventileren bedoeld om frisse lucht in huis te krijgen. De vervuiling wordt verdund en
door luchtverplaatsing mee naar buiten gevoerd. Een installatie voor WTW wint een deel van de ook
meegevoerde warmte terug. De VGV ventileert alleen waar er behoefte aan is en vermijdt zo
onnodig warmteverlies. Als er nog minder wordt geventileerd vervuilt de lucht in huis te veel.
Een volgende stap, na ventilatie, WTW en VGV, is dus een luchtzuivering of een filter. (Yu & Kim,
2012)
Wat kon in huis 1938 nog aan de luchtkwaliteit worden verbeterd?
Er zijn drie achtereenvolgens te nemen stappen om een vervuilingsprobleem aan te pakken: 1-de
bron wegnemen, 2- de vervuiling afvoeren en 3-de mensen beschermen tegen de vervuiling. Deze
heel algemene strategie (arboportaal.nl) past men ook in de industrie toe om gezondheidsschade te
voorkomen. Elk van de drie verdient een nadere beschouwing.
Bron bestrijding
De belangrijkste stap bij het verbeteren van de luchtkwaliteit in huis 1938 is het aanpakken van
vervuiling bij de bron. Bij de materiaalkeuze zijn onnodige chemische stoffen zoals vluchtige
oplosmiddelen daarom vermeden. Ook stoffen of materialen waarvan bekend is dat ze uitgassing
vertonen zijn in de loop van de jaren verwijderd en nieuw gebruik is vermeden, bijvoorbeeld MDF,
hardboard en spaanplaat. Hoewel het onderzoek naar isolatiemateriaal aangeeft dat PUR Cooltherm
iets betere isolatiewaarden heeft is toch voor EPS isolatieplaten gekozen. Alleen bij spouwisolatie is
toch PUR schuim gebruikt omdat de isolatielaag geheel omsloten is.
Stofzuigen is een belangrijke vervuilingsbron. De aan de uitblaas vrijkomende reststofdeeltjes en
biologische vervuiling zijn het kleinst van grootte en dus het gevaarlijkst voor de luchtwegen. Die
vervuiling ontstaat door opzamelen van vuil in de filters in het apparaat. Door een type zonder
stofzuigerzak toe te passen was de hygiëne al voor de transitie verbeterd.
Afvoeren van vervuiling
Als het niet anders kan volgt stap 2, het zo goed mogelijk bestrijden van de vervuiling door die
grotendeels weg te nemen, te beperken of in te sluiten. In huis 1938 was geen mechanische
ventilatie aanwezig aan het begin van de transitie in 2012.
In verband met de gezondheid van de bewoners staan verschillende ramen op een kier voor de
ventilatie en de frisse lucht. Tijdens het project bleek dat hier besparingsmogelijkheden waren. Zo
werd de wasdroog ruimte naar de zolder verplaatst en kon een raam op de 1e verdieping aan de
achterzijde dicht. In de douche op de 1e verdieping staat het raam altijd op een kier en in de
woonkamer staat een bovenlichtje op een kier. Op de slaapkamer staat een raam een deel van de tijd
open, afhankelijk van het weer. Bij alle ramen zit aan de bovenzijde een ventilatierooster met een
regelschuif waardoor de ventilatie instelbaar is.
Vrijkomende CO2, spuitbus drijfgas en waterdamp wordt direct afgevoerd via een open raam of via
de afzuigkap in de keuken. Stof op een heet oppervlak komt in huis 1938 alleen binnen in elektrische
apparaten voor. Af en toe stofzuigen met een Dyson stofzuiger beperkt dit stof. In huis 1938 is overal
parket of linoleum vloerbedekking aangebracht. Voldoende schoonmaken en wassen beperkt de
biologische vervuiling. De binnen units van de warmtepompen bevatten filters die op tijd worden
vervangen. Aan de verwarming zijn waterbakjes opgehangen die in de winter waterdamp
242
verspreiden. In huis 1938 wordt, behalve de windgedreven ventilatie van de douche boven, geen
mechanische ventilatie ingezet. Daarmee is er meteen ook voor gekozen om geen luchtzuivering met
filters toe te passen. Het in huis 1938 ingezette middel bij uitstek om vervuilde lucht voldoende af te
voeren is de natuurlijke ventilatie.
Beschermen van bewoners
Als een omgeving vervuild is kan men zich daartegen beschermen. Zo past men in de industrie voor
de arbeidsveiligheid vaak persoonlijke beschermingsmiddelen toe. Iedereen kent ze wel: helm,
mondkapje, veiligheidsbril, handschoenen, veiligheidsschoenen en zelfs complete gaspakken. In de
gezondheidszorg zijn vergelijkbare hulpmiddelen voor de hygiëne en voor de patiënt veiligheid in
gebruik.
Op de openbare weg in Nederland is het dragen van een helm en een beschermend motorpak wel
gebruikelijk maar daarmee houdt het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen ook op. In
Japan is het anders: daar ziet men in het straatbeeld grote aantallen mensen met een mondkapje. In
de USA is een fietshelm gewoon.
In een woonhuis is het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen overal ter wereld
ongebruikelijk. Wonen doet men zonder deze middelen. Ze zijn niet acceptabel vanwege het
verminderde comfort. De eventuele reden voor het dragen er van binnenshuis zal iedere bewoner zo
snel mogelijk wegnemen. Alleen bij werkzaamheden zoals bijvoorbeeld zagen, schilderen of
metselwerk weghakken kan het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen – tijdelijk – aan de
orde komen.
In huis 1938 is het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, behalve bij doe-het-zelf
werkzaamheden, dan ook niet voorzien.
En zonder transitie ?
Zonder de in deze case study beschreven transitie zou de situatie in huis 1938 eind 2016 nog zijn
zoals hij in oktober 2012 was. De nutskosten in huis 1938 zouden dan aanmerkelijk zijn gestegen en
de grote afhankelijkheid van het aardgas zou nog nadrukkelijker bestaan.
De achtergrond waartegen deze vraag moet worden gezien is de verandering in Nederland. De
transitie naar duurzaamheid in Nederland verkeert voor de particuliere woningbezitter eind 2016
nog steeds in de kantelfase. Er zijn bescheiden tekenen dat de versnellingsfase dichterbij komt, zo
zijn er plannen om meer dan 100.000 corporatie woningen naar het niveau Nul-Op-De-Meter te
renoveren. (Loorbach & Rotmans 2012) (Bosman et al, 2013)
Dat betekent ook dat zonder transitie in huis 1938 de startcondities voor een alsnog uit te voeren
transitie beginnend in 2016 niet zoveel anders zijn dan die condities in 2012 waren.
Wel is met de komst van leningen ter financiering van duurzaamheidsprojecten in de particuliere
woning het aantal obstakels verminderd. Ook is a af egi
is ee duu zaa heids su sidiepot
van vel miljoenen voor particulieren aan te boren, per woning tot 25.000,- Euro maximaal.(RVO.nl)
Misschien dat dan de zo actief top-do
door Rotmans c.s. voorspelde kanteling daadwerkelijk ook
van onder af gaat plaatsvinden . . . (Rotmans, 2015) (Tonkens & Duyvendak, 2015)
243
VIII Ervaringen als pionier
Hoe is nu lering te trekken uit de opgedane ervaringen als pionier in duurzaamheidsland ? Een
levenservaring in een a ati e relaas) kan alleen achteraf geanalyseerd worden. (Sandelowski,
1991) In kwalitatief onderzoek zijn begrippen voor een dergelijke analyse geïntroduceerd zoals:
issues of o e , episode e ke de elop e t . (Miall, 2004) Dit laatste begrip wordt ook wel
iti al o e t ge oe d. (Sandelowski, 1991)
Thema’s
De tekst van de hoofdstukken III t/m VII – is grondig bekeken op elke the a s e oo de e telle
in elke episode, in dit relaas een hoofdstuk, van het verhaal aan de orde zijn. De tekst van het relaas
estaat uit t ee e haallij i eaus het ode d aad t a sitie e haal e de details a de uit oe i g
van deelprojecten) en is ondergebracht in een groot aantal hoofdstukken. Elk hoofdstuk is hier als
een episode te zien.
Waar het onderwerp in een hoofdstuk herkenbaar is aan de titel (bijvoorbeeld: zonnepanelen)
kunnen er in de tekst e s hille de the a s aa ge oe d o de die van het onderwerp zelf te
onderscheiden zijn (bijvoorbeeld: wat kan ik zelf doen en wat niet). Hier is gekozen voor eenvoudige
thematische analyse : doorlezen van de tekst en noteren van steeds terugkerende aspecten die de
opsteller belangrijk lijkt te vinden. (Riessman, 2001) Zo komt – in willekeurige volgorde – een half
dozijn the a s aa voren:
Inschattingsfouten
Stimulans en frustratie : hoogte- & dieptepunten
Lange termijn strategie
Gedrag van de bewoners
Beslissingen over koers en prioriteit
Zelf doen of hulp vragen
Begrijpen, inzicht- en overzicht krijgen
Esthetiek
Kritische momenten
De tekst is vervolgens doorzocht op k itis he momenten . Hierbij is gelet op een min of meer
plotselinge verandering in het gedrag van de verteller. Die kunnen het gevolg zijn van bijvoorbeeld
nieuwe gegevens, van een obstakel, van stapeling van kosten of opbouw van frustratie. Het gevolg
daarvan kan zijn dat er bijvoorbeeld een nieuw inzicht ontstaat of een nieuwe weg wordt ingeslagen.
Ook kan het leiden tot het stopzetten of voor lange tijd uitstellen van een deelproject. Het is voor het
leren van dergelijke ervaringen interessant om in beeld te brengen hoe de verteller met die kritische
momenten is omgegaan.
Inschattingsfouten
Als een pionier een plan maakt, gebaseerd op een kersverse visie, is het niet zo vreemd dat daar
onderdelen in blijken te zitten die niet goed zijn ingeschat.
In oktober 2012 begon de transitie met een werkplan met daarin een lijst van in totaal 46
deelprojecten. Hiervan waren er 7 die het herstel van jaren dertig details beoogden en niet op het
verbeteren van de duurzaamheid gericht waren. Daarvan is er 1 niet uitgevoerd, de terugplaatsing
van en-suite schuifdeuren in de woonkamer, want dit zou het wooncomfort te veel verminderen.
Van de overige 39, wel op duurzaamheid gerichte, deelprojecten zijn er 9 vroegtijdig gestopt:
244
Hfdst
1.3
4.7
4.10
6.4
6.5
7.3
7.8
7.9
7.12
Deelproject
Binnenramen
WC beneden isoleren
Vloerisolatie in de uitbouw
Cisterne
Waterfilters
Windgenerator
Waterleiding afkoppelen
220 Volt net afkoppelen
WTW uit ventilatielucht
Redenen voor het stopzetten
______
e
Opbrengst 4 glaslaag is gering
Complexe samenloop met andere deelprojecten
Beton op zand na-isoleren wordt veel te duur
Het leidingwater in Nederland is goedkoop en veilig
Het leidingwater in Nederland is goedkoop en veilig
Vergunning niet mogelijk, opbrengst gering
Het leidingwater in Nederland is goedkoop en veilig
220V net blijft gekoppeld a ege g id o ept
Is technisch complex en heeft geringe opbrengst
-Hierin valt het grote aandeel water gerelateerde projecten op. Het huidige grote gemak van schoon
en drinkbaar leidingwater uit de kraan is niet eenvoudig weer in te ruilen voor de oude technieken
van cisterne, filters en hydrofoor. Pas als de wereldwijde schaarste aan drinkwater ook tot Nederland
doordringt zal er meer reden zijn om die stap te zetten.
-De drie isolatieprojecten vergen veel meer werk dan hun geringe bijdrage aan de energiebesparing
zou rechtvaardigen, in elk geval in vergelijking met andere wel gerealiseerde isolatiemaatregelen.
Het vervangen van de houten vloer en kruipruimte door een geïsoleerde betonvloer was dusdanig
duur en had een dusdanige impact op de huishouding en het budget dat het hele transitie project
daarna een jaar vrijwel heeft stilgelegen.
-Het enthousiasme van het eerste uur rond 1980 et de sloga Gee ke e e gie of kole , ou
ee
ole is gaa de eg e a ge doo ee g oots haliger denkmodel met windparken. De inzet
van kleine molens op de daken in de stad gaat niet tot effectief oogsten van windenergie leiden.
-Tenslotte is er ook een project dat als gevolg van andere keuzes niet haalbaar is: warmte
terugwinning uit ventilatielucht. In huis 1938 is eenvoudigweg geen centraal ventilatiesysteem
voorzien zoals dat in een passief huis ontwerp zou passen.
Tenslotte is vastgesteld dat de deelprojecten in 7.4 en 7.5 wel mogelijk maar niet binnen de looptijd
van de transitie in huis 1938 realiseerbaar zijn. Dit is veroorzaakt door het knelpunt bij decentrale
energie opslag: hiervoor is in 2015 nog geen geschikte apparatuur voor woningen in de handel.
Stimulans en frustratie
Als pionier in een nieuw en onbekend duurzaamheidsland is de eindstreep van het parcours de
eerste twee jaren niet in zicht. Een nevel van onbekendheid en onzekerheden beneemt het zicht.
Stoppen of doorgaan bij tegenslag is dan een keuze die door allerlei niet allemaal even rationele
factoren wordt bepaald. Van sommige zaken is duidelijk dat ze realiseerbaar zijn, bijvoorbeeld
zonnepanelen. Van andere zaken is dat niet zo. Vervangen van een aardgasgestookte CV ketel door
een elektrische warmtepomp is een veel minder vanzelfsprekende maatregel. Beslissingen om te
stoppen of om toch maar weer door te gaan zijn lastig te nemen op onbekend terrein.
Dan wordt af en toe een stimulans krijgen belangrijk om de frustraties het hoofd te kunnen bieden.
Een van de grootste stimulansen tijdens de transitie was het glas heffen op het moment dat na het
plaatsen van zonnepanelen de elektriciteitsmeter voor het eerst terug ging draaien.
Het parcours kende hoogtepunten en dieptepunten. Het - ook letterlijke - dieptepunt was het
moment dat het zand en de leidingen in de kruipruimte bloot kwamen te liggen. De overweldigende
grondlucht duurde gelukkig maar een paar dagen. De ontwrichting van het huishouden duurde een
245
maand. Een van de grootste frustraties was de ontdekking dat aanbrengen van vloer isolatie in de
uitbouw zelfs nog moeilijker en veel te duur zou worden. Dat project is dus geschrapt.
Een hoogtepunt was de voldoening bij het afronden van het grootste doe-het-zelf deelproject : de
realisatie van drielaags glas in alle 30 ramen.
Een lichte teleurstelling was de tamelijk bescheiden duurzaamheidswinst ondanks al dat werk.
Een gevolg van de zomer van 2014 met een opgebroken huiskamer en keuken was dat er een soort
verbouwingsmoeheid optrad. Na de zware klus was er een gevolg: vertraging. De aanvankelijk 3 jaar
geplande tijdsduur voor de transitie werd 4 jaar. Heel jammer is het als je als pionier zojuist de
nieuwe warmtepompen in bedrijf hebt gesteld en er komt bericht dat een nieuwe subsidie voor
warmtepompen over 2 maanden van start gaat. (Natuur & Milieu, 27 nov 2015) De net gedane grote
investering blijft dus geheel voor eigen rekening . . .
Lange termijn strategie
Aan het begin van het project was het onzeker wat de beste strategie voor verduurzaming van huis
1938 zou zijn. Dat zou uit de praktijk moeten gaan blijken. De veronderstelling was dat door als
ontwerpgrens ul gas, ate e elekt a te beschouwen, de kans groot was dat alle denkbare
ontwikkelingsrichtingen vanzelf wel naar boven zouden komen en dat dan de beste richting gekozen
kon worden. Het denkkader daarbij was een decentrale energie opwekking in het huis en een
e i di g et ee g id .
De vraag is of die veronderstelling wel voldoende klopt. In principe klopt hij namelijk niet. Immers, de
i e ta isatie a de state of the a t die aa het o t e p te g o dslag ligt datee t a
. I de
vier jaar looptijd zijn de vernieuwingen op duurzaamheidsgebied steeds sneller doorgegaan. Met de
ontwikkeling en op de markt brengen a
a dstof elle i auto s ope de zich bijvoorbeeld een
nieuw scala aan mogelijkheden : een elektrisch huis dat niet zelf de stroom opwekt maar die uit de
brandstofcel gebruikt. Een afweging tussen extra PV zonnepanelen of een brandstofcel auto als
stroombron is niet gemaakt. I het de de jaa a het p oje t k a ee phase ha ge ate ial
warmtebuffer oplossing voor de combinatie zonnecollector en warmtepomp op de markt die
uitstekend in een kruipruimte zou hebben gepast. De kruipruimte was kort daarvoor dichtgegooid
met een ander type warmtepomp oplossing in gedachten. Zo is een ontwikkelingsrichting afgesloten
zonder een bewuste keuze.
Ook op het gebied van de nutsvoorzieningen zijn keuzes gemaakt die onzekerheid voor de toekomst
met zich mee brengen. Zo is het verder verminderen van het gebruik van leidingwater naar achteren
geschoven. Va ege de g id geda hte is oor aan het 220 Volt elektriciteitsnet verbonden blijven
gekozen. Alleen het afkoppelen van het aardgas is steeds een doel gebleven in het project. De
belangrijkste overweging daarbij is dat een warmtepomp 4 à 5 maal zuiniger verwarmen kan dan de
beste HR CV ketel. Zelfs als dat gas eerst in een elektriciteitscentrale naar elektrische stroom wordt
omgezet waarmee die warmtepomp loopt blijft er nog een grote energiebesparing over. De
onduidelijke toekomst van aardgas, en de toenemende problemen die de winning daarvan oplevert,
hebben ook bijgedragen aan de keuze voor afkoppelen.
Gedrag van de bewoners
Het gedrag van de bewoners gaat ook over andere dingen dan energiegebruik. Het autogebruik kan
uiteindelijk op termijn niet buiten beeld blijven. De ontwikkelingen wijzen in de richting van
particuliere elektrische auto s als energiebron met energie opslag. Op korte termijn zal een hybride
auto nog nodig zijn zolang de actieradius en de laadtijden nog niet helemaal passen bij de
246
maatschappelijke ordening van nu. Het lijkt er op dat een laadpaal op de oprit in de voortuin eerst
nog de aangewezen weg is. Alleen zo kan een eigen elektrische auto lang genoeg aan een laadpaal
staan en kan zelf opgewekte zonnestroom – al zou het alleen maar administratief zijn – de eigen
auto van stroom voorzien.
De eetgewoonten zijn ook niet helemaal los van de duurzaamheid in huis 1938 te zien. Gezond en
duurzaam zijn verschillende dingen hoewel velen zich daar niet om lijken te bekommeren. Het lijkt er
op dat duu zaa omgaan met voedsel op een paar punten tot minder gezond eten kan leiden. De
belangrijkste daarvan is het eten van voldoende vlees, vis en gevogelte. In de aanbevelingen voor
duurzaam eten zit 5x minder vlees dan in aanbevolen gezonde maaltijden. Voor vis geldt iets
vergelijkbaars met 2x minder dan gezond zou zijn. (optimeal.nl) (De Vré, 2014) Een huis zonder een
kookplaats lijkt in elk geval niet de aangewezen weg hoewel sommigen nooit koken.
In huis 1938 is af en toe een logeerpartij. Lang niet alle gasten zijn met duurzaamheid bezig op de
manier die nodig is voor het transitieproject dat er loopt. Een duidelijk voorbeeld is te zien in de
registratie van het waterverbruik. Dat schiet omhoog als er vaak en lang gedoucht wordt.
Het transitieproject heeft voor een grote afvalstroom gezorgd. Steeds is hergebruik overwogen en
waar mogelijk ook gedaan. Dat bleek in praktijk tegen te vallen. Behalve enkele vloerbalken uit de
kruipruimte die zijn hergebruikt is het meeste toch als sloopafval op de gemeentelijke stortplaats
terecht gekomen. Gescheiden naar soort ten behoeve van recycling, dat wel. Hier is een kritisch
moment vrijwel ongemerkt gepasseerd: het hergebruik is niet zo ambitieus aangepakt als
ij oo eeld de Duitse adle to adle a hite t Tho as ‘au dat doet. (Rau.eu) Niet in de keuze
van materiaal dat in een volgend technisch leven hergebruikt kan worden en niet in het in huis 1938
zelf maximaal recyclen van de oude materialen die bij de sloop zijn vrijgekomen.
Gedrag is door slimme besturing te kanaliseren, althans dat is een van de gedachten achter domotica
en in het verlengde daarvan, het internet der dingen. De in ontwikkeling zijnde gereedschappen op
dit gebied laten voorlopig op zich wachten. (smart-homes.nl) De registratie en presentatie van
e e giege uiks ijfe s is al el het o de e p a ieu e apps op de s a t-phone en op de tabletpc. Enkele energiemaatschappijen leveren een fraai uitziend display waarop de energiehuishouding
te zien is. (Eneco.nl) (Essent.nl)
Met slim aan en uit schakelen, bijvoorbeeld als er zon op de zonnepanelen valt de was doen, of met
een besturingsalgoritme werken waarmee energie zelf gewonnen, gebruikt en opgeslagen wordt,
komt in huis 1938 niet verder dan een programmeerbare thermostaat. Ook hier is een kritisch
moment ongemerkt gepasseerd.
Beslissingen over koers en prioriteit
Een belangrijk kritisch moment werd begin 2013 bereikt op het moment van aanbrengen van
spouwisolatie. Die isolatielaag kon niet dikker zijn dan de ruimte tussen binnen- en buitenblad van de
bestaande spouwmuren. Esthetische en vergunning technische overwegingen hebben tot de keuze
geleid om aan die muren niets aan te veranderen. Dit had ook anders gekund, bijvoorbeeld door
overal binnenshuis voorzetwanden te plaatsen of door het buitenblad op grotere afstand van het
binnenblad opnieuw op te metselen, of – veel moeilijker – andersom. Daarmee as het passief
huis i eau ogelijk el haal aa ge o de . Huis 1938 dan toch maar afbreken en nieuw bouwen ?
Het besluit om dat toch maar niet te doen mag als kritisch moment gelden.
Het eind van 2013 is zeer plezierig omdat de elektriciteitsleverancier Eneco de maandlasten verlaagt
op asis a ge iddeld ul elekt i iteits aag. Ook het gas- en waterverbruik zijn duidelijk gedaald.
247
Het transitieproject begint zijn vruchten af te werpen. De beslissing om met de transitie door te gaan
is niet moeilijk te nemen.
Medio 2014 is het moeilijkste punt, het opvullen van de kruipruimte en aanbrengen van een
geïsoleerde betonvloer, gepasseerd. Een bedrag ter grootte van het eerste budget van 25595,- Euro
is inmiddels uitgegeven. Verschillende deelprojecten lopen nog : het eco-toilet is in ontwerp, de
lichtkoepels zijn bijna klaar. Van de isolatie van de zolder, de schuurzolder en de erker zijn de
uitvoeringsdetails bepaald maar het werk moeten nog beginnen. De investeringen in elektrisch
koken, in een voorziening voor warm water en in een 2e en 3e warmtepomp zijn in voorbereiding.
Een fase 2- en fase 3 set zonnepanelen om het stroomverbruik te compenseren hoort daar ook bij.
Pas op het eind kan de CV ketel weg en pas dan kan ook het aardgas worden afgesloten.
Als laatste project op langere termijn staat de aanleg van een cisterne en een systeem met
waterfilters op het programma. Al met al ziet het er in 2014 aa uit dat de t a sitie aa ee
ul
energie toekomst voor huis 1938 inderdaad tussen 40000,- en 50000,- euro zal gaan kosten.
Het besluit om op een iets lager tempo door te gaan valt. Ook om deze reden werd de
transitieperiode van 3 jaar naar 4 jaar bijgesteld.
In de periode 2014-2015 is de isolatie van erker, schuurzolder, en het dak aan de beurt. Dit had
eerder gekund als het niet zo veel werk was geweest.
Vanwege het geld dat er mee gemoeid is moeten de warmtepompen uitgespreid worden in de tijd.
In 2015 is het aansluiten van een 2e warmtepomp aan de vloerverwarmingslussen op de begane
grond voorzien. In de lente van 2015 valt echter het besluit om dat moment nog wat uit te stellen.
In de zomer van 2015 was echter al voldoende geld gespaard en werd een begin gemaakt met het
specificeren van de warmtepompen 2 en 3. Warmtepomp 2 moet ook het warm tapwater gaan
maken. Kort daarop volgt volgens het plan ook de kleinere, warmtepomp 3 die de 1e verdieping en
indirect ook de zolder verwarmt. De plaatsing van beide warmtepompen is een belangrijke mijlpaal
in de transitie want daarmee is in de herfst van 2015 een belangrijke barrière voor het afsluiten van
het aardgas geslecht. Zodra ook het koken elektrisch is gemaakt dan kan afkoppelen van het aardgas
pas echt gaan gebeuren. Het idee van koken op propaan is midden 2015 verlaten. Wel is er in 2014
nog een - onnodig geworden- doorvoerpijp voor een propaanleiding in het beton meegegoten.
