Direct naar artikelinhoud
Reconstructie

Hoe een Nederlandse rallyrijder voor 1,5 miljoen werd opgelicht met een wel héél lucratieve gouddeal

Ondernemer en rallyrijder Bernhard ten Brinke verloor 1,5 miljoen dollar toen hij werd opgelicht door een Congolese goudhandelaar. Nu probeert hij zijn geld terug te krijgen. Een kwestie van zakelijk opportunisme, of valt de Nederlander meer te verwijten?

Hoe een Nederlandse rallyrijder voor 1,5 miljoen werd opgelicht met een wel héél lucratieve gouddeal
Beeld Alexandra España

Op zondag 3 januari 2021 kruipt Bernhard ten Brinke (43) in Saoedi-Arabië achter het stuur van zijn knalrode Toyota-racewagen. Ten Brinke doet mee aan de legendarische Dakar-rally. Vandaag staat de eerste van twaalf etappes op het programma: een rit van 623 kilometer dwars door de woestijn.

Voor Ten Brinke is het alweer zijn achtste ‘Dakar’. De Achterhoeker, buiten de racewereld actief als ondernemer, noemt rallyrijden zijn passie. In 2010 wint hij de voornaamste race van Nederland, de Hellendoorn-rally, en in 2018 wint hij – als eerste Nederlandse autocoureur – een etappe in de Dakar-race, die dat jaar in Zuid-Amerika wordt verreden. NRC Handelsblad bombardeert hem tot ‘de Max Verstappen van de woestijn’.

In 2021 wil Ten Brinke meer: samen met zijn navigator, de Belg Tom Colsoul, gaat hij voor de winst in het Dakar-eindklassement. Of zoals Ten Brinke op zijn website schrijft: ‘Tom en ik gaan voor goud.’ Wat zijn fans niet weten, is dat Ten Brinke ook op een heel andere plek voor goud gaat, en wel voor écht goud. 500 kilogram per maand om precies te zijn, op te halen in Kenia.

In de Dakar-rally slaat hij vier keer over de kop, zijn auto raakt total loss en hij moet de wedstrijd staken. Ook in Kenia loopt de jacht op goud niet helemaal naar wens: in plaats van binnen te lopen middels de lucratieve deal die Ten Brinke voor ogen had, wordt hij opgelicht en eindigt hij 1,5 miljoen dollar lichter. De rallyrijder is slachtoffer geworden van een Oost-Afrikaanse goudzwendelfuik.

Goudkoorts

Het is een fuik waar veel buitenlanders met goudkoorts inzwemmen, zo blijkt uit een vorig jaar verschenen rapport van het Global Initiative against Transnational Organized Crime (GITOC). De Oost-Afrikaanse oplichters werken volgens een vast patroon: ze bieden goud aan tegen zeer lage prijzen en nodigen geïnteresseerden uit voor luxueuze etentjes in dure hotels om de indruk te wekken dat ze flinke winsten maken.

Door contacten met topambtenaren of belangrijke politici te veinzen en valse exportdocumenten en goudcertificaten te overleggen, geven de oplichters hun geloofwaardigheid een extra boost. Ook in het complot: corrupte advocaten, die de banktransacties begeleiden. Het is een succesvol recept, en ook Ten Brinke trapt er met open ogen in.

Nadat de rallyrijder erachter is gekomen dat hij is opgelicht, dient hij een verzoek in bij de rechtbank in de Keniaanse hoofdstad Nairobi: hij wil zijn geld terug. Boven op de 1,5 miljoen dollar voor het beoogde goud, eist hij een schadevergoeding van ruim 300 duizend dollar. Zijn verzoek, bekrachtigd door een blauw-rood stempel van de rechtbank, belandt in het rechtbankdossier.

De Volkskrant heeft de beschikking over de honderden pagina’s met getuigenverklaringen, onderzoeksinformatie van de Keniaanse recherche en verslagen van appgesprekken en e-mailuitwisselingen tussen Ten Brinke en zijn Nederlandse compagnons enerzijds, en hun beoogde goudhandelaren in Kenia anderzijds. Met behulp van deze documenten kon de Volkskrant reconstrueren hoe de beoogde gouddeal is opgezet.