Zelf doen of hulp vragen
Hier was een kritisch moment bij de aanleg van gas en waterleiding en vloerverwarmingslussen in de
nieuwe vloer van de woonkamer en de keuken. Aanvankelijk was dit als doe-het-zelf werk gepland
maar toen het realiseren van de geïsoleerde betonvloer eenmaal begonnen was bleek dat het werk
zowel wat hoeveelheid als wat kwaliteit betreft niet zelf gedaan kon worden. Een loodgieter was snel
gevonden en het werk is daarop binnen enkele dagen uitbesteed en goed uitgevoerd.
De grootste hoeveelheid doe-het-zelf werk is in drielaags glas gaan zitten. Ook daar bleek de kwaliteit
een punt te zijn. Enkele voorzetramen bleken niet schoon genoeg te zijn en moesten laat in de zomer
van 2015 gedemonteerd en nogmaals schoongemaakt worden.
Er was ook een kritisch moment bij het naar binnen kruien van twee vrachtwagens zand in de
kruipruimte. De buren hielpen met dit zware werk gelukkig mee.
Begrijpen, inzicht- en overzicht krijgen
Als particulier op zoek gaan naar actuele publicaties over duurzaamheid is op het eerste gezicht
eenvoudig. De computer aanzetten en met een zoekmachine het internet afspeuren lijkt genoeg. Dit
levert in praktijk echter alles behalve de hele waarheid. Zo zijn actuele boeken en artikelen vaak
248
alleen tegen betaling verkrijgbaar. Veel informatie is voor grootschalige projecten en bedrijven
bedoeld. (Rakhorst, 2012) Product informatie is doorgaans in overvloed te verkrijgen maar die is niet
objectief door de commerciële belangen van de bedrijven die ze op de markt brengen. Publicaties
van instituten op een bepaald gebied zijn opgesteld vanuit een bepaald denkkader en daardoor
eenzijdig en soms minder op de praktijk gericht. De internet informatie van groepen die op
duurzaamheidsgebied actief zijn geven stimulerende, enthousiaste maar incomplete informatie.
Sommige groepen zijn opgericht door ondernemers die zo dichter bij hun klanten en bij
subsidiegelden proberen te komen en die in hun voorkeursrichting sturen. (Tonkens & Duyvendak,
2015) )elfs de uts ed ij e oe e zi h op deze a ie , zoals E e is et uu k a ht . Ee a de
espaa tips is: het licht uit te doen als je de ruimte verlaat leide d tot ee espa i g a
Eu o
per jaar. (buurkracht.nl) Dit gaat niet over de hoofdzaken bij de duurzaamheid.
Deze ase stud is daa o op ee
eed s ala a soo te i fo atie ge asee d. )elf lij e
nadenken is het devies, ook in duurzaamheidsland.
Er is ook een grens aan wat een mens kan bevatten en overzien. Voor een pionier is het onmogelijk in
alle voor het transitieproject relevante en snel veranderende vakgebieden zoveel kennis te
verzamelen dat er geen verrassingen en foute keuzes meer mogelijk zijn. Dat betekent dat er gebrek
aan inzicht en overzicht blijft terwijl het project doorloopt. Gezond boerenverstand blijft nodig maar
schiet toch altijd te kort.
Esthetiek
De technische maatregelen die duurzaamheid bevorderen zijn niet altijd mooi om te zien. Het
dilemma bij de beslissing om wel of niet tot uitvoeren van niet esthetisch aantrekkelijke maar wel
duurzame maatregelen over te gaan kan op verschillende manieren doorwerken.
-Twee esthetische knelpunten:
De drie zonnepanelen op het dak voor aan de straat zijn het duidelijkste als eerste voorbeeld van een
esthetische probleem. Er was op de werkplaats geen ruimte genoeg voor voldoende panelen om nul
energie te bereiken en zo bleek het nodig om ze voor op het dak van het huis te plaatsen. Door ze
later alsnog naar de werkplaats te verhuizen is dit esthetische bezwaar –alleen in theorie- te
verhelpen. De eerste warmtepomp, open en bloot aan de gevel achter aan de uitbouw, was de
tweede esthetische misstap. Hij valt daar na de bouw van het recycling hok, niet meer op.
-Een duurzaamheidsmaatregel is niet genomen om esthetische redenen.
Er is ook een keuze gemaakt om maatregelen niet te nemen omdat het resultaat niet mooi is.
Aan een deel van de gevel van de uitbouw achter zou een geïsoleerde voorzetwand aan de
buitenzijde energiezuiniger zijn. Dat zou – de jaren dertig stijl indachtig – leiden tot een
gepotdekselde houten betimmering in een donkergroene of crème witte kleur. Dit stijldetail kwam
aan huis 1938 van oorsprong niet voor en daarom is dit deelproject niet uitgevoerd. Met het
alternatief, een nieuwe spouwmuur volgens het huidige bouwbesluit, zou het knusse hoekje bij de
achterdeur in jaren dertig stijl, wegens ruimtegebrek geheel verloren doen gaan.
Behalve bij dit ene kritische moment zijn de effecten van esthetiek op het project voor het overige
verder klein gebleven.
-Maatregelen om iets esthetisch te verbeteren zijn minder mooi als gedacht.
249
Een warmtepomp of airco buiten unit aan de gevel hangen is in veel landen, met name in het Verre
Oosten, iets alledaags, zo bleek uit de virtuele wandeling. In andere landen poogt men ze te
verbergen in een nis, achter het huis of achter een stenen of houten rasterwerk. Waar dat bij
warmtepompen 1 en 2 aardig lukte met het kliko hok was het resultaat bij warmtepomp 3
teleurstellend. Weliswaar is de buiten unit daarvan uit het zicht aan de achtergevel geplaatst maar
leek een omtimmering toch zinvol. Het resutaat, zoals in november 2015 bereikt, valt wat tegen.
2012 Achtergevel
2015 Warmtepomp 3
2015 Omtimmering
Het beoogde doel – minder opvallen – is niet echt gehaald. De witte omtimmering valt nog
steeds op. Een oplossing is nog te vinden in het kiezen van een andere kleur maar dat weegt
niet op tegen het bezwaar van afwijken van de bestaande kleuren aan huis 1938: dak oranje
rood, baksteen en wit houtwerk. Hij blijft dus wit.
250
IX Discussie
In de loop van de uitvoering van het transitieproject kwamen verschillende vragen naar voren die de
k aliteit a de ase studie als geheel et offe .
Is deze transitie een gebeurtenis die zich voldoende leent voor een case study ?
Er zijn geen vergelijkbare case studies gevonden bij het zoeken naar literatuur over transitie bij jaren
dertig woningen. Dat maakt dat deze studie nieuw in zijn soort is en daardoor interessant voor een
brede kring van bij duurzaamheid betrokken mensen.
Is het perspectief van de onderzoeker veranderd?
Al doende leert men, dat bleek al snel. Gaandeweg ruilde de aanvankelijke ambitie van plaats met
doorzettingsvermogen en verving een praktische haalbaarheidsafweging het theoretisch maximaal
bereikbare. Terugkijkend lijkt het ongelooflijk hoeveel energie er al die jaren gedachteloos verkwist
is. Het bewust naar duurzaamheid streven zal nog wel verder doorgroeien.
In hoeverre maskeert de verandering in context dingen zodat ze niet gezien worden?
Transitie naar duurzamere systemen vindt plaats in een evoluerende omgeving. (Paredis, 2012)
Transitie deelt men in met enkele fases: start, kanteling, versnelling, stabilisatie. (Rotmans, 2012)
Kijkend naar duurzame energie winning mag men stellen dat elektriciteit uit waterkracht centrales
een voorbeeld van bestaande technologie is. Vanuit transitie perspectief is die in de stabilisatiefase.
Opmerkelijk is dat door het niet uitvoeren van onderhoudswerk door Rijkswaterstaat de oudste van
de 4 waterkrachtcentrales in Nederland in Hagestein (1958) sinds 2004 stil ligt. (EnergieActueel,
2013) In de 20 jaar voor de transitie in huis 1938 was windenergie sterk in opkomst en onderging
tegelijkertijd een enorme schaalvergroting. Het platteland in Nederland kreeg een nieuwe horizon
met windmolens. Ze verschenen uiteindelijk niet binnen de bebouwde kom in het straatbeeld.
Windmolens verkeren in de versnellingsfase, grote parken moeten nog in zee verrijzen.
1990 Zelfbouw windmolen - In de jaren 80 was het zelf bouwen van een eigen windmolen de ultieme
uiting van duurzaamheid. Gee ker e ergie of kole , ee ee
ole
as het motto. (Westra &
Tossijn,1980) In huis 1938 is ook daar ervaring mee. Met wieken met lengte van 3 meter en een mast
van 10 meter mocht de in de familie ontwikkelde windmolen helaas nergens staan . . .
251
Aan het begin van de transitie waren er weinig huizenbezitters met zonnepanelen bezig. Halverwege
de transitie lijkt iedereen er wel mee aan de slag te willen. PV-zonnepanelen verschijnen juist overal
in het straatbeeld. De energiewinning met PV zonnepanelen lijkt de kanteling fase in de transitie naar
duurzaamheid gepasseerd.
De warmtepomp is in 2016 nog even exotisch als aan het begin van de transitie in 2012. Men is met
g oe e administratieve denkconcepten aan de slag. In een nieuwe wijk heeft de Gemeente waar
huis 1938 toe behoort besloten in een gedeelte geen gas aan te leggen zodat de huizen die daar
gebouwd mogen worden hun verwarming anders dan met een gasgestookte CV moeten doen.
Gevolg: men past warmtepompen van diverse typen toe. Dit lijkt nog in de startfase te verkeren.
De schaalvergroting van methaanvergisting lijkt het hele idee te kenteren in plaats van te versterken.
De issi g li k i de duu zaa heid e egi g is het o t eke a de e e gie opslag aa doo op
zonnige of winderige dagen er een teveel aan duurzame elektrische energie ontstaat dat de
traditionele opwekking in centrales en het verdienmodel van nutsbedrijven verstoort. De overheid
roert zich door her en der wat positieve prikkels uit te delen of belemmeringen op te werpen.
Dit alles geeft aan dat de omgeving sterk aan veranderingen onderhevig is. De case studie aanpak
et ee la ge p oje te lijst e ee aste set the a s oo de e aluatie, eide a af het egi
bepaald en aangehouden, zorgt voor een lage gevoeligheid voor een veranderende context.
Is het moment waarop gestart en gestopt werd goed gekozen ?
In een tijd waarin verandering voortdurend plaatsvindt is een duidelijk startpunt niet aan de hand
van een geschikte situatie in de omgeving te kiezen. Het gekozen startmoment is zo goed als elk
ander moment. Het moment om te stoppen na 4 jaar komt voort uit de projectplanning. Ook dit
moment had anders kunnen worden gekozen maar nu is er in elk geval een vergelijking mogelijk
tussen de ambitie vooraf en de in werkelijkheid bereikte resultaten binnen de looptijd van 4 jaar.
Is de geleidelijke verandering aan het huis vanaf 1938 lang voor het project begon van belang?
Al in 1984 begon een geleidelijke aanpak van onnodig warmteverlies vanuit de wens om de
woonkamer comfortabeler te maken. Huis 1938 was vochtig, tochtig en koud in de winter. Die
eerste maatregelen zijn niet vanuit het idee van verduurzamen gedaan.
Doet het niet precies ereike a het ul i eau af reuk aa de o lusies?
Nee a t die ul as als doel ge o e o alle ogelijkhede de e ue te late passe e , iet o
ze ook werkelijk te bereiken. Het in passief-huis voorstanders ogen wellicht als sub-optimaal
etitelde esultaat le e t a jaa e hte , ehal e ul e e gie, i het spa i gs eld a
rentabiliteit, duurzaamheid, comfort en gezondheid op alle vlakken een positieve verandering ten
opzichte van de startsituatie.
Waren de veranderingen goed genoeg waar te nemen ?
Daar waar de nutskosten en meterstanden niet voldoende duidelijkheid opleverden moest het
rekenmodel uitsluitsel geven. De factoren die niet echt objectief werden gemeten zijn het
wooncomfort en de gezondheid.
Gaan de gebeurtenissen zo snel of zo langzaam dat ze niet gezien worden ?
Sommige gegevens gaan te snel. Zo zij de g illige ge uiks egist atie g afieke te te
voortschrijdende gemiddelden of jaargemiddelden te berekenen.
252
e doo
Andere gegevens komen te langzaam tot stand. De effectiviteit van warmtepompen voor verwarming
laat zich pas na een aantal jaren nauwkeurig vaststellen.
Zijn er variabelen gemist die de conclusies in een ander daglicht zouden kunnen stellen?
Er zijn geen metingen gedaan om het comfort nauwkeurig kwantitatief te bepalen hoewel dat
technisch gezien uitvoerbaar is. (Fanger, 1970) Voor een particulier is het systematisch meten aan
luchtstromen en temperatuurverdeling in een huis echter niet praktisch uitvoerbaar en niet betaalbaar.
Is het resultaat sub-optimaal als gevolg van de gekozen aanpak?
Hier is het antwoord duidelijk ja .
-Dat geldt ten eerste voor de technische kant, onder andere door het afzien van mechanische
ventilatie, warmteterugwinning uit lucht en tapwater en van de gesloten schil van het passief huis
concept. Ook het uitstellen van zelf maken van water op eigen terrein draagt bij aan het niet
optimale resultaat zoals dat werd bereikt in 2016.
-Het geldt zeker, als tweede, ook voor de financiële kant. Door als particuliere woningbezitter de
transitie alleen te doen zijn de voordelen van een collectieve aanpak, zoals lagere prijzen bij
gezamenlijke inkoop, uitvoering door gespecialiseerde toeleveranciers en besparingen door
vantevoren goed advies in te winnen, niet benut. Anderzijds is elk huis uniek . . .
-Er is ook een derde punt te noemen dat veel meer onzekerheid bevat en niet met een duidelijk ja of
nee te beantwoorden is. Bij de transitie is niet voor een enkel type resultaat gekozen maar voor een
mix. Huis 1938 bevat ideeën uit de concepten Passief huis, Nul-op-de-meter, het G id de ke e
volgt de principes van de trias energetica. Optimaal zal dit vermoedelijk niet zijn.
-Het vierde punt is dat de verschillende componenten waaruit het resultaat bestaat nog niet uit
ontwikkeld zijn. Zich snel ontwikkelende en met elkaar om de hoogste efficiency wedijverende
producten op de markt leiden tot snel achter lopen bij de stand der techniek. Zo zijn er in 2015 PV
zonnepanelen die meer opbrengen dan het geïnstalleerde type.
-Het vijfde punt is dat de watervoorziening nog niet aan een sustainability make over is
onderworpen. De transitie is dus niet compleet. Water in Nederland is goedkoop en in voldoende
mate beschikbaar dus de noodzaak om meer te doen dan besparing op het gebruik is er niet.
-Het zesde punt is dat er nog technische componenten aan het gerealiseerde duurzame systeem
ontbreken omdat ze nog niet op de markt zijn. De keuze voor het Rifkin concept van een woning die
ul e e gie aagt aa el aa ee g id astzit, e daa vanuit tekort aanvult en surplus aan
levert, is leidend geweest. Huis 1938 zit eind 2016 vast aan de elektra-, water - en informatie grids.
Het nog ontbreken van een eigen energie opslag met een systeemregelaar maakt de stap naar een
auta kis h huis of ee ea th ship oo als og o ogelijk.
-Het zevende punt is dat de overheid nog niet stevig ingrijpt bij de complicaties door momenten van
overvloed van zonnestroom en windenergie op het
Volt g id en het dan gevoelde gebrek aan
energie opslag mogelijkheden. Dat zou kunnen veranderen waardoor de wens van een loskoppeling
van de grids toch weer in beeld kan komen. Zonnepaneel eigenaren worden als ondernemers gezien
en de belastingdienst heft al energiebelasting . . .
Verder verbeteren blijft mogelijk en vereist een open blik naar de mogelijkheden die de toekomst
nog zal gaan bieden . . .
253
X Conclusie
De beginvragen
Op de twijfels en de vragen aan het begin van dit transitieproject zijn gaandeweg antwoorden naar
voren gekomen. Dit zijn de ervaringen in een notendop:
-Zou ons huis uit 1938 daar wel geschikt voor zijn ?
Er was wel moed voor nodig om een transitie project te starten met als enige stimuleringsmaatregel
een bedrag van ongeveer 600 euro voor zonnepanelen en het recht op saldering voor surplus
zonnestroom. Slechts zeer weinig pioniers hadden iets met een jaren dertig woning gedaan met
duurzaamheid en daar ook nog bekendheid aan gegeven. De enige manier voorwaarts was , ondanks
de twijfels en de onbekendheid met resultaten van anderen, dus toch maar beginnen.
Uitgangspunt was dan ook : elk huis kan duurzamer, huis 1938 dus ook. Hoever die duurzaamheid
zou ku e o de doo ge oe d as o eke d. Uitga gspu t daa e d: o de zoeke of e ul
haalbaar zou zijn voor zowel gas, water als elektra. Dit hoogst denkbare doel zou het transitietraject
el zo
eetje langs alle mogelijkheden voeren.
-Hoe pak ik dat aan ?
Langs de in de industrie veel belopen weg van de product ontwikkeling liggen de mijlpalen van het
ontwerp, de planning en kostenschatting, de realisatie en de oplevering. Deze route is steeds
gevolgd, zowel op het niveau van het hele transitieproject als op het niveau van de diverse
deelprojecten.
-Wat is goed om te doen en wat niet ?
De veranderingen in duurzaamheidsland gaan nu zo snel dat een transitieproject een beetje als
s hiete op ee e ege d doel aa oelt. Wat de e e dag als state of the a t o dt gep ese tee d
is de volgende dag achterhaald. De kleine windmolens bijvoorbeeld. Wat als grote stap vooruit wordt
afgeschilderd kan slechts een voortzetting van oude gewoonten blijken te zijn. CV ketels op gas met
een warmtepomp er aan bijvoorbeeld. Ruim een jaar nadat het dak aan de voorkant van het huis met
zonnepanelen werd voorzien kwam de zonne-dakpan op de markt. Een paar weken nadat de
kruipruimte was volgestort en geïsoleerd kwam er een warmtepomp en zonnecollector systeem met
een grote hoeveelheid smeltend ijs als buffer op de markt, ideaal voor – inderdaad – de kruipruimte.
-Hebben al die bevlogen mensen samen al wel genoeg kennis verzameld en experimenten gedaan om
nu goede keuzes te kunnen maken?
Het lijkt logisch om die kennis te vooronderstellen maar toch klopt het niet. Rifkin en Rotmans riepen
het al: transitie gaat gepaard met chaos. Elkaar tegensprekende deskundigen en leveranciers die
uitsluitend voor eigen parochie preken alom. Daar doorheen speelt nog het feit dat niet alle
betrokkenen alleen door de duurzaamheid bevlogen zijn, immers slimme zakenlieden richten
organisaties op die op het eerste oog spontaan uit een groepje enthousiaste buurtbewoners lijken te
zijn ontstaan. Als particuliere woningbezitter is het bijzonder lastig om een overzicht van de
mogelijkheden te krijgen en zeker om daar dan vervolgens verstandige keuzes in te maken. Is CO2 uit
de houtbrander goed als het hout van eigen grond komt? Is een kilowattuur uit de kolencentrale
goed benut als er een zuinige warmtepomp op loopt? Is autorijden op bio-ethanol wel goed als het
254
voedsel areaal in de landbouw er door beperkt wordt? Hier zijn nog veel grote vragen te
beantwoorden die veelal buiten het huis 1938 transitieproject liggen.
-Wat zou er mooier zijn dan op eigen kracht een fraai jaren dertig huis renoveren naar een energie
niveau van nul?
Hie is het a t oo d ko t eg: iets. Dat komt bijvoorbeeld door het moment dat de
energieleverancier aankondigde per maand 0,- euro voor elektra in rekening te gaan brengen, een
mooie mijlpaal na 1 jaar. De melding dat huis 1938 over een periode van 2 maanden 41 m3 gas
verbruikte terwijl de omliggende huizen in die zelfde periode gemiddeld 85 m3 gebruikten was een
mooie mijlpaal na 2 jaar. Als alle isolatie en de warmtepompen uiteindelijk compleet zijn is nul
bereikbaar. Het afsluiten van de aardgasleiding eind 2015 was een mijlpaal van formaat. Het
Nederlandse water is goed en goedkoop dus de grote inspanningen om eigen water op eigen grond
te maken zullen nog wel een tijdje op zich laten wachten. Maar mogelijk is het wel. De al een eeuw
geleden gangbare technieken van cisterne, pomp, filter en hydrofoor krijgen hier opnieuw een kans.
-Zou het kunnen zonder dat het huis een tijd onbewoonbaar is en zonder dat er grote machines,
vrachtwagens en hijskranen bij nodig zijn?
De bewoonbaarheid is enkele weken minder goed geweest tijdens het isoleren van de woonkameren keuken vloer. Kamperen in de uitbouw achter en onder de veranda in de tuin bood een oplossing.
Alleen bij het betonstorten (twee keer) en het aanbrengen van spouwmuurisolatie waren er grote
vrachtwagens en hijskranen nodig. De straat is daardoor drie keer enkele uren geblokkeerd geweest.
-Kan het voor een budget dat voor velen bereikbaar is?
Een huis dat daar helemaal niet voor ontworpen is duurzaam maken is niet goedkoop. Na een jaar
was 14000,- euro in huis 1938 geïnvesteerd. Na twee jaar stond de teller op 25000,- euro. De totale
kosten na vier jaar belopen afgerond 45000,- euro. Dit is een fors bedrag maar het kan in ongeveer
11 jaar terugverdiend worden. Naar mate er meer bedrijven in duu zaa heidst a sitie de lea i g
u e he e doo lope e e ee o u e tie is o tstaa is een lager eindbedrag te verwachten.
-Kan het stap voor stap?
Met de beperkte financieringsmogelijkheden en het gefragmenteerde aanbod in de markt is opdelen
in deelprojecten onontkoombaar gebleken. Na het in 2012 vaststellen van het ontwerp en de lijst
met projecten voor de uitvoering, kwamen sommige projecten gemakkelijk tot stand, sommige
bleken erg lastig en maakten verder opdelen noodzakelijk, nog weer andere projecten bleken niet
zinvol, niet snel uit te voeren of helemaal niet realiseerbaar om diverse redenen. Een belangrijke
belemmering blijkt de CV combi ketel te zijn. De gecombineerde functies verwarming en warm
tapwater blijken moeilijk via aparte deelprojecten te vervangen te zijn. Ook de zeer hoge kosten
werken hier belemmerend. De oplossing werd gevonden door het huis in aparte compartimenten op
te delen en die stuk voor stuk naar een nieuwe warmtepomp over te schakelen onder gelijktijdige
afkoppeling van een deel van de CV installatie. Elk stuk nieuwe apparatuur staat op zichzelf. Zo zal
de verwarming niet meer in het hele huis tegelijk uitvallen en zal reparatie of vervanging op kleinere
schaal kunnen plaatsvinden.
255
-Hoeveel jaar tijd zou dat dan gaan kosten?
Gaandeweg ontwikkelde zich de aanpak. Vooraf kon die niet precies worden vastgesteld door
gebrek aan inzicht en ervaring. De geplande vier jaar tijdsduur bleek aardig gemikt. Na een jaar
a e de ui k- i s e , a t ee jaa a e de g ootste hordes genomen en na drie jaar bleek het
daadwerkelijk afkoppelen van gas, water en licht een keuzemogelijkheid te zijn geworden in plaats
van een onbereikbaar ideaal. Na vier jaar waren er maar weinig interessante verbeter mogelijkheden
meer over en kwam de transitie tot een eindpunt. Dat neemt niet weg dat er nog kleine verdere
acties mogelijk blijven. De veranderende wereld van de duurzaamheid zal ook in de toekomst wel
nieuwe kansen blijven bieden.
-Wat zullen de echte knelpunten zijn ?
Geld, gebrek aan solide advisering bij het ontwerp en het ontbreken van ervaren aannemers op het
niveau van een transitie project aan een enkele woning , dat zijn de belangrijkste knelpunten. Een
gebrekkige beoordelingsbasis voor het bereikte resultaat vormt in mindere mate een knelpunt.
Dankzij een gevulde spaarpot, een inzetbaar stuk technische kennis en bruikbare ervaring in project
management, engineering en product ontwikkeling in de industrie kon het transitieproject door de
auteur in eigen beheer worden uitgevoerd.
Zonder die eigen spaarpot en die kennis zou het project niet van de grond zijn gekomen. Ondanks
opdelen in deelprojecten bleken er toch nog facturen van 7000,- Euro ineens tussen te zitten.
De keuzes die in het transitie proces gemaakt zijn hebben tot een duurzaamheidsresultaat geleid dat
via kentallen te vergelijken is met normen en met andere transitietraject resultaten. Deze kentallen
zijn voor wat betreft het materiaalgebruik niet praktisch bruikbaar voor de renovatie van een jaren
dertig huis. Dat betekent dat de jaren dertig huizenbezitter niet tot een goede vergelijking van het
bereikte resultaat met dat van andere woningen kan komen.
Omdat de huizen zelf verschillend zijn, de kennis en ervaring van de eigenaren verschillend zijn, de
duurzaamheid inzichten zich snel ontwikkelen en de markt omgeving voortdurend verandert, zal de
ontwikkeling van een beoordelingsinstrument nog wel wat voeten in de aarde hebben. De
particuliere huizenbezitter kan daardoor ook moeilijk prestatie afspraken met een transitieleverancier maken, zo die er al zou zijn.
Waar de aandacht van die leverancier nu nog ligt op grootschalige projecten zoals een warmtepomp
voor een hoogbouwcomplex of een zuinige WKK installatie voor een woonwijk zou die
geconcentreerd moeten worden op het maximaal stimuleren en faciliteren van de woning eigenaar
die de duurzaamheid van een enkele woning wil verbeteren.
Als dat niet gebeurt blijft het in de bestaande woningvoorraad steken bij de oodjes a de akke ,
de spouwmuur isolatie, zonnepanelen op het dak en hier en daar een zonneboiler voor warm water.
Pas aan het einde van het tweede jaar in het 4 jaar durende transitieproject is er een bescheiden
teken van hoop.
Op 29 september 2014 ondertekent een grote groep belanghebbe de pa tije de Deal “t oo e s elli g Koop o i ge . De aanpassing van een groot aantal rijtjeshuizen die gebouwd zijn tussen
1950 en 1980 wordt uit de bespaarde energie gefinancierd, terwijl de bewoners het zelfde aan
nutskosten blijven betalen en er een nieuwe impuls voor de werkgelegenheid in de bouw ontstaat.
Met een tempo van 50.000 huizen per jaar duurt het 36 jaar voor de 1.8 miljoen huizen in deze groep
door de transitie heen zijn gehaald . . . (energiesprong.nl)
256
-Zou de opgedane ervaring voor anderen nuttig kunnen zijn?
Steeds meer mensen gaan er mee aan de slag. Het meest zichtbare gevolg is het verschijnen van
zonnepanelen op steeds meer daken. Dat is, zo is uit de ervaringen wel gebleken, de gemakkelijkst te
zetten stap. Bij de volgende stappen wordt het moeilijker. De noodzaak om ook die stappen te zetten
wordt groter. De geopolitieke krachten rond gas en olie, de verplichtingen van het Kyoto verdrag, het
Europese energieakkoord en de aanzwellende kritiek op het niet halen van de doelstellingen voor
2020 uit het Rutte 2 regeerakkoord (14% duurzame energie opwekking) onderstrepen dat. (Natuur &
Milieu, 7 okt 2014) Als de miljoenen huizenbezitters allemaal het wiel opnieuw moeten uitvinden is
dat een groot maatschappelijk obstakel. Het antwoord op de vraag moet hier dus wel haast ja zij .
Augustus 2014 Het dieptepunt in het transitieproject in huis 1938, zowel letterlijk als figuurlijk. De
houten woonkamer- en keuken vloer is verwijderd en de slechte staat van de oude leidingen in de
kruipruimte komt aan het licht. Ook de gevolgen van jarenlange lekkages en de schimmelvorming
worden zichtbaar. Er is meteen ook stank overlast.
257
De achterliggende kwestie
De op de achtergrond spelende kwestie is of het lukt de nieuwe duurzaamheidsdenkbeelden
praktisch te vertalen naar aanpassing van de bestaande woningvoorraad. Een onzuinig ontworpen
maar qua woongenot geliefd type jaren dertig huis is in deze case study als een voorbeeld genomen.
Hoewel jaren dertig woningen in allerlei maten en soorten bestaan is de beschouwde twee onder
een kap woning hierbij als maatgevend te zien vanwege het relatief hoge energiegebruik.
Het transitieproject was een ingrijpende ervaring. Voor een particulier die veel zelf wil doen is de
puzzel die hiervoor eerst moet worden opgelost een zeer ingewikkelde. Het traject van enkele jaren
doorlopen zonder het huishouden te ontwrichten bleek een flinke uitdaging. De bestaande
verweving van allerlei systemen in huis was een groot obstakel. Alles hangt met alles samen.
Ontkoppelen en opsplitsen levert meer flexibiliteit en wendbaarheid op en maakt deelprojecten
kleiner van omvang en dus beter realiseerbaar.
De particuliere woningbezitter ziet zich ook geplaatst voor strategische keuzes in een omgeving waar
onzekerheden groot zijn. De overheid lijkt aan het begin van het project in huis 1938 geen duidelijke
keuze te maken. Toch lijkt gas een riskantere bron dan elektriciteit in de nabije toekomst. Het
Groningse aardgas raakt op, nutsmaatschappijen zetten gascentrales stil vanwege lage
steenkoolprijzen en surplus zonne- en windenergie uit de buurlanden stroomt in overvloed binnen.
De vastrecht kosten op de maandelijkse gasrekening wordt relatief duurder. De wereldwijde
schaarste aan drinkwater lijkt Nederland voorlopig nog te sparen. Het duurt tot begin 2016, vlak na
de Klimaattop in Parijs eind 2015, voor de overheid de fossiele energie – op de lange termijn –
afzweert en duurzame energiebronnen gaat propageren. De CO2 uitstoot moet terug met 80 a 95%
in 2050 ten opzichte van 1990. (Minez,2016)
Toch blijkt het mogelijk om met een terugverdientijd van 6 à 7 jaar het gas, water en elektriciteit
verbruik met meer dan de helft te verminderen. De daarvoor benodigde investering in huis 1938
blijkt met 14.000,- euro zodanig bescheiden van omvang dat dit in veel jaren dertig woningen die in
particulier bezit zijn tot de mogelijkheden zou moeten behoren.
De stimulering van circa 600,- euro voor zonnepanelen blijkt te werken als prikkel. Voorwaarde is wel
dat er spaargeld genoeg is. Zonder spaargeld is het te investeren bedrag toch te groot om zonder een
lening af te sluiten in 1 à 2 jaar tijd vanuit de huishoudportemonnee uit te geven.
De uiteindelijk uitgegeven 45000,- Euro levert een transitie van energielabel C(bijna D) naar label A
op. In de warmtepomp, en in de nog nader onderzochte en uitvoerbare verdere verbeteringen, zit
wellicht nog de mogelijkheid verscholen om energielabel niveau A+ te bereiken. Daar houdt het op
omdat meer isolatie niet te plaatsen is zonder de jaren dertig stijl van het huis aan te tasten.
Hoewel het eigen verbruik in huis 1938 zeer goed bekend raakte tijdens de transitie bleef de
ecologische bijdrage van de ingezette materialen en apparatuur grotendeels buiten beeld. Verder
dan het gebruik van FSC hout ging de duurzaamheid op dat punt eigenlijk niet. Er zijn geen, voor de
particulier goed toegankelijke, keurmerken waaraan de uitvoering van het project of het bereikte
zuinigere huis als compleet resultaat zijn af te meten.
Met behulp van een thermisch rekenmodel blijkt de duurzaamheidswinst goed te voorspellen. Dat
betekent dat niet alleen de individuele particulier op basis van rekenmodellen goed advies moet
258
kunnen krijgen. Ook betekent het dat het effect van maatregelen aan de woningvoorraad van jaren
dertig woningen door de overheid goed door te rekenen is. Duurzamer maken van een jaren dertig
huis is dus trefzeker te plannen en realiseren. Sterker nog, een goed voorspelbaar en toekomstbestendig resultaat met een aantrekkelijke terugverdientijd zou toch op veel belangstelling van
woningbezitters en toeleveranciers moeten kunnen rekenen . . .
Dat de transitie van woningen nog geen grote vlucht maakt lijkt te worden veroorzaakt door een
betrekkelijk klein aantal belemmeringen die de particuliere woningbezitter ervaart :
-De kennis die nodig is om een transitietraject zelfstandig te doorlopen is bij de meeste
particulieren niet beschikbaar.
-Na maatregelen die door een leverancier op dit moment al wel eenvoudig te installeren zijn
stagneert het. Er dreigen daarna alleen maar grote en ingewikkelde projecten met bouw- en
installatie bedrijven die nog op de oude voet werken en denken.
-Er is geen concurrerend en plaatselijk beschikbaar aanbod van complete transitieprojecten
in de markt.
-Er staat nog geen goed ontwikkelde toeleveringsmarkt klaar.
-De technische mogelijkheden maken een stormachtige ontwikkeling door terwijl brede
advisering, nodig om het kaf van het koren te scheiden, in de eigen woonplaats nagenoeg
overal ontbreekt.
-Verder is de financiering voor een transitieproject nauwelijks bij de bank rond te krijgen. De
vanaf 2015 te verkrijgen bedragen uit leningen of subsidie met een plafond van 25.000 Euro
lijken te krap voor een complete transitie. Niet al die regelingen gelden voor jaren 30
woningen. Pas begin 2016 ontstaan er financieringsvormen tot 35.000,- euro.
-De particulier ziet zich genoodzaakt om samen te werken bij de transitie, om kennis en
inkoopvoordelen te kunnen benutten, maar dat gaat niet langs bestaande paden.
-Samenwerkingsverbanden bieden zich aan maar worden door belanghebbende
ondernemers opgetuigd en niet door onafhankelijke organisaties en particulieren zelf.
De zoektocht van de particulier gaat dus niet alleen over het beste technische systeem ontwerp
maar ook over welke reeks leveranciers de afzonderlijke stukjes daarvan kunnen en willen realiseren
tegen een redelijke prijs. De particulier moet zo architect, aannemer en klant tegelijk zijn.
Kortom: de particulier is ij ee sustai a ilit ake o e in feite overvraagd.
259
Literatuur
1
2
3
4
5
6
7
(033energieneutraal.nl) http://033energieneutraal.nl/blog/aannemers-melden-zich
(1miljoenzonnedaken.nl) Natuur & Milieu en ASN Bank www.1miljoenzonnedaken.nl [**21 juni
2013]
(ab-iso.be) www.ab-iso.be [**1 december 2012]
(Abnamro.nl) https://www.abnamro.nl/nl/prive/lenen/greenloans/index.html En:
https://www.abnamro.nl/nl/prive/lenen/greenloans/kenmerken.html#1a
(africancleanenergy.com) http://www.africancleanenergy.com/technology/#ert_pane1-2
(Agentschap NL, 2012) Factsheets referentiegebouwen EPG_o.PDF, NEN (het Nederlands
Normalisatie-instituut) in samenwerking met DGMR en Agentschap, Sittard, november 2012.
Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. Te downloaden van:
http://www.rvo.nl/sites/default/files/Factsheets%20Referentiegebouwen%20EPG_0.pdf [**28
oktober 2012]
(Agentschap, 2011) Agentschap (2011) Warmtepomp typen waarvoor een subsidiebedrag van 2000
euro is vastgesteld, EZ, versie datum 15 februari 2011. [**20 april 2013]
8
(agentschap.nl/duurzame energie in uw woning)
http://www.agentschapnl.nl/sites/default/files/bijlagen/Brochure%20Duurzame%20energie%20in%2
0uw%20woning%2C%20Antwoorden%20op%20uw%20vragen%20DEN.pdf [**15 september 2013]
9
(agentschap.nl/zonneboilers) http://www.agentschapnl.nl/onderwerpen/duurzaamondernemen/duurzame-energie-opwekken/warmtepompen-engeothermie/technieken/zonneboilers?gclid=CMqos9WwzbkCFQTHtAodXUMA6w
(agentschapnl.nl) www.agentschapnl.nl/zonnepanelen
(Aircoclima.nl) www.aircoclima.nl
(Airfresh.nl) http://www.airfresh.nl/ventilatiesystemen.html
(Airwell.com) PAC-HT systeem verkrijgbaar via o.a. Airview Luchtbehandeling BV, Noordeinde 114,
3341 LW Hendrik-Ido-Ambacht. Tel: 078 652 1800. Internet: www.airview.nl/, E-mail: info@airview.nl
http://www.airwell.com/Productslist/tabid/171/CategoryID/226/List/0/Level/a/ProductID/7647/Lan
guage/en-US/Default.aspx
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
(Ait-Ali, 1996) Ait-Ali MA (1996) The maximum coefficient of performance of internally irreversible
refrigerators and heat pumps. J.Phys D: Appl. Phys. 29 (1996) 975-980.
(aixfoam.nl) http://www.aixfoam.nl/bass-trap-meting-equivalent-dempingsvlak [**15 dec 2015]
(Albreco.nl) www.Albreco.nl
(Alecto.nl) http://www.alecto.nl/TradePoint/Item_View?itemNo=EM-16 en:
http://www.alecto.nl/Images/Documents/EM-16-NL.pdf
(Allesairco.nl) http://www.allesairco.nl/allesairco/koudemiddel-r410a/
(antiekarcade.nl) http://www.antiekarcade.nl/antiek/antiek-verkocht/
(anwb.nl) http://www.anwb.nl/auto/themas/elektrisch-rijden/elektrische-autos/welke-autos-zijner/welke-autos-zijn-er
(aquacombi.nl) http://www.aquacombi.nl/cms/hydrofoor/hydrofoor-waterdruk [**7juni 2013]
(Aqualight.nl) http://www.aqualight.nl/NL/20/water.html
(Aquatechnic.nl) www.Aquatechnic.nl
(arboportaal.nl) http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/arbowet--en-regelgeving/arbozorg/arbeidshygienische-strategie.html
(arconell.nl) http://www.arconell.nl/elektrischedoors.html
260
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
(Asecos.com) http://www.asecos.com/cms.nl/Gasflessenkasten-en-gasflessenbergingen/Uitpandigeopslag-van-1-tm-5-gasflessen-a-50-liter/Enkelwandige-gasflessenkast-model-LG21570lichtgrijs/index_2_2_164_204_186.html
(Asko.be) http://www.asko.be/vrijstaand/droogkasten/dc7583/
(Aspiromatic.nl) http://www.aspiromatic.nl/onze-producten/rotors-rond/
(Atrium, 2013) http://www.atriumboxtel.nl/literatuur/bouwfysisch_tabellarium.pdf [**18 mei
2013]
(Augustin.net) Watercone http://www.augustin.net/ En: http://www.magewatermanagement.com/
(Avelino et al 2011) Avelino F Loorbach D, Witkamp M, 2011. Duurzame woningwaarde. SEV
Energiesprong. September 2011.
(BAFA, 2013) BAFA (2013) Bundesambt fur Wirtschaft und Ausfuhrkontrolle, Erneuerbare Energien,
Warmepumpen mit Prufzertifikat des COP-Wertes – Voraussetzung fur die Forderfahigkeit. Stand
04.02.2013. BAFA, Eschborn, Referat 521. [**7 augustus 2013]
(Baksteen.be) Baksteen.be (2013) Excel sheet met K-peil berekening.
www.baksteen.be/userfiles/image/downloads/rekenbladen/K-peil.xls en inzicht in de toegepaste
formules is te verkrijgen op: http://nl.wikipedia.org/wiki/K-peil
(barbequeshop.nl) http://www.barbequeshop.nl/nieuws/buitenkeukens-voor-het-ultiemekookgenot.html
(bax-shop.nl) http://www.bax-shop.nl/overige-materialen/penn-elcom-tv-lift-voor-flightcase3/product-details.html
(Baxter et al 2008) Pamela Baxter and Susan Jack. Qualitative Case Study Methodology: Study Design
and Implementation for Novice Researchers. The Qualitative Report Volume 13 Number 4 December
2008 544-559 http://www.nova.edu/ssss/QR/QR13-4/baxter.pdf
(Beeep, 2012) Besluit van 25 februari 2012, houdende regels betreffende de etikettering van het
energieverbruik van energiegerelateerde producten (Besluit etikettering energieverbruik
energiegerelateerde producten).
(Beek, 2013) http://krispijnbeek.nl [**14 mei 2013]
(Bemmel-Kroon) https://shop.bemmelkroon.nl/producten/n/productoverzicht.csp?item=FAB28LR1&merk=SM50&site=GS
(Benegas.com) http://www.benegas.com/particulier-comfortabele-energie-binnen-buiten/stalengasflessen-juiste-maat-elke-toepassing/ en de folder met 10 gouden regels op:
http://www.benegas.com/assets/Uploads/nl/10goudenregelsstaal.pdf [**31 juli 2013]
(benvtechniek.nl) http://www.benvtechniek.nl/prijzen-airconditioning/prijzen-wandmodellen-aircoairconditioning
(Bestekeus.nl) http://www.bestekeus.nl/product_info-nSAMSUNG_Combi_magnetron_MC457TDRCSR_EN-pId-147492-ref-vergelijk.html
en:
http://www.bestekeus.nl/product_info-nBosch_Kooktafel_Vitro_Inductie_60cm_PowerInduction_4_zones_DirectSelect_inox_PIE645B18EpId-203388-ref-vergelijk.html [**4 september 2015]
(BetterPlace.com) http://www.betterplace.com/global/progress/TheNetherlands
(Beuningen et al, 2012) Beuningen J van, Molnar-I tVeld H, Bouhuijs I
Pe so e -autobezit van
huishoudens en personen. CBS. Te downloaden van: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/69B7DBF3BA02-4B1F-90D0-40F362C6C4E1/0/2012k1v4p34art.pdf
(Bichard & Thurairajah, 2011) Bichard E, Thurairajah N (2011) Resilient Homes (Phase 2): The
Timperley Green Homes trial on methods to motivate home-owners to address property-level effects
of climate change. July 2011. University of Salford For the Environment Agency and Trafford Borough
Council.
261
46
(BIM, 2010) Brussels Instituut voor Milieubeheer BIM, juli 2010, REGENWATERWINNING EN GEBRUIK – JULI 2010, PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN
KLEINE GEBOUWEN, PRAKTISCHE AANBEVELING. WAT03. Te downloaden van:
http://app.leefmilieubrussel.be/handleiding_duurzaam_gebouw/(S(lfknwla5raq0y44550wpf2zg))/do
cs_NL/WAT03_NL.pdf
47
48
(bluedec.nl) http://www.bluedec.nl/wat-is-bluedec [**7 maart 2013]
(BoerzoektBuur.nl) http://www.boerzoektbuur.nl/energie-van-boerenbuur/ [**14 juli 2013]
49
(Bol.com) http://www.bol.com/nl/p/regenton-200ltr/9200000010414598/?Referrer=ADVNLGSA002034000999200000010414598
(Bosch, 2013) http://bosch-huishoudelijke-apparaten.turnpages.nl/huishoudelijkeapparaten/pdf/compleet.pdf [**29 augustus 2013] en: e-mail bericht R. van Wijk, infocentrumbosch@bshg.com dd 30-08-2013 13:22u n.a.v. vraag naar energielabel van type KGV240o uit 2005.
50
51
(Bosman et al, 2013) Rick Bosman, Flor Avelino, Shivant Jhagroe, Derk Loorbach, Gijs Diercks, Gerwin
Verschuur, Jurgen van der Heijden, 2013. Energielente op komst? De (on)macht van bottom-up
en top-down in de energietransitie. Essay nr E 2013.2 Rotterdam:DRIFT
52
(Bouma, 2013-A) Bouma J (2013-A) In huize Kroon komt al 20 jaar volop stroom van het dak. Trouw,
23-2-2013
(Bouma, 2013-B) Bouma J (2013-B), Hoe schoon is die groene stroom? Trouw 21 mei 2013, De
verdieping p9. Informatie van o.a. groenestroomjagraag.nl
(Bouma, 2013-C) Bouma J (2013-C) Herijk het energiebeleid. Trouw 31 juli 2013 , de verdieping, p11.
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
(Bourne et al 2000) Mike Bourne, John Mills, Mark Wilcox, Andy Neely, Ken Platts (2000) Designing,
implementing and updating performance measurement systems. International Journal of Operations
& Production Management, Vol. 20 No. 7, 2000, pp. 754-771. Te downloaden van:
http://www.emerald-library.com
(Bouwbesluit) Bouwbesluit (2012) Artikel 5.2 Energieprestatiecoëfficiënt; Tabel 5.1 Leden en
grenswaarden voor artikel 5.2.
http://www.bouwbesluitonline.nl/Inhoud/docs/wet/bb2012_nvt/artikelsgewijs/hfd5/afd5-1/art5-2
en:
http://www.bouwbesluitonline.nl/Inhoud/docs/wet/bb2012/hfd5?tableid=docs/wet/bb2012/hfd5.h
tml/afd5-1
(Bouwbesluit, artikel 3.74 en 3.75)
http://www.bouwbesluitonline.nl/Inhoud/docs/wet/bb2012/hfd3/afd3-11?#art3.74
(Bouwcentrum-advies.nl) http://www.bouwcentrumadvies.nl/bestanden/bouwfysisch_tabellarium.pdf [**7 maart2013]
(bouw-energie.be) Bouw-energie.be (2013) Berekening EPC volgens de in België gebruikte definitie.
http://www.bouw-energie.be/berekenen/epc.php [**16 juli 2013]
(Bouw-energie.be) http://www.bouw-energie.be/isolatie.php
(BouwPlanABC, 2012) Energielabel EPA presentatie mei 2012, by BouwPlanABC , presentatie mei
2012 gehouden bij BNI netwerkontbijt in Doorn.
http://www.slideshare.net/BouwPlanABC/presentatie-epa-mei-2012
(Bouwwijzer.be) Bouwwijzer.be (2013). BouwWijzer op papier – versie maart 2005
http://www.bouwwijzer.be/files/BouwWijzer%20op%20papier%2023%2003%2005.pdf [**25 maart
2013]
(Bouwwijzer.be) Overzicht Checklists, BouwWijzer op papier – versie maart 2005
www.bouwwijzer.be [**25 maart 2013]
(Boxem&VanRee, 2009) Boxem G, VanRee LF (2009). Is EPN geschikt voor duurzame concepten?
TVVL Magazine 2009-10.
262
65
(Bribian et al, 2011) Bribián IZ, Capilla AV, Usón AA (2011). Life cycle assessment of building
materials: Comparative analysis of energy and environmental impacts and evaluation of the ecoefficiency improvement potential. Building and Environment 46 (2011) 1133-1140.
66
(Bronswijk, 1992) Bronswijk JEMH (1992) Biologische agentia en bouwfysica. Bouwfysica vol 3 1992
no 1 p 7-12.
(Brown, 1992) Brown S (1992) Stained Glass, Studio Editions London. Nederlandse uitgave: Doelman
E (red) Glas in lood, een geillustreerde geschiedenis. Zuid Boekprodukties , Lisse, 1995. ISBN 906248
798 X.
(broyeurexpert.nl) http://broyeurexpert.nl/kookplaat-opbouw-butaan-propaan-met-deksel-butaanpropaan.html [**6 juni 2013]
(Brunner, 2010) Brunner E (2010) Duurzame energie met thermochemische opslag. Nederlands
Tijdschrift voor Natuurkunde, januari 2010, p 16-18
(buurkracht.nl) https://www.buurkracht.nl/thema/artikel/bespaartips-doen-en-laten
(camfil.nl) http://www.camfil.nl/Luchtfiltertechnologie/IAQ-binnenluchtkwaliteit/Bronnen/ [**19
november 2014]
(Camfridge.com) zie: http://www.camfridge.com/ [**12 september 2015]
(CanadianSolar.com) http://www.canadiansolar.com/en/our-company/r-d-and-manufacturing/
67
68
69
70
71
72
73
74
75
(carbomat.be) http://eco.carbomat.be/shop/article.aspx?a=ETH12040 [**23 juli 2013]
(Caron-Flinterman, 2005) Caron-Flinterman JF (2005). A new voice in science: patient participation in
decision making on biomedical research (thesis). Amsterdam: VU-Vrije Universiteit.
76
(CBS et al, 2011) CBS, PBL, Wageningen UR (2011). Radonconcentraties in woningen, 1950-2010
(indicator 0312, versie 08, 29 juni 2011). www.compendiumvoordeleefomgeving.nl CBS, Den Haag;
Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven en Wageningen UR, Wageningen.
77
(Cecati et al, 2011) Cecati C, Citro C, Siano P, 2011. Combined Operations of Renewable Energy
Systems and Responsive Demand in a Smart Grid. IEEE Transactions on sustainable energy, Vol. 2, No.
4, october 2011.