Goudkoorts
Beeld Alexandra España

Een deel van de documentatie heeft Ten Brinke zelf opgestuurd naar de rechtbank, ter ondersteuning van zijn pleidooi dat hij te goeder trouw handelde en daarmee recht heeft op het geld. Maar de documentatie roept ook vragen op over zijn eigen handelen: waar ligt de grens tussen opportunistisch zakendoen en het – al dan niet onbedoeld – faciliteren van criminele organisaties in conflictgebieden die verantwoordelijk zijn voor grootschalige kinderarbeid, milieuschade en corruptie? Ten Brinke, die aanvankelijk niet wilde meewerken aan dit artikel, bevestigt de in deze reconstructie beschreven loop der gebeurtenissen. Hij zegt ‘naïef’ te hebben gehandeld.

‘Echte bedrijfsman’

Nairobi staat sinds jaar en dag te boek als paradijs voor goudoplichters. Elke maand verschijnt er in de plaatselijke pers wel een verhaal over een buitenlander die zich in de luren heeft laten leggen. Ook de Keniaanse recherche waarschuwde al jaren geleden publiekelijk voor het ‘alarmerende’ aantal goudscams in het land. Ten Brinke lijkt deze rode vlaggen niet te hebben gezien of gewoon te hebben genegeerd.

Het lijkt onwaarschijnlijk dat zakelijke onervarenheid hem parten speelde. Het zakendoen zit de Achterhoeker in het bloed. Al op zijn 22ste neemt hij de leiding over van familiefirma Bribus Keukens, op zijn 31ste is hij de jongste nieuwkomer in de Quote 500. ‘Bernhard is een echte bedrijfsman’, zo typeert hij zichzelf op zijn website. Met zijn holding in ’s-Heerenberg, vlak bij Doetinchem, verkoopt hij onder meer sportauto’s, luxueus vastgoed aan de Costa del Sol en houten wandbekleding.

In 2020, na de verkoop van Bribus Keukens, schat zakenblad Quote Ten Brinkes vermogen op 100 miljoen euro. Hij is eigenaar van een collectie moderne kunst uit Noord-Korea en beheert het bij Arnhem gelegen landgoed Rhederhof, een 19de-eeuwse buitenplaats met een groot landhuis, dat in 2010 door SBS6-kijkers werd uitverkozen tot ‘het mooiste pand van Nederland’.

‘Echte bedrijfsman’
Beeld Alexandra España

In september 2020 richt Ten Brinke op hetzelfde adres in ’s-Heerenberg nog een bedrijf op: Three Gold, een besloten vennootschap voor de handel in edelmetalen. Uit gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat Ten Brinke via zijn holding de enige aandeelhouder is van de onderneming.

Daarnaast wordt een ‘commercial manager’ met volledige volmacht aangewezen: Frank Wijnen. De 52-jarige Nederlander, die ondanks meerdere verzoeken niet wil meewerken aan dit artikel, is zich met kostbare mineralen gaan bezighouden nadat hij in 2012 zijn drukkerij in Valkenswaard in vlammen had zien opgaan vanwege een brand in een hennepkwekerij in hetzelfde pand. Vanaf 2018 biedt hij zelfbedachte cryptomunten aan, waarvan de opbrengst volgens hem zal worden geïnvesteerd ‘in een echte diamantmijn in Liberia’.

Ten Brinke zegt dat een familievriend hem in contact heeft gebracht met Wijnen, die op zoek was naar een geldschieter voor een gouddeal. Wijnen wil niet reageren. Vast staat dat Wijnen drie maanden na de oprichting van de bv als gevolmachtigde een acht pagina’s tellend koopcontract tekent, in handen van de Volkskrant, waarin staat dat Three Gold maandelijks 500 kilo goud zal kopen van een Congolees genaamd George Fundu.

Om het in perspectief te plaatsen: dat is bijna evenveel als er in heel Nederland in 2020 gemiddeld per maand aan onbewerkt en halfbewerkt goud wordt ingevoerd. Noch Ten Brinke noch Wijnen heeft Fundu persoonlijk ontmoet als ze met hem in zee gaan.