(Cieremans, 2013) Cieremans M (2013) Leven met de zon in Solar Power Village
http://transitiontowns.nl/archief/16217 [**24 juli 2013]
(cleancookstoves.nl) www.cleancookstoves.nl
(climarad.nl) http://www.climarad.nl/SiteFiles/PDF/Next%20Generation%20WTW.pdf [**16
augustus 2015] Zie ook: duurzame energie.nl
(climaxi.be) [**1 december 2012]
(clubgreen.nl) http://www.clubgreen.nl/vraag/Douche-warmteterugwinning-WTW.html
(Cobb-barbecue.com) www.cobb-barbecue.com
(Colson.nl) http://www.colson.nl/userfiles/files/ERV.pdf
(Commonwealth 2010) Overview of Case Study Models and Methodology, Prepared
by:Commonwealth Association for Public Administration and Management, April 2010, A Shared
Library of Public Administration Case Studies (CAPAM/Commonwealth Secretariat Project)
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
(compendiumvoordeleefomgeving.nl)
http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0554-Energieprijzen-enwereldolieprijs.html?i=6-40
(Conrad.nl) https://www.conrad.nl/nl/actie-actueel/energie-milieu/energiebesparendeideeen/extra-stroom-besparen/energiekostenmeters.html?WT.mc_id=google&insert=8J&gclid=CLCjY71rMECFbPJtAodEFcAnQ&WT.srch=1
(Consumentenbond.nl - A) http://www.consumentenbond.nl/test/woninghuishouden/woning/elektrische-verwarming/extra-informatie/gasverwarming/
(Consumentenbond.nl - B) http://www.consumentenbond.nl/test/woninghuishouden/woning/energieleveranciers/extra/energie-besparen-verwarming/#item6
263
90
91
92
93
94
(Consumentenbond.nl - C) http://www.consumentenbond.nl/test/woninghuishouden/woning/energieleveranciers/extra/energie-besparen-koken/
(Consumentenbond.nl -D) http://www.consumentenbond.nl/test/elektronica-communicatie/tv-envideo/beamer/vergelijken/
(consumerenergycenter.org)
http://www.consumerenergycenter.org/home/appliances/microwaves.html
(Conticlima.com) http://www.conticlima.com/e-hitlist/docs/cc_yutaki_nl.pdf [**5 februari 2014]
108
109
110
(Coolaction.nl) http://www.coolaction.nl/meer-info-over-aircos/ en: http://www.coolaction.nl/lgairco/
(cooldesignsltd.co.uk, 2013) http://www.cooldesignsltd.co.uk/PDFs/RAS/Install/RAS101316GDV_GDCV_IM.pdf
(Crowe et al 2011) Sarah Crowe, Kathrin Cresswell, Ann Robertson, Guro Huby, Anthony Avery and
Aziz Sheikh (2011). The case study approach. BMC Medical Research Methodology 2011, 11:100
doi:10.1186/1471-2288-11-100
(CUWVO, 1999) CUWVO (1999) Kleine Grondwaterwinningen, Advies over de aanpak van de
toename van kleine grondwaterwinningen werkgroep IV, mei 1999, p18
(Dahlair.nl) http://www.dahlair.nl/Zakelijk
(daikin.nl) http://www.daikin.nl/for-your-home/needs/heating/new-heating-hot-water-andcooling/daikin-altherma-low-temperature-monobloc/index.jsp [**19 juli 2013]
(dammekunststoffen.nl) http://www.dammekunststoffen.nl/opslagtanks.php
(Dankert 2011) Ritske DANKERT (2011) Balanceren tussen uitvoering en bewuste afwijking van
beleid. De implementatie van strategisch voorraadbeleid door woningcorporaties. PROEFSCHRIFT
Technische Universiteit Delft, 10 juni 2011.
(dbcom.nl) http://www.dbcom.nl/regenwatertanks.htm
(De Jong, 2005) Herman de Jong (2005) De magie van Slochteren. Economische geschiedenis Politieke geschiedenis - Sociale geschiedenis. Lieux de mémoire in Nederland HN nr. 8/2005.
historischnieuwsblad.nl (accessed 17 feb 2013)
(De Jonge, 1991) JT de Jonge, Houtverduurzamingsmiddelen en methoden, Chemische feitelijkheden,
Houtverduurzaming 082-1, augustus 1991
(De Vré, 2014) De Vré, K (2014) Mag het een onsje gezonder? Interview met Hans Blonk en Gerard
Kramer. Trouw 16 oktober 2014, Duurzaamheid & Natuur, De Verdieping p 8-9
(DeBusk,2013) DeBusk (2013). A Review and Examination of EnerLogic Window Film performance
Claims. White Paper. www.EnerLogic.com
(decentrale.regelgeving.overheid.nl)
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Veenendaal/299092/299092_
1.html
(Dedakgootwinkel.nl) www.Dedakgootwinkel.nl
(deds.nl) http://home.deds.nl/~bewonersvereniging-4heo/algemeen/warmwater.html
(DeGalanterie.nl) http://www.degalanterie.nl/deurbeslag.php?gclid=CL2u2Yyvk7kCFYdc3godrCgAhQ
111
(Deschouwwitgoed.nl) http://www.deschouwwitgoed.nl/koelkast/smeg-koelkast-rood-fab28rr1
112
113
(deskundig-isoleren.be) http://www.deskundig-isoleren.be/kurk.html#lambda
(Devers, 1999) De e s KJ
. Ho
ill e k o good ualitati e esea h he e see it?
Beginning the dialogue in health services research. Health Services Research, 34, 1153–1188.
114
115
(dewatersportwinkel.nl) http://www.dewatersportwinkel.nl/Vuilwatertanks/254algemeen/Vuilwatertank-groter-dan-100L/
(dewitschijndel.nl) http://www.dewitschijndel.nl/4-vlams-gaskomfoor-thermisch-beveiligd/
116
117
(dgem.nl) http://www.dgem.nl/nl/windenergie/windturbines-de-techniek
(DHPA-online.nl) http://www.dhpa-online.nl/veel-gestelde-vragen/
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
264
118
(Dijk & Spiekman, 2006) Dijk D van, Spiekman, M (2006) Basisdocument NEN 5128:2004, TNO
rapport 2003-DEG-R001, Project 034.68896/01.01, 25 juli 2006, hfdst 4.3 p 11/177.
119
(Dimplex.de) Dimplex LA 11ASR systeem verkrijgbaar via Dimplex, Am Goldenen Feld 18, 95326
Kulmbach, Deutschland. http://www.dimplex.de/pdf/nl/LA11ASR.pdf
(DIN EN 12309) DIN EN 12309-1 & -2 Gas-fired absorption and adsorption air-conditioning and/or
heat pump appliances with a net heat input not exceeding 70 kW. Part 1: Safety; Part 2: Rational use
of energy.
(DIN EN 14511) DIN EN 14511 -1,-2,-3 & -4. Air conditioners, liquid chilling packages and heat pumps
with electrically driven compressors for space heating and cooling; Part 1: Terms and definitions; Part
2: Test conditions; Part 3: Test methods; Part 4: Operating requirements, marking and instructions.
120
121
122
123
(diy.com)
http://www.diy.com/nav/rooms/bathrooms/showers/electric_showers?fl=1&fh_sort_by=prdAveRati
ng&fh_sort_order=-1&noCookies=false
(DOE-EERE, 2013) http://www1.eere.energy.gov/hydrogenandfuelcells/storage/tech_status.html
[**24 februari 2013]
124
(Donovan, 2013) Donovan, A (2013) The Art of Steampunk. Extraordinary Devices and Ingenious
Contraptions from the Leading Artists of the Steampunk Movement. Revised second edition. Fox
Chapel Publishing Company Inc, East Petersburg, PA. ISBN 978-1-56523-785-8.
125
(Donselaar et al, 1994) A.E.E. van Donselaar m.m.v. R.G. Klomp: 130 jaar tram in Den Haag - Deel 1:
Materieeloverzicht. Stichting AOM, Amsterdam. 1994, ISBN 90-802514-1-0
(drocom.nl) http://www.drocom.nl/winkel/index.php?item=vuilwatertank-_kunststof__-126-liter&action=article&group_id=9&aid=343&lang=NL
(Drowa.nl) http://www.drowa.nl/s/isolatiechips/
(Dubé & Paré 2003) Line Dubé, Guy Paré (2003) RIGOR IN INFORMATION SYSTEMS POSITIVIST CASE
RESEARCH: CURRENT PRACTICES,TRENDS, AND RECOMMENDATIONS. MIS Quarterly Vol. 27 No. 4,
pp. 597-635/December 2003
(dubokeur.nl) http://www.dubokeur.nl/files/DUBOkeurwoningmain.html
(Duurzaambedrijfsleven.nl) http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/55820/bouwer-laadstationsbetter-place-failliet/
(duurzaamheidinactie.nl) http://www.duurzaamheidinactie.nl/ [**4 okt 2015]
(Duurzaamthuis.nl) www.Duurzaamthuis.nl en: http://www.duurzaamthuis.nl/duurzaamwonen/isolatiemateriaal en: http://www.duurzaamthuis.nl/innovatief-isoleren-schapenwol-enpiepschuim en: http://www.duurzaamthuis.nl/financieel/subsidies/subsidie-regenwater [**19
februari 2013]
126
127
128
129
130
131
132
133
134
(Duurzamehuizenroute.nl) http://www.duurzamehuizenroute.nl/een-integrale-aanpak-kleinestappen
(earthship.nl) http://www.earthship.nl/ Eerste aardehuis in Nederland in aanbouw 02-09-2008
135
136
(EAZ Wind, 2015) http://www.eazwind.com/nl/home/ [**11-11-2015]
(EBN, 2014) EBN (2014) Focus on Dutch Oil & Gas 2014. Utrecht : EBN B.V. Te downloaden van:
http://www.ebn.nl/Actueel/Documents/ebn_focus_on_dutch_oil_gas_2014.pdf [**24 mei 2014]
137
(EC, 2011) EC-Europese Commissie(2011). Routekaart naar een concurrerende koolstofarme
economie in 2050. Brussel COM(8 maart 2011)112 Definitief. [**17 maart 2013]
138
(ECN, 2012) ECN (2012) Energietrends 2012. Te downloaden van:
https://www.ecn.nl/docs/library/report/2012/b12005.pdf [**13 november 2013]
265
139
(Ecodan.nl) Mitsubishi Ecodan systeem, verkrijgbaar bij : Schouten klimaattechniek BV, Zuideinde
30L, Rotterdam. Tel: 0180 511 188. Internet: www.schoutenklimaattechniek.nl E-mail:
info@schoutenklimaattechniek.nl http://www.ecodan.nl/oplossing-voor-een-hoekwoning/
140
141
142
143
(ecohotwater.org) www.ecohotwater.org
(eco-housing.be) http://www.eco-housing.be/nieuwsbrief3.pdf [**4 april 2014]
(ecosave.com) http://www.ecosave.com/water/droogtoiletten.html
(Edmundoptics.com) http://www.edmundoptics.com/optics/optical-lenses/fresnel-lenses/cylinderfresnel-lenses/2109
(EduGIS, 2014) http://www.edugis.nl/ [**17 maart 2014]
(EIA, 2014) EIA (2014) EIA head Adam Sieminski told reporters in New York. May 21, 2014. (Reuters)
http://www.reuters.com/article/2014/05/21/eia-monterey-shale-idUSL1N0O713N20140521
144
145
146
147
148
149
150
151
152
153
154
155
156
157
158
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
(Eisenhardt 1989) Eisenhardt KM. (1989) Building theories from case study research. The Academy of
Management Review, Vol. 14, No. 4 (Oct., 1989), pp. 532-550
(Eisenhardt 1991) Eisenhardt KM. (1991) Better stories and better constructs: the case for rigor and
comparative logic. Acad Manage Rev 16(3):620–7.
(ekbouwadvies.nl) http://www.ekbouwadvies.nl/tabellen/lambdamaterialen.asp en:
http://www.ekbouwadvies.nl/bouwbesluit/energiezuinigheid/vervangenkozijnen.asp [**23 februari
2013]
(Electriciteitswet 1998) Electriciteitswet 1998, artikelen 31c en 95c.
(elektrische.nl) http://www.elektrische.nl/
(elektrischeboiler.be) http://www.elektrischeboiler.be/boilers/zonneboilers.html
(elektrischeboiler.eu) http://www.elektrischeboiler.eu/ariston-150-liter en:
http://www.elektrischeboiler.eu/Ariston-Velis-100-liter en: http://www.elektrischeboiler.eu/lemetelektrische-boiler/elektrische-boiler-lemet-150liter
(elektrohonk.com) http://elektrohonk.com/2015/01/02/perilex-systeem-voor-de-aansluiting-vankooktoestellen/ [**30 nov 2015]
(elektrozine.be) http://www.elektrozine.be/ez/artikeldetail.php?artid=4813
(Ellis et al, 2011) Ellis C, Adams TE, Bochner AP (2011). Autoethnography: An Overview. Qualitative
Social Research, Vol 12, No 1 (2011).
(Eneco.nl) http://thuis.eneco.nl/ en: http://www.eneco.com/nl/nieuws-en-media/relatiemagazineprospect/2013/editie-oktober/koken-op-gas-gemaakt-met-wind-en-zonnestroom/ [**3 okt 2015]
(EnergieActueel 2013) Coöperatie wil oudste waterkrachtcentrale weer in gebruik stellen. Energie
Actueel, nr. 9 (nov. 2013)
(Energieconsultant.nl) http://www.energieconsultant.nl/marktinfo-energiemarkt/energieberekeningen-uit-de-praktijk/omrekening-van-m3-n-naar-kwh/
(energiedirect.nl) www.energiedirect.nl/Energieverbruik
(energieindex.nl) http://www.energieindex.nl/
(energielabel.nl) http://www.energielabel.nl/apparaten/wasmachine/ [**16 juli 2013]
(energielabelatlas.nl) http://www.energielabelatlas.nl/#
(energieleveranciers. Nl) http://www.energieleveranciers.nl/blog/zonne-energie-opslaan [**12 okt
2015]
(energieleveranciers.nl) http://www.energieleveranciers.nl/nieuws/hogere-energierekening-juli2012
(energieleveren.nl) http://www.energieleveren.nl/
(energieprestatiecertificaat.nl) http://www.energieprestatiecertificaat.nl/
(Energiesprong.nl) http://energiesprong.nl/blog/category/onze-initiatieven/woningbouwparticulieren-onze-initiatieven en: http://energiesprong.nl/blog/tools-voor-energielinq/ en:
http://energiesprong.nl/blog/deal-stroomversnelling-koopwoningen-kan-energierekening-de-luchtin/
(energiesubsidiewijzer.nl) http://www.energiesubsidiewijzer.nl/Begrippenlijst.aspx en:
http://www.energiesubsidiewijzer.nl/ZoekRegeling.aspx
266
169
170
171
172
(energietref.nl) www.energietref.nl
(energiewereld.nl) http://www.energiewereld.nl/
(EON.nl) http://www.eon.nl/zonnepanelen/stroom-terugleveren
(EPA, 1991) EPA (United States Environmental Protection Agency). Sick Building Syndrome. Indoor
Air Facts No. 4 (revised). Air and Radiation (6609J). Research and Development (MD-56) February
1991. http://www.epa.gov/iaq/pdfs/sick_building_factsheet.pdf [**17 november 2014]
173
(EPCheck v3.0) Computerprogramma EPCheck versie 3.0 en hoger.
http://www.agentschapnl.nl/sites/default/files/setup_epcheck%20v3_0.zip
(ese-solar.com) http://www.ese-solar.com/pdf/ecosol_232_nl.pdf [**23 juli 2013]
(Essent.nl) http://
.esse t. l/ o te t/pa ti ulie /i de .ht l# i t pe salde e
ij V aag het
Heleen)
(ESTTP, 2012) ESTTP-European Solar Thermal Technology Panel (2012). Strategic Research Priorities
for Solar Thermal Technology. Authors: Gerhard Stryi-Hipp et al (eds). European Technology Platform
on Renewable Heating and Cooling (RHC-Platform). Brussels: ESTIF - European Solar Thermal Industry
Federation, Renewable Energy House, December 2012.
174
175
176
177
(EU, 2010) Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1060/2010 van de Commissie van 28 september 2010
houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met
betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke koelapparaten.
178
(EU, 2013) VERORDENING (EU) Nr. 666/2013 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2013 tot uitvoering van
Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat het vaststellen van eisen inzake
ecologisch ontwerp voor stofzuigers betreft.
(evmglass.com) http://evmglass.com/dubbel-glas/#vacuum-dubbel-glas
(Ewicon) www.ewi.tudelft.nl/en/current/ewicon-wind-energy-converter-unveiled-wind-mill-withoutmoving-parts
(ewu-aqua.de) http://www.ewuaqua.de/fileadmin/ewu/aqua/mediapool/pdf/NL_Regenwasserbroschuere_01.pdf
(factoryprices.nl) http://www.factoryprices.nl/product/scanpart-koffiefilter-goldtone-98257.html
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189
190
191
(Fanger, 1970) Fanger PO (1970). Thermal comfort. Analysis and applications in environmental
engineering.
(Fanger, 1988) Fanger PO (1988) Introduction of the Olf and Decipol units to Qualify Air Pollution
perceived by humans indoors and outdoors. Energy and Buildings (1-6), 1988(12).
(Feist, 2006) Feist W, Sept 2006, 15th Anniversary of the Darmstadt-Kranichstein Passive House.
Factor 10 is a reality.
(Feist,2012) Feist (2012). Enerphit: Zertifizierungskriterien fur modernisierte gebaude, Stand
25.04.2012.
http://www.passiv.de/de/02_informationen/02_qualitaetsanforderungen/02_qualitaetsanforderung
en.htm
(Ferroli.nl) http://www.ferroli.nl/producten/warmtepompen/hxa/hxa-lucht-water
(Flyvberg 2011) Be t Fl je g ,
, Case “tud i No a K.De zi a d Y o a “.Li ol , eds.,
The Sage Handbook of Qualitative Research, 4th edition (Thousand Oaks, CA:Sage, 2011), Chapter 17,
pp. 301-316.
(Foolen, 1999) Foolen C (1999) Glas-in-loodramen maken. Tirion Uitgevers bv, Baarn. ISBN 978 90
213 3621 9
(Ford et al, 2010) Ford R, Edge G, Nicholson G (2010). Expert panel: The future of the grid, Real
Power, issue 20,april-june 2010, p75-81. www.renewable-uk.com
(Fornuisstore.nl) http://www.fornuisstore.nl/product/490975/siemenshc748541.html?ref=176208&label=16354-7F4BC729-A06A-41D1-91CBB86A932E3FBFS75467829384domain-&gclid=CMC1iZXcv8kCFVWdGwodxpAMDA [**3 dec 2015]
267
192
193
194
195
196
197
198
199
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
210
211
(Fraunhofer.de) Fraunhofer Institut für Chemische Technologie (Status per 15-10-2014)
Veröffentlichungen Redox-Flow-Batterie.
http://www.ict.fraunhofer.de/de/komp/ae/rfb/veroeff.html
(Fujitsuclimate.nl) http://www.fujitsuclimate.nl/systemen/p/multi-split-aircoheaters/freemulti/systeem/30/ [**19 juli 2013]
(Gable 1994) Gable, Guy G (1994) Integrating case study and survey research methods: an example in
information systems. European Journal of Information Systems 3(2):pp. 112-126.
(Gamma.nl) Straalkachel type 471192 https://www.gamma.nl/assortiment/straalkachel-voorbadkamer-zilver/p/B471192 [**5 september 2015]
(Ganzevles &van Est, 2011) Ganzevles J, van Est R (2011) Hernieuwbare energie, de monsteruitdaging
van big & beautiful. In: Ganzevles J, van Est R (red.) & Brom FWA et al (2011) Energie in 2030.
Maatschappelijke keuzes van nu. Rathenau Instituut. Boxtel: Aeneas. ISBN 978-94-6104-018-3.
(Gasflessen.nu) http://www.gasflessen.nu/gasslang-gasfles/
(gaslicht.com) www.gaslicht.com/vergelijking
(gaswinkel.com) http://www.gaswinkel.com/gasbarbecues/gaskookstellen.htm en:
http://www.gaswinkel.com/geisers/cointrageiser.htm [**15 september 2015]
(GATE.nl) http://www.gate.nl/
(Gaurishankaar, 2013) Gaurishankaar MD (2013) Roof Top Biogas Plant, VEDITA Agrocom & Educom
Pvt. Ltd. http://www.indiamart.com/veditaagrocom/biogas-plant.html
(gemiddeldgezien.nl) http://gemiddeldgezien.nl/meer-gemiddelden/171-gemiddelde-kosten-gaswater-licht
(Generalbenelux.com) http://www.generalbenelux. o / o te t/ge e al/site/
[**19 juli 2013]
(Gentec.nl) http://www.gentec.nl/benzine-aggregaten/10-eu10i.html [**21 dec 2015]
(Gerring 2004) JOHN GERRING 2004. What Is a Case Study and What Is It Good for? American Political
Science Review,Vol. 98, No. 2 May 2004
(Geurts en Rathmann, 2010) Geurts F, Rathmann M (2010). Prijsbeleid voor een versnelde
energietransitie. Ecofys PECPNL085025, i.o.v. Milieudefensie, 2010. P17-18.
(Ghimire et al, 2001) Ghimire PC, et al (2001) Biogas Support Programme (BSP). Final Report.
DevPart Consult (P) Ltd. Kathmandu, Nepal. Te downloaden van:
http://www.snvworld.org/sites/www.snvworld.org/files/publications/research_study_on_plant_size
_consumption_pattern_and_fuel_saving_nepal_2001.pdf [**18 augustus 2013]
(golantec.be) http://www.golantec.be/Zonnecollector.htm
(Gore, 2009) Al Gore, 2009, Our choice, A plan to solve the Climate Crisis; Nederlandse uitgave: Onze
keuze, een actieplan om het klimaat te redden, 2009, Amsterdam: Meulenhoff. ISBN 978 90 290 8548
9.
(greencheck.nl) Regeling Duurzame Energie (SDE (Duurzame warmte), Subsidie en opbrengst van
vacuumbuis- en paneel zonnecollectoren. [** 19 februari 2-2013]
(Greenchoice.nl) http://www.greenchoice.nl/Content/Media/Document/Warmtepomp_LR2.pdf
[**4 maart 2013]
212
213
(grindenzand.nl) www.grindenzand.nl
(groenebouwmaterialen.nl) http://www.groenebouwmaterialen.nl/c-294022/isolatie-materialen/
en http://www.groenebouwmaterialen.nl/c-326504/thermo-hennep-premium-isolatie-platen/
214
(Groothoff, 2012) Groothoff M (2012) Groeiend aantal producenten isolatieglas laat KOMO los. Glas
in beeld, 2012 p22-25. Zie: http://www.glasinbeeld.nl/wp-content/uploads/2012/05/KOMO.pdf
[**22 augustus 2013]
268
215
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
230
231
232
233
234
235
236
237
238
(Gschneidner, Pecharsky et al 1999) Gschneidner KA, Pecharsky VK, Pecharsky AO, Zimm CB, 2003.
Recent Developments in Magnetic Refrigeration. Materials Science Forum Vols 315-317 (1999) p 6976
(Haarman.nl) Stiebel Eltron WPL 13-23 E is verkrijgbaar bij : Haarman Installatietechniek,
Lipperkerkstraat 12 ,7511 DA Enschede. Tel: 053 - 4324476. Internet: www.haarmanverwarming.nl ,
E-mail: info@haarman.nl
(Halinen Törnroos 2005) Aino Halinen, Jan-Ake Törnroos (2005) Using case methods in the study of
contemporary business networks. Journal of Business Research 58 (2005) 1285– 1297
(Hatziargyriou et al, 2007) Hatziargyriou N, Asano H, Iravani R, Marnay C (2007). Microgrids, An
Overview of Ongoing Research, Development, and Demonstration Projects. IEEE power & energy
magazine, p78-94, july/august 2007.
(Heliotherm.nu) http://www.heliotherm.nu/heliotherm/index.php/warmtepomp/luchtwarmtepompsplit-unit#
(Heller, 1990) Heller CB (1990) Jugendstil meubels. Berghaus Verlag. ISBN 90-72540-43-3
(Henco.be) Hencofloor Technisch Handboek, Hencofloor NV, Herentals, aug 2015 [**3 augustus
2015]
(Hendrikx, 2014) Hendrikx, T (2014) Fineerles. Arnhemse fijnhouthandel.
http://www.af.nl/voorraad/fineer/fineerles/
(historietilburg.nl) http://www.historietilburg.nl/tijdschrift/5.7/559.htm
(Hoed, 2008) http://www.amt.nl/Techniek/Brandstoffen/2008/7/Thuis-waterstof-maken-voor-deauto-AMT024162W/ Erwin den Hoed (red), Thuis waterstof maken voor de auto. Auto en Motor
Techniek. 23 juli 2008. [**24 februari 2013]
(Hollandsolar.nl) http://www.hollandsolar.nl/zonnewarmte.html
(Holsteijn et al, 2010) Holsteijn R van, Kemna RBJ (2010) Quooker Energy Analysis, VHK, Delft, 25
march 2010. Separate document with same title contains appendices dd 10 feb 2010. www.vhk.nl
[**7 februari 2014]
(homatherm.nl) http://www.homatherm.com/nl/producten/drukvaste-isolatieplaten/id-q11standard.html
(Hoogeveen en Berg) Hoogeveen en Berg 2014 isolatiematerialen.pdf te downloaden van:
houhetwarm.nl [**10 september 2014]
(Horos.nl) http://www.horos.nl/lbk/flexit.html
(houhetwarm.nl, 2014A) http://houhetwarm.nl/dakpan-met-zonnepaneel-mooi-voormonumenten/?utm_campaign=enormail&utm_source=enormail&utm_medium=email&utm_content
=Een%20dak%20vol%20zonnepanelen [**31 maart 2014]
(houhetwarm.nl, 2014B) http://houhetwarm.nl/aanbieding-zonnepaneel-in-dakpan/ [**31 maart
2014] en: http://houhetwarm.nl/isolatiematerialen/piepschuim-eps/#gipsplaten-als-brandvertrager
[**5-12-2015]
(Huisvolenergie.nl) Pioniers die met jaren dertig hoekwoningen bezig zijn zie :
http://www.huisvolenergie.nl/woningen/jaren-dertig-hoekhuis/
http://www.huisvolenergie.nl/woningen/jaren-30-woning /
http://www.huisvolenergie.nl/woningen/van-vooroorlogs-naar-energieplus/ [**3 september 2013]
(HVCenergie.nl)
http://www.hvcenergie.nl/uploads/Downloads/downloadFile/4f/4f8db5b2968ad4560083a28218020
8e8.pdf [**1 september 2013]
(Hybridcars.com) http://www.hybridcars.com/2013-toyota-rav4-ev-review/
(hydraschelp.nl) www.hydraschelp.nl
(IFA, 2013) IFA (2013). Institut fur Arbeitsschutz der Deutschen Gezetzlichen Unfallversicherung,
GESTIS Substance database, 1,2,5,6,9,10-Hexabromocyclododecane. Accessed 9-3-2013.
(IKEA 2015) IKEA catalogus 2015 NL, pp236-339
(ikgapassiefbouwen.be) http://ikgapassiefbouwen.be/node/44
269
239
240
241
242
243
244
245
246
247
248
249
(ikinvesteerslim.nl) http://www.ikinvesteerslim.nl/veelgestelde-vragen O de : aa o
oet ik
zo eel i fo atie ij de aa aag eestu e ? e : Ka ik de le i g e hoge . . . en:
https://ikinvesteerslim.nl/biomassaketel
(ikknapmijnhuisop.nl) http://ikknapmijnhuisop.nl/badkamer/douche-wtw/
(ikzegzon.nl) status 21 juni 2013 www.ikzegzon.nl
(inductiepannen.nl) http://www.inductiepannen.nl/ [**12 dec 2015]
(Intercool, juni 2011) http://www.intercool.nl, Vloerverwarmingsset voor Toshiba AC systemen, PDF
van juni 2011 [**2 augustus 2015]
(intercool.nl, 2013) http://www.intercool.nl/paginas/leveringsprogramma.html en:
http://www.intercool.nl/paginas/download.html en:
http://www.intercool.nl/images/stories/pdfs/Multi-split-1.pdf
(interieurbeslag.nl) www.interieurbeslag.nl
(Intermaat.nl, 2013) http://www.intermaat-interieur.nl/glaverbel_geluidswerend.php
(inventum.com)
http://www.inventum.com/resources/site1/inventum_nl/delta%20boilers%20serie.jpg
(IPCC, 2014) IPPC (2014) Carbon Dioxide: Projected emissions and concentrations. (2008 data)
Intergovernmental Panel on Climate Change. 04 April 2014. http://www.ipccdata.org/observ/ddc_co2.html
(IPO, 2010) IPO (2010) Uitwerking en actualisering duurzame energie ambities Klimaat- en
Energieakkoord. Ecofys. IPO-publicatienummer 288. Den Haag : IPO. www.ipo.nl [**2 juni 2013]
250
251
252
253
254
255
(ipt-technology.com) http://www.ipt-technology.com/index.php/en/
(irwes.com, 2013) http://www.irwes.com/prototype.html
(isolatiecompany.nl) [**1 december 2012]
(isolatienl.nl) www.isolatienl.nl/vloerisolatie-kruipruimte/bodem-isolatie/schelpen
(isolatiewerkenafp.be) [**1 december 2012]
(isoschelp.nl) http://www.isoschelp.nl/werking en
http://www.debeterewereld.nl/rubriek/Wonen_en_leven/5800/Schepenisolatie_in_kruipruimte
256
257
258
259
(Isotechniek.nl) www.Isotechniek.nl
(isover.nl) http://www.isover.nl/rekenprogrammas/termical/
(Isovlas.nl) http://www.isovlas.nl/?page=website/index&pagina_naam=voordelen
(IthoDaalderop.nl) http://www.ithodaalderop.nl/sites/default/files/documents/productinfowarmtepompen-lr.pdf en: www.ithodaalderop.nl/producten/warmtepompen
260
(ivanpahsolar.com) http://www.ivanpahsolar.com/ivanpah-solar-electric-generating-system-reachesfirst-sync-milestone
(Jelsma, 2011) Jelsma J (2011) Wonen, de wedloop tussen besparing en luxe. In: Ganzevles J, van Est
R (red.) & Brom FWA et al (2011) Energie in 2030. Maatschappelijke keuzes van nu. Rathenau
Instituut. Boxtel: Aeneas. ISBN 978-94-6104-018-3.
(Jepma, 2013) Jepma C (2013). Methanisering lonkt nu al. Energiepodium.nl. 12 augustus 2013.
http://www.energiepodium.nl/nieuws/item/methanisering-lonkt-nu-al [**3 september 2013]
261
262
263
(Johansson 2003) Case Study Methodology. Rolf Johansson Rolf Johansson, Architect SAR / MSA,
Associate Professor. Architect SAR/MSA, Associate Professor. Koninklijk Instituut voor Technologie
Royal Institute of Technology . Infrastructuur / Urban Studies / Gebouwde Omgeving Analyse
Infrastructure / Urban Studies / Built Environment Analysis rolf.johansson@infra.kth.se Een key
note speech tijdens de internationale conferentie "methodieken in behuizing Key note speech at the
I te atio al Co fe e e Methodologies i Housi g O de zoek ", geo ga isee d doo het Ko i klijk
I stituut oo Te h ologie i sa e e ki g et de ‘esea h o ga ised the ‘o al I stitute of
Technology in cooperation with the Internationale Vereniging van Mensen-Milieu Studies,
Stockholm, 22-24 International Association of People–Environment Studies, Stockholm, 22–24
September 2003.
270
264
265
266
267
268
269
270
271
272
273
274
275
276
277
278
279
280
281
282
283
284
285
286
287
288
289
290
291
(Johnson, 2013) Johnson Bea (2013) Zero Waste Home: The Ultimate Guide to Simplifying Your Life
by Reducing Your Waste.
(JVBouw.nl) http://www.jvbouw.nl/zonnepanelen/
(kachelenco.nl) www.kachelenco.nl [**10 maart 2016]
(kachels.com) www.kachels.com [**10 maart 2016]
(Kallenberg, 2014) Kallenberg F (2014) De energietransitie mag best wat kosten. Down to Earth 22,
April 2014, p 14-17. Milieudefensie.
(Karwei.nl) https://www.karwei.nl/assortiment/massive-victory-line-tl-armatuur-12w-led . . . [**4 okt
2015]
(Kasteren, 2013) Kasteren J van (2013) Waar blijft de energiehypotheek? Trouw, 10 juli 2013.
Duurzaamheid & Natuur, de Verdieping, p 10.
(kbi.nl) http://www.kbi.nl/fileadmin/user_kbi/BRL9500/beta_BRL_ISSO-digitaal_75.1.pdf
(Kemisol.be) http://www.kemisol.be/pdf/techdoc%20ALL%20nl.pdf [**7 maart 2013]
(Kemp & vdBosch, 2006) Kemp R, vd Bosch S, Transitie-experimenten, praktijkexperimenten met de
potentie bij te dragen aan transities. Kenniscentrum voor duurzame systeeminnovaties en transities.
(Kenis&Lievens,2013) Kenis A, Lievens M (2012). De mythe van de groene economie, valstrik, verzet,
alternatieven. Utrecht: Jan van Arkel.
(kennishuisgo.nl) Kennishuisgo.nl (2013). Voorbeeldprojecten bij AgentschapNL bekend.
http://www.kennishuisgo.nl/voorbeeldprojecten/
(keukenhuys.nl) http://www.keukenhuys.nl/miele-webwinkel/combi-magnetrons/ovens-metmagnetron/miele-h-6600-bm-rvs-met-cleansteel
(Keukenloods.nl) http://www.keukenloods.nl/hce422120.html [**3-10-2015]
(Khudair et al, 2004) Khudhair AM, Farid MM(2004) A review on energy conservation in building
applications with thermal storage by latent heat using phase change materials. Energy Conversion
and Management, Volume 45, Issue 2, January 2004, Pages 263–275.
(Kieskeurig.nl) http://www.kieskeurig.nl/kookplaat/product/1583799-boschpia611f18e/specificaties
(Kingma, 2012) Joost Kingma (2012). De magie van het jaren '30 huis. VanTilt. ISBN 9789460041150
(Kingspaninsulation.nl) http://www.kingspaninsulation.nl/kennisbank/isolatiewaarde.aspx [**21
februari 2013]
(Kleinman, 2013) http://www.familie-kleinman.nl [**14 mei 2013]
(Kleinnijenhuis, 2013) Kleinnijenhuis J (2013) Voorlopig echt te vroeg om miljarden alvast te verdelen.
Trouw, 10 juli 2013, p 14.
(klimaatatlas.nl) http://www.klimaatatlas.nl/klimaatatlas.php
(Klimaatconcept.nl) www.Klimaatconcept.nl
(klimaatwereld.nl)
http://klimaatwereld.nl/Multi%20Split%20systemen/Panasonic%20buitendeel%20CU3E18LBE&filter=MANUFFUNAM=Panasonic=14=MERK en:
http://klimaatwereld.nl/Multi%20Split%20systemen/2%20KW%20-%20Panasonic%20%20Etherea%20-%20binnendeel%20-%20wit&filter=MANUFFUNAM=Panasonic=14=MERK
(Knaufinsulation.be) http://www.knaufinsulation.be/nl/content/onze-documentatie [**21 februari
2013]
(KNMI, 2005) KNMI, 2005. Handboek Waarnemingen; hfdst. 11. Bodemtemperatuur; versie april
2005, zie: http://www.knmi.nl/samenw/hawa/pdf/Handboek_H11.pdf [**15 april 2013]
(KNMI, 2012) KNMI 2012. Nader verklaard: kouderecord van Nederland, 27 februari 2012,
www.KNMI.nl [**15 april 2013]
(KNMI.nl) http://www.knmi.nl/klimaatscenarios/waarnemingen/monitoring_precipitation.php [**15
april 2013]
(Koek et al, 2014) Thalitha Koek, Chris Nobel, Stephane Arditi (2014) European Energy Labelling,
opportunities for improvement. Natuur&Milieu, Utrecht, maart 2014.
271
292
(koeltechnieknederland.nl) http://www.koeltechnieknederland.nl/index.php?page=installie
293
(Koeltex.nl) http://www.koeltex.nl/downloads/Lucht_water_warmtepomp.pdf Carrier lucht-water
warmtepomp [** 7 april 2013]
(Koene, 2012) Koene FGH (2012). Meting van de energetische kwaliteit van individuele woningen.
TVVL Magazine 05, 2012 p22-24
(Koepellux.nl) http://www.koepellux.nl/2012/10/passief-huis-dakkoepel.html?m=1 [**22 oktober
2013]
(Kohn 1997) Kohn (1997) Linda T. Kohn, Ph.D. 1997 Methods in Case Study Analysis , The Center for
Studying Health System Change. Technical Publication No.2, June 1997 (based on panel discussion
conducted at the 1996 meeting of the Association for Health Services Research)
294
295
296
297
(Krevel, 2001) Krevel A van (2001) Warm tapwater met warmtepompen: een "hot item", Elektrische
naverwarming een koude douche. Verwarming en Ventilatie, februari 2001, nr. 2.
298
(Krozer, 2013) Krozer Y (2013) Voor duurzame innovatie is politieke moed nodig. Trouw, 7 augustus
2013, p17.
(Krylov, 2010) Krylov Ivan, 2010, COST OPTIMIZATION OF PASSIVE HOUSE EXTERNAL WALLS, Thesis,
Saimaa University of Applied Sciences Technology, Lappeenranta, Finland.
299
300
301
302
303
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
(lambrechtsprofessionals.eu)
http://www.lambrechtsprofessionals.eu/search.aspx/search?brands=AIRWELL&searchType=2&Alter
nativeSearch=False&page=13
(Lammens, 1995) Lammens A (1995) Schoonheid in hout, Het meubel in de geschiedenis. Roularta
books. Baarn: Fontein.
(Laverge et al, 2009) Laverge J, Janssens A (2009) Bedroom Indoor Air Comfort: a critical analysis.
Proceedings 9th International conference on Healthy Buildings 2009, Syracuse, NY. Department of
Architecture and urban planning, Building Physics research Group, University Gent, Belgium.
http://hdl.handle.net/1854/LU-974599
(Laverge et al, 2011) Laverge J, VanDenBossche N, Heijmans N, Janssens A (2011) Energy saving
potential and repercussions on indoor air quality of demand controlled residential ventilation
strategies. Building and Environment Vol46 issue 7 p 1497-1503
(Leeflang, 1970) Sietz Leeflang en Anke Leeflang-De Jo g i htte i
De Klei e Aa de i Bo tel
op. In 2011 is dit opgeheven. Sietz Leeflang ontving in 1990 de VN milieuprijs Global 500.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sietz_Leeflang [**27 september 2015]
(legionella.nl) http://www.legionella.nl/14/risicoanalyse-beheersplan.html
(Lehr, 2010) Technische praktijkgids: isolatie van vloeren. 7/01/2010 Draft versie, p 4.
www.lehr.be/Downloads/BBRI_4-Floors.pdf
(Leistra, 2012) Leistra W (2012) Renoveren zonder spijt. Hoog niveau renovatie huis in St Pancras.
http://energiesprong.nl/wp-content/plugins/download-monitor/download.php?id=43
(lgklimaat.nl) www.lgklimaat.nl [**19 juli 2013]
(Lgsi.nl, 2013) LGSI (2013) LGSI Handboek, hfdst 10 Bouwfysica.
http://www.lsgi.nl/handboek/hoofdstuk/l10.html [**20 februari 2013]
(Liander.nl) http://www.liander.nl/liander/innovatie_duurzaamheid/bronsbergen.htm
(Lindhout, 1977) Lindhout P (1977). Temperatuurbeheersing van satellieten. Natuur en Techniek 4512 p866-881.
(Loggem, 2004) Loggem D van (2004) Duurzaam klussen. Milieu Centraal, Utrecht. Roodbont
Uitgeverij Zutphen. ISBN 90-75280-52-1, NUR 460
(Loorbach & Rotmans, 2010) D. Loorbach, J. Rotmans, 2010. The practice of transition management:
Examples and lessons from four distinct cases. Futures (2010) doi:10.1016/j.futures.2009.11.009
272
314
(Loorbach & Rotmans, 2012) Derk Loorbach, Jan Rotmans, 2012. Transities & transitiemanagement,
Oorsprong, status en toekomst. Essay nr E 2012.01 Rotterdam: DRIFT
315
(Loorbach & Rotmans, 2015) D. Loorbach, J. Rotmans, 2015. MANAGING TRANSITIONS FOR
SUSTAINABLE DEVELOPMENT. ICIS Maastricht University.
(Lowtech Magazine.be) http://www.lowtechmagazine.be/2009/05/testresultaten-kleinewindturbines.html
(lowtechmagazine.be) http://www.lowtechmagazine.be/2008/03/de-donkere-kant.html
(luchtwaterwarmtepomp.be)
http://www.luchtwaterwarmtepomp.be/pdf/brochure_LuchtWater_Warmtepomp.pdf
(Luxasolar.nl) http://luxasolar.nl/particulieren/overzicht.html [**28 februari 2013]
(Lyons et al, 2010) Lyons P Hockings B Reardon C (2010). Australia's guide to environmentally
sustainable homes Technical Manual, Passive design, ch 4.10 Glazing.
http://www.yourhome.gov.au/technical/fs410.html
(Lysen, 1996) Erik H. Lysen (1996) The Trias Energica: Solar Energy Strategies for Developing
Countries. Eurosun Conference, Freiburg, 16-19 Sept 1996
(Maatwerk-isolatie BV) http://maatwerk-isolatie.nl/
(Marktplaats.nl)
http://www.marktplaats.nl/z.html?query=typemachine+antiek&categoryId=9&postcode=&distance=
0 En: http://www.marktplaats.nl/z.html?query=episcoop&categoryId=9&postcode=&distance=0
En:
http://www.marktplaats.nl/z.html?query=Singer+naaimachine&categoryId=9&postcode=&distance=
0 En:
http://www.marktplaats.nl/z.html?query=Philips+radio&categoryId=9&postcode=&distance=0 [**2
februari 2014]
316
317
318
319
320
321
322
323
324
325
326
327
328
(mbmgevelwerken.be ) [**1 december 2012]
(Meadows et al,1972) Meadows, D.L., D.H. Meadows, J. Randers, W. Behrens (1972) Rapport van de
Club van Rome: Grenzen aan de groei. Utrecht, Antwerpen: Het Spectrum.
(Mediamarkt.nl) http://www.mediamarkt.nl/mcs/product/PELGRIMPKV154ROO,10259,350730,538187.html?langId=11&channel_code=472&gclid=CNj5uIeVj7kCFU_MtAodLE4Abg&referer=googleshopping&product_code=61996426
(Meeusen, 2006) Meeusen J (2006). Na-isolatie van spouwmuren. Universiteit Gent, Faculteit
Ingenieurswetenschappen, Vakgroep Architectuur en Stedenbouw. 4 juni 2006.
(Meire et al, 2005) Patrick Meire, Raf Bouteligier, Guido Vaes, Wouter Beyen, Jean Berlamont (2005)
Kwaliteit van afstromend regenwater. Water, November-December 2005.
329
(Melkbusshop.nl) http://www.melkbusshop.nl/zinken-vuilnisemmer/ [**1 november 2015]
330
(Merriam 1998) Merriam Sharan B. (1998) Qualitative Research and Case Study Applications in
Education. San Francisco: Jossey-Bass Publishers
(Miall, 2004) Miall, DS (2004) Episode structures in literary narratives. JLS 33 (2004), p 111–129.
331
332
333
334
335
(Microhydropower.com) http://www.microhydropower.com/our-products/
(Middelkoop et al, 2008) Middelkoop W, Koppelaar R (2008) De permanente oliecrisis: Waarom
Benzine, Gas En Voedsel Steeds Duurder Worden. Nieuw Amsterdam, juni 2008, ISBN10:
904680416X
(Mijnkluswijzer.nl) http://www.mijnkluswijzer.nl/index.asp?pa_id=38
(milieuadvieswinkel.be) http://www.milieuadvieswinkel.be/index.php/02.01.02.01.01.08/
273
336
(Milieucentraal.nl) http://www.milieucentraal.nl/thema's/thema-1/energie-besparen/energiezuinigverwarmen-en-warm-water/nieuwe-cv-of-combiketel-kopen/hre-ketel/ en:
http://www.milieucentraal.nl/themas/energie-besparen/apparaten-kopen-en-gebruiken/kookplaaten-keukenapparaten En: http://www.milieucentraal.nl/themas/energie-besparen/gemiddeldenergieverbruik-in-huis En: http://www.milieucentraal.nl/themas/energie-besparen/energiezuinigverwarmen-en-warm-water/nieuwe-cv-of-combiketel-kopen/zonneboiler
337
(Min & Rowe, 2006) Min G, Rowe DM (2005) Experimental evaluation of prototype thermoelectric
domestic refrigerators. Journal of applied energy, Volume 83, issue 2, February 2006, p 133-152.
338
(Minez, 2016) Ministerie van Economische Zaken (2016) Energierapport. Transitie naar duurzaam.
Januari 2016/ 89505. www.rijksoverheid.nl
(Mirashowers.co.uk) http://www.mirashowers.co.uk/onlinecatalog/results.htm?sectionName=
Electric%20showers [**8 februari 2014]
339
340
341
342
343
344
345
346
347
348
349
350
351
352
(Mitsubishi-VRF) City Multi VRF Multifunctionele klimaatsystemen. Te downloaden van:
www.mitsubishi-airco.nl [**19 juli 2013]
(Moe, 2010) Moe K (2010). Thermally Active Surface in Architecture, School of Architecture, North
eastern University, moe@neu.edu
(Moffett, 2013) Moffett C (2013) Aug 6, 2013 The Pace of Cord Cutting Quickens. Rapport is te
downloaden van: https://www.moffettnathanson.com/Download.aspx?ID=98707e5a-ef6d-461d99a7-9f79fa7db0cc.pdf&Name=U.S._Pay_TV_The_Pace_of_Cord_Cutting_Quickens
(Mutius, 1996) Mutius E von, Illi S, Nicolai T,Martinez FD (1996) Relation of indoor heating with
asthma, allergic sensitisation, and bronchial responsiveness: survey of children in South Bavaria. BMJ
1996; vol 312: p1448-1450
(muurbeugel.nl) http://www.muurbeugel.nl/tv+liften/tv+lift+33+-+60+inch en
http://www.muurbeugel.nl/tv+liften/tv+lift+meubel
(Naald en Opzeeland 2015) Naald W vd, Opzeeland B v, 2015, Maak ruim baan voor die
energiezuinige woning. Trouw, 25 aug 2015 Opinie, p17.
(Naber & Beijnum,2013) Naber N, Beijnum GJ van (2013) Het meten van duurzaamheid,
Architectenweb 62-65, te downloaden van www.nibe.org
(NAMplatform.nl, 2013) NAMplatform.nl (2013) Stand van zaken Winningsplan Groningen-gasveld.
30 mei 2013 Indiening Winningsplan per 1 dec 2013 bij MinEz.
http://www.namplatform.nl/2013/05/30/stand-van-zaken-winningsplan-groningen-gasveld/
(Natuur & Milieu, 2013) http://www.natuurenmilieu.nl/nieuws/perscentrum/20130206-explosiefaantal-zonnepanelen-op-nederlandse-daken/
(Natuur & Milieu, 7 okt 2014) Energieakkoord, persbericht 7 okto e
. De ala e e de ijfe s
uit de Nationale Energie Verkenning laten zien dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de doelen
uit het E e gieakkoo d te hale . . . [**7 oktober 2014]
(Natuur en Milieu, 27 nov 2015) Natuur en Milieu 27 nov 2015 De Warme Huizendagen zijn
begonnen !
(Natuurenmilieu.nl) http://www.natuurenmilieu.nl/media/468940/20130104_onderzoek_zonneenergie_2013.pdf
(nbd-online.nl) http://www.nbdonline.nl/product/frame.html?page=Novolux_glasraam_voor_lichtkoepels_BK_brochure.pdf&title=N
ovolux%20glasraam%20voor%20lichtkoepels en: http://www.nbdonline.nl/product/176654.Vaillant_3_kW_geoTHERM_hybride_systeem_met_luchtwater_warmtepo
mp.html#product/176654-0/0/0
274
353
(NBI, 2011) Norwegian Buildingresearch Institute, Oslo, Norway Byggforsh NBI:A515.161. Translated
as: Johanson N, Seifert RD (2011) Water Cistern Construction for Small Houses, Alaska Building
Research series HCM-01557. University of Alaska, Fairbanks, Reviewed January 2011. Zie:
http://www.uaf.edu/files/ces/publications-db/catalog/eeh/HCM-01557.pdf [**1 mei 2014]
354
(Nederlandelektrisch.nl)
http://www.nederlandelektrisch.nl/thema/particulier/infrastructuur/laadmethoden/
(Nefit.nl) www.nefit.nl/consument/producten/categorieoverzicht_453
(Nelissen, 2011) Nelissen E, Timmers S (2011). Verspilling door angst voor koudeval. TVVL Magazine,
07/08/2011
(NEN 1068) NEN 1068. Thermische isolatie van gebouwen. Rekenmethoden. Publicatiedatum: 01
oktober 2001. Inclusief wijzigingsblad NEN 1068:2001/A5:2008 [Deze norm geeft rekenmethoden
voor de bepaling van de warmteverliescoëfficiënt door transmissie (HT) van gebouwen of delen van
gebouwen, de warmteweerstand van afzonderlijke scheidingsconstructies (Rc) en de thermische
isolatie-index (It) van een gebouw. Een en ander onder de volgende uitgangspunten: - de verwarmde
binnenruimte heeft een uniforme temperatuur; - er heerst een thermisch stationaire situatie; warmteverliezen door ventilatie worden geacht buiten het toepassingsgebied te vallen, afgezien van
via forfaitaire of ''opgelegde'' waarden te bepalen ventilatieverliezen in onverwarmde ruimten.]
355
356
357
358
359
360
361
362
(NEN 2778) NEN 2778:1991/A4:2011 Vochtwering in gebouwen, Bepalingsmethoden.
Publicatiedatum: 01 november 1991.