Voordelig goud

Ken Opala, een Keniaanse ex-journalist die in Nairobi voor onderzoekscollectief GITOC werkt, moet lachen als hij het hoort. ‘Als een particuliere verkoper 500 kilo goud aanbiedt, moet je natuurlijk meteen aanvoelen dat het nep is. Maar Ten Brinke was zó naïef, dat is gewoon niet van deze wereld.’

De naïviteit komt ook terug in de prijs die de mannen op papier zetten: 42 duizend dollar per kilo, ongeveer eenderde minder dan de dan geldende richtprijs op de wereldwijde goudmarkt. Fundu maakt Ten Brinke en Wijnen wijs dat zijn goud zo voordelig is doordat hij het dicht bij de bron kan halen. Ingewikkelde tussenstations zijn volgens Fundu daarom niet nodig.

De ‘bron’, waar het goud precies vandaan komt, wordt in het contract niet geopenbaard. Ten Brinkes contract vermeldt slechts dat het uit ‘Oost-Afrika’ komt, maar de correspondentie in het rechtbankdossier in Nairobi laat weinig ruimte voor misverstanden: het goud komt uit Congo. Zo kondigt Fundu in januari 2021 aan dat hij ‘naar Congo’ gaat voor een officieel document om Ten Brinkes goud op transport te krijgen.

Congo passeert vaker de revue: zo appt compagnon Wijnen op enig moment aan een zakenpartner van Fundu of de levering van het goud ‘op schema’ ligt, waarop Fundu’s partner antwoordt dat de lading inmiddels onderweg is naar Oeganda, gelegen precies tussen Congo en Kenia in. Daarnaast ontvangt Wijnen telefoon van ene ‘Yousuf Lule’, die in de Democratische Republiek Congo werkt. De Nederlander begrijpt dat dit te maken heeft met het goud van Fundu.

Voordelig goud
Beeld Alexandra España

‘Iedereen die zich ook maar een klein beetje met goud bezighoudt, weet dat de combinatie van ‘goud’ en ‘Congo’ erg problematisch is’, zegt Carla Neefs van Solidaridad, een organisatie die voor een eerlijkere, transparantere goudketen ijvert. Ook Neefs vindt Ten Brinkes goudproject getuigen van ‘een ontzettende domheid en naïviteit’.

In het door geweld geteisterde Congo financieren gewapende groepen hun strijd met de opbrengst van illegale goudmijnen. VN-experts zeggen: van alle mineralen die het Congolese conflict voeden, is goud zelfs ‘met afstand’ de voornaamste. In 2020 werd er naar schatting maar liefst 61 duizend kilo gemijnd.

Van al het goud uit Congo’s niet-industriële mijnen eindigt volgens de internationale opsporingsdienst Interpol naar schatting ‘95 tot 98 procent’ in het illegale circuit. Een Canadese ngo, Impact, heeft een project opgetuigd met ‘eerlijk’, gecertificeerd goud uit Congo, maar de in 2019 gepubliceerde onderzoeksresultaten waren teleurstellend: in vier jaar tijd was welgeteld 24 kilo ‘conflictvrij’ goud geëxporteerd.

Druk programma

Op 3 januari 2021 stapt commercieel manager Frank Wijnen in een vliegtuig naar de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Hij wordt vergezeld door Ewout Haanstra (56), autohandelaar en vriend van Ten Brinke. Haanstra gaat mee om een oogje in het zeil te houden. Hij noemt zichzelf in de rechtbankverklaring ‘de ogen en oren’ van Ten Brinke, die zelf op dat moment nog in zijn racewagen de Saoedische woestijn trotseert.

Het is al laat als het duo in Nairobi landt. Na hun vlucht van meer dan zeven uur nemen ze hun intrek in het Radisson Blu-hotel, net buiten het hectische stadscentrum. Naast het hotel strekt zich de weelderige paleistuin van de Keniaanse president uit.

Wijnen en Haanstra hebben een druk programma voor de boeg. Op maandag 4 januari ontmoeten ze een Keniaanse advocaat die een bankrekening zal beheren waarop Ten Brinke zijn geld voor goudaanbieder Fundu stort. De advocaat werkt in een groot, wit zakenkantoor met de naam Flamingo Towers. Geen van de Nederlanders heeft deze advocaat eerder ontmoet, ze huren hem in op aanraden van een kompaan van Fundu.