(NEN 7120) NEN 7120 (2011) Energieprestatie van Gebouwen. Toelichting op de EPC
berekeningsmethode is beschikbaar op: http://www.agentschapnl.nl/programmasregelingen/bepalingsmethode-nen-7120
(NEN-EN 12524-2000) grond lambda waarden, deze zijn vindbaar op EKBouwadvies.nl
(Ness et al, 2007) Ness B, Urbel-Piirsalu E, Anderberg S, Olsson L (2007) Categorising tools for
sustainability assessment. ECOLOGICAL ECONOMICS 60(2007)498–508
(Netbeheer Nederland, 2013) http://www.netbeheernederland.nl/branchegegevens/infrastructuur/
363
(Netbeheer NL, 2013) Veel zonnepanelen op daken in Oost Nederland, Trouw 31 juli 2013, p 3. Bron:
Netbeheer Nederland. Productie jan-jul 2013 per postcodegebied in kWp. [**31 juli 2013]
364
(newenergylabel.com) http://www.newenergylabel.com/nl/discover_the_label [**12 april 2013]
365
(Nibenl.eu) http://www.nibenl.eu/Producten/Boilers/Direct-elektrisch-verwarmde-boilers/NIBENIBETTE-5-/ en: http://www.nibenl.eu/Producten/Warmtepompen/Ventilatielucht-waterwarmtepomp/NIBE-F120/ [**7 april 2013]
(nibud.nl) http://www.nibud.nl/uitgaven/huishouden/gas-elektriciteit-en-water.html
(Nicol & Wilson, 2010) Nicol F, Wilson M (2010) An overview of the European Standard EN 15251.
Proceedings of Conference: Adapting to Change: New Thinking on Comfort, Cumberland Lodge,
Windsor, UK, 9-11 April 2010. London: Network for Comfort and Energy Use in Buildings,
http://nceub.org.uk
(nl.wikipedia.org/wiki/Ledlamp) www.nl.wikipedia.org/wiki/Ledlamp
(nle.nl) NEM http://www.nle.nl/Kom_erbij/Waarheid_als_een_poe
(NOS.nl) NOS.nl, 1 juni 2013, Overzicht weergegevens mei 2013 bij het begin van de meteorologische
zomer. NOS journaal 20.00 uur NL-1. [**1 juni 2013]
(NOS.NL, 2013) http://nos.nl/artikel/495707-eerste-waterstofauto-op-de-weg.html [**15 april 2013]
366
367
368
369
370
371
372
373
(Nos.nl, 2015) NOS red. Binnenand, Energieneutrale woning helpt Nederland. NOS Dag van de
duurzaamheid, 9 okt 2015. http://nos.nl/l/2062214 [**9 okt 2015]
(NOVEM, 2002) NOVEM (2002). Glas in de bouw. Brochure m.b.t. stand van zaken en ontwikkelingen,
energetische aspecten bij energieneutraal bouwen. DV1.1.90. 97.08. Utrecht: Novem. Swan Consult,
Herkenbosch.
275
374
375
376
377
378
379
380
381
382
383
384
385
386
387
388
389
390
391
392
393
394
395
396
397
398
(Nuon.com, 8-8-2013) http://www.nuon.com/nieuws/nieuws/2013/nuon-solar-team-demonstreertnuna7-op-circuit-park-zandvoort/ [**8 augustus 2013]
(Nuon.nl) http://www.nuon.nl/energie/energieprijzen/energieterugleveren.jsp?from=salderen&itemcategory=OVG
(NVBR, 2013) NVBR (2013) Controlelijst brandveiligheid thuis. Folder 11 , brandveiligheidsinfo. NVBR
i.s.m. Netwerk Communicatie Brandweer en Rampenbestrijding (COBRA) en het Landelijk Netwerk
Brandpreventie (LNB). www.brandweer.nl [**31 juli 2013]
(omgevingsloket.nl)
.o ge i gsloket. l , Folde )o e olle to e e zo epa ele , Wa ee
vergunningvrij, wanneer omgevingsvergunning nodig? Ministerie van BZK, download [**20
november 2012]
(Omroep Fryslân, 2014) Omroep Fryslân, 27 april 2014, Biogas, debacle of succes ?
http://www.omropfryslan.nl/utstjoering/fryslan-dok-fan-27-april-2014-1700 [**27 april 2014]
(onshuisverdienthet.nl) http://www.onshuisverdienthet.nl/ en:
http://www.onshuisverdienthet.nl/2015/een-kant-en-klare-verbouwing-kopen/ en:
http://www.onshuisverdienthet.nl//app/uploads/Renowinkels.png [**1-1-2016]
(optimeal.nl) http://www.optimeal.info/licenses/standard-version-optimeal.html
(Oxxio.nl) https://www.oxxio.nl/oxxio-thuis/energieproducten/energieaa iedi g/?g lid=CK Y N _g gCFUTHtAodD“YAXQ&ut _ oo e ide= i t pe salde e
etali g i het zoek e ste
(Panasonic.uk) Panasonic-CU-3E18LBE www.panasonic.co.uk/aircon [**19 juli 2013]
(Paredis, 2011) Erik Paredis, 2011. Transitiemanagement voor duurzaam wonen en
bouwen. Ervaringen en context van het Vlaamse DuWoBo-proces. Centrum voor Duurzame
Ontwikkeling - Universiteit Gent. Mei 2011 – Working Paper n° 40
(passiefhuismarkt.nl) www.passiefhuismarkt.nl
(passiv.de) Passiv.de (2012) Passivhaus InstitutKostengunstige Passivhauser in Mitteleuropa, 2012,
http://www.passiv.de/de/02_informationen/05_ph-mitteleuropa/05_ph-mitteleuropa_mehr.htm
(Pettigrew 1990) Pettigrew AM (1990). Longitudinal Field Research on Change: Theory and Practice.
Organization Science, Vol.1, No 3, Special issie : Longitudinal Field Research Methods for Studying
Processes of Organizational Change (1990), 267-292
(Pettigrew 1997) Pettigrew AM (1997). What is processual analysis? Scand. J. Mgmt, Vol 13, No 4,
pp337-348.
(Philips.be) http://www.philips.be/c/koken/viva-collection-philips-multicooker-hd3037_79/prd/nl/
[**18 april 2014]
(Philipsradios.nl) http://www.philipsradios.nl/tips-en-trucs/philipstoestellen/phito2.htm
(Philipsverzameling.nl) http://www.philipsverzameling.nl/54655541?i=43786211
(Platendt.nl)
http://www.platendt.nl/media/www.platenduurzametechnieken.nl/downloads/warmtepomp/leaflet
_nibe_2025.pdf
(Pluimers.nl) www.Pluimers.nl
(PNG, 2007) Platform Nieuw Gas (2007). Vol gas vooruit! De rol van Groen Gas in de Nederlandse
energiehuishouding. Visiedocument publiek-private werkgroep Groen Gas. [**1 februari 2013]
(Polletta, 1998) Polletta F (1998). Contending Stories: Narrative in Social Movements. Qualitative
Sociology, Vol. 21, No. 4, 1998
(Praxis.nl) https://www.praxis.nl/badkamer-keukenwonen/klimaatbeheersing/verwarming/verwarmingspanelen/econo-heat-elektrischverwarmingspaneel/5325550 [**1 september 2015]
(Primagaz.be) http://www.primagaz.be/nl/uw-gasoplossing/koken
(Primagaz.nl) www.Primagaz.nl
(proov.nl) http://www.proov.nl/over-proov/proov-iptr
276
399
(Provincie Utrecht, 2010) Provincie Utrecht (2010) De bodem biedt meer. Strategische visie op het
bodembeleid van de provincie Utrecht, Vastgesteld door Provinciale Staten op 22 maart 2010
400
(Provincie Utrecht, 2014) Provincie Utrecht, Provinciaal Waterplan 2010-2015, Richting Robuust,
Provinciale Staten, 23 nov 2009. Te downloaden van: http://geo.provincieutrecht.nl/publiek/ruimtelijkeplannen/NL.IMRO.9926.SVWaterplan20100010/b_NL.IMRO.9926.SVWaterplan2010-0010.htm [**27 september 2015]
(pullmanmfg.com) http://pullmanmfg.com/standard.html
(Quakernaat,1992) J. Quakernaat, Waterstof als energiedrager.Een zonnig perspectief. Natuur en
Techniek; jaargang 60 (1992) nr 4; p. 258-271.
(Quooker.nl) www.quooker.nl [**8 februari 2014]
401
402
403
404
405
406
407
408
409
410
411
412
413
414
415
416
417
418
419
420
(Raad van State, 2015) http://www.raadvanstate.nl/pers/persberichten/tekstpersbericht.html?category_id=8 [**18 nov 2015]
(Raaij 2013) Raaij M de, 2013. EPA rapport jaren dertig portiekwoning 1933 Bezuidenhout Den Haag
13 sept 2013.
(Rakhorst, 2012) Anne-Marie Rakhorst (2012) De kracht van duurzaam veranderen. Leiderschap,
verleiding, betrokkenheid en succes. Scriptum, EAN: 9789055942244
(Rau.eu) http://www.rau.eu/innovatie/cradle-to-cradle/
(Recticelinsulation.be) http://www.recticelinsulation.be/nl-nl/products
(Redlich et al, 1997) Redlich CA, Sparer J, Cullen MR (1997) Sick-building syndrome. The Lancet,
Volume 349, Issue 9057, Pages 1013 - 1016, 5 April 1997
(redux.nl) http://www.redux.nl/index.php/geluiddemping.html/ [**31 okt 2015]
(Reed, 2004) Reed (2004). Reed Business Information: Polytechnisch Zakboek, versie 2004.
(Reinieren, 2013) http://solar.reinieren.net
(Remeha.nl) www.remeha.nl/over-remeha/maatschappelijk-verantwoord-ondernemen
(Renda.nl) http://www.renda.nl/downloads/toolkit-bestaande-bouw.257999.lynkx
(retro.net) http://www.retro.net/
(reynaertenergieadvies.com) [**1 december 2012]
(RHS Airco) LG “piegel I e te Multisplit Ai o Wa tepo p Bi e deel , Ad e tentie
685834792 op Marktplaats.nl, 21 juli 2013, 15:17:00.
(rhs-airco.com) http://www.rhs-airco.com/
(Riessman, 2001) Catherine Kohler Riessman (2001) Narrative Analysis. In: M.S. Lewis-Beck, A.
Bryman and T. Futing Liao, eds (2003), The Sage Encyclopedia of Social Science Research Methods, 3
Vol. boxed set, Sage.
(Rifkin, 2011) Rifkin J (2011). The third industrial revolution. How lateral power is transforming
energy, the economy, and the world. New York: Palgrave-Macmillan. ISBN978-0-230-11521-7.
421
(RIGO, 2009) RIGO (2009). Energiegedrag in de woning. Aanknopingspunten voor de vermindering
van het energiegebruik in de woningvoorraad. VROM, Wonen, Wijken en Integratie.
422
423
(rijksoverheid.nl) http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gas/gasinfrastructuur
(Rijksoverheid.nl, 2015) Kamerbrief Nationale Energieverkenning 2015 (NEV 2015)
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/10/09/kamerbrief-nationaleenergieverkenning-2015 En: NEV 2015, Energie Onderzoek Centrum.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/10/09/kamerbrief-nationaleenergieverkenning-2015 En: Doel 16% duurzame energie in 2023 binnen bereik. Nieuwsbericht 0910-2015 15:30u. Www.rijksoverheid.nl/actueel [**11 okt 2015]
424
(Rijksoverheid.nl, 6-3-2014) http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/03/06/eersteenergiebespaarleningen-voor-verduurzaming-woningen-verstrekt.html [**6 maart 2014]
277
425
(Riphagen, 2011) Riphagen M (2011) Zonnepanelen en zonneboilers, kan de zon het dak op? In:
Ganzevles J, van Est R (red.) & Brom FWA et al (2011) Energie in 2030. Maatschappelijke keuzes van
nu. Rathenau Instituut. Boxtel: Aeneas. ISBN 978-94-6104-018-3.
426
(RIVM, 2011) RIVM Verduurzaamd hout: risico's van hexavalent chroom voor de volksgezondheid,
Wolterink,Bremmer,Montfors 2001
(Rotmans, 2012) Rotmans J (2012). In het Oog van de orkaan, Nederland in Transitie, Aeneas, ISBN
978-94-6104-026-8.
(Rotmans, 2015) Rotmans J, 2015. Kom uit de ivoren toren. Te downloaden van:
http://www.socialevraagstukken.nl/site/2015/01/20/kom-uit-de-ivoren-toren-welkom-in-de-nieuwewereld/
(Rousseau et al 2003) Nikki Rousseau, Elaine McColl, John Newton, Jeremy Grimshaw, Martin Eccles
(2003) Practice based, longitudinal, qualitative interview study of computerised evidence based
guidelines in primary care. BMJ, VOLUME 326, 8 FEBRUARY 2003
427
428
429
430
431
432
433
(Rtvutrecht.nl 2 aug 2012) http://www.rtvutrecht.nl/nieuws/842903 [**2 augustus 2012]
(Rutte&Samsom, 2012) Rutte M, Samsom D (2012) Bruggen slaan, Regeerakkoord VVD-PvdA, 29
oktober 2012
(RVO.nl) http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/investeringssubsidie-duurzame-energie-isde [**11-2016]
(RWS.nl) http://www.rws.nl/wegen/natuur_en_milieu/geluidsoverlast/wat_is_hinderlijk_geluid/
434
(samsung-airco.nl) http://www.samsung-airco.nl/nederland/warmtepompen/warmtepompvloerverwarming.html [**3 februari 2014]
435
(Sandelowski, 1991) Sandelowski (1991) Telling stories: Narrative Approaches in Qualitative research.
Journal of Nursing Scholarship, Volume 23, number 3, Fall 1991
(Schilperoort, 2010) Schilperoort H (2010) De grote renovatieopgave. Vitrine Energiezuinige
Renovatie, BouwIQ . 2010 p9-13
(Schilt-airconditioning.nl) http://www.schilt-airconditioning.nl/multi-split-systeem
(Schmidt,2013) Schmidt C (2013) Wordt vuurijs de nieuwe energierevolutie? Trouw 15 maart 2013
436
437
438
439
440
441
442
443
444
445
446
447
448
(Schot, 2013) Schot J van der (2013). Groene doelen, zonder het benodigde beleid. Trouw 16 mei
2013. Podium, p23.
(Schuitema & Steg, 2005) Schuitema G, Steg L (2005) Percepties van energieverbruik van
huishoudelijke apparaten. Hoofdstuk 11 in: Jaarboek MarktOnderzoek Associatie 2005, p 165-200.
(Te downloaden van moaweb.nl)
(Schuurmans et al, 2010) Schuurmans A, et al (2010) De vrijblijvendheid voorbij. Op weg naar een
structurele markt voor energiebesparing in de bestaande bouw. Maart 2010.
www.spaarhetklimaat.nl
(Screentech.nl) http://www.screentech.nl/2013-07-10-12-25-53/tv-liften-venset/st750-venset-tv-liftinbouw-detail
(search 25 feb 2013) Een internetsearch naar warmteverliespercentages door ventilatie in een
gemiddelde woning leverde diverse hiervoor bruikbare bronnen op: reynaertenergieadvies.com; abiso.be; isolatiecompany.nl; isolatiewerkenafp.be; mbmgevelwerken.be en climaxi.be. De schattingen
variëren tussen 10 en 20 procent.
(Sembach et al, 1989) Sembach KJ,Leuthäuser G, Gössel P (1989) Meubeldesign van de 20e eeuw.
Benedikt Taschen Verlag GmbH. ISBN 3-8228-0131-3/NUGI 926
(Sharp.nl) http://www.sharp.nl/cps/rde/xchg/nl/hs.xsl//html/productdetails.htm?product=R898ALAA&cat=200
(shaunsbackyard.com) http://shaunsbackyard.com/746/biogas-digester/
(shell.nl) www.shell.nl/lpg
(sidenso.nl) http://www.sidenso.nl/producten/douchewater-wtw.html
278
449
450
451
452
453
454
455
456
457
458
459
460
461
462
463
464
465
466
467
468
469
470
471
472
473
474
475
(Siderea.nl, 2015) De Ideale Hellingshoek. Zoektocht naar de beste opstelling voor zonnestroom. Deel
2. Straling op een schuin vlak. http://www.siderea.nl/artikelen/hellingshoek2/hellingshoek2.html
[**15 dec 2015]
(Simgas.nl; Simgas.com) http://www.simgas.nl/benefits-of-biogas en
http://www.simgas.com/advantages-of-biogas/item5
(Slimwoner.nl) www.slimwoner.nl [**14 februari 2016]
(Smartflower.com) https://www.smartflower.com/nl/techdata
(smart-homes.nl) http://www.smart-homes.nl/Innoveren/EnergieGedragsbeinvloeding/useITsmartly-(1).aspx En : http://www.smart-homes.nl/Innoveren/EnergieGedragsbeinvloeding/Persuasive-Agents.aspx
(SolarCity.com) http://www.solarcity.com/commercial/portfolio/housing/
(Solarcookers.org) http://www.solarcookers.org/catalog/cookit-p-44.html
(Solarcooking.com) http://solarcooking.org/saussure.htm
(solarnrg.nl) www.solarnrg.nl/prijzen-zonnepanelen/prijzen-losse-onderdelen
(Solarwebsite.nl) http://www.solarwebsite.nl/2009/03/wij-vertrouwen-slimme-meters-niet/ [**2
juni 2013]
(Solarwindenergytower.com) http://www.solarwindenergytower.com/
(solarww.nl) http://www.solarww.nl/producten/solar-freezer/ [**3 oktober 2014]
(SolTechenergy.com) http://soltechenergy.com/soltech-sigma/
(Sonneveld et al, 2011) Sonneveld W (red) (2011) Energie eiland. Module tbv OCE , Masteropleiding
SEC, TU Delft. Nov 2011. code X228-067-VG
(Soy 1997/2006) Soy, Susan K. (1997). The case study as a research method. Unpublished paper,
University of Texas at Austin. Last Updated 02/12/2006
http://www.gslis.utexas.edu/~ssoy/usesusers/l391d1b.htm
(Spakman et al 2002) J. Spakman, W.F. Blom, R.F.J.M. Engelen, D. Nagelhout, G.A. Rood, J.P.M. Ros,
M.W. van Schijndel, J.J. van Wijk, H.C. Wilting, 2002. Integraal instrumentarium voor evaluatie van
transities, Methodologie en resultaten. RIVM rapport 550000006/2002
(Spengler & Chen, 2000) Spengler JD, Chen Q (2000) Indoor air quality factors in designing a healthy
building. Annual Review of Energy and the Environment, 25, 567-600.
(stafco.be) http://www.stafco.be/
(Statline.CBS.nl, 2013) Veranderingen in de woningvooraad per 30 november 2012. Accessed 19-22013. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37263&LA=NL [**19
februari 2013]
(Stege, 2006) Stege C ter (2006) Rendement warmtepompboiler kan in praktijk laag zijn, Aanzuigen
koude lucht voorkomen. Duurzaam Installeren, GAWALO / SEPTEMBER 2006. Download van:
http://www.dwa.nl/uploads/File/artikelen/2006/Gawalo0906b.pdf
(Stein et al 2005) Terry Stein, Richard M. Frankel, Edward Krupat (2005) Enhancing clinician
communication skills in a large healthcare organization: A longitudinal case study, Patient Education
and Counseling 58 (2005) 4–12
(Stiebel-Eltron-nl) Stiebel Eltron warmtepompen 120127_010_hb_ee_nl_2012.pdf
(stofzuigerstore.nl) http://www.stofzuigerstore.nl/product/53152/dyson-dc23-stowaway-origin.html
(Stoop et al, 1998) Stoop P, Glastra P, Hiemstra Y, de Vries L, Lembrechts J (1998) Results of the
second Dutch national survey on radon in dwellings, Bilthoven: RIVM, April 1998. p29–37
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/610058006.pdf
(sun-disc.nl) http://www.sun-disc.nl/index.asp?strPageType=styleit&intStyleITID=338
(Synbra.com) http://www.synbra.com/nl/39/187/grondstoffen.aspx
(Synbratechnology.nl) http://www.synbratechnology.nl/index.php?page=material-safety-data-sheets
279
476
(Tamburic et al, 2011) Tamburic B, Ademovic A, Garnham E, Gruenewald P, Latinoupoulos C,
Mandhana R, KinOng C, Sidiroupoulos S, Termglinchan V, Wang T (2011) Residential fuelling with
Hydrogen, Design report Imperial College London. January 2011.
477
(Taylor, 1983) Taylor SE (1983). Adjustment to threatening events: A theory of cognitive adaptation.
American Psychologist, 38, 1161-1173.
(Techneco.nl) www.techneco.nl/documents/download/205 [**22 juli 2013]
(Technisol.nl) http://www.technisol.nl/polyurethaan.html
(tectake.nl) http://www.tectake.nl/electrische-geiser-7-kw-230v-met-douchekop
(Teeuw et al, 1993) Teeuw KB, Vandenbroucke-Grauls CMJE, Verhoef J (1993) Nederlands Tijdschrift
voor Geneeskunde 1993 ; 137, nr 23 p 1132-1135.
(Tellis 1997) Tellis (1997) Application of a Case Study Methodology, by Winston Tellis, The
Qualitative Report , Volume 3, Number 3, September, 1997 (http://www.nova.edu/ssss/QR/QR33/tellis2.html)
(termokomfort.nl) www.termokomfort.nl/isolatiematerialen/hr-termoparels
(Terras.tv) http://www.terras.tv/pages/tvmuseum/tvmuseumtvset/sets02.html [**1 september
2015]
(Teske S et al, 2015) Teske S, Sawyer S, Schafer O, 2015. Energy [r]evolution, a sustainable world.
Energy outlook 2015. Report 5th edition World Energy scenario. Greenpeace / GWEC / SolarPower
Europe. Amsterdam-Hamburg-Brussel
(teslamotors.com ) http://www.teslamotors.com/goelectric#charging
(Thenewmotion.com) http://www.thenewmotion.com/elektrisch-rijden/uw-elektrische-autoopladen-met-een-eigen-laadpaal-thuis/
(Thercon.nl) www.Thercon.nl
(Thomann.de)
http://www.thomann.de/nl/the_takustik_hilo_p80.htm?offid=5&affid=1&subid=315594NL&subid2=
the+t.akustik+HiLo-P80&origin=boost&gclid=CJb5ju7X7cgCFUI_Gwod5gYBBA [**31 okt 2015]
478
479
480
481
482
483
484
485
486
487
488
489
490
491
492
493
494
495
(Tigchelaar et al, 2013) Tigchelaar C, Leidelmeijer K (2013) Energiebesparing: Een samenspel van
woning en bewoner – Analyse van de module Energie WoON 2012, Aug 2013, ECN-E—13-037
(TNO.nl, 2014) TNO Powermatcher leaflet jrv140416-01 te downloaden van:
www.tno.nl/powermatcher [**18 september 2015]
(Tonkens & Duyvendak, 2015) Tonkens E, Duyvendak JW, 2015. Graag meer empirische en minder
eufore kijk op burgerinitiatieven. Te downloaden van:
http://www.socialevraagstukken.nl/site/2015/01/17/graag-meer-empirische-en-minder-eufore-kijkop-burgerinitiatieven/
(Toshiba, 2014) Toshiba, ESTIA, PDF van maart 2014 [**2 augustus 2015]
(toshiba-airconditioner.nl) http://www.toshiba-airconditioner.nl/estia-lucht-waterwarmtepompsysteem [**15 april 2013]
(transitionnetwork.org) http://www.transitionnetwork.org/books publicaties van o.a.: Chris
Bird,2010, Local sustainable homes, how to make them happen in your community. Rob Hopkins,
2008, The transition handbook: From oil dependency to local resilience.
496
497
(transitiontownkinsale.org) http://transitiontownkinsale.org/ [**28 juli 2013]
(Trinkle et al,2005) Christoph Trinkl, Wilfried Zörner, Claus Alt, Christian Stadler (2005) Performance
of Vacuum Tube and Flat Plate Collectors Concerning Domestic Hot Water Preparation and Room
Heating. 2nd European Solar Thermal Energy Conference 2005 (estec2005), Freiburg, 21.-22.06.2005
498
(Trouw 20 aug 2015) Nederland laadt londense bussen, Isabel Baneke, Economie p14, Trouw 20 aug
2015.
(Trouw 22 juni 2013) Trouw, 22 juni 2013, Hoogleraren fel tegen boren naar schaliegas (red)
499
500
(Trouw, 13 aug 2015) Kamp blijft PvdA op zijn weg vinden, Bart Zuidervaart, red. Trouw p1, 13 aug
2015.
280
501
502
503
504
505
506
507
508
509
510
511
512
513
514
515
516
517
518
519
520
521
522
523
524
525
526
(Trouw, 14 mei 2014) Trouw,14 mei 2014 – Autobatterij als opslagplaats voor zelfopgewekte energie,
Redactie Groen.
(Trouw, 28 okt 2013) Trouw, 28 okt 2013. Quirijn Visscher : Fiscale regels dwarsbomen introductie
waterstofauto.
(Trouw, 30 april 2014) Trouw, 30 april 2014. Op naar 1 liter afval per jaar. Interview door Cokky van
Limpt met Emily-Jane Lowe uit Baarn. Zie ook: www.levenzonderafval.blogspot.nl
(Trouw, 5 feb 2014) Trouw 5 feb 2014 - Minder klanten nemen van NUON minder gas en elektriciteit
af, Economie p 19 (red).