Uit gemakkelijk op te vragen gegevens uit het Keniaanse handelsregister blijkt dat Stella Nyamu secretaris is van deze advocaat. Journalistiek onderzoekscollectief Africa Uncensored toonde in 2019 al aan dat Nyamu ‘secretaris’ is bij een recordaantal van meer dan honderd bedrijven, waarvan een flink deel profiteert van schimmige aanbestedingscontracten van de Keniaanse overheid.

Op vrijdag 8 januari controleren Wijnen en Haanstra een eerste voorraad goud op echtheid. Ze laten 50 kilo testen in een villa in het lommerrijke westen van Nairobi. Fundu is ook van de partij. Nadat uit de testuitslag, die later vervalst blijkt te zijn, duidelijk is geworden dat het goud van uitstekende kwaliteit is, stoppen Wijnen en Haanstra de 50 kilo bij een opslagbedrijf in een kluis. Het dient als onderpand tot de deal definitief rond is.

Een paar dagen later maakt Ten Brinke op de kop af 1.567.160 dollar over naar de tussenrekening die wordt beheerd door de Keniaanse advocaat. Hij maakt het geld over via de ING-rekening van zijn Nederlandse holding, een kopie van het betalingsbewijs zit in het Keniaanse rechtbankdossier. Ten Brinke omschrijft zijn transactie als ‘transportkosten voor exportdiensten’. ‘Goud’ en ‘Kenia’ laat hij achterwege.

Nu is er in Nederland de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Die verplicht instellingen die te maken hebben met geldstromen, waaronder banken, om ongebruikelijke transacties, zoals grote bedragen die niet kunnen worden verklaard uit de gewone bedrijfsvoering van een klant, te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU). De FIU kan over dit geval niets zeggen vanwege haar geheimhoudingsplicht. ING zegt tegen de Volkskrant niet over individuele klanten te praten.

Volgens Tom Loonen, hoogleraar financieel recht en integriteit aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zou een extra toetsing in elk geval ‘prudent’ zijn als iemand in één klap 1,5 miljoen wil overmaken naar een onbekende advocaat in Kenia. ‘En dan druk ik me eufemistisch uit.’ Loonen brengt ING’s schikking van 775 miljoen euro met het OM uit 2018 in herinnering: de bank was jarenlang in gebreke gebleven als het ging om onder meer het goed monitoren en rapporteren van verdachte transacties.

De Keniaanse bank waar Ten Brinkes geld wordt bijgeschreven, krijgt ook geen openheid van zaken. De advocaat die Ten Brinkes geld beheert, appt aan Wijnen: ‘Zoals je weet kan ik niet tegen ze (de Keniaanse bank, red.) zeggen dat de fondsen voor een goudtransactie zijn.’ Wijnen antwoordt: ‘Ja, ik begrijp het.’ Het onjuist informeren van een buitenlandse bank staat haaks op Nederlandse richtlijnen voor zorgvuldig internationaal zakendoen. Wijnen wil niet reageren.

Met lege handen terug naar Nederland

Een dag na de succesvolle overboeking gaan Wijnen en Haanstra op safari. Het uitje wordt georganiseerd door een van de oplichters. ‘Wat dieren gezien?’, appt deze Keniaan op 12 januari 2021 belangstellend. ‘Ja, een boel’, antwoordt Wijnen.

De mannen beginnen vervolgens met het voorbereiden van de terugvlucht, in een door Ten Brinke speciaal gecharterde Gulfstream-privéjet. De Afrikaanse goudaanbieders zeggen een VN-employé met diplomatieke onschendbaarheid te hebben ingeschakeld om mee te vliegen, genaamd Mohamed Al Bachiry Abdoulay. ‘Je kunt je hierbij ten zeerste afvragen of het de bedoeling was het goud in Nederland netjes aan te geven bij de douane’, zegt advocaat Jurjan Geertsma, die gespecialiseerd is in anticorruptieregelgeving en maatschappelijk verantwoord zakendoen. Achteraf blijkt Al Bachiry Abdoulay, wiens naam in het rechtbankdossier staat, helemaal niet te bestaan.