(Tuchinda et al, 2006) Tuchinda C, Srivannaboon S, Lim HW (2006). Photoprotection by window glass,
automobile glass, and sunglasses. J Am Acad Dermatol 2006;54:845-54 (May). [+correction in:
Journal of the American Academy of Dermatology, Volume 55, Issue 1, July 2006, Page 74.]
(Tuinbase.nl) http://www.tuinbase.nl/vijverfilter_kiezen/
(tvmeubelen.nl)
http://www.tvmeubelen.nl/productdetails/tv+lift+kast+max.+32+inch+tv+(82cm)/8178/0
(Tweede Kamer,2010) Tweede Kamer (2010). Kamerstukken 2009-2010, 31 305, nr 181,
Mobiliteitsbeleid, 15 juli 2010, ISSN 0921 s-Gravenhage, p3
(Twenga.nl) http://www.twenga.nl/200-l-regenton.html
(Tyagi et al, 2007) Tyagi VV, Buddhi D (2007) PCM thermal storage in buildings: A state of art.
Renewable and Sustainable Energy Reviews, Volume 11, Issue 6, August 2007, Pages 1146–1166
(Uijl-techniek.nl) http://www.uijl-techniek.nl/coolwex
(uitfaseren.cofely-gdfsuez.nl) http://uitfaseren.cofely-gdfsuez.nl/wat-gaat-er-veranderen/wat-gaater-veranderen-door-uitfaseren-van-koudemiddelen.html
(upfallshower.com) http://www.upfallshower.com/
(Urgenda, 2015) Urgenda (2015) Ons huis energieneutraal, praktijkvoorbeelden van bestaande
woningen. Januari 2015. Brochure te downloaden van www.urgenda.nl/energieneutraal [**9 okt
2015]
(US patent 1,687,996) Frank J Sirl, 1928, Spring driven fan
(US Patent 975,714) Daniel M Pfautz, 1910, Spring motor driven table fan
(Vaillant.nl) www.vaillant.nl/Consument/productinformatie/warmtepomp/
(Van den Ham et al, 1992) Van den Ham ER, Ackers JG (1992) Radon in het binnenmilieu. Bouwfysica
vol 3, 1992, no 1, p 21-25
(Van der Wal, 1992) Van der Wal JF (1992) Belasting van de binnenlucht door emissie uit
(bouw)materialen en produkten. Bouwfysica Vol3, 1992, no 1, p 12-21
(Van Velzen, 2010) Van Velzen SJ (2010). Greenhouse residence, Feasability of greenhouse residence
concept for renovation. TU Eindhoven.
(vanavermaet.be) http://www.vanavermaet.be/ned/producten.asp?id=06
(VanBoven.com) http://www.vanboven.com/nederlands/lichtkoepels/downloads/20110613Prijslijst_lichtkoepels_BK_website.pdf
[**1 maart 2013]
(VanEnter, 2010) Roos van Enter (2010). Kleur en inrichting in het moderne woonhuis tussen 1935 en
1950. Een onderzoek naar adviezen en theorievorming aan de hand van de tijdschriften Interieur, Het
Landhuis en De Vrouw en haar Huis. Masterthesis Architectuurgeschiedenis en Monumentenzorg R.E. van Enter 3208133 - December 2010
(Vankopertotzink.nl) www.Vankopertotzink.nl
(Variotherm, 2005) Geef het leven warmte, Ontwerpen en dimensioneren van
verwarmingssystremen, 34902, Vloerverwarming voor zand-cement dekvloeren en droogbouw.
Variotherm Heizzysteme, PDF 27-7-2005 [**7 augustus 2015]
(VEH, 2012) Woningmarktplan Wonen 4.0, Plan voor integrale hervorming van de woningmarkt. 23
mei 2012. Te downloaden van: https://www.eigenhuis.nl/woningmarkt/woningmarktplan/ [**20
september 2015]
281
527
(Vekto.nl) http://www.vekto.nl/nummer/kwh-meter-voor-in-hetstopcontact/162718?gclid=CI222__7sr8CFVMRtAodM1EA4w&gclid=CPH1r7X0rMECFcISwwodkKkArA
528
(Velzen, 2005) Joost van Velzen (2005). Een jaren-dertig-huis wil iedereen; desnoods
nieuwgebouwde namaak. 05/09/05, 20:10 Trouw.nl [**17 februari 2013)
(verbeteruwhuis.nl) http://www.verbeteruwhuis.nl
(Viessmann.com) http://viessmann.adminsite.be/Uploads/ProductDocuments/50/nl/DB_Vitosol200F_5818383_08-07.pdf
529
530
531
(Visscher, 2013) Visscher R (2013). Een raam waarmee je stroom opwekt, Trouw 18 mei 2013.
532
(Visser, 2014) Visser M (2014) Eon kan niet anders dan radicaal opnieuw beginnen. Trouw, 2 dec
2014 Economie p 13.
(Vlaanderen.be) http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/doc/module37.pdf
533
534
535
536
537
(voetafdruk.eu) http://www.voetafdruk.eu/onzevoetafdruk/mijnhemel/index.html [**10 april
2013]
(Voorde, 2007) Voorde M ter (2007). Warmte van de aarde als energiebron. Forum, Volkskrant, 17
maart 2007. http://www.falw.vu.nl/nl/voor-het-vwo/wetenschap-in-gewonewoorden/Aardwetenschappen/klimaat/geothermische-energie.asp
(Voorst, 2013) www.gertvanvoorst.nl [**14 mei 2013]
(Voss et al 2002) Chris Voss, Nikos Tsikriktsis and Mark Frohlich (2002). Case research in operations
management. International Journal of Operations & Production Management,Vol. 22 No. 2, 2002, pp.
195-219. http://www.emeraldinsight.com/0144-3577.htm
538
539
540
541
(Vringer.nl) www.Vringer.nl
(VROM, 2006) VROM (2006). Kernpublicatie WoON Energie 2006
(Wadduurzaam.nl) Wadduurzaam.nl 1-8-2015 Ecolution is thuis !
(Wagenvoort, 2013) Wage oo t W
Wijk a Mo ge la a de toeko st . )o dag ieu s
Parkstad Limburg, Wonen extra, 2 juni 2013. , A en C Media jaargang 2013 nr.22
542
(Wareco, 2012) Wareco ingenieurs (2012) Verbreed gemeentelijk rioleringsplan VGRP Veenendaal
2012-2016, KH78, RAP20120720, 25-7-12. Te downloaden op:
https://secure.veenendaal.nl/document.php?m=6&fileid=45777&f=b73ed7692ef24756c42b66ccea9
23285&attachment=0&a=245 [**4 augustus 2013]
(warmetruiendag.nl) https://www.warmetruiendag.nl/
(Warmtepomp-info.nl) www.Warmtepomp-info.nl
(warmtepomp-info.nl) http://www.warmtepomp-info.nl/luchtwater/ [**2 februari 2014]
(Warmtepompinstallateur.nl)
http://www.warmtepompinstallateur.nl/PDF/Handleiding%20WPL%2013-18-23.pdf
(Wassink, 2014) Wassink J (2014) Gas uit licht en water, Delft Integraal, nr 1, maart 2014 p 8-9. Zie:
www.delta.tudelft.nl/27734
(waterbewust.nl) www.waterbewust.nl
(waterbronslaan.nl) http://waterbronslaan.nl/zelf-een-waterbron-of-puntstuk-slaan/
(Wbb) Wet bodembescherming http://wetten.overheid.nl/BWBR0003994/geldigheidsdatum_30-042014
(Weerstatistieken.nl) www.weerstatistieken.nl [** 4 juli 2013]
(Welchem, 2014) Welchem, R (2014) Thee uit de kraan is pas duurzaam als je er veel van drinkt.
Trouw 7 feb 2014, Verdieping p 11.
(welke-kiezen-kopen.nl) http://noodstroom-aggregaat-generator.welke-kiezenkopen.nl/noodstroom-met-zonnepanelen-bij-stroomstoring-p1.php
543
544
545
546
547
548
549
550
551
552
553
282
554
(Western.nl) KOUDEMIDDEL R410A VEILIGHEIDSBLADEN Ook:
http://www.western.nl/Producten/tabid/85/hgId/10/Groep/Warmtepompen/sgId/24/SubGroep/24/
pId/99/Product/GEYSER_GEYSER_12_tot_34/Default.aspx GEYSER 12 systeem is verkrijgbaar bij :
WESTERN AIRCONDITIONING B.V. De Wel 10, Postbus 236, 3870 CE Hoevelaken. Tel.: (033) 247 78 00
. Fax: (033) 247 78 50 . Internet: www.western.nl . E-mail: info@western.nl [**21 maart 2014]
555
(Westra & Tossijn, 1980) Chris Westra & Herman Tossijn, Wind werkboek. Arkel J van, jan 1980. ISBN
9789062240258
556
(Weterings et al, 2013) Weterings R, van Harmelen T, Gjaltema J, Jongeneel S, Manshanden W,
Poliakov E, Faai A, van den Broek M, Dengerink J, Londo M, Schoots K (2013). Naar een
toekomstbestendig energiesysteem voor Nederland. Delft: TNO 2013 R10325.
557
(wienerberger.be) http://www.wienerberger.be/duurzaamheid/duurzaam-wonen/brochure-groenproduceren-bouwen-en-wonen-met-wienerberger-...-is-kiezen-voor-de-toekomst.html
558
(Wijk, 2013) Wijk R de (2013). Debat over schaliegas gaat over voorlopig ongegronde angsten. Trouw
08/03/13.
(Wikipedia.org) http://nl.wikipedia.org/wiki/R410A
(Wiskerke, 2014) Wiskerke JSC (2014) Stadslandbouw in het tijdperk van verstedelijking. Ekoland,
april 2014. Te downloaden van: http://edepot.wur.nl/307375 [**7 november 2014]
559
560
561
(Witkamp et al, 2011) Witkamp M, Vink G, Verhaart J, Bosschaert T, Koene F, Bakker EJ, Borsboom W,
Phaff H (2011). Huis vol energie. Inspiratie voor energieneutraal wonen. In opdracht van SEV
EnergieSprong. Uitvoering: Except, TNO. September 2011. ISBN 978-94-6104-022-0 (p9, p58)
562
(Yang et al, 2010) Yang H, Cui P, Fang Z (2010). Vertical-borehole ground-coupled heat pumps: A
review of models and systems. Applied Energy 87 (2010) 16–27.
(Yin 1981) Yin RK. (1981) The case study crisis: some answers. Adm Sci Q 1981;26:58–65
(Yin 1984) Yin RK. (1984) Case study research. Beverly Hills, CA: Sage Publications; 1984
(Yin 1994) Yin RK (1994). Case study research: Design and methods. Thousand Oaks, CA: Sage.
563
564
565
566
567
568
(Yin et al 2006)Yin, Robert K. Green, Judith L. (Ed); Camilli, Gregory (Ed); Elmore, Patricia B. (Ed),
(2006). Handbook of complementary methods in education research., (pp. 111-122). Mahwah, NJ,
US: Lawrence Erlbaum Associates Publishers, xxix, 863 pp.
(yourglass.com)
http://www.yourglass.com/configurator/nl/nl/toolbox/configurator/190576/main.html
(Yu & Kim, 2012) Yu CWF, Kim JT (2012) Low-Carbon Housings and Indoor Air Quality. SHB2012 - 6th
International Symposium on Sustainable Healthy Buildings, 27 February 2012, Seoul, Korea.
569
(Yu et al, 2003) B.F. Yu*, Q. Gao, B. Zhang, X.Z. Meng, Z. Chen, 2003. Review on research of room
temperature magnetic refrigeration. International Journal of Refrigeration 26 (2003) 622–636
570
(Yu et al, 2009) Yu BF,Hu ZB, Liu M, Yang HL, Kong QX, Liu YH (2009) Review of research on airconditioning systems and indoor air quality control for human health. International journal of
refrigeration 32 (2009)3-20.
(Zainal 2007) Zaidah Zainal. Case study as a research method. Jurnal Kemanusiaan bil.9, Jun 2007
571
572
573
574
575
(Zinkbouwmarkt.nl) www.Zinkbouwmarkt.nl
(Zoekuwenergielabel.nl) De Rijksoverheid verstrekt via deze website op basis van postcode en
huisnummer het daar geregistreerde energielabel.
(zonneboilerhuis.nl) http://hetzonneboilerhuis.nl/zonneboiler.html
(Zonzoektdak.nl) http://www.zonzoektdak.nl/de-pakketten/pakket-3/
283
576
(Zucker 2001) Using Case Study Methodology in Nursing Research, Donna M. Zucker, The Qualitative
Report, Volume 6, Number 2 June, 2001. http://www.nova.edu/ssss/QR/QR6-2/zucker.html
284
Bijlagen
BIJLAGE 1 – In kaart brengen van het Jaarverbruik
Elektriciteit
________________________________________________________________________________
Rubriek Plaats Apparaat Verbruik/stuk
Aantal Jaarfractie Jaarverbruik
Watt Uur/dag Dag/week Week/jaar stuks
kWh/jaar
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
....
....
....
.... ....
....
....
....
....
....
....
....
....
.... ....
....
....
....
....
....
....
....
....
.... ....
....
....
....
....
....+
totaal
(11)
Toelichting:
Op elke regel staan de gegevens van een apparaat. Bij meer dan 1 dezelfde apparaten kan onder
Aa tal ee getal o de i ge uld.
(1) Rubrieken zijn bijvoorbeeld: Verlichting, Verwarming, Huishouding, Onderhoud, ICT/Media
(2) Plaatsen zijn bijvoorbeeld: Huiskamer, Keuken, Garage, Tuin, Slaapkamer.
(3) Apparaten zijn bijvoorbeeld: Lamp, radio, Koffiezetapparaat, Haardroger, Grasmaaier
(4) Verbruik in Watt: gemeten (Watt meter) terwijl het apparaat aan staat (Standby apart)
(5) Uur per dag dat het apparaat aan staat
(6) Dagen per week dat het apparaat die uren per dag aan staat
(7) Weken per jaar waarvoor dat apparaat die uren per dag aan staat
(8) Aantal apparaten van het zelfde type is die zelfde gebruikssituatie
(9) De vermenigvuldiging van (5),(6),(7) gedeeld door 24*7*52 geeft de jaarfractie
(10) De vermenigvuldiging van (4), (8) en (9) maal 24*7*52/1000 geeft het jaarverbruik in kWh/jaar
(11) De optelsom van alle getallen berekend in kolom (10) is het totale jaarverbruik in kWh/jaar
De inventarisatie in huis 1938 leverde het volgende resultaat voor ELEKTRICITEIT op:
Rubriek
Plaats
Apparaat
Watt
Verlichting
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer
/keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Plafondspot Oenothera
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Dag/
week
7
Week/
jaar
52
Stuks
Fractie
35
Uur/
dag
4
1
0,17
kWh/
jaar
51,0
Plafondspot Tilia
11
4
7
48
1
0,15
14,8
Plafondspot Kruk portugal
5
4
7
48
1
0,15
6,7
Plafondspot Amsterdam
35
4
7
48
1
0,15
47,0
Plafondspot Plant
11
4
7
48
1
0,15
14,8
Plafondspot Tempsplein
11
4
7
48
1
0,15
14,8
Plafondspot Patch Ellen
35
4
7
48
1
0,15
47,0
Plafondspot Tandwielklok
11
4
7
48
1
0,15
14,8
Plafondspot Bloemenveld
35
4
7
48
1
0,15
47,0
285
Verlichting
Plafondspot Boekenkast
11
4
7
48
1
0,15
14,8
Plafonniere Huisk midden
20
4
7
48
3
0,15
80,6
Aanrecht lamp
6
4
7
48
3
0,15
24,2
Afzuigkaplamp
9,6
1
7
48
1
0,04
3,2
Staande lamp rond
6
4
7
48
1
0,15
8,1
Staande lamp vierkant
9
4
7
48
1
0,15
12,1
Bureaulampje voor
20
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Hal achter
Plafonniere
20
2
7
48
1
0,08
13,4
Verlichting
WC beneden
Plafonniere
20
1
7
48
1
0,04
6,7
Verlichting
Hal voor
Plafonniere
20
1
7
10
1
0,01
1,4
Verlichting
Kelderkast
Lamp
40
0,5
7
20
1
0,01
2,8
Verlichting
Tuin
Buitenlamp voor
11
1
1
20
1
0,00
0,2
Verlichting
Tuin
Aut Buitenlamp zijkant
60
1
1
1
1
0,00
0,1
Verlichting
Tuin
Buitenlamp achterdeur
11
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Tuin
Buitenlamp Vakwerkhuis
11
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Bijkeuken
Plafonniere
20
4
7
10
1
0,03
5,6
Verlichting
Bijkeuken
Spiegellamp
7
1
1
4
2
0,00
0,1
Verlichting
Veranda
Wandlampje
8
1
1
4
4
0,00
0,1
Verlichting
Veranda
Aut Ganglamp
60
1
1
20
1
0,00
1,2
Verlichting
Veranda
Kerstverlichting set
10
5
7
16
1
0,06
5,6
Verlichting
Studeerkamer
Plafonniere Studeerk voor
20
4
7
48
2
0,15
53,8
Verlichting
Studeerkamer
Bureaulamp
10
4
7
48
2
0,15
26,9
Verlichting
Studeerkamer
Bedlampje
24
1
1
4
1
0,00
0,1
Verlichting
Kamer Es
Plafonniere
20
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Slaapkamer
Plafonniere
20
2
7
48
1
0,08
13,4
Verlichting
Slaapkamer
Spots
50
1
1
20
2
0,00
2,0
Verlichting
Slaapkamer
Bedlampje
11
2
7
48
2
0,08
14,8
Verlichting
Slaapkamer
Bureaulamp medicijnen
25
1
7
48
1
0,04
8,4
Verlichting
Douche/WC
Plafonniere
20
1
7
48
1
0,04
6,7
Verlichting
Douche/WC
Spiegellamp
7
1
7
48
2
0,04
4,7
Verlichting
Zolder
kroonluchterlampje
25
1
1
1
12
0,00
0,3
Verlichting
Zolder
willie wortel lampje
25
1
1
1
4
0,00
0,1
Verlichting
Zolder
bedlampje
40
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Hal boven
Plafonniere
20
0,5
7
48
1
0,02
3,4
Verlichting
Vakwerkhuis
lamp
11
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Kas
lamp
11
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Garage
TL lamp
36
4
1
25
8
0,01
28,8
Verlichting
Garage
Bureaulamp T
11
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Garage
Bureaulamp P
9
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Garage
Spot T
40
1
1
1
1
0,00
0,0
Verlichting
Garage
Bouwlamp
150
3
1
2
2
0,00
1,8
Verlichting
Fietsenhok
Lamp
11
0,5
7
10
1
0,00
0,4
Verwarming
Huis 1938
Nefit HR ketel
50
24
7
25
1
0,48
210,0
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
Verlichting
286
Verwarming
Garage
Ventilatorkacheltje
2000
1
1
1
1
0,00
2,0
Huishouding
Drogen
3200
2
1
10
1
0,00
64,0
Huishouding
Strijken
Droogtrommel Bosch WTA
3200
Strijkijzer Moulinex AX6
1400
2
1
48
1
0,01
134,4
Huishouding
Wassen
1020
1
2
48
1
0,01
97,9
Huishouding
Koken
Wasmachine Bosch
aquastar 1200
Fornuis oven ETNA
1950
1
2
48
1
0,01
187,2
Huishouding
Koelen
Koelkast Siemens
35
24
7
48
1
0,92
282,2
Huishouding
Schoonmaken
Stofzuiger Dyson DC 23
1400
2
1
48
1
0,01
134,4
Huishouding
Koken
1200
0,5
7
48
1
0,02
201,6
Huishouding
Koken
Koffiezet apparaat DE
technivorm
Melkschuimer Lattemento
500
0,5
1
40
1
0,00
10,0
Huishouding
Deurbel
Trafo en deurbel
5
24
7
52
1
1,00
43,7
Huishouding
Koken
Afzuigkap
125
0,5
7
48
1
0,02
21,0
Huishouding
Koken
Magnetron
1150
0,5
2
48
1
0,01
55,2
Huishouding
Koken
Staafmixer
300
0,2
1
48
1
0,00
2,9
Huishouding
Koken
Sinaspers
50
1
1
10
1
0,00
0,5
Huishouding
Koken
Blender
480
1
1
20
1
0,00
9,6
Huishouding
Haardroger
500
1
1
20
1
0,00
10,0
Elektrische tandenborstel
25
1
7
48
1
0,04
8,4
Scheerapparaat P
25
1
1
20
1
0,00
0,5
Ladyshave T
25
1
1
10
1
0,00
0,3
Onderhoud
Persoonlijke
verzorging
Persoonlijke
verzorging
Persoonlijke
verzorging
Persoonlijke
verzorging
Huis
Cirkelzaag tafelmodel
800
1
1
1
1
0,00
0,8
Onderhoud
Huis
Mobiele cirkelzaag
1700
1
1
1
1
0,00
1,7
Onderhoud
Huis
Hand cirkelzaag
1200
1
1
10
1
0,00
12,0
Onderhoud
Huis
Hand Slijptol
500
1
1
10
1
0,00
5,0
Onderhoud
Huis
Hand schaafmachine
680
1
1
10
1
0,00
6,8
Onderhoud
Huis
Hand decoupeerzaag
500
1
1
48
1
0,01
24,0
Onderhoud
Huis
Hand boormachine
700
1
1
48
1
0,01
33,6
Onderhoud
Huis
Hand schuurmachine
250
1
1
10
1
0,00
2,5
Onderhoud
Huis
Hand schuurmachine oud
150
1
1
1
1
0,00
0,2
Onderhoud
Huis
Hand alleszaag
180
1
1
10
1
0,00
1,8
Onderhoud
Huis
Hand verfstripper
1400
1
1
1
1
0,00
1,4
Onderhoud
Huis
Hand kantzaag
500
1
1
1
1
0,00
0,5
Onderhoud
Huis
Lasapparaat
1600
1
1
1
1
0,00
1,6
Onderhoud
Huis
Dremel
125
1
1
1
1
0,00
0,1
Onderhoud
Huis
Accu schroefmachine
0,2
24
7
52
1
1,00
1,7
Onderhoud
Huis
Vergrootlamp Garage
60
1
1
1
1
0,00
0,1
Onderhoud
Huis
Hand houtdraaibank
230
1
1
1
1
0,00
0,2
Onderhoud
Huis
Lintzaagbank
550
1
1
1
1
0,00
0,6
Onderhoud
Huis
Slijp/bandschuurmachine
300
1
1
1
1
0,00
0,3
Vervoer
Fietsenhok
145
1
7
48
2
0,04
97,4
Tuinieren
Tuin
Oplader tbv elektrische
fiets
Grasmaaimachine
500
1
1
10
1
0,00
5,0
Tuinieren
Tuin
Buxusknipmachine
250
1
1
5
1
0,00
1,3
Tuinieren
Tuin
Hogedruk reiniger
250
1
1
1
1
0,00
0,3
Huishouding
Huishouding
Huishouding
287
ICT/Media
Muziek
12
1
1
1
1
0,00
0,0
Muziek
Radio casette recorder
garage
Radio CD speler huiskamer
ICT/Media
6
2
7
48
1
0,08
4,0
ICT/Media
TV
Flatscreen TV huiskamer
81
5
7
48
1
0,19
136,1
ICT/Media
TV
Flatscreen TV slaapkamer
34
1
7
48
1
0,04
11,4
ICT/Media
TV
Kleuren TV kamer Es
150
1
1
1
1
0,00
0,2
ICT/Media
Computers
Computer Paul
40
3
7
48
1
0,12
40,3
ICT/Media
Computers
Computer Truus
40
3
7
48
1
0,12
40,3
ICT/Media
Computers
Laptop werk Paul
25
1
7
48
1
0,04
8,4
ICT/Media
Computers
laptop werk Truus
25
1
7
48
1
0,04
8,4
ICT/Media
Computers
Laptop prive
25
1
1
1
1
0,00
0,0
ICT/Media
Telefoon
Smartphone Truus
5
1
7
48
1
0,04
1,7
ICT/Media
Telefoon
Mobiel werk Paul
5
1
7
48
1
0,04
1,7
ICT/Media
Telefoon
Vaste telefoon Centrale
5
24
7
48
1
0,92
40,3
ICT/Media
Telefoon
Vaste telefoon toestel
2
24
7
48
3
0,92
48,4
ICT/Media
Muziek
DVD recorder huiskamer
5
24
7
48
1
0,92
40,3
Totaal
2660,0
Gas
________________________________________________________________________________
Rubriek Plaats Apparaat Verbruik/stuk
Aantal Jaarfractie Jaarverbruik
3
m /uur Uur/dag Dag/week Week/jaar stuks
m3/jaar
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
....
....
....
.... ....
....
....
....
....
....
....
....
....
.... ....
....
....
....
....
....
....
....
....
.... ....
....
....
....
....