Met lege handen terug naar Nederland
Beeld Alexandra España

De vreugde over de lucratieve gouddeal blijkt van korte duur: omdat er volgens Fundu wat problemen zijn met het goud, keren Wijnen en Haanstra eind januari 2021 met lege handen terug naar Nederland.

In de maanden die volgen onderhandelen Wijnen en Ten Brinke verder met Fundu over manieren om het goud alsnog in bezit te krijgen. Eind februari appt Ewout Haanstra, Ten Brinkes ‘ogen en oren’, nog met een van de oplichters. ‘Ik ken mensen die gigantische hoeveelheden willen verkopen. Heb je interesse?’, vraagt de man. ‘We moeten eerst nog het andere regelen’, stuurt Haanstra terug. Pas in mei 2021 hebben ze door dat ze erin zijn geluisd.

Ondertussen is het netwerk van oplichters al opgerold en weet de Keniaanse fiscale opsporingsdienst rekeningen te bevriezen en beslag te leggen op de buit. Vanwege een afpakwet lijkt deze vervolgens in de Keniaanse schatkist te eindigen.

Ten Brinke komt daartegen in het verweer. Hij wil zijn geld terug en hij is niet de enige: in een jaar tijd deden meer dan twintig lotgenoten – van Indiërs en Koreanen tot Oekraïners en Amerikanen – aangifte tegen nepgoudbendes. Hun geschatte verlies: ruim 40 miljoen dollar, blijkt uit het rapport van het GITOC. En dit zijn slechts de investeerders die aangifte hebben gedaan.

Stuk voor stuk zullen de ‘slachtoffers’, net als Ten Brinke, aan de rechtbank hebben verklaard dat ze eenvoudigweg in goud wilden handelen: goedkoop inkopen, met winst doorverkopen. In een ander rapport benadrukt het GITOC de ironie van een dergelijk verweer: ‘Juist de twijfelachtige drang van sommige investeerders om maximaal te verdienen aan een laaggeprijsde en slecht gereguleerde markt leidt ertoe dat ze een makkelijk doelwit zijn voor oplichters.’

Dat er desondanks nog iedere maand nieuwe slachtoffers bij komen, komt doordat ‘ze hun huiswerk niet doen’, zegt Opala van het GITOC. ‘Ze willen in Kenia goud kopen omdat het ontzettend goedkoop is, maar het is zo goedkoop omdat het in werkelijkheid nep is.’

‘Slechts’ een verloren deal

De mislukte gouddeal roept de vraag op waar zakelijk opportunisme eindigt en het verwijtbaar faciliteren van schimmige praktijken begint. Carla Neefs van Solidaridad vindt dat Ten Brinke had kunnen snappen ‘dat het vragen om problemen is als je ingaat op aanbiedingen van idioot grote hoeveelheden goedkoop goud’. Ten Brinke mag dan ook best ter verantwoording worden geroepen om zijn financiering van de bende oplichters in Kenia, aldus Neefs.

Met hun ondoordachte jacht op lucratieve deals dragen investeerders bij aan de problemen in de betrokken landen. Goedkoop goud komt vaak uit gewelddadige regio’s, waar kinderen in illegale mijnen als gouddelvers werken. Het giftige metaal kwik, veelvuldig toegepast om van goudkorreltjes goudklompjes te maken, is zeer schadelijk voor mens en milieu.

En voor iemand als Ten Brinke en zijn kompanen mag het ‘slechts’ om een verloren deal gaan, zijn geld kwam wel in handen van uiterst discutabele figuren. Ten Brinkes frauduleuze advocaat werd bijvoorbeeld al een paar weken voordat hij met de Nederlander in zee ging verdacht van het witwassen van meer dan 7 miljoen dollar, blijkt uit Keniaanse rechtbankpapieren.

Bovendien sluisde diezelfde advocaat meer dan 100 duizend dollar van Ten Brinke door naar een goudzwendelaar die volgens een VN-rapport eerder samenwerkte met Bosco Ntaganda, een Congolese krijgsheer die in 2019 door het Internationaal Strafhof in Den Haag werd veroordeeld voor moord, verkrachting en het ronselen van kindsoldaten.

Duurzaam zakendoen

Juist vanwege de schimmige route die bepaald goud aflegt voor het de Nederlandse winkels bereikt, doet Den Haag sinds 2017 een beroep op goudraffinaderijen, edelsmeden en juweliers om zich bij het Convenant Verantwoord Goud aan te sluiten, een reeks afspraken over transparant en duurzaam zakendoen. Verdachte geldtransacties en onduidelijkheden over de herkomst van goud zouden hiermee tot het verleden moeten gaan behoren.

Niet iedereen houdt zich daar dus aan en de controle laat te wensen over. In het contract duikt ook de naam op van Van der Meulen Edelmetaal, een in het Friese Joure gevestigd bedrijf en een van de grootste Nederlandse spelers in het opkopen, bewerken en verkopen van edelmetalen. In het contract dat Ten Brinke met Fundu sloot, staat dat het leeuwendeel van de betalingen zal verlopen ‘via Van der Meulen’.

Directeur Marc Breitsma ontkent stellig betrokken te zijn geweest bij de operatie. Hij vertelt dat hij ergens eind 2020, begin 2021 twee vertegenwoordigers van Ten Brinke op bezoek kreeg. ‘Ze wilden weten wat er allemaal bij een goudtransport komt kijken.’ Breitsma’s bedrijf heeft hun op het hart gedrukt niet aan het avontuur te beginnen, omdat het tot mislukken zou zijn gedoemd. Breitsma is ‘ontstemd’ dat de naam van zijn bedrijf in het contract is beland.

Hooguit een dwangsom

Juridisch lijkt er weinig mogelijk tegen investeerders die op lucratieve gouddeals duiken. Als het Wijnen en Ten Brinke wel was gelukt een paar honderd kilo Congolees goud in Nederland in te voeren, dan zouden ze daarmee mogelijk de Verordening conflictmineralen hebben overtreden, zegt advocaat Geertsma.

Volgens deze Europese wetgeving, die op 1 januari 2021 van kracht ging, moeten goudimporteurs zorgvuldig te werk gaan als zij goud betrekken uit landen waar gewapende conflicten heersen. De importeurs zijn verplicht een uitgebreide bedrijfsstrategie te ontwikkelen om te voorkomen dat hun activiteiten bijdragen aan kwalijke praktijken, en ze moeten die strategie vervolgens laten beoordelen door een onafhankelijke derde. Ten Brinke heeft dat voor zover bekend niet gedaan.

Volgens Geertsma hebben Ten Brinke en Wijnen in zekere zin geluk gehad dat hun beoogde goud nooit heeft bestaan en dus nooit de Nederlandse jurisdictie heeft bereikt. ‘De Verordening conflictmineralen richt zich tot EU-importeurs die daadwerkelijk metalen en mineralen aangeven’, aldus Geertsma.

Bovendien valt de handhaving van regels voor maatschappelijk verantwoord ondernemen vooral onder het bestuurs- en civiel recht. Dus zelfs als iemand erin slaagt ‘fout’ goud in te voeren, dan kan hooguit een dwangsom worden opgelegd.

Intussen hoopt Ten Brinke dat de Keniaanse autoriteiten hem zijn verloren geld teruggeven. Hij verwacht in oktober een uitspraak. De rallyrijder heeft ook stappen gezet tegen de Keniaanse banken waar de oplichters hun rekeningen hadden lopen. Ten Brinkes verwijt: de banken hebben niet goed opgelet met wie ze in zee gingen.

Dit is de laatste bijdrage van Afrika-correspondent Mark Schenkel.

Tips

Heeft u na het lezen van deze reconstructie tips voor de Volkskrant?  Ga dan naar volkskrant.nl/tip
Alle tips worden strikt vertrouwelijk behandeld.

Verantwoording

Het rechtbankdossier waarop dit verhaal is gebaseerd, kwam in handen van de Volkskrant via een bron in Nairobi. Deze bron wil anoniem blijven. De naam van de bron is bekend bij de hoofdredactie van de Volkskrant