....+
totaal
(11)
Toelichting:
Op elke regel staan de gegevens van een apparaat. Bij meer dan 1 dezelfde apparaten kan onder
Aa tal ee getal o de i ge uld.
(1) Rubrieken zijn bijvoorbeeld: Verwarming, Koken, Douchen
(2) Plaatsen zijn bijvoorbeeld: Huiskamer, Zolder, Badkamer, Keuken.
(3) Apparaten zijn bijvoorbeeld: CV ketel, Fornuis, Geiser
(4) Verbruik in m3: gemeten (met de gasmeter) in m3 terwijl het apparaat aan staat
(5) Uur per dag dat het apparaat aan staat
(6) Dagen per week dat het apparaat die uren per dag aan staat
(7) Weken per jaar waarvoor dat apparaat die uren per dag aan staat
(8) Aantal apparaten van het zelfde type is die zelfde gebruikssituatie
(9) De vermenigvuldiging van (5),(6),(7) gedeeld door 24*7*52 geeft de jaarfractie
(10) De vermenigvuldiging van (4), (8) en (9) maal 24*7*52/1000 geeft het jaarverbruik in m3/jaar
(11) De optelsom van alle getallen berekend in kolom (10) is het totale jaarverbruik in m3/jaar
288
Opmerking:
De CV ketel verwarmt het hele huis. Om de bijdrage van elke ruimte hieraan zichtbaar te maken kan
met de volgende vuistregels worden gewerkt:
-Ventilatie vergt circa 20% van de verwarmingscapaciteit
-Verwarming van de binnenruimte vergt circa 80% van de verwarmingscapaciteit
-De warmteverliezen zijn verdeeld naar rato van schil-oppervlakten en K waarden over de ruimten
zoals die met het thermisch rekenmodel te berekenen zijn. Als alternatief daarvoor is bruikbaar:
De verliesbijdragen in die 80% zijn globaal : muren 20%, ramen 30%, vloeren 20%, dak 10%.
De inventarisatie in huis 1938 leverde het volgende resultaat voor GAS op:
Rubriek
Plaats
Apparaat
Koken
Huiskamer/
keuken
Studeerkamer
kast
3,1
Fornuis
ETNA
CV Combi
ketel
Muur
|
0,6
Muur+5cm schuim
11
|
15,6
Spouwmuur
287
|
0,0
Spouwmuur+5cm schuim
1
|
0,0
Hout+5cm schuim
1
|
0,6
Raam 1 pane
10
|
30,8
Raam 2 pane
566
|
0,3
Raam 3 pane
6
|
0,8
Plat dak+5cm schuim
15
|
0,9
Schuin dak+5cm schuim
17
|
2,3
Plat dak
43
|
4,7
Hout
86
|
0,8
Vloer + 5cm schuim
14
\
19,4
betonvloer op zand
357
20%
20,0
VENTILATIE
368
Warm water
Douche
douchen
3,5
0,25
7
45
1
0,009014
276
Warm water
Keuken
afwassen
3,5
0,25
7
45
1
0,009014
276
Totaal
2591
Verwarming/ warm
water
80%
m3/
uur
1,5
Uur/
dag
0,5
Dag/
week
6
Week/
jaar
45
Stuks
Fractie
1
0,015453
m3
/jaar
203
3,5
2,5
7
30
1
0,060096
57
289
Water
________________________________________________________________________________
Rubriek Plaats Tappunt Verbruik /keer
Aantal
Jaar
verbruik
Liter/min Minuten/keer Keer/dag Dag/week Week/jaar fractie m3/jaar
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....
....+
totaal
(11)
Toelichting:
(1) Rubrieken zijn bijvoorbeeld: Douchen, Wassen, WC
(2) Plaatsen zijn bijvoorbeeld: Badkamer, Keuken
(3) Tappunten zijn bijvoorbeeld: Geiser, buitenkraan
(4) Verbruik in liter/minuut: gemeten (met de litermaat) in l/min terwijl het water loopt
(5) Minuten dat uit het tappunt per keer water loopt
(6) Aantal malen per dag dat uit het tappunt dat aantal minuten water loopt
(7) Dagen per week dat het tappunt zo gebruikt wordt
(8) Weken per jaar waarvoor dat apparaat die uren per dag aan staat
(9) De vermenigvuldiging van (5),(6),(7) en (8) gedeeld door 60*24*7*52 geeft de jaarfractie
(10) De vermenigvuldiging van (4) en (9) maal 60*24*7*52/1000 geeft het jaarverbruik in m3/jaar
(11) De optelsom van alle getallen berekend in kolom (10) is het totale jaarverbruik in m3/jaar
De inventarisatie in huis 1938 leverde het volgende resultaat voor WATER op:
Rubriek
Plaats
Tappunt
Liter/
min
7
Min/
keer
0,5
Keer/
dag
1
Dag/
week
1
Week/
jaar
5
Fractie
0,0000
m3/
jaar
0,018
Verwarming
Verzorging
Studeerkamer
kast
Douche boven
Verwarmingsketel
NEFIT
Douche boven
7
10
1,5
7
48
0,0096
35,280
Verzorging
Douche boven
Wastafel boven
7
2
2
7
48
0,0026
9,408
Verzorging
Bijkeuken
Douche beneden
7
10
1
1
2
0,0000
0,140
Verzorging
Bijkeuken
Wastafel beneden
7
5
1
1
2
0,0000
0,070
Wassen
Bijkeuken
Wasmachine
7
7,5
2
1
48
0,0014
5,040
Schoon
maken
Schoon
maken
Koken
Aanrechtkraan
7
1,5
1
2
48
0,0003
1,008
Aanrechtkraan
7
1,5
1,5
7
48
0,0014
5,292
Aanrechtkraan
7
0,5
1
7
48
0,0003
1,176
WC
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
Huiskamer/
keuken
WC beneden
WC beneden
7
1
12
7
48
0,0077
28,224
WC
WC boven
WC boven
7
1
4
7
48
0,0026
9,408
Tuin
Buiten
Buitenkraan
7
1
2
7
16
0,0004
1,568
Totaal
96,632
290
BIJLAGE 2 – Opzetten van een Thermisch Rekenmodel
Toelichting:
Met een thermisch rekenmodel is een beeld van de warmtestromen van binnen het huis naar buiten
te o e . Die a te st oo t eg doo de s hil , het uite oppe lak. Die s hil estaat uit
wanden, daken en vloeren die met de buitenlucht of de bodem in contact staan. Naar een
aangrenzend huis dat ook verwarmd wordt stroomt zo weinig warmte weg dat dit verwaarloosd mag
worden. De schil oppervlakken (A 1, A2, . . . enz.) zijn verdeeld over verschillende binnenruimten en
ku e e s hille de pakket o st u ties he e . O dat zo pakket aak uit ee lage estaat
is het nodig van elke laag de warmteweerstand per vierkante meter (Rl) te bepalen. De
warmtegeleiding (λ ) van de materialen en de dikte (d) van de lagen zijn hierbij van belang.
Materiaalgegevens zijn uit diverse bronnen te verkrijgen. Met de formule Rl=d/λ is de weerstand per
laag te bepalen. Opgeteld leveren de weerstanden van alle lagen in een pakket samen de
warmteweerstand Rc van een vierkante meter pakket constructie op. Met de formule U=1/Rc is dan
de warmtegeleiding per vierkante meter (U-waarde) voor een pakket constructie te berekenen.
De warmtestroom door alle delen van de schil naar buiten wordt bepaald door het temperatuurverschil en door de totale warmtegeleiding door de schil (Ctotaal). Daarvoor geldt de formule:
Ctotaal = U1.A1 + U2.A2 + . . . + Un.An . Samen met een gekozen waarde voor de temperaturen binnen en
buiten is dan de warmtestroom Q totaal = Ctotaal . (Tbinnen-Tbuiten) door de schil te berekenen. Met de
gebruikte oppervlakken Ax per ruimte is ook het warmteverlies apart per ruimte te bepalen. Dan
geldt voor ruimte x : Q x = A x .U x . (Tbinnen-Tbuiten)
Door de berekening op te splitsen over de aparte ruimten in het huis is te vinden waar de verliezen
relatief groot zijn. Zo kan er op die plaatsen bijvoorbeeld meer isolatie worden aangebracht. Met een
nieuwe berekening, met daarin de veranderde of nieuwe pakket constructies en oppervlakken, wordt
het te verwachten effect van de verbeterde isolatie op de warmteverliezen zichtbaar.
Tenslotte is in te schatten hoe goed het bereikte resultaat dan is via de berekening van enkele veel
gebruikte kentallen.
In acht stappen naar het energielabel:
Een rekenmodel van het eigen huis is in praktijk in acht stappen te maken. Het zelf inschatten van het
energielabel van het eigen huis is daarmee mogelijk :
1-Maak een schil-plattegrond
2-Meet de oppervlakken
3-Inventariseer de lagen
4-Bereken de pakket U-waarden
5-Bereken het warmteverlies
6-Bekijk het verbeter effect
7-Vergelijk met kentallen
8-Schat het energie-label
291
1-Maak ee s hil platteg o d
Maak ee platteg o d a de s hil a het huis
en geef per binnenruimte aan welke soort
uite a d of dak pakket o st u ties e i is
toegepast. Vereenvoudig de vorm van het huis en
klap het uit .
L
A
B
C
D
E
K
J
H
I
G
nr
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14A
14B
14C
Pakket constructie
Muur halfsteens
Muur +5cm EPS
Spouwmuur
Spouwmuur +5cm EPS
Lichtkoepels PC dubbel
Raam 1 pane
Raam 2 pane
Raam 3 pane
Plat dak +5cm PUR
Schuin dak +5cm EPS
Hout dak erker
Hout
Vloer + 5cm EPS
betonvloer op zand+hout
betonvloer op zand+tegels
granito vloer op zand
nr
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
292
Ruimte
Studeerkamer
Schuurzolder
Bijkeuken
Hal+WC beneden
Huiskamer achter
Huiskamer voor
Hal voor beneden
Hal boven
Douche boven
Slaapkamer voor
Slaapkamer achter
Zolder en dakkapel
F
2-Bepaal de oppervlakken.
Meet hoeveel oppervlak elk pakket in elke binnenruimte beslaat. Uit de optelling volgt het
totale oppervlak waardoor warmteverlies optreedt: het schil oppervlak Averlies .
Constructie
in 2012
nr
Soort
1
Muur
halfsteens
Muur
+5cm EPS
Spouwmuur
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14A
14B
14C
Spouwmuur
+5cm EPS
Lichtkoepels
PC dubbel
Raam 1
pane
Raam 2
pane
Raam 3
pane
Plat dak
+5cm PUR
Schuin dak
+5cm EPS
Hout dak
erker
Hout
Vloer
+ 5cm EPS
betonvloer
op
zand+hout
betonvloer
op
zand+tegels
granito vloer
op zand
Schil m2
per ruimte
Schil oppervlak in m2 per ruimte
Schil
m2
A
Stud
eerk
amer
0,0
B
Schr
Zol
der
0,0
C
Bij
Keu
ken
0,0
D
Hal+
WC
Bene
4,0
E
huisk
Ach
ter
0,0
F
Huis
kar
voor
0,0
G
Hal
voor
Bene
0,0
H
Hal
Bo
ven
0,0
I
Dou
che
Bov
0,0
J
Slpk
voor
0,0
K
Slpk
Ach
ter
0,0
L
Zold
der+
dakkp
0,0
Tot
per
soort
4,0
21,1
3,0
6,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
1,0
31,8
0,0
0,0
0,0
0,0
18,9
0,0
13,5
13,5
13,5
8,1
2,7
0,0
70,2
0,0
0,0
0,0
0,0
5,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
5,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2,5
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2,5
0,0
0,0
0,0
0,1
0,0
0,0
0,2
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,3
5,5
0,0
0,3
0,5
3,0
2,6
0,6
0,5
0,8
1,6
1,1
2,4
19,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
1,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
1,0
10,0
0,0
6,8
5,4
15,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
3,0
40,2
0,0
10,8
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
37,5
48,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2,0
1,1
0,4
0,0
0,4
0,8
0,0
1,0
0,0
0,0
0,0
0,4
0,0
4,0
0,0
0,0
0,0
0,0
36,3
9,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
45,3
19,4
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
19,5
0,0
0,0
6,8
7,5
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
14,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
6,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
6,0
57,1
14,2
20,5
17,9
81,4
14,6
21,3
14,0
14,3
9,7
4,2
43,9
Schil oppervlak, Averlies
293
Totaal m2
313,2
3-Inventariseer de lagen
Bepaal de the is he geleidi g λ a de ge uikte pakket ate iale , lu htspou e e hu
laagdikte d. Bereken daaruit per laag de Rl-waarde per vierkante meter.
Laag
Code
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
Materiaal
Cement (binnenmuur)
Cement (buitenmuur,vochtig)
Kalkzandsteen (binnenmuur)
Rode baksteen (binnenmuur)
Rode baksteen (buitenmuur,vochtig)
Beton (vloeren begane grond)
Gipskartonplaat (voorzetwanden)
Gips stucwerk
Wand/vloertegels
Hardhout (deuren, sluitvlakken)
Multiplex
Spaanplaat
Naaldhout (kozijnen, dakbeschot, vloerplanken)
Polystyreen schuim (binnen)
PUR schuim (spouwmuren, plat dak)
Kingspan Kooltherm
Luchtlaag 4 mm
Luchtlaag 6 -12 mm
Luchtlaag 25 -100mm
Kingspan Kooltherm
Luchtlaag inc, reflectie20-30mm
Overgang lucht->wand binnen Rsi
Overgang lucht->wand buiten Rse
PE folie 0,2 mm dikte
Pannen, panlatten
Dakbedekking / grind
Glas Enkel
Glas Dubbel
Glas 4-6-4-6-4mm (3-laags)
[geen]
EPS Hoge dichtheid 12 cm
Koper
Aluminium
Roestvast staal
Glas
Water
Polycarbonaat lichtkoepel
Isolatie schuim / vlokken / wol
Zink
Lood
Aerogel deken
294
λ
[W/mK]
d
[m]
0,93
1,16
1,2
0,6
0,78
1,4
0,25
0,25
1,2
0,17
0,13
0,15
0,14
0,035
0,035
0,021
0,01
0,01
0,1
0,1
0,1
0,1
0,01
0,005
0,005
0,05
0,01
0,02
0,022
0,05
0,06
0,15
0,025
0,021
0,1
0,035
390
120
20
1,5
0,6
0,12
0,001
0,001
0,001
0,004
0,001
0,04
116
35
0,014
0,1
0,001
0,001
0,05
Rl waarde
per m2 laag
[m2K/W]
0,011
0,009
0,083
0,167
0,128
0,071
0,040
0,020
0,004
0,294
0,077
0,133
0,157
1,429
1,714
7,143
0,090
0,150
0,180
4,762
0,570
0,130
0,040
0,001
0,060
0,060
0,170
0,667
1,500
3,429
0,000
0,000
0,000
0,003
0,002
0,357
2,500
0,000
0,000
3,571
4-Bepaal de U-waarde voor elk pakket
Inventariseer uit welke lagen de verschillende pakketten in de buitenschil bestaan. Bereken
per type pakket-constructie de Rc-waarde door optellen van Rl-waarden per laag.
Bereken dan de pakket U-waarde met de formule : U=1/Rc.
2012 VOOR TRANSITIE
Pakket constructie
nr
Soort
1
Muur halfsteens
2
Muur+5cm EPS
3
Spouwmuur
4
Spouwmuur+5cm EPS
5
Lichtkoepels PCdubbel
6
Raam 1 pane
7
Raam 2 pane
8
Raam 3 pane
9
Plat dak+5cm PUR
10
Schuin dak+5cm EPS
11
Hout dak erker
12
Hout
13
Vloer + 5cm EPS
14A
betonvloer op zand+hout
14B
betonvloer op zand+tegels
14C
granito vloer op zand
Lagen opbouw (zie laag code in stap 3 )
5
5
5
5
37
23
23
23
13
25
13
10
14
6
6
6
8
8
19
19
27
28
29
15
13
26
13
7
9
9
14
3
3
22
22
22
26
14
13
295
7
8
8
14
7
Pakket
Rc-waarde
m2K/W
0,148
1,617
0,412
1,880
0,357
0,340
0,837
1,670
1,931
1,646
0,217
0,294
1,586
0,269
0,076
0,076
Pakket
U-waarde
W/m2K
6,747
0,619
2,430
0,532
2,800
2,941
1,195
0,599
0,518
0,608
4,605
3,400
0,631
3,723
13,228
13,228
5-Bereken het warmte verlies
Kies een vaste temperatuur waarde van bijvoorbeeld Tbinnen = 20o Celsius binnen, Tbuiten = -20o
Celsius voor de buitenlucht (vrije buitenmuren en daken) en neem Tbuiten = 10o Celsius als
gemiddelde bodem temperatuur (laagste vloeren). Hierbij geldt : Delta T = Tbinnen-Tbuiten .
Dit levert een indicatie van de maximaal weglekkende warmte in de winter. Bereken deze
warmtestroom per type constructie x tussen binnenruimte en buitenlucht, of binnenruimte
en bodem, bij de gekozen temperaturen, met de formule :
Q x = A x . U x . (Tbinnen-Tbuiten)
Uit de optelsom volgt het totale warmteverlies in winterse omstandigheden: Q totaal.
[Opmerking: op vergelijkbare manier is een berekening per ruimte te maken door
verder uit te splitsen. Zo is zelfs rekening met verschillende binnentemperaturen te
houden.]
Berekening van warmteverliezen
Pakket Huis 1938 in oktober 2012
nr
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14A
14B
14C
Delta T
OpperVlak A x
Pakket
U xwaarde
Warmte
Verlies
Qx
Soort packet constructie
[K]
[m2]
[W/m2K]
[W]
Muur halfsteens
Muur+5cm EPS
Spouwmuur
Spouwmuur+5cm EPS
Lichtkoepels PC dubbel
Raam 1 pane
Raam 2 pane
Raam 3 pane
Plat dak+5cm PUR
Schuin dak+5cm EPS
Hout dak erker
Hout
Vloer + 5cm EPS
betonvloer op zand+hout
betonvloer op zand+tegels
granito vloer op zand
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
10
10
10
10
4,0
31,8
70,2
5,0
2,5
0,3
19,0
1,0
40,2
48,3
2,0
4,0
45,3
19,5
14,3
6,0
6,747
0,619
2,430
0,532
2,800
2,941
1,195
0,599
0,518
0,608
4,605
3,400
0,631
3,723
13,228
13,228
1079,6
787,0
6823,2
106,4
280,0
29,4
908,8
24,0
831,5
1174,0
368,4
544,0
285,4
724,2
1885,0
793,7
Benodigde verwarmingscapaciteit
296
kW Q totaal
16,6
6-Bekijk het verbeter effect
Meer isolatie, andere wandconstructies, nieuwe beglazing en andere maatregelen zijn van te
voren door te rekenen met het rekenmodel. Breidt de lijst met laag eigenschappen uit en
maak nieuwe pakket combinaties aan. Stel de oppervlakken per ruimte en per pakket bij en
bepaal opnieuw de warmteverliezen.
Zo is een vergelijking van warmteverliezen voor en na de transitie mogelijk.
2012 VOOR TR
Warmteverliezen [W]
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14A
14B
14C
Muur halfsteens
Muur+5cm EPS
Spouwmuur
Spouwmuur+5cm EPS
Lichtkoepels PC dubbel
Raam 1 pane
Raam 2 pane
Raam 3 pane
Plat dak+5cm PUR
Schuin dak+5cm EPS
Hout dak erker
Hout
Vloer kruipruimte + 5cm EPS
betonvloer op zand+hout
betonvloer op zand+tegels
granito vloer op zand
kW totaal
[W]
1080
787
6823
106
280
29
909
24
832
1174
368
544
285
724
1885
794
16,6
297
2016 NA TR
Warmteverliezen [W]
Muur halfsteens+5cmEPS
Muur+5cm EPS/10 cm EPS
Spouwmuur + isolatie
Spouwmuur+5cm EPS/10cmEPS
Lichtkoepels PC 3 pane
Raam 1 pane / 2 pane
Raam 2 pane / 3 pane
Raam 3 pane
Plat dak+5cm PUR
Schuin dak+5cm EPS compleet
Hout dak erker+5cm EPS
Hout +5cm EPS
Vloer beton + 12cm EPS
betonvloer op zand+hout
betonvloer op zand+tegels
granito vloer op zand
kW totaal
[W]
53
418
1443
59
100
15
657
24
832
620
46
89
97
724
1885
794
7,9
7-Vergelijk met kentallen
Het bereikte resultaat na de maatregelen is met verschillende kentallen te vergelijken. Zo is
te zie hoe goed het esultaat is.
Een eenvoudig zelf te bepalen kental is de globale K-waarde. Deze laat zich met een grafiek
vergelijken met diverse andere kentallen. Om de K-waarde te berekenen zijn twee gegevens
nodig: de totale warmtegeleiding Ctotaal en het totale schil oppervlak Averlies . Dit oppervlak is
in stap 2 bepaald. Rest nog te berekenen wat Ctotaal is. Deze wordt gevonden uit de optelsom
van de vermenigvuldiging Ax / Rx per pakket constructie zoals hieronder aangegeven in de
tabel.
Schil
nr
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14A
14B
14C
Soort (2012 situatie)
Muur halfsteens
Muur+5cm EPS
Spouwmuur
Spouwmuur+5cm EPS
Lichtkoepels PCdubbel
Raam 1 pane
Raam 2 pane
Raam 3 pane
Plat dak+5cm PUR
Schuin dak+5cm EPS
Hout dak erker
Hout
Vloer + 5cm EPS
betonvloer op zand+hout
betonvloer op zand+tegels
granito vloer op zand
A schil totaal
C-totaal W/K
1938 BOUW
2012 VOOR
2016 NA TRANSITIE
Schil
Schil
Schil
Pakket
opper
Pakket
opper
Pakket
opper
Rwaarde
vlak
Rwaarde
vlak
Rwaarde
vlak
m2K/W
m2
m2K/W
m2
m2K/W
m2
Rx
Ax
Ax / Rx Rx
Ax
Ax / Rx Rx
Ax
Ax / Rx
0,148
4,0
26,990
0,148
4,0
26,990
3,005
4,0
1,331
1,617
31,8
19,675
3,045
31,8
10,445
0,412
70,2 170,579
0,412
70,2 170,579
1,946
70,2
36,077
0,412
5,0
12,150
1,880
5,0
2,659
3,414
5,0
1,464
0,357
2,5
7,000
0,997
2,5
2,507
0,040
0,3
6,250
0,340
0,3
0,735
0,660
0,3
0,379
0,040
10,0 250,000
0,837
19,0
22,721
1,157
19,0
16,435
0,040
1,0
25,000
1,670
1,0
0,599
1,670
1,0
0,599
0,217
10,0
46,053
1,931
40,2
20,788
1,931
40,2
20,788
0,257
53,0 206,111
1,646
48,3
29,349
3,114
48,3
15,509
0,217
2,0
9,211
0,217
2,0
9,211
1,723
2,0
1,161
0,294
4,0
13,600
0,294
4,0
13,600
1,800
4,0
2,223
0,157
40,0 254,545
1,586
45,3
28,536
4,657
45,3
9,716
0,229
4,0
17,500
0,269
19,5
72,420
0,269
19,5
72,420
0,076
14,3 188,504
0,076
14,3 188,504
0,076
6,0
79,370
0,076
6,0
79,370
0,076
6,0
79,370
209,5
313,2
313,2
1117,4
692,7
458,9
De Globale K-waarde = Ctotaal / Averlies is uitgedrukt in Watt per m2 per graad Celsius. Hij is
goed te vergelijken met diverse gangbare kentallen. In feite is het de warmtegeleiding
gemiddeld over de hele schil genomen, van binnen naar buiten.
Voor huis 1938 leidt de berekening van K-globaal tot het volgende :
Jaar
1938
2012
2016
Averlies [m2]
209,5
313,2
313,2
Ctotaal [W/K]
1117,4
692,7
458,9
298
Globale K-waarde [W/m2K]
5,33
2,21
1,47
8-Schat het energielabel
Na transitie
2016
Voor transitie
2012
Zoals gebouwd
1938
zuinig_______________________________________________________________onzuinig
Verlies [kW]
5
10
Globale K-waarde 1
1.5
K-peil (e.s.)
K-peil
2
K100
1.05
1.30
EPC
0.4 0.6
1.0
1.30
100
E-peil
A++ A+
A
1.60
300
100
B
2.00
2.40
2.90
1.50
200
75
Energielabel
5
K200
0.5 0.7
0
4
200
Energie index
EPC (Belgie)
3
150
K10 K45
15
400
150
C
500
600
700
200
D
E
F
G
Zwart: huis 1938 zoals gebouwd
Rood: situatie voor de transitie in 2012
Groen: na de transitie in 2016
Deze vergelijking van diverse berekende en eerder vastgestelde kentallen voor huis 1938 laat zien
dat met de globale K-waarde een eerste voorspelling van het te verwachten energielabel mogelijk
is. Ligt die waarde onder 1,5 W/m2K dan zal het energielabel A waarschijnlijk worden gehaald.
__.__
